mode met een glimlach Ceidóc QowtanV Ken zo Takada, de modeontwerper met de Eeuwige Glimlach. Nog nooit gehoord van Kenzo? Nee, geen nieuw merk hondevoer. Kenzo Takada is de Japanse mode maker met de Eeuwige Glimlach die, na al modehuizen te hebben geopend in onder meer Parijs en Amsterdam, nu een salon begint in Brussel. Alwaar hij zijn dames-, heren- en kindermode, met zijn Jungle-, Jeans- en City-collectie wil samenbrengen in „een eigen leef wereld", een „Kenzo Center". En dat zijn zowat de enige (verstaan bare) woorden die over zijn lachen de lippen komen. De landen en volkeren der wereld hebben voor Kenzo even weinig geheimen als zijn broekzak, maar talen daar kan hij heel moeilijk een mouw aan passen. Vijftig jaar is hij deze week geworden. Een prima gelegenheid om deze ontwer per, die fleurig opvalt temidden van zijn „zwartkijkende" landgenoten-collega's, in de bloemetjes te zetten. Als het succes van een modeontwerper gemeten kan worden naar de mate waar in hij gekopieerd wordt, dan is Kenzo - na een carrière van zowat twintig jaar - nog steeds bijzonder populair. In Zuidafrika bijvoorbeeld bestaat een wel varend bedrijf, gespecialiseerd in het ko piëren van Kenzo's modellen. Die wor den tijdens de de presentatie gefotogra feerd, in .vliegende vaart nagemaakt en in de handel gebracht. Soms echter wor den zijn creaties niet uit winstbejag „ge pikt", maar gewoon omdat ze zo goed zijn. Modevakschool Kenzo is de vijfde uit een gezin van ze ven kinderen. Met een van zijn zussen kon hij bijzonder goed opschieten en die zus was een trouw lezeresje van een Ja pans meisjestijdschrift, Zonnebloem ge naamd. Kenzootje was toen al zo in de ban van de modellen die hij in die boek jes ontdekte, dat hij ze wilde namaken. Toen vader en moeder Takada hun zoon vroegen wat hij wilde gaan doen als hij van school af was, antwoordde hij dan ook zonder aarzelen: „Naar de mode vakschool waar mijn zus ook zit!". Toch zou Kenzo niet op die school zulke goede broeken leren knippen. Zijn ou ders droomden namelijk een andere toe komst voor hun zoon en dus liet Kenzo zich inschrijven aan de faculteit Engelse letterkunde van de Kobe Gaigo Univer siteit. Hij zou het er slechts één- trimes ter uithouden. Vandaar dus zijn schame le talenkennis. Kenzo keert Shakespeare de rug toe en verhuist naar Tokyo, waar hij zijn dage lijkse kom rijst verdient bij een schilder, 's Avonds doet hij wat hij echt wil: hij volgt een cursus mode-ontwerpen en tussendoor leert hij tekenen via een schriftelijke cursus. Tijdelijk echter moest hij afhaken, want zijn inkomsten waren zo laag dat er vaak meer zwart zaad dan rijst in zijn kommetje zat. In 1958 neemt Kenzo de draad weer op en laat zich inschrijven in de Bunka Ga- kuen, een typisch vrouwelijke naai school. Na de drie studiejaren sleept hij een schitterende eerste prijs in de wacht, de zogenaamde Soen. In Europa heeft men op dat ogenblik nog nooit van Ken zo gehoord, maar de modefotografen zijn wel in de wolken over Cardins top- mannequin, de Japanse Hiroko. De afgestudeerde jongeman Kenzo Ta kada werkt zich uit de naad. De Sanai- warenhuizen verwachten van hem mode voor jonge meisjes en liefst veertig r dellen per maand! Precies op dat ogen blik komen er 350.000 yen uit de lucht vallen, want het huis waar Kenzo woont wordt afgebroken en de „dakloze" heeft recht op schadevergoeding. Kenzo grijpt het geld en de kans met beide handen aan: hij reist naar Parijs, de stad waar al les om mode draait, de stad van Saint Laurent, over wie leermeester Koike hem zo veel verteld heeft. Precies op de eerste dag van het jaar 1965 stapt Kenzo aan wal in Marseille, na een bootreis van zes weken. „Een langzame en wonderlijke ontdekking van vele landen en beschavingen", zegt Kenzo er - uiteraard glimlachend - Tegenvaller Parijs valt hem tegen. „Triste", schudt hij het hoofd. Nog steeds is Kenzo Taka da geen grote modeontwerper. Lang niet. Hij brengt zijn dagen door met mensen- kijken vanaf een terrasje aan de Champs Elysées en wordt er alleen maar mis- troostiger door, want in Tokyo kon ik de hartslag van de mode voelen, terwijl in Parijs Pierre Cardin zijn herenkos tuums met ceintuur presenteert, te per fect volgens mijn normen". Kenzo ziet ook de „perfecte" shows van Dior en Chanel en zit zodanig in zak en as, dat hij zes maanden lang geen enkel model ontwerpt. Ondertussen strijkt hij wel ge regeld neer in zowat alle grote steden van Europa - Londen, München, Mi laan, Madrid. Want Kenzo heeft geen verblijfsvergunning en moet dus gere geld even de grens over. Op een mooie dag wandelt Kenzo luste loos door Saint Germain des Prés, wan neer zijn aandacht plotseling getrokken wordt door een stel jongelui, verpakt in de supersonische outfits van André Courrèges. In een vlaag van inspiratie grijpt Kenzo naar de potloden en ont werpt in één ruk zo'n dertig modellen, waarvan er vijf in de smaak vallen van Louis Féraud. Diverse grote warenhui zen blijken belangstelling te hebben voor Kenzo-ontwerpen en het gerenommeer de huis Pisanti neemt hem uiteindelijk in dienst. V looienmarkt Het is inmiddels 1969. Overdag werkt Kenzo, 's nachts laat hij zijn inspiratie de vrije loop en maakt ontwerpen die hij zelf onder de neus van moderedactrices duwt. Op 14 april 1970 vindt Kenzo ein delijk dat hij stevig genoeg in zijn schoe nen staat. Hij nodigt vijftig mensen uit voor een frisse en vrolijke modeshow, waarin streepjes, ruitjes en bloemetjes verrassend met elkaar worden gecombi neerd. Alle katoenen lapjes kocht hij, ja wel, op de vlooienmarkt. Voor de pre sentatie doet Kenzo een beroep op twee mannequins, een jongen uit het atelier en een verkoopstertje in zijn Jungle JAP boetiek, die 's anderendaags zijn deuren opent in de rue Vivienne. En vanaf 1976 luidt Kenzo's adres: Place des Victoires, plaats van de overwinningen De opgewektheid waarmee Kenzo diver se motieven op de stof door elkaar hus selt, de ontspannen lijnen van zijn crea ties, die hij zelfs als „gedestructureerde couture" omschrijft en zijn verknocht heid aan katoen voor elk seizoen, vor men waarschijnlijk de hoofdingrediënten van zijn succesformule. Op (westerse) smaak gebracht en pittig gekruid met folkloristische en humoristische details. Dat laatste blijkt telkens weer uit zijn presentaties, shows in de ware zin van het woord. In 1972 bijvoorbeeld deelt Kenzo met gulle hand duizend uitnodi gingen uit, maar de tent wordt door een enorme menigte overrompeld en de show can't go on, omdat de mannequins zich geen weg meer kunnen banen tus sen het volk. Drie jaar later geeft Kenzo een show in Tokyo voor zomaar acht tienduizend toeschouwers. Nu eens komt Grace Jones de show luis ter bijzetten, dan weer krijgt de presenta tie letterlijk een staartje met het optre den van een zeemeermin. In 1978 huurt Kenzo zowaar een circustent in voor het défilé, compleet met kermismuzikanten en een paard, bereden door een amazone in doorkijkpakje. Vanwege het succes, herhaalt Kenzo het circusevenement in Zurich (1979) in het beroemde circus Knie en tijdens de finale komt hij het applaus in ontvangst nemen, tronend op de rug i olifant.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 21