Helpt de straf of straft de hulp? Het mysterie van de truffel 19! ZATERDAG 25 MAART 1989 GRAVEN NAAR ZWARTE DIAMANTEN CARPENTRAS - „Cherche Fifille, zoek, zoek. Allez Toutoun. Kom Kiki, kom". Het zangerige ProvenT caalse accent van de truffelzoeker echoot tussen de zuidelijke uitlo pers van de Mont Ventoux. Drie speelse bastaards gaan snuffelend voor in het onherbergzame terrein. De alledaagse keffers bewijzen hun gouden neus. Een beetje afgeleid door de aanwezigheid van vreem den speuren ze binnen een uur toch 200 gram truffels bijeen. Tussen de bomen weet de truffelzoeker geheime plekjes die de Giardini's van vader op zoon hebben doorgefluisterd. Uit de zak die over zijn schouder hangt komt een aanlokkelijke geur. Zonder neus zou je zo'n bolletje truffel nog kun nen verwisselen met een aardkluit. Maar wie het 'parfum' eens heeft geroken kan zich niet meer vergissen. Omhoog Kiki, Fifille en Toutoun. De honden laten zich niet van de wijs bren gen door wat ze al hebben opgesnuffeld. Ook niet door een 'valse truffel'. Vijftig meter verderop rent Toutoun plotseling de helling op. De andere honden volgen en beginnen op de met keien bezaaide heuvel in de grond te krabben. Mare komt erbij. Met een kleine houweel hakt hij aarde en stenen weg en, mirakels, 30 centimeter onder de grond zit een ovaal zwammetje. Een indrukwekkend staaltje 'teamwork' voor een truffel niet groter dan een walnoot. Fifille krijgt een stukje kaas als beloning. Af en toe mag ze een truffel oppeuzelen. „Ze zijn er dol op. Ik zie het als een investering", zegt de baas. Tot ergernis van andere truffelzoekers in de streek neemt Giardini sinds kort toe risten mee als hij op pad gaat. Samen met de stichting 'Chemins de Provence' werden dit jaar een tiental excursies ge houden die ondanks 600 gulden in schrijfgeld (inclusief overnachting en truffelmaaltijd, maar exclusief vervoer naar Carpentras) steeds meer belangstel ling trekken. Juist vanwege het mysterie en de mythes rond de 'zwarte diamant', waarvan sommige Provencaalse boeren een devaluatie vrezen als er te veel inge wijden komen. In de branche blijkt nog al wat jaloezie te heersen. Er zijn stro pers die onbekende truffelvelden liever laten verrotten dan dat ze het op een ak koordje gooien met een onwetende grondeigenaar. Het vergiftigen van de beste honden van een concurrent is voorgekomen. Over het ontstaan van truffels is nog maar weinig bekend. De schimmel of het celweefsel waaruit zich de kwetsbare zwam kan ontwikkelen gedijt goed op wortels van eiken en hazelaars en dan bij voorkeur in droge, kalkrijke grond. Pogingen truffels in laboratoria te kwe ken hebben tot nu toè magere resultaten opgeleverd. De Japanners brouwden een synthetische zwam, de 'Trufflic Ball', die wel op een truffel lijkt, maar geur noch smaak zou hebben. Mare Giardini schudt het hoofd bij al dat 'geknoei'. Om het nieuws dat een Frans instituut voor landbouwkundig onderzoek de eer ste reageerbuistruffel zou hebben gefabri ceerd haalt hij zijn schouders op. „Dat hoor ik al jaren". Als het echt mogelijk zou zijn was het allang uitgevonden, is de Provencaalse logica. De meeste Franse truffels kwamen tot voor kort uit de Perigord, de streek noordwestelijk van Bordeaux. Maar eni ge slechte oogsten hebben het centrum van de truffelhandel naar de overzijde van de Rhóne verplaatst. Carpentras in het departement Vaucluse geldt nu als een van de belangrijker markten. In de Perigord wordt met varkens gesnuffeld. Ze krijgen een ring door de neus opdat ze de welriekende keukenschat niet ge lijk opvreten. Op de Ventoux doen hon den het werk. „Varkens hebben van na ture meer aanleg voor het vinden van truffels", vertelt Mare Giardini. „Maar tegen de heuvels en op de keien heb je minder aan ze. Ze werken ook te onbe houwen en beschadigen vaak de boom wortels, waardoor er geen volgende auto rijd ik zo naar een truffelterrein. Met drie zeugen van 150 kilo op de ach terbank lijkt me dat wat lastiger". Een truffelhond richt je niet af, maar voed je op, leert Marc die buiten het sei zoen actief is als schaapherder. Hij heeft al heel wat zwammensnuffelaars opge voed en verkocht, maar doet geheimzin nig over de prijs. Per hond zou die rond de vijfduizend gulden liggen. Resultaten garandeert hij nooit omdat naar zijn me ning de instelling van de baas belangrij ker is dan het trainen van de hond. „Als iemand alleen maar denkt aan wat het dier allemaal voor hem kan verdienen is hij verkeerd bezig. Ik ken mensen die hun hond minder te eten geven bij te genvallende resultaten. Maar wat zijn te genvallende resultaten? Je kunt wel blij ven rekenen. Mijn grootvader oogste vijftig kilo per jaar. Dit jaar heb ik maar een paar kilo. Collega's verklaren me voor gek dat ik mijn honden af en toe een truffel laat opeten. Maar ik probeer er een spel van te maken, waar ook de hond plezier aan beleeft. Je hebt gezien wat dat oplevert". Zoals elke vrijdagochtend in het truffel seizoen, dat duurt van december tot eind maart, staan keuterboeren en ande re gelukzoekers op het terras van 'Bar l'Univers', vlak naast de markt van Car pentras. Een man met een grote sigaar en een opzichtige bontmuts blijkt inder daad de groothandelaar te zijn die zijn uiterlijk al deed vermoeden. Tussen Car pentras en de Parijse sterrenrestaurants kan de truffelprijs nog eens verdubbelen. Nonchalant blaast de inkoper sigarerook in de plastic zakjes die zijn leveranciers hem onder de neus houden. Schijnbaar ongeïnteresserd krabbelt hij wat cijfers op een papiertje. Een boer schudt het hoofd. De handelaar loopt door, maakt een praatje met een ander, maar presen teert even later betere cijfers. „Laatste bod", klinkt het. De kiloprijs in Carpen tras varieert die ochtend van 2200 tot 2400 francs, bijna 800 gulden. Argwa nend ontdekt het truffelwereldje nieuwe gezichten. Om niet te veel last van de belastingdienst te hebben geven de truf felzoekers slechts een kwart van hun lu cratieve oogst op. Driekwart van de han del is dus zwart. „De prijs is hoog dit jaar", wil een van de inkopers wel kwijt. Anderen houden hun mond stijf dicht. In Bar l'Univers zou het boven de tap kunnen staan: „Hoe minder er over truf fels gesproken wordt, hoe beter". BOB VAN HUÊT rechtsstaat waar straf op maat wordt ge geven". Volgens Korvinus horen psychiatrische patiënten helemaal niet in het strafrecht thuis; de rechter zou zich uitsluitend moeten buigen over de 'normale' delin quenten, de anderen zouden, zonder tus senkomst van het strafrecht, in de gees telijke gezondheidszorg terecht moeten komen. „Wie niet toerekeningsvatbaar is, is ziek en moet dus dringend naar de dokter voor medische hulp. Dat is ge woon een kwestie van zuiver redeneren. Als mensen ziek zijn horen ze niet in het strafrecht thuis, maar in de gezondheids zorg. De tbs-maatregel moet verdwij nen". Was het maar zo zwart-wit, verzucht Beyaert, was het maar een keuze tussen ziek of niet-ziek. „Die uitersten komen nu juist niet veel voor. Van de mensen die wij hier onderzoeken wordt vijf pro cent geheel toerekeningsvatbaar bevon den en zes procent geheel ontoereke ningsvatbaar. Mensen zijn meer of min der gestoord, meer of minder ziek. Bo vendien gaat het niet alleen om de vraag of het feit 'de verdachte toegerekend kan worden, maar ook om de vraag of er kans op herhaling bestaat. We mogen al leen tot tbs adviseren als er een groot ri sico op herhaling bestaat. Als je heel zui ver juridisch denkt zijn misschien inder daad de proporties zoek; de één krijgt voor doodslag tbs en zit zijn halve leven vast, de ander is na een aantal jaren weer vrij. Maar ja, dat verschil is er niet zomaar, dat wordt veroorzaakt door de kans op herhaling. Zolang die aanwezig is kan de tbs niet worden opgeheven". Computer Als rechter, die gewend is vonnis te wij zen op grond van „de ernst van het feit, de omstandigheden en de persoon van de dader", wijst Lensink erop dat ver schillende vonnissen bij vergelijkbare misdaden heel goed mogelijk zijn. „Het is wel een ontzettend moeilijk probleem, maar je kunt niet zeggen: de ene dood slag wordt bestraft met zes jaar, dus moet de andere ook met zes jaar bestraft worden. Dan kun je hier beter een com puter dan een rechter neerzetten. Nee, wij betrekken nu juist ook de persoon van de dader bij ons oordeel. Als een persoon geheel of gedeeltelijk geestelijk ziek is, kunnen we tbs opleggen. Vaak ontbreekt niet alle schuld, maar slechts een gedeelte. Daar houden we dan reke ning mee. We straffen voor het deel dat de verdachte schuldig is, niet meer". Niet meer? Is tbs dan geen straf? Jazeker wel, en een heel zware ook, zegt Korvi nus. „Veel terbeschikkinggestelden zeg gen tegen mij dat het ze spijt dat ze niet in de cel zitten. Vooral als ze wat langer zitten, als ze er zelf van overtuigd zijn veranderd te zijn en de behandelaars dat ontkennen. Dat maakt van sommige mensen een wrak". De advocaat blijft er bij: tbs is onrechtvaardig en overbodig. Maar heeft Beyaert dan geen gelijk als hij wijst op het risico van herhaling? We kunnen gevaarlijke gekken toch niet ge woon op straat laten lopen? „Dat hoeft ook helemaal niet", zegt Korvinus, „want we kennen de verplichte opname voor patiënten die een gevaar vormen voor zichzelf of hun omgeving". Al bij de parlementaire discussie over de Krankzinnigenwet (die zo'n opname re gelt) in 1884 wees minister Modderman op die mogelijkheid; mocht een gestoor de agressief raken, dan bood de wet gele genheid „zonder verwijl dat gevaar te keren". Ook de wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ), die al in 1970 bij de Tweede Kamer werd ingediend als opvolger van de Krankzinnigenwet en nog altijd wacht op invoering, biedt de mogelijkheid ge vaarlijke patiënten tegen hun wil op te nemen. De beveiliging van de samenle ving vergt niet per definitie inschakeling van het strafrecht. Het is dan ook de - al dan niet uitgesproken - behoefte tot vergelding die rechters er toe drijft toch straf op te leggen aan gestoorde misdadigers. Dat Koos H„ de Haagse portier die drie jonge meisjes vermoord de, in 1982 weigerde een psychiatrisch onderzoek te ondergaan, maakte recht bankpresident mr. S. Kootte niet veel uit. Als H. wel onderzocht was en ontoe rekeningsvatbaar was bevonden, had hij hem ook veroordeeld tot levenslange ge vangenisstraf, zo liet hij achteraf weten in een interview. „Het strafvonnis moet maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Al leen tbr opleggen kan bij een hele zware zaak niet. Dat pikken de mensen niet. H. mocht niet na vier jaar weer op straat staan. Het vergeldingsaspect speelt mee". Wat ook meespeelt is het geringe ver trouwen dat rechters hebben in de bevei ligende werking van de geestelijke ge zondheidszorg. Gedwongen opname? Draaideur-psychiatrie! Mr. Lensink: „Er lopen nogal wat mensen op straat die ten onrechte niet in aanmerking komen voor gedwongen opname in een psychia trische inrichting. Elke leek ziet dat die mensen zo gek zijn als wat en opgeno men moeten worden, maar de psychiater zegt: welnee, nergens voor nodig. Tot er iets vreselijks gebeurt, dan is het te laat". STEVO AKKERMAN De ouders die hun kind in een emmer verbrandden omdat het van de duivel bezeten zou zijn, werden ontoerekeningsvatbaar bevonden en op vrije voeten gesteld. Maar de ingenieur die zo gedreven werd door wraakgevoelens dat hij de controle over zichzelf verloor, een man ontvoerde en hem op dezelfde dag doodschoot, werd slechts verminderd toerekeningsvatbaar geacht en kreeg derhalve twintig jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Dat krijg je als je de psychiater de rechtszaal binnenhaalt: vonnissen naar de mate van toerekeningsvatbaarheid. Terecht of niet terecht? Tweede en laatste artikel over strafrecht en psychiatrie. De ontvoerder en moordenaar van Gerrit Jan Heijn bleef even stil toen de president van het Amster damse gerechtshof aan hem vroeg waarom hij in hoger beroep ging tegen het vonnis van de Haarlemse rechtbank. Toen antwoordde hij: „Ik heb het gevoel dat de recht bank te weinig rekening heeft ge houden met de geestesgesteldheid waarin ik verkeerde op het mo ment dat ik de delicten pleegde". De rechtbank in Haarlem had Ferdi E. veroordeeld tot twintig jaar gevangenis straf en tbs met dwangbehandeling. Een hard vonnis, voor een zware misdaad. De gevangenisstraf kreeg hij omdat hij grotendeels verantwoordelijk werd ge acht voor zijn daden. Aan het overige, dat deel van zijn daad dat hem „vermin derd" kon worden „toegerekend", dank te hij de tbs (voorheen: tbr). Hij kon zich er niet in vinden. „Ik heb de neiging", zei hij tot het ge rechtshof, „te doen alsof ik mezelf altijd volkomen in de hand heb. Ik ben bang dat ik daardoor tijdens de zitting in Haarlem te veel ben overgekomen als een geheel toerekeningsvatbare dader". Dat hij dat niet was, had het Pieter Baan Centrum geconstateerd in een psychia trisch rapport dat bij monde van genees heer-directeur prof. dr. F. Beyaert in de rechtszaal was toegelicht: „E. was op het moment van het delict gedepersonali seerd". Zelfstandig De rechter in Haarlem had beleefd naar Beyaert geluisterd en het hem niet al te moeilijk gemaakt. Aan zijn oordeel werd niet getwijfeld. Ook het hof deed dat niet. Het nam de diagnose van de getui- ge-deskundige Beyaert over. Maar niet klakkeloos en niet passief, al was het maar omdat procureur-generaal A.G. Korvinus („officier in hoger-beroepsza- ken") het hof aldus geprikkeld had: „U moet, naast het oordeel dat de deskundi gen hier gegeven hebben, ook tot een zelfstandig oordeel komen. Daarbij speelt de indruk die u hier op de zitting hebt opgedaan een belangrijke rol. Toe rekenen is eigenlijk geen medische zaak, maar typisch iets voor de rechter, bij uit stek juridisch". De procureur-generaal gebruikte dat argument om,, in elk geval qua toon, iets af te wijken van het Pieter Baan Centrum en te concluderen dat E. „in grote mate verwijtbaar" was. Maar mr. C. Sanders, de advocaat van E„ han teerde hetzelfde argument om een tegen overgestelde conclusie te rechtvaardigen: „Ik bepleit volledige ontoerekeningsvat baarheid. Het is de rechter die daar uit- eindelijk over moet beslissen en niet de deskundige". Maar krijgt de rechter daar niet een taak in de maag gesplitst die hij niet aankan? Is hij niet overgeleverd aan het oordeel van de deskundige, de psychiater? „We werken met een beperkt aantal psychia ters, we kennen de meesten en we stellen vertrouwen in hen", zegt mr. R. Len- sink-Bosman, rechter in Rotterdam. Dat stelt de critici niet gerust, integendeel. Zij verwijten de rechters nu juist al te veel vertrouwen in de deskundige te hebben, waardoor 'hun onafhankelijk heid wordt ondergraven. De deskundige zelf, prof. Beyaert, meent dat daar niet Rechter Lensink-Bosman: afgaan op de adviezen van de deskundigen. FOTO: SP „HET IS OOG OM TWEE OGEN, TAND OM TWEE TANDEN" deling van verdachte reeds tijdens het ondergaan van de gevangenisstraf een aanvang kan nemen". Tweedeling Volgens mr. C. F. Korvinus is het pad van ontoerekeningsvatbaarheid tot ter beschikkingstelling principieel onjuist. Het leidt tot volslagen verschillende vonnissen voor daders van vergelijkbare misdaden. De één krijgt voor een dood slag vijf jaar. de ander verdwijnt voor onbepaalde tijd in een kliniek om daar gedwongen te worden behandeld (tbs zónder dwangbehandeling bestaat wel, maar wordt zo goed als nooit opgelegd). Wat Korvinus betreft moet deze tweede ling tussen 'gewone' en 'gekke' verdach ten op de helling. „Ik vind het niet in de haak om via het strafrecht onderscheid te maken tussen 'normaal' en 'gestoord' en vervolgens een van die twee voor on gelimiteerde termijn vast te zetten. Een veroordeelde moet weten waar hij aan toe is, maar voor de psychiatrische de linquent wordt dat niet weggelegd. Die zit gemiddeld twee tot drie keer zo lang als de andere delinquenten en moet maar afwachten wanneer die straf afgelo pen zal zijn, wanneer men hem genezen zal verklaren. Dat past niet in een Advocaat Korvinus: psychiatrisch rapport veel aan te doen is. „Rechters lezen onze rapporten altijd erg goed en beoordelen ze zeer serieus, maar toch komt er altijd een moment waarop ze moeten zeggen: nou ja, de psychiater zegt het, ik moet het maar aannemen". Daarom is Beyaert er ook tegen deskundigen tijdens de rechtszaak met elkaar in de clinch te laten gaan; dat zou de rechters maar in verwarring brengen: „Wat moet een rechter met tegenstrijdige adviezen? Dat wordt wel heel moeilijk kiezen". Dat beaamt Lensink: „We beoordelen de rapporten wel, soms wijzen we de con clusies ook af, maar in het algemeen moeten we toch op de deskundigen kun nen afgaan". Geweldig ernstig Zoveel eer voor de „forensische psychia trie", zoals de zielkunde ten behoeve van justitie genoemd wordt, is mr. C. F. Korvinus (inderdaad, familie) te veel. Deze advocaat en bestuurslid van de stichting Belangenbehartiging (ex)tbr-ge- stelden hecht eraan strikt vast te houden aan de formele status van het psychia trisch rapport: „Het is maar een advies. Niet meer en niet minder dan een stand punt van een psychiater. En het is slechts één van de elementen waar de rechter rekening mee moet houden". Te slechts één van de elementen waarmee de vaak bespeurt Korvinus bij de rechter „een zekere neiging" om het oordeel van de psychiater maar zondermeer over te nemen. Ferdi E. was dus bij het gerechtshof aan het goede adres om zich te beklagen over de mate waarin hem zijn misdaad was aangerekend; aanrekenen is een juri dische aangelegenheid. Maar hij voelde zich inmiddels wel zo schuldig dat hij niet al te enthousiast voor zichzelf durf de pleiten. „Volgens het psychiatrisch rapport bent u verminderd toerekeningsvatbaar. Dat betekent dat er toch nog een ongelooflijk groot verwijt blijft. Vindt u dat ook niet, dat u een geweldig ernstig verwijt treft?", vroeg een van de rechters hem. „Jawel", antwoordde E. „Wat hoopt u dan te bereiken?". „Dat als ikals ik vast kom te zitten, dat dat van tijdelijke aard is. Dat het zo zal zijn dat ik, als ik weer terug zou ko men in de samenleving, de energie heb om nog iets te doen dat zin heeft". „Concreet betekent dat dat u een lagere gevangenisstraf wilt?". „Ik ben bang dat een hele lange gevange nisstraf het effect van de behandeling te niet doet, dat het averechts werkt". Daar sneed E., wellicht zonder het te we ten, een teer onderwerp aan. Rechters en psychiaters mogen dan volgens sommi rechter rekening moet houden". FOTO: DIJKSTRA gen te veel de handen op één buik heb ben, hier toch niet. Beyaert: „Ik vind, in het algemeen, de combinatie van straf en behandeling slecht. Als gedragskundi- ge meen ik dat je iemand die vermin derd of ontoerekeningsvatbaar is, niet eerst moet straffen en dan nog eens be handelen. Je geeft iemand die je morgen gaat opereren aan een maagzweer ook niet vandaag nog een bord erwtensoep. De straf schaadt de behandeling". Het is niet moeilijk voor die mening medestan ders te vinden. In het proces tegen een man („Ze zeggen dat ik R. ben, maar ik ben eigenlijk iemand 'anders") die eqn Amsterdamse politieagent doodstak eiste procureur-generaal mr. L. de Beaufort een lange gevangenisstraf zonder tbs: „Eerst straften om daarna iemand weer op te lappen is het paard achter de wa gen spannen". En dat niet alleen, schrijft mr. dr. Ch. Haffmans in zijn proef schrift, het is bovendien onrechtvaardig. „Het is oog om twee ogen, tand om twee tanden. De psychopaat moet dubbel boeten". Zo voelde E. dat ook. Maar het gerechts hof niet. Dat legde hem dezelfde straf op als de Haarlemse rechtbank had gedaan: twintig jaar gevangenisstraf en tbs. Hoe stond dat ook al weer in haar vonnis? „De rechtbank gaat er - evenals de offi cier van justitie - van uit dat de behan foidóc (Sou/iont1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 29