Alaska en de doem over
ijzig witte schoonheid
Een feest met een wanklank
CeidaeSoiwcwit
BERGERS SMIT INTERNATIONALE MOETEN DUIMEN DRAAIEN:
NAVO VIERT VERDEELD VEERTIG JAAR EENDRACHT
BINNENLAND
ZATERDAG 1 APRIL 1989 PAGINA 4'
(Van onze speciale
verslaggever
Rob Ruggenberg)
VALDEZ Wit, ijzig wit.
Hoge, besneeuwde bergen
weerkaatsen fel de zon als
die opgaat boven de im
mense, met olie besmeur
de watervlakte van de
Prince Williambaai in
Alaska. Nieuwe ijsbergen
maken zich los van de Co-
lombia-gletscher en men
gen zich in de smalle tan
kervaarroute naar het
oliehaventje Valdez.
De aanblik is ongelofelijk: een
woest landschap van onvoor
stelbare schoonheid dat ten of
fer valt aan olie. Elke golfklots
bedekt nieuwe stroken van
deze onafzienbare fjordenkust
met vette, kleverige, stinkende
olie. Doem hangt boven dit
broed-, paai- en kweekgebied
van de 675 miljoen zalmen, ha
ringen en andere vissen. Zee-
otters worden onder de olie
naar kleine hulpcentra ge
bracht; de eerste dode zeehon
den zijn al waargenomen. De
dode vogels worden niet eens
geteld: een bioloog die door
het gebied voer, schatte hun
aantal gisteren op 15.000.
Zeeadelaars en andere zeer
oofdieren doen hun maal met
karkassen die vol zitten met
olie. En drie walvissen, die
niet ongebruikelijk deze
week in de baai verschenen,
doken helaas op, op slechts en
kele tientallen meters van de
gestrande, lekke olietanker
Exxon Valdez. Na een kwar
tier rondgespetterd te hebben
in de olie, verdwenen zij weer
onder water. „Misschien kun
nen ze ertegen", oppert een
andere bioloog, die door de
oliemaatschappij naar Alaska
is gehaald. „Misschien stoot
het vet van hun huid de olie
wel af".
Gekkenhuis
Over het effect van de chemi
sche middelen waarmee in de
eerste dagen na de ramp de
olielaag is bestreden, heerst
evenzeer onduidelijkheid. Hoe
reageren plant en dier op de
enorme massa's olie en deter-
genten die naar de zeebodem
zijn gezakt?
En evenmin weet iemand hoe
het staat met de tachtig gezin
nen van de Tatitlek-indianen,
die hun schamele, alleen via
zee bereikbare onderkomens
hebben op een landstrook te
genover de gestrande ramp
tanker. De Tatitleks leven van
de visvangst; het hele zeege
bied rond hun woningen is nu
bedekt met olie.
Maar van de indianen hebben
de Amerikanen zich hier nooit
veel aangetrokken, evenmin
trouwens als van de Eskimo's
en de Aleoeten, die de eilan
den richting Siberië en Japan
bewonen. De enkele autochto
nen die je in Valdez ziet, zijn
meestal dronken en bekla
genswaardig. Behalve alcohol
en geslachtsziekte hebben da
blanken hun weinig gebracht.
Als de dag begint en de tempe
ratuur in Valdez stijgt, wordt
het havendorpje weer een
gekkenhuis waarin het de af
gelopen week is veranderd.
Valdez telt 1.800 inwoners en
het heeft accomodatie voor
een kleine honderd gasten.
Dat zijn er nu vijftienhonderd
geworden: hulptroepen, we
tenschappers, vrijwilligers en,
vooral, journalisten.
De paar hotels zitten propvol,
sommigen slapen op de grond.
Particulieren hebben hun deu
ren, garages en kelders geo
pend. Pechvogels die geen on
derdak konden vinden over
nachten in de felle vrieskou in
auto's. Het dichtstbijzijnde ho
tel ligt honderden kilometers
verder.
Materiaal
Het is de grootste olieramp die
de VS ooit heeft getroffen en
de kritiek op de oliemaat
schappij Exxon (het moederbe
drijf van Esso) is groot. Vroeg
in de ochtend geeft Exxon een
persconferentie. „Wij zullen
alle olie opruimen, hoe lang
het ook zal duren", belooft een
woordvoerder. Een woedende
visser ontneemt hem het
woord. Jet Whittaker is 31 jaar
en staat bijna te huilen. „Dit is
ons milieu en niet het uwe.
Daarom doet u zo weinig
moeite, u interesseert zich al
leen voor olie en geld. U kunt
veel meer doen. U heeft het
materiaal, wij hebben niks".
In het hotel in Valdez zegt
bergingsspecialist Roger Elliot
(44) van Smit Internationale:
„De bevolking mag van geluk
spreken dat dit een tanker was
van een reus als Exxon. Wat
denk je dat er zou zijn gebeurd
als het er een van „Johnny de
Griek" was geweest? Een klei
ne reder kan zo'n schoon
maak- en bergingsoperatie
nooit betalen. Een Griek zou
proberen zo gauw mogelijk het
land uit te komen. Exxon
heeft zijn verantwoordelijk
heid tenminste erkend".
Volgens Elliot, die de ber
gingsoperatie van Smit gaat
leiden, hebben de critici geen
flauw idee van de problemen
die zich bij een ramp als deze
voordoen. „Bij Exxon vertelde
men mij gisteren dat er nog
geen enkele positief woord
over haar in de kranten is ver
schenen. Dat vind ik schande,
want ik denk dat ze het hier
excellent doen."
Verveling
Elliot zit zich hier overigens,
samen met twee andere spe
cialisten van Smit, kapitein
Leen Westdijk (62) en werk
tuigbouwkundige Henk
Hoeksma (42) behoorlijk te
vervelen. De rest van de ber-
gingsploeg een dozijn dui
kers en technici zit 450 ki
lometer verderop, in Anchora
ge, duimen te draaien, omdat
zij in Valdez onmogelijk on
derdak konden krijgen.
Het bergingsmateriaal, 35 ton,
met twee chartervluchten uit
Nederland naar Anchorage
overgevlogen, moet nog over
de weg naar Valdez worden
gebracht. Veel haast lijkt er al
lemaal niet bij te zijn. Er zijn
duidelijk dringender zaken
dan het bergen van het ruim
300 meter lange schip, dat op
de klippen is gelopen.
Kapitein Westdijk: „Exxon
heeft de paniekknop inge
drukt, dat merk je aan alles.
Onder druk van de publieke
opinie staat het milieu num
mer één. Alle aandacht gaat
naar het beperken van de
schade die de gelekte olie aan
richt. Het bergen van het
schip is nu kennelijk even van
later zorg".
Tussen de veertig en vijftig
miljoen liter „Alaskan Crude"
(een lichte ruwe oliesoort) zijn
uit de tanker gestroomd en
volgens sommigen gaat het
lekken nog steeds door. Ver
anderlijke winden stuwen de
olie-mousse door de fjorden en
in de kreken.
Tientallen visserschepen va
ren heen en weer om grote,
drijvende gordijnen van hon
derden meters lengte aan el
kaar te bevestigen en deze
„booms" tussen de eilanden te
hangen. Op die manier probe
ren zij hun viskweek tegen de
naderende olievloed te be
schermen. Met veegarmen,
voorzien van zuigers (die om
de haverklap defect raken)
wordt die mousse vervolgens
van het wateroppervlak opge
zogen.
Dobberen
Wat denken de vissers eigen
lijk van de moeite die Exxon
zich al dan niet getroost? Da
vid Grimes en Rick Steiner:
„Wij als vissers werken met
Exxon samen, maar we ver
trouwen ze niet, nee. Ach, hun
eerste zorg is toch olie. Wat
weten zij van het milieu? Het
is niet de eerste keer dat zoiets
gebeurt".
„Een paar jaar geleden heeft
een volgeladen tanker uren
lang stuurloos in de baai rond
gedobberd: een defect aan de
motoren. Steeds opnieuw dreef
dat ding vlak langs de klippen.
Of het nu om mechanische of
menselijke fouten gaat: als je
in dit gebied supertankers toe
laat, krijg je gegarandeerd on
gelukken. Daarom zijn wij ook
altijd tegen de pijpleiding ge-
In hun geïmproviseerde kan
toor in de gerechtszaal van
Valdez, onder de vlaggen met
de Stars en Stripes, leggen de
vissers uit dat die pijpleiding
een sleutelbegrip is in deze cri
sis. Over een lengte van 1.200
kilometer slingert die leiding
zich van de oliewingebieden in
de pooltoendra in het noorden
van Alaska naar het ijsvrije
haventje van Valdez. Hevige
protesten van de milieubewe
gingen tegen de aanleg van de
pijpleiding, in de jaren zeven
tig, mochten niet baten.
Een van de milieuargumenten
was toen het gevaar bij Val
dez. Het dorpje werd notabene
in 1964 volkomen van de kaart
geveegd cjoor een vijf minuten
durende aardbeving met de
enorme kracht van 8,6 op de
schaal van Richter. Verder is
het hele gebied vulkanisch en
bovendien ligt daar nog de Co-
lombia-gletsjer bij Valdez, die
bij het smelten steeds ijsbergen
vormt. Dat alles tesamen
maakt de kans op een milieu
ramp meer dan gemiddeld.
Apparatuur
De bevolking, de vissers en de
milieubewegingen wilden des
tijds een alternatieve route
voor de .pijpleiding: niet naar
Valdez, maar over land naar
Canada. David Grimes: „Toen
de keus in Washington in de
Senaat gemaakt moest wor
den, lag de stemverhouding
precies fifty fifty. Vice-presi
dent Spiro Agnew gaf toen de
doorslag: de leiding gaat naar
Valdez. Dat zal nooit iemand
hier vergeten".
Wie de situatie ter plaatse be
kijkt, de smalle vaargeul ziet,
en de vele grote en kleinere
ijsbergen, kan zich er nauwe
lijks over verwonderen dat de
Exxon Valdez op Goede Vrij
dag om middernacht veertig
kilometer na het verlaten van
de haven, plotseling een ijs
berg op de weg vond en van
de route moest afwijken.
Het radarsysteem in de Prince
William-baai is slecht; al jaren
geleden hebben de radarbedie
ners de overheid gewaar
schuwd dat deze beroerde ap
paratuur wel eens een olietan
ker-ramp zou kunnen veroor
zaken. Volgens de betrokken
technici is daar toen niet op
gereageerd.
Onduidelijk is ook wat zich die
nacht aan boord van de super
tanker heeft afgespeeld. Zeker
is dat de inmiddels ontslagen
kapitein Joseph J. Hazelwood
(42) te veel gedronken had en
het commando had overgedra
gen aan derde stuurman Cou
sins, die daartoe niet de be
voegdheid had en evenals zijn
baas, een drankprobleem had.
Vast staat dat het schip om vijf
minuten voor middernacht
plotseling van de smalle vaar
route voor uitgaande tankers
afweek en negen minuten la
ter op de klippen van Bligh-Is-
land liep. Toen de tanker van
de route afweek, was het schip
al niet meer zichtbaar op het
radarscherm van de scheeps-
verkeersleiding in Valdez. Of
de bewuste ijsberg op het
scherm wel te zien was, weet
niemand.
Rotterdam
Kapitein Leen Westdijk van
Smit Internationale vindt dat
het met dat ijsbergen-gevaar
hier nogal meevalt. „Bij ons, in
Het Kanaal, is het linker",
zegt hij. En bergingsexpert El
liot voegt daar aan toe: „Ei
genlijk heb je hier alles onder
controle, met hooguit een,
twee tankers die per dag door
die geul komen. Vergelijk dat
eens met Rotterdam, waar de
vaargeul ook smal is. Maar
Olietankers liggen voor anker in de Williambaai nu de haven van Valdez tijdelijk gesloten is.
daar moeten er wel zestig tot
zeventig per etmaal voorbij".
Of het nu Amerikaans natio
nalisme is, of iets anders,
vreemd is dat nauwelijks ie
mand in Valdez weet dat het
Nederlandse bedrijf Smit de
berging van de tanker op zich
gaat nemen. Als Amerikaanse
journalisten op persconferen
ties naar de naam van de ber
ger vragen, houdt Exxon zich
van de domme. „We doen het
zelf", luidt in eerste instantie
het antwoord. En als een vra
gensteller daar niet mee tevre
den is, mompelt de Exxon-
woordvoerder vervolgens iets
over een „onderaannemer"
van wie hij toevallig de naam
even niet bij de hand heeft.
Smit mag dan een waterdicht
contract met Exxon op zak
hebben (op basis van een dag
tarief), de berger mag pas aan
de slag als alle olie uit de lek
geslagen ruimen van de tan
ker is gepompt. Toen het schip
op de klippen liep, scheurden
de rotsen de bodem op ver
schillende plaatsen open,
waardoor acht van de zeven
tien tanks lek raakten.
Niettemin spreken de mannen
van Smit van een routineklus.
Moeilijk vinden ze het niet.
„Anders hadden ze mij niet
gestuurd, haha", grapt Elliot,
die speciaal voor het werk uit
Singapore is komen vliegen,
waar hij baas is van de Smit
vestiging aldaar. Hij schat dat
de berging hooguit twee we
ken in beslag zal namen, af
hankelijk van de wind en zee
gang. „Het moet niet te hard
waaien, want dan sloopt de
kou de mensen".
Graadje
Voordat de berging kan begin
nen, wil Elliot eerst weten hoé
ernstig de schade precies is.
Hij weet van Exxon dat de
scheuren in de bodem onge-
vaar mansgroot zijn, in ieder
geval te groot om te dichten.
De eigen duikers van Smit
zullen daarom eerst de schade
exact gaan opnemen.
De mannen van Smit hebben
een niet geringe ervaring met
tankers en olielekkages. Met
name de oorlog tussen Iran en
Iraq leverde Smit in de Perzi
sche Golf op dit gebied han
denvol werk op. Maar in de
soms verschrikkelijke kou van
Alaska is dit werk toch wel
andere koek.
De duikers verwachten zelf
dat de kou hun nauwelijks zal
deren. Duiker Jan van de
Garde (30): „Het water is twee
graden en we zijn wel wat ge
wend. De Noordzee is vaak
ook niet warmer dan een
graadje of zeven. En we heb
ben droge pakken, dat
scheelt".
Elliot legt uit hoe hij bij de
berging, straks, te werk zal
gaan. „Als de olie uit de lekke
tanks is gepompt, hebben die
tanks zich daardoor vanzelf
gevuld met zeewater. Nu ma
ken wij het dek lichtdicht en
dan pompen wij daar lucht in.
Op die wijze persen wij het
zeewater weer via lekken naar
buiten, de boot wordt lichter,
verheft zich van de rotsen en
dan slepen we hem weg".
Behalve lucht wordt er ook
inert-gas in de tanks gepompt.
„Dat is een soort verbran
dingsgas met een heel laag
zuurstofgehalte, minder dan
vijf procent. Daardoor vermin
dert het explosiegevaar in de
tanks. Maar enigszins gevaar
lijk blijft het natuurlijk wel".
„Er is de laatste jaren veel aan
het veranderen in de bergings
wereld", zegt Elliot. Er komt
meer techniek aan te pas. Een
olietanker is nog een makkie,
de chemicaliëntanker vereist
een hi-tech aanpak.
Bovendien zal Smit hier
moeten werken in het volle
licht van de publiciteit. Elliot:
„In de oorlog Iran-Iraq zijn
miljoenen tonnen olie in de
Perzische Golf gestroomd.
Daar kraaide geen haan naar.
Maar als ze hier in Amerika
een vogel in de modder zien
baggeren, vliegt de hele we
reld er op af".
Zijn cynisme druipt er af. „Ik
weet wel: dat geldt vooral de
laatste jaren. De industrielan
den hebben veel meer aan
dacht voor milieuproblemen
gekregen. Klakkeloos je rot
zooi overboord zetten gaat ook
niet meer. Tegenwoordig mag
je niet eens meer buiten boord
pissen".
PARI
de c
op he
sica i:
in ziel
hebbc
>ste aa
ring i
De vl
verbii
Fransi
daard
den vi
Uit sol
heidspe
Dinsdag 4 april is het precies veertig jaar
geleden dat in Washington de Noord-
Atlantische Verdrags Organisatie werd
opgericht. Dinsdag wordt dat jubileum in
Brussel gevierd met een bescheiden muzikale
plechtigheid, eind mei nog eens met een
buitengewone top, waarvoor de staats- en
regeringsleiders van alle NAVO-landen naar
Brussel komen. Veertig jaar vrede zijn een
feestje waard, maar waar blijft het NAVO-
beleid voor de komende veertig jaar?
SUSKE EN WISKE DE SPEELGOEDSPIEGEL
Uitgeverij, Antwerpen-weeep.
(Van onze correspondent
Frans Boogaard)
BRUSSEL In een korte
vooruitblik op de feeste
lijkheden die de zestien
NAVO-landen de komen
de twee maanden te
wachten staan, merkte se
cretaris-generaal Worner
kort geleden op dat het
Bondgenootschap er nog
nooit zo florissant voor
heeft gestaan als aan de
vooravond van haar veer
tigste veijaardag.
Het tienjarig bestaan van de
NAVO werd gevierd op een
moment dat de koude oorlog
naar een hoogtepunt groeide
en de verhoudingen tussen
Oost en West grondig verziekt
waren. De viering van het
twintig-jarig bestaan had
plaats in een sfeer van langza
me dooi. Bij het dertig-jarig
bestaan was met Salt-I (beper
king van strategische wapens)
en het Helsinki-verdrag (over
wapenbeperking, mensenrech
ten en economische en cultu
rele samenwerking) sprake
van serieuze ontspanning, die
echter door nieuwe crises (Af
ghanistan, Polen) al snel weer
op de proef werd gesteld. Het
tij lijkt nu gekeerd. Met een
inmiddels in uitvoering zijnd
INF-akkoord, op grond waar
van alle kernwapens voor de
middellange afstand worden
verwijderd, met topontmoetin
gen over en weer tussen de
Sovjetunie en de Verenigde
Staten en reeksen ontwape
ningsvoorstellen uit Moskou
die hoopvolle verdere onder
handelingen beloven, heeft
Worner alle reden voor een
gezond optimisme. En toch
lijkt de veertigste verjaardag
van de NAVO een feest met
een wanklank te worden, om
dat alle vreugde over de be
reikte ontspanning de ver
deeldheid over de in de nabije
toekomst te volgen strategie
niet kan wegnemen. De vraag
hoe te reageren op de nieuwe
openheid en andere hervor
mingen in Moskou en elders,
in engere zin de vraag wan
neer en in welke mate de
kernwapens voor de korte af
stand moeten worden gemo
derniseerd, blijft voor de
bondgenoten blijkbaar een
niet te nemen obstakel. Een
obstakel dat ook de regerings
leiders op hun jubileum-top
eind mei niet echt uit de weg
zullen i
Totaalplan
De al jaren sluimerende tegen
stellingen binnen het bondge
nootschap zijn inmiddels ge
noegzaam bekend. De VS en
Engeland, „hardliners" binnen
de alliantie, willen het „gat"
dat door de verwijdering van
de middellange afstandsraket
ten in de westerse verdediging
valt zeker gezien het blij
vend grote overwicht van het
Warschau Pact op conventio
neel gebied zo snel moge
lijk opvullen door de kernwa
pens voor de korte afstand (tot
vijfhonderd kilometer) te mo
derniseren. De vervanging
van de Lance, een raket met
nu nog een bereik van 110
maar straks bijna 500 kilome
ter, staat daarbij centraal.
West-Duitsland, het eerste
slachtoffer bij een eventueel
gebruik van deze wapens, wil
een besluit over modernisering
minstens uitstellen tot na de
Bondsdagverkiezingen van
eind volgend jaar. De cen
trum-linkse regering in België
steunt die opstelling van de
Bondsrepubliek, en ook een
aantal andere kleinere West-
europese lidstaten, waaronder
Nederland, neigt daar steeds
meer toe. Op de halfjaarlijkse
vergadering van de Nuclear
Planning Group, vorig najaar
in Scheveningen, bevestigden
de defensieministers van de
NAVO dat tot de modernise
ring alleen kan worden beslo
ten in het raam van een to
taalplan voor de westerse ver
dediging, dat een precies in
zicht geeft in de defensienoden
en -behoeften op langere ter
mijn. Maar intussen lijkt ook
in dit totaalplan, waaraan een
select clubje hoge defensie
ambtenaren momenteel de
laatste hand legt, het laatste
woord nog niet gezegd over de
modernisering. „Het is niet no
dig nu al beslissingen te ne
men. Een definitief besluit
over de vervanging van de
Lance kan makkelijk tot
'91/92 worden uitgesteld", heet
het nu ook in Brussel. Het risi
co dat wanklanken de viering
van het veertigjarig iubileum
van het bondgenootschap al te
zeer zouden overheersen kan
daarmee worden vermeden,
want aan een formulering als
„modernisering waar nodig",
ongeveer het resultaat van de
laatste top van NAVO-rege-
ringsleiders vorig jaar maart,
valt niemand zich een buil.
Bovendien houdt de NAVO
daarmee de ruimte direct in te
spelen op de uitkomsten van
het overleg over vermindering
van de conventionele bewape
ning. Anders gezegd: als tussen
Oost en West een onvermoed
snel akkoord over een beter
conventioneel evenwicht
(tanks en artillerie) mogelijk
zou blijken, kan dat voor de
NAVO aanleiding zijn haar
moderniseringsplannen voor
de korte afstands kernwapens
proportioneel terug te schroe-
Massage
Voorlopig is het zover alle
maal nog niet, omdat zeker de
VS en Engeland nog heel wat.
massage van hun westerse
bondgenoten lijken nodig te
hebben voor ze bereid zijn de
vervanging van verouderde
wapensystemen, jarenlang een
vanzelfsprekendheid in Oost
èn West, zomaar achterwege te
laten. Onderhandelen vanuit
een krachtspositie blijft hun
credo; minder dan de meeste
andere bondgenoten zijn zij
bereid de hervormingen in de
Sovjetunie en andere Oost
bloklanden te ondersteunen
door met meer creativiteit te
reageren op de daar met moei
te tot stand gekomen nieuwe
inzichten. Een scheiding der
geesten die het veertigjarig be
staan van de NAVO niet echt
zal overschaduwen, maar die
wel keer op keer toelaat dat
zeker voor de publieke opinie
het westen allang niet meer de
gangmaker is voor opzienba
rende vredesinitiatieven. De
NAVO schrijft graag de veer-
leen blijven doen als alle
bondgenoten in gelijke mate
beseffen dat die vrede bijna
dagelijks opnieuw moet wor
den bevochten. Bijvoorbeeld
door een jarenlang succesvol
concept nu toch maar eens aan
tijden aan te passen.