Herman Brusselmans blijft zwalken
Madonna verschuilt zich niet langer
Openhartige ontboezemingen van een crimineel ego
Geen verrassingen
van Peter Hoefnagels
BOEKEN/PLATEN
£etdóc(3ou/uMit
VRIJDAG 17 MAART 1989 PAGIN Q£>r
Veel woorden
voor mat
avontuur
met kleurtje
Jan Terlouw kan nog steeds
een goed verhaal vertellen.
Wat dat betreft is hij vakman,
die precies weet aan welke
voorwaarden een jeugdroman
moet voldoen: spanning en hu
mor en levende hoofdfiguren.
En als het kan nog vaart ook.
Dat laatste is voor Terlouw
nooit een probleem geweest,
maar lijkt het nu te worden;
hij is verteller geworden, een
schrijver die er aardigheid in
heeft gekregen en er handen
wrijvend voor gaat zitten.
.Soms pakt dat goed uit, soms
niet. Hoe goed de compositie
van zijn laatste jeugdroman
„De kunstrijder" ook is, Ter
louw vergist zich als hij denkt
dat een niet zo literaire jeug
droman als deze, die zwaar
leunt tegen de jeugddetective,
prettig en met veel beschrij
vende woorden verteld kan
worden.
Aan het begin valt dit nog niet
zo op; de lezer moet vertrouwd
raken met het onderwerp en
de hoofdpersonen en kan er
even genoeglijk voor gaan zit
ten als de schrijver, toen hij
aan het werk was. Terlouw
blijft echter gezellig, hij is ge
vat en speelt met zijn
woorden, tot hij zo veel genoe
gen beleeft aan het geschrijf
dat hij gaat uitleggen en mede
delingen verstrekt. Dan wordt
het verhaal mat en een beetje
vervelend: de lezer wacht op
dingen die moeten gebeuren
en te voren zo zijn ingeleid dat
de spanning volledig naar de
vaantjes is geschreven. Boven
dien is het allemaal wel heel
erg bedacht, al zijn de details
ontleend aan de werkelijkheid.
Hoofdpersonen zijn de rol-
stoelganger Patrick en zijn
boezemvriend, de dove Tom.
Zij observeren in stilte een
meisje, als zij kennelijk een
schilderij komt terugbrengen
DAGBOEK VAN EEN VERMOEIDE EGOÏST'
Het korte boekje
van Peter Hoefna
gels, „Het eiland",
dat evenals zijn vo
rige werk een kort
en simpel thema
onderhanden
neemt, speelt zich
af tussen een klein
aantal mensen.
Plaats van hande
ling is het eiland
Curasao, waar de
ik van het verhaal
een aantal weken
verblijft. Zijn rela
tie met het eiland
en zijn kennisma
king met een Cura-
qaose vriend, die
hem onderdak ver
leent, zijn de
hoofdthema's van
het verhaal.
Het is het traditio
nele gegeven, aar
dig uitgewerkt
maar zonder toe
voegingen; de
vreemdeling die op
een tropisch eiland
komt en daar in de
ban van alle beko
ringen komt.
Vreemde gebeurte
nissen zijn opwin
dend, raadselachtig
en soms onaange
naam, maar ze le
ren hem wel de le
vensvragen beter
te zien.
In dit geval wordt
de ik, die weg
vlucht uit Neder
land, omdat zijn
werkkring hem
daar te onwezen
lijk begint voor te
komen, op Curasao
ontvangen door
een plaatselijke,
vooraanstaande, al
leenwonende man.
Prachtig huis,vlak
aan het strand.
Gek genoeg weert
deze Carlos via in
gewikkelde leu
gens een andere
gast, de mooie
Duitse vrouw Su
san, die op listige
manier uit Carlos'
huis moet worden
weggestuurd. Later
blijkt de homofiele
geaardheid van
Carlos en zijn af
fectie voor de ik.
Aan het eind van
het verhaal keert
de ik weer terug
naar Nederland,
maar in een slot
hoofdstuk („Nie
mandsland"),
waarin hij rond
zwerft door een
nachtelijk Schip-
hol-gebouwen-
complex, aarzelt hij
wat zijn toekomst
moet zijn en doet
opnieuw een keu
ze. Het is duidelijk
dat de breuk tussen
twee werelden zijn
tragiek zal blijven.
Op dit punt brengt
Hoefnagels heel
Een roman? Of een historisch
dagboek? Fictieve gebeurtenis
sen of een verslag „naar het
leven"? Het zou kunnen zijn
dat lezers daar een beetje mee
in de knoop komen als zij
„Dagboek van een vermoeide
egoïst" ter hand nemen, het
nieuwe boek van Herman
Brusselmans.
Na zijn meest geslaagde boek
„Zijn er kanalen in Aalst?",
van een paar jaar terug, stelde
hij teleur met een klein boekje
(„Iedere zondag sterven en
doodgaan in de week"), waar
in hij terug leek te vallen naar
het structuurloze zwalken van
zijn eerste literaire probeer
sels. Die weg terug wordt ver
volgd in „Dagboek van een
vermoeide egoïst".
Als in dagboeknotities ver
meldt de ik allerlei feiten in
zijn leven, op een manier alsof
die gebeurtenissen een heet-
van-de-naald-verslag nodig
maken. En dat terwijl alles
zich herhaalt en voornamelijk
neerkomt op twee zaken waar
de ik onmatig en onbekwaam
mee omgaat: drank en vrou
wen. Voeg daarbij de kwaal
van de sigaret. Verder niet
veel. Het schrijven is wel een
wanhopige zaak, maar daar
ligt een mogelijkheid, hoewel
ook daar de kater vaak zijn
gemene kop opsteekt: „Gister
nacht was ik ervan overtuigd
dat al dat schrijven van mij
sinds 1982 een puinhoop is".
Dat vindt hij dan een „duiste
re, verschrikkelijke, al te
zwartgallige gedachte", waar
tegen maar één ding helpt:
„boeken lezen van een paar
andere jonge Vlaamse schrij
vers". Waarna hij een scheldti
rade begint tegen zo'n schrij
ver, de verder onbekende Jo
Claes.
In de liefdesproblemen gaat
het om Gloria of Mabiche,
maar liever zou Brusselman
het houden met Gloria en Ma
biche, tegelijk of hoe dan ook.
Hoe meer vrouwen hoe meer
geluk, schijnt zijn denkbeeld,
al schenkt het gedoe hem keer
op keer groot ongeluk. Maar
op dit punt is er nog steeds ge
heel niets veranderd in het
werk van Brusselmans, hij
zwalkt maar door met zijn suf
fe schrijvershoofd.
De notities zijn vaak een paar
jaar oud, voor zover je dat
kunt nagaan, want de meeste
notities in dit dagboek, dat
misschien geen dagboek is, zijn
niet gedateerd. Zo nu eft dan
een datum, maar dat is mis
schien falsificatie. Om een of
andere reden is het boek in
drieën gedeeld: „De halve ro
man", „De andere halve ro
man" en „De anderhalve ro
man". Voor zoveel humor geef
ik me natuurlijk graag gewon
nen. Tweehonderd lange pagi
na's lang.
JAN VERSTAPPEN
Herman Brusselmans: „Dag
boek van een vermoeide ego
ïst". Uitgave Bert Bakker.
Prijs 24,90.
tatex'/s
earwBtifcipt
rajïüto
J1RMOI
sqt
vd i
at d(
;ter v
d
creldï
■faen
bal
in een museum en daarvoor
een ruitje inslaat.Een heel
avontuur, vol verrassende
wendingen, volgt.
Hoe zinvol het is voor de we
reldliteratuur om een rolstoel-
ganger en een dove jongen als
hoofdpersonen te gebruiken, is
een niet objectief te beant
woorden vraag; in elk geval
doet Terlouw er niet opdringe
rig mee, waarmee hij de be
schuldiging van meedoen aan
modeverschijnselen voorkomt.
Bovendien slaagt hij erin deze
twee jongens volmaakt nor
maal functionerend weer te
geven, waarbij Terlouw een
milde vorm van zelfspot niet
uit de weg gaat. Allemaal uit
stekend. Onderhand blijft het
bezwaar tegen deze jeugdro
man, dat Terlouw gezien het
niet literaire onderwerp een te
gezellige verteller blijft, die
soms te lang aan het woord
blijft. Waardoor de lezer in de
sfeer, wordt gebracht van „hup
pap, wat gebéurt er nou".
FRITS BROMBERG
Jan Terlouw: „De kunstrij
der". Uitgeverij Lemniscaat,
prijs 24,50.
duidelijk een ge
voel over dat veel
mensen, die jaren
in de tropen woon
den daaraan over
houden: ver
knochtheid met dat
romantische en on
werkelijke eiland
en de zekerheid
dat je toch niet bui
ten het leven in
het moederland
kunt. Meer dan
een benadering
van dat bekende
gevoel is „Het
eiland" van Peter
Hoefnagels eigen
lijk niet. En dat
stelt wat teleur, na
een aantal boekjes
en verhalen, waar
in hij veel subtieler
te werk ging.
JAN
VERSTAPPEN
Peter Hoefnagels:
„Het eiland".
Uitgave De'Prom.
Prijs 22,50.
Peter Hoefnagels
MUZIKALE GROEI BINDT VERLEDEN EN HEDEN IN PAKKENDE SONGS
„Like a prayer" gaat over de
invloed van het katholicis
me op mijn leven en de pas
sie die het in mij heeft wak
ker geschud. In andere
nummers heb mijn levens
ervaring verwerkt. De tek
sten zijn niet altijd even vro
lijk. Ze gaan over volwassen
worden, over de pijn die een
scheiding met zich mee
brengt en het verdriet dat
een sterfgeval veroorzaakt.
Ik heb het afgelopen jaar bij
mijzelf dingen ontdekt,
waarvan ik niet wist dat ik
ze in mij had. Dat zelfver
trouwen heb ik gebruikt om
muzikaal andere paden te
bewandelen en risico's te
nemen", zegt Madonna in
New York.
Het is een andere Madonna
dan twee jaar geleden. Haar
korte blonde kapsel heeft ze
verruilt voor haar eigen
donkere lokken en een stra
lende blik vult haar gezicht.
Madonna heeft bewust voor
een gezond leven gekozen
en snuift dan ook elke mor
gen de „gezonde" lucht van
New York op wanneer ze
haar kapsel in een staart
bindt, haar joggingpak aan
trekt en de trimbaan op
zoekt.
Madonna is niet alleen het
meisje voor wie de Ameri
kaanse droom werkelijkheid
werd. Ze is de personificatie
van de Amerikaanse jeugd.
Wat haar het afgelopen jaar
duidelijk is geworden, is dat
ze zich niet langer hoeft te
verschuilen achter facades.
Met de muzikale groei, die
van haar nieuwe elpee
„Like a prayer" afstraalt,
veranderde ze van een Ma
rilyn Monroe-imitatie in
Madonna. Als veelzijdig ta
lent wedijvert ze in de hoog
ste regionen van zowel de
hitlijsten als de filmladder.
Wat het laatste betreft staat
zij binnenkort, samen met
Warren Beatty, weer voor
de camera in een Dick Tra-
cy-achtige detective. Het is
haar manier om de tijd te
vullen tussen het uitbrengen
van „Like a prayer" en een
wereldtournee, die Madonna
in september of oktober ook
naar Nederland zal brengen.
Pepsi-meisje
Door haar platenmaatschap
pij wordt ze gekoesterd als
een waardevol kleinood en
de publiciteitsjongens heb
ben de afgelopen maanden
overuren gemaakt om „Like
a prayer" in de volle schijn
werpers te zetten opdat Ma
donna de fakkel kan over
nemen die momenteel door
Michael Jacksón wordt ge
dragen. De zangeres zette
zelf de eerste stap door con
tact op te nemen met Pepsi.
Er werd een miljoenencon
tract afgesloten en het inge
nieuze plan dat de fris
drankfabrikant uitgedacht,
scheelde haar platenmaat
schappij een paar miljoen
dollar aan reclame-gelden.
Madonna als het perfecte
Pepsi-meisje, met haar sing
le „Like a prayer" als de ti-
telmuziek, een heel logische
combinatie. De zangeres
strooide echter zelf roet in
het eten met haar videoclip.
Hoewel nog niemand de
hele clip had gezien, waren
een paar fragmenten genoeg
om een aantal katholieke
organisaties in Italië te laten
reageren. „Godlastering"
was de veel gebezigde term
en Pepsi trok aan het kort
ste eind. Er werd besloten
de reclame-filmpjes met Ma
donna niet meer uit te zen
den. Een zwakte-bod want
de video-clip is een knap ge
maakte mini-speelfilm,
waarin vooral haar liefde
voor het katholieke geloof
spreekt.
Intussen kwam de geruch
tenstroom over de nieuwe
elpee, waaraan ze samen
met haar producers Patrick
Leonard en Stephen Bray,
een jaar had gewerkt, op
gang. De plaat werd in de
kluis bewaard om zo van de
lancering een optimaal
spektakel te kunnen maken.
Haar platenmaatschappij or
ganiseerde zelfs een ouder
wetse luistersessie om de pu-
bliciteitsstroom te waarbor
gen. Totdat een radiostation
in Friesland roet in het eten
gooide en van de week de
wereldprimeur had. Het
hele promotie-plan viel in
duigen en Veronica en al die
andere stations hadden het
nakijken.
Autobiografisch
„Like a prayer" is een heel
persoonlijke plaat geworden.
Madonna probeert af te re
kenen met alle geruchten
die over haar de ronde doen.
Gegroeid als schrijfster ver
werkt ze haar gevoelens in
autobiografische teksten, die
in uiterst commerciële, maar
knap gecomponeerde pop
deuntjes zijn vervat. „Like a
prayer" heeft eenzelfde op
zet als voorganger „True
blue", maar steekt met kop
en schouders boven die
plaat uit. Zo is er muzikaal
meer variatie. Een deel van
het materiaal wordt op inte
ressante wijze uitgebouwd
maar geeft
daar wel een
eigen
invulling aan.
foto: wea
waardoor die songs meestal
eindigen in een feestje. Er is
het lichtvoetige „Till death
do us part", waarin haar
scheiding met Sean Penn ter
sprake komt.
Was „True blue" nog opge
dragen aan de man met wie
ze twee jaar was getrouwd,
„Like a prayer" is voor haar
moeder van wie ze heeft le
ren bidden. „Keep it toge
ther" kreeg een funky-jas
jes, terwijl de opvolger van
„La isla Bonita" de ballade
„Spanish Eyes" is. In orche-
stratie en gebruik van bla
zers blijft Madonna verras
sen. Het gevoelige „Promise
to try" bezorgt kippevel,
mede door het gebruik van
die strijkers en „Cherish"
valt op door het stemmen-
gebruik aan het eind van
het nummer. Muzikaal be
wandelen zowel Patrick Le
onard als Stephen Bray, die
voor het grootste deel ver
antwoordelijk zijn voor de
muziek, geen vernieuwende
paden. Ook bij Madonna
krijgt de nostalgie, die bij
voorbeeld ook bij The Ban
gles is terug te horen, de
ruimte. Dat is niet alleen
merkbaar op de plaat, maar
ook in het hoes-ontwerp en
het geurtje dat de omslag
heeft meegekregen.
Muzikaal krijgt het vooral
vorm in „Dear Jessie", de
liefdesbrief aan Patrick Le
onards dochter. Als luiste
raar stap je terug naar 1967.
Aan de horizon doemen The
Beatles op, met in hun ge
volg een pak strijkers en in
hun bagage een aantal grap
pige muzikale overgangen.
Het nummer, dat langzaam
dreigt uit te groeien tot een
symfonie, kan dan ook het
best worden omschreven als
een moderne uiting van psy
chedelische gedrag.
Prince
„Like a prayer" oogst wat er
door de jaren heen muzikaal
is gezaaid, maar geeft het
een eigen invulling. De eni
ge teleurstelling is „Act of
contrition", de rest kan zo
op single worden uitge
bracht. Het meest afwijken
de nummer van de plaat is
„Love song", haar duet met
Prince. Het is een syntheti
sche ballade in het Prince-
idioom, die zonder proble
men op „Lovesexy" had
kunnen staan. Maar het
nummer werkt, vooral door
het contrast tussen de ijzige
muziek en de warme stem
men van Madonna en Prin
ce.
Hoewel haar album een
feest is, hoopt ze dat het bij
een beschaafd partijtje blijft.
Voor wie zich niet kan be
heersen, heeft Madonna een
opmerkelijke bijsluiter bij de
compact dsic gestopt. Het is
een Aids-waarschuwing on
der de titel „Aids is geen
feest". Tenslotte telt een ge
waarschuwd mens voor
twee.
HANS PIET
Voor de burgerlijke stand heet
hij Adrianus Bernardus Anto-
nius Elpert, maar hij is bekend
als Haring Arie, in de Amster
damse penose en ver daarbui
ten, sinds Roeland Kerbosch
een gefilmd portret van hem
vervaardigde waarvan de uit
zending op de televisie verbo
den werd, maar dat wel in de
roulatie kwam.
Deze Haring Arie nu heeft,
nadat hij zijn pen al op drie
andere boekjes had gepro
beerd, een heuse autobiografie
geschreven - of liever: laten
schrijven, want zijn \yeder-
waardigheden zijn in spreek
taal genoteerd door Ab Pruis,
ook zo'n hoofdstedelijke zwer
ver, maar meer het type bohé
mien. Pruis is vooral bekend
geworden als hoffotograaf van
Provo in de tijd dat Amster
dam het magisch wereldcen
trum was.
In het voorwoord echter wordt
hij afgeschilderd als een crimi
neel, een dichter, een roofrid
der, een dromer, een straat
vechter, een filosoof. Deze Ab
Pruis gekoppeld aan Haring
Arie, dat belooft lachen en de
belofte komt uit. Maar eerst
een waarschuwing. Hoewel
het boek thuishoort in het
genre „Wat zien ik?" door Al-
bert Mol of „Koningin van de
Zeedijk" door de legendarische
Bet van Beeren, is de Neder
landse taal zelden zo onver
bloemd gebruikt als hier.
Schuttingwoorden, vaak de al
lervreselijkste, zijn niet van de
lucht en het realisme van som
mige beschrijvingen zou zelfs
menige straatmadelief doen
blozen. Wie het werk van de
Bond tegen het Vloeken waar
deert, doet er slecht aan deze
autobiografie te kopen en ij-
veraars voor de vrouwen
emancipatie kunnen er ook
beter met een boog omheen lo
pen, want van het zwakke ge
slacht, daar, blijkt Haring Arie
geen hoge pet op te hebben.
Haring Arie was namelijk (en
is misschien nog) een pooier.
Zijn levensgezellin Mien - „de
vrouw die duizendmaal meer
moeder is geweest voor mij
dan mijn eigen moeder en
stiefmoeder tesamen" - peesde
voor hem, uit vrije wil overi
gens, gewoon, omdat ze er
meer mee kon verdienen dan
met afwassen bij de Chinees.
De uit deze bron huize Elpert
binnenstromende rooie ruggen
stelden hem in staat zonder
gewetenswroeging - „alles
went en op de duur weet je
niet beter" - goede sier te ma
ken in het Amsterdamse uit
gaansleven.
Daar werd, aangezien burge
meester Smallenbroek niet de
enige notabel of bekende Ne
derlander is die uit stappen
gaat, zijn pad gekruist door
een stoet dragers van klinken
de namen en met die namen
strooit Haring Arie in zijn
boek kwistig rond. Verplichte
lectuur voor liefhebbers van
roddelrubrieken is het dus
wel. Zo valt te vernemen dat
Rijk de Gooyer puntgaaf ie
mand kan imiteren die zit
over te geven. Deze imitatie
brengt hij bij voorkeur aan
een tafeltje naast iemand die
in een restaurant net een sma
kelijke hap opgediend heeft
gekregen. Het gevolg laat zich
raden. Voorts leest men dat
een man van wie men zulke
geintjes eerder zou verwach
ten, het beest Jan Cremer, in
tegendeel „een vriendelijke
jongen is, erg leuk in de om
gang". Niet eens een drinker.
„Op een avond zat ik met hem
aan de borrel en op het mo
ment dat ik een beetje de
hoogte kreeg, stelde hij voor
een bioscoopje te pikken. Nou,
bij mij moet je niet wezen als
ik lekker aan rommel zit in
een café en Jan ging toen in
zijn uppie rustig naar de cine
ma".
Aan de wieg van de zangcar
rières van zowel Willy Alberti
als Johnny Jordaan blijkt Ha
ring Arie te hebben gestaan.
Willy kwam wel eens in de
Rembrandtsbar aanwippen om
een nummertje weg te geven,
maar na de eerste tonen begon
de dronkemansbende heel
hard en vals mee te zingen.
Meestal nokte hij dan teleur
gesteld af en dan stond hij zo
zielig te kijken dat ik met een
ouwe hoed langs ging bij die
dronken horde en een lekker
happie poen bij elkaar mansde
voor die kleine bruikikker zo
dat hij zijn vrouw en kindje
die dag weer een lekkere pot
vreten kon voorzetten". John
ny Jordaan daarentegen had
het makkelijker met zijn de
buut, zij het op een onver
wachte manier. „Er kwam al
tijd veel penoze in die tent en
daar had hij vaak een doorslag
aan, want die gaven hem alle
maal een riks als'ie een poosje
zijn mond niet opendeed. In
die tijd wilde geen hond naar
hem luisteren".
Vuiligheid
Veel respect voor de waslijst
artiesten waarmee hij aan de
boemel is geweest, heeft Ha
ring Arie er niet aan overge
houden. Wat dat aangaat, zijn
de heren kunstbroeders mooie
heren, wat die voor vuiligheid
uithalen op feestjes en partij
tjes, daar zijn studenten heili
gen bij en pooiers bazuinenge
sh is
in Ne
ken
andei
Pentekening van Kees de
te uit „Het laatste vlieger^
pijt".
Vliegend tapijt
„Het laatste vliegend
de titel van een heel bijz
re jeugdroman, die
BZZTóH is verschenen,
boek, voor kinderen vai
jaar, handelt over de zet
rige Jean-Pierre, die op,
gaat naar zijn vader en d
in allerlei verre lande;
vreemde situaties
komt. Een vliegend t
speelt een belangrijke (£„„nn
dit verhaal dat afwisst
spannend en meesleper] ;ven
De schrijver is Fons Elde.'ampi
?eer
rve le
y zijn
Won
het e
moet
strum
iirash
'rrspai
w Z
>y. He
ster
'aang
Men bi
liefst
losoof, cultuurhistoricus ef fi
dernemer. Dat het boek e
losofische ondertoon heï ^g^g.
dus geen wonder. Elders V h'
bekend door zijn Interi j':tp
naai Filosofen Project vo en
NOS-tv, een cursus syste-;
sche filosofie voor Teleaf"
verse radioprogramma's,t)ERD
landschapsproject „De ïrenig
vang" en het experimeforp b<
Vierwindenhuis dat molen vi
teel in Amsterdam gebir me
wordt. De illustraties (pt. 16.31
keningen) zijn van de fcomp
van Kees de Kiefte, yanke
werk behalve in Nede&ng d.
ook in de VS verschijnt. Fuit z
keningen sluiten goed Ijkorfb:
tekst aan. De 124 bladifc
tellende roman kost 24^
Cazemier
Boeken- Tijdschriften
Kopermolen 10,
2317 PB Leiden
Tel. 071-22.00.22
J. Ginsberg t
Breestraat 127-129
Boek- en kantoorboekha
Veenerick
Noordeinde 33
2371 CM Roelofarendsve^i
Tel. 01713-16033.
J EGOM
9 u. h
"1ARTIN
1:00 ui
'dl zonövlid'!
BOEKHANDEL
len". Noch zullen een Max of
Jaap van Praag, een Max Hei
mans, een Han Lammers, een
Hans Gruijters, een Marcel
van Dam veel vreugde bele
ven aan de wijze waarop ze
door Haring Arie ten tonele
worden gevoerd. In Engeland
zou dergelijke achterklap ge
heid leiden tot een proces we
gens smaad. Ze zien maar.
Voor liefhebbers van het gen
re valt er in „de openhartige
ontboezemingen van een cri
mineel ego", zoals de onderti
tel luidt, het nodige te smul
len. Echter en nogmaals:
„strikt voorbehouden aan vol
wassenen", zou een recensent
vroeger zijn besprekingen
hebben geëindigd.
PIET SNOEREN
Ab Pruis: „Haring Arie, de
Sarkast". Uitgeverij Center-
boek, Weesp. Prijs 24,90.
K0DREMANU STtfjf
Nieuwe Rijn 9
Leiden - 071-12.21.4#
Voor al uw boeken en C
"poe
ig; zo.
..uw Libris boekhant fKK
ring n
Geen krant ontvangen? n: l.
tussen 18.00 en 19.00 uutemis,
terdags tussen 14.00 en *DW|
uur, telefoon 071-12.22.4f
uw krant wordt nog dei
avond nabezorgd.