-ASAH I RESERVEER NU EEN BUITENBAAN BONESi „NIEUWE SLOOT" Rabobank Q PHVSOLRXJTNESS TELEFOON 01715-9206 TOP SHOT INDOORTENNIS en BADMINTON RABOBANK SPONSORT r LEIDSE COURANT TENNIS CIRCUIT 1989 sport 9 TENNISBANEN 7 BADMINTONBANEN TERWEGEN SPORT ^C/^C7pO/| Speciaal voor u, weinig tijd, een druk bezet le ven, hebben wij dit jaar de beschikking over 3 buitenbanen (gravel) zo wel voor de ochtend, middag of avond van maandag t/m zondag. Dus géén lange wacht tijden, ook geen toer nooi en competitie maar gewoon meteen uw ei gen baan op. Ideaal, al leen moet u wel tijdig re serveren om teleurstel ling te voorkomen. SEIZOEN '89 (26 weken) van 17-4-'89 t/m 15/10-'89 Maandag t/m vrijdag Maandag t/m vrijdag Maandag t/m vrijdag Zaterdag en zondag Zaterdag en zondag Zaterdag en zondag 09.00 u.-12.30u. 13.00 u.-16.30u. 17.00 u.-donker 09.00 u.-12.30u. 13.00 u.-16.30u. 17.00 u.-donker 590.- 590.- 975.- 900.- 900.- 800.- Bij onbespeelbaarheid van de banen is de huurprijs van een binnenbaan voor dezelfde tijdsduur slechts 25. - per baan. Voor alle verdere informatie: Tennis- en Squashcentrum haar010 van Tonge^hereC V OOÏÜ—v 07V1ÏÏ&15 .choOnM"" Topkwaliteit tennisbal, geproduceerd door 's werel' grootste ballenfabrikant en scherp geprijsd. KNLTB goedgekeurc voor alle wedstrijden en toernooien Top Shot Import en distributie PVS - Postbus 131 2200 AC Noordwijkzh Tel 01719-16600 Piet Veentjer Sport BV President Kennedylaan 1, Alphen a/d Rijn, Tel. 01720-92967. alle deelnemers een succesvol seizoen We wensen Meer bank voor je geld Seizoen 89/90 start: 25-09-1989 Reserveer tijdigi [PW(i9 ©liJS OU Indoortennis en badminton op komfortabel sporttapijt onder indirecte verlichting. Gezellige bar/restaurant Seizoentarieven vanaf: BADMINTON 265.- (30 weken) TENNIS 480 (30 weken) Badminton zwerverskaart op aanvraag. Mogelijkheid tot tennislessen WOUTER FOK PLEIT VOOR 'NATUURLIJK TENNIS' OEGSTGEEST Toen Wou ter Fok zich op negenjarige leeftijd voor het eerst op de banen van het Castricums 'Bakkum' liet zien, was het nog helemaal niet zeker of daar wel een tweede keer achteraan zou komen. En was het helemaal nog niet duidelijk dat diezelfde Wouter Fok aan het begin stond van een ten- nisloopbaan die hem uiteinde lijk een nationale indoortitel in het enkelspel en een vijftal dubbelspelkampioenschappen op buitenbanen zou gaan op leveren. „M'n ouders waren nogal enthou siast en die wilden dus graag dat ik zou gaan tennissen. Maar voor me zelf hoefde het eigenlijk niet zo. Als ik het die eerste keer niet leuk zou vinden, zo had ik mijn ouders ver teld, zou ik ook niet meer op die banen terugkomen. Of ik nu lid was, of niet". Gelukkig voor zijn ouders, en voor zichzelf, beviel het de kleine Wou ter wel op het rode gravel. „Het spelletje boeide me vrijwel direct. Daarbij werden mijn twee beste vriendjes ook lid. Al snel hing ik hele dagen op het tennispark rond. 's Ochtends weg, brood mee voor tussen de middag en als het don ker werd, weer naar huis". Terugkijkend op die start in Castri- cum, stelt Oegstgeestenaar Wouter Fok nu dat hij vanaf het eerste mo ment onbewust in een ideale ten- nissituatie verzeild was geraakt. „Eén van de voorwaarden om ooit goed te worden, is dat je veel speelt en vooral, dat je dat met plezier doet. Nou, dat gaat niet als je als kind alleen op een park te recht komt, afhankelijk bent van je vader of moeder om een balletje te slaan. Maar dat plezier komt wel als je bij wijze van spreken dag en nacht met je beste vriendjes partij tjes kan spelen. Elkaar al dan niet bewust stimuleert om steeds beter te gaan spelen". Weer of geen weer. Wouter was dus of het tennispark. Ook die middag toen het werkelijk goot van de regen en pa, bestuurslid van die Castricumse tennisclub, zijn zoon woedend van het doorweekte gra vel haalde. „We moesten direct van het park af, meteen naar huls. Wij braaf op de fiets achter pa's auto aan, maar op het moment dat hij uit het zicht was verdwenen, keerden we natuurlijk direct weer om. Stel je voor. We hadden ons partijtje niet eens afgemaakt. Nou, dat kon natuurlijk niet. En of het nu slecht was voor die banen, ach, ik geloof niet dat we ons daar toen erg druk over hebben gemaakt". Debuut Op zijn twaalfde jaar maakte Wou ter Fok zijn competitiedebuut. Als twaalfjarige ook, ging hij voor het laatst met zijn ouders op vakantie. „In de zomer wilde ik de toernooi en af, wedstrijden spelen. Die va kantie was daarbij eigenlijk alleen maar een sta-in-de-weg. Ik wilde nu eenmaal zo goed mogelijk wor den en als je dat wilt, moet je voor al wedstrijdervaring opdoen. Trai nen is natuurlijk ook goed, maar met alleen oefenen, kom je er niet. Dat merkte ik toen al, dat merkte ik later nog steeds. Tijdens de na tionale indoor, in 1983 bijvoor beeld. Ik was met Louk Sanders in de kwartfinales terecht gekomen en daarin kregen we matchpoint tegen Rolt Thung en Theo Gorter. Als je in je wedstrijdritme zit, is dat geen enkel probleem. Maar ik mis te dat ritme op dat moment. Ik had daarvoor nauwelijks wedstrijden kunnen spelen en dus knakte er juist op dat belangrijke punt iets bij mij. Ik sloeg dat matchpoint weg en even later waren we de partij ook kwijt. Alleen maar, om dat ik op dat moment te weinig wedstrijdritme had". Hoewel Wouter Fok dus wel dege lijk goed wilde worden, stak hij eerst in Castricum en later in Oegstgeest (de familie Fok verhuis de naar het Leidse toen Wouter twaalf jaar was), bepaald niet met kop en schouders boven zijn leef tijdsgenoten uit. „Ik won wel eens wat, maar ik was zeker niet de beste. Ik denk dat ik in het District Leiden bij de eerste vier zat, maar daar hield het ook wel mee op". Een van de redenen dat hij niet al op jongere leeftijd veel won, is dat Wouter Fok hoe dan ook aan zijn eigen spelletje vasthield. „Ik heb altijd een risicovol spelletje ge speeld. De bal moest bij mij zo hard en zo laag mogelijk over dat net. En zeker in de beginjaren ging ik er dus regelmatig af tegen jon gens die de bal alleen maar op vastheid in het spel hielden". Gouden overstap Na de overgang van de Leidse Hout naar Leimonias („Achteraf bezien een gouden overstap, maar daar wist ik toen nog niets van") brak Fok echt door. „Na mijn eer ste seizoen bij Leimonias heb ik voor het eerst echt doorgespeeld in de winter. Ik heb die zaalperiode toen benut om mijn eigen spel nog verder te perfectioneren. Ben nog aanvallender gaan spelen en ging daarna, op m'n zeventiende, opeens partijen winnen die ik daar voor steevast verloor. Eenvoudig omdat mijn tegenstanders dat hoge slagentempo niet meer kon den volgen". In zijn eigen ontwikkeling ziet Fok aanleiding te stellen dat kinderen zoveel mogelijk hun eigen spel moeten spelen. „Natuurlijk, als er technisch iets helemaal fout zit, moet daaraan natuurlijk worden gewerkt. Maar dat bijschaven, mag nooit ten koste gaan van het eigen, hatuurlijke spel. Je moet je niet te veel laten beïnvloeden door de buitenwereld, niet door je ouders, niet door je trainer. Je moet vanuit je eigen spel beter worden, dat spelletje ontwikkelen. Als je talent hebt, komen de resultaten dan vanzelf. Bij de een wat eerder dan bij de ander, maar ze komen". Een zienswijze die Fok veel te wei nig terugziet in de Nederlandse tenniswereld. „Het gaat de laatste jaren wat beter, maar in het alge meen zijn trainers veel te veel be zig met technisch sleutelwerk, veel te weinig met dat ontwikkelen van een natuurlijk speltype. Eric Wil- borts is daar nog steeds een goed voorbeeld van. Die jongen had goed kunnen worden als hij minder door de buitenwacht gestuurd zou zijn. Hij draaide mee in de Europe se jeugdtop, maar toch moest er zo nodig aan zijn techniek worden gesleuteld. Dus werd hij regelmatig in Nederland technisch onder han den genomen, terwijl hij op die mo menten in het buitenland had moeten zijn. Toernooien spelen, wedstrijden spelen, wedstrijden winnen. Werken aan zijn eigen spelletje. Doodzonde dat dat alle maal zo is gelopen". Doelloos Bij toptennissers is dat 'natuurlijke' aspect van het spel altijd terug te vinden geweest, weet Fok, die daarbij John McEnroe en de legen darische Zweed Björn Borg aan haalt als voorbeelden. „Denk je dat McEnroe groot zou zijn gewor den ais verdediger? Natuurlijk niet. Die jongen wilde van kinds af aan aanvallen en dat doet hij zo goed dat hij nu nog steeds iedereen van de baan kan meppen. Of Borg? Een voorbeeld van een speler die zichzelf op de baseline gewoon prettiger voelde en vanaf die posi tie aan het werk is gegaan. Natuur lijk, ook bij die spelers is van bui tenaf gestuurd. Maar met mate. En zeker nooit zo sterk dat ze hun ei gen ik op de tennisbaan verloren". Behalve voor dat eigen spel, maakt Fok zich sterk voor doelgericht tennis. „Tegenwoordig wordt te vaak doelloos getennist", stelt Fok. „Als ik speel, wil ik zo snel moge lijk een punt maken. En hoewel ik best wil toegeven dat dat ook niet altijd goed is, is dat voor mijn ge voel wel veel beter dan wat er nu steeds vaker op de banen gebeurt. Die eindeloze, doelloze topspinral- ly's, die er uitsluitend op gericht zijn de tegenstanders fouten te la ten maken, wat heb je daar nu aan? Goed, als je vaster bent, pak je de punten, win je die wedstrijd. En misschien dat je door dat spel letje ook nog eens wat verder kan komen. Maar op het moment dat je een gelijkwaardige tegenstander treft die wel doelgericht bezig is, wel weet waarom hij die ene bal slaat en de punten zelf maakt, ga je er onder door. De invloed van Borg, de Zweedse school? Gedeel telijk, zeker. Maar op het moment dat anderen dat spelletje gaan spelen, wordt dan wel weer verge ten, dat Borg dat spel uit zichzelf is gaan spelen. Dus wel natuurlijk be zig was..." Wouter Fok heeft zeff altijd aan zijn eigen speltype vastgehouden: „Die bal moest bij mij altijd zo laag en zo hard mogelijk over het net". FOTO: SP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 23