De 70.000 ex-librissen van Henk van Buul QeidsaQowiant 6' Opkomst en ondergang van aids Prettige mode op platteland VAN HUIS UIT MAANDAG 20 FEBRUARI 1989 PAGINA Wat hebt gij met uw 1 gedaan? de Toen ik mijn honderdste lumn had geschreven, kre, ik een aanmoedigende bri met felicitatie toegezondt Dat heeft me goed gedaan, t enthousiasme ben ik intussi aan het tweede honderdtal b gonnen. Behalve die reac met gelukwensen komen ot andere brieven binnen. Pi cies zoals ik had gehoopt had er ook om gevraagd. S men zaken overdenken bren ons verder. Ook al kunnen niet meteen tot oplossing ven problemen komen, in -i zamenlijk overdenken mak we ze wel helderder. Dat nuttig als we ze alsnog te ;i willen gaan. Een enkele negatieve, uitei ongenuanceerde brief laat-, nu maar terzijde. Op ande reacties ga ik graag in. De weloverwogen kritisc aantekeningen naar aanleidi van mijn „excommunicatï sporen me aan tot een wedt woord. Ik had mijn verdr, uitgeschreven over de onvt biddelijke opstelling van on Moeder de H. Kerk bij de 11 straffing van abortus. Verge u overigens niet, ik ben da óók tegen en blijf zegge „Nee, tenzij". r. Monseigneur Möller is _ni Kerstmis geïnterviewd i over die harde opstelling v, de Kerk, namelijk het excoi municeren van gelovigen d een abortus plegen, doen pl gen of daarbij helpen, zei h „Dat het onbarmharig ovt komt kan ik me goed voorsti len. De paus spreekt voor i veel culturen en mensen. L is de moeilijkheid. Maar het te prijzen dat hij altijd duid de lijk wil zijn. Er is bij de paI go een groot verschil tussen "i Re objectieve norm en de indiii di< duele mens. De objectie norm stelt hij streng, in het i dividuele geval is hij barmhi tig". Door deze woorden \i sproken in de kring van m moeder de Kerk, ben ik 'W getroost. Ouders moeten i tuurlijk voor al haar kinder tezamen algemene regels ij ven. Maar het is echt moed\ lijk als de Kerk voor het int viduele geval van telkens kind liefdevol oog heeft. Tërug naar mijn briefschrijv die betoogt dat de eeuw door in de Kerk als stel rel heeft gegolden dat het eig geweten bij beslissingen doorslag geeft. Maar dat h nog wel betekent dat binn Kerk, èn maatschappij, gre zen worden getrokken. W zich daaraan niet houdt woi een allerindividualist1 briefschrijver wijst er vooi op dat Monseigeneur Bekke z.g. destijds hemelhoog is g prezen voor zijn beklem toni van het beslisrecht vanuit h eigen geweten. Maar dat het er wel toe geleid dat meni, gelovige van de katholie. moraal naar de NVSH-mora is gevoerd. In de formulerii van de briefschrijver hei deze heidense moraal vt kapotgemaakt. „Ik geloof hem dat er katholieken z, geweest die de woorden v< bisschop Bekkers zeer rui hebben geïnterpreteerd, zijn er stellig geweest die een vrijbrief in hebben gevo den om zich egoïstisch en o christelijk op te stellen. Ma velen moeten zich er ook dó bevrijd hebben gevoeld, v«(nT. lost van enorme geweter. ly druk, toen de bisschop h indi duidelijk gemaakt, dat ze u pari eindelijk zelf moesten besl arzjj sen wat ze voor God meend racj. te kunnen verantwoorden. 1 zake van abortus, intussi heeft deze bisschop zich noier}s ongenuanceerd opgesteld, J&tie is mijn heilige overtuiging c umi abortus nooit gezien mag wi ang; den als óók een methode v) geboorte-beperking. Ik dei nog steeds, en voel me daar t niet nalëf, dat gelovige echtf. ren die een abortus overv.:la^ gen, dat niet „zomaar" dot n V Bittere zorg en angst zijn vt ers moedelijk meestal de, ovè ies. gens slechte, raadgeefsté Maar ik blijf ervoor pleiten t als zulk een belissing is gev 1 len, de Kerk haar radelt en kinderen niet zal uitstoten i faj haar liefdesgemeenschap. ^Qna Overigens, ik stel me volgai yitS( ne op aan de kant van a rQ christenen, eventueel nit jen christenen, die - bijvoor bet .Kllt in de VBOK Vereniging bescherming van het ongel e ren kind) - de zorg voor 1 ongeboren kind op zich nem gns en metterdaad naar oplossi jje tj gen zoeken in situaties w< ;r N< 9' pi ts 3 In een herfstnacht van het jaar 1347 gebeurde er een wonder voor de poorten van de havenstad Caffa aan de Zwarte Zee. De Tataren, die tot dan het stadje hadden belegerd, bleken bij zonsopgang als op tover slag verdwenen. „God heeft het wonder laten gebeuren, waarom wij hem hadden gesmeekt", moet de burgemeester gezegd hebben. Maar tegen de middag zakken de eerste bewoners in elkaar. Bloed loopt uit hun mond. De bewoners vluchten in paniek, en een paar maanden later heeft de pest heel Italië in zijn greep. Tien jaar later laat paus Clemens VI de balans op maken: de pest, de Zwarte Dood, heeft 42.836.468 mensen gedood. Dat is een kwart van de bevolking van Europa. Het vreemde van dit alles is dat de verschrikkelijke ziekte zomaar vanuit het niets opdook om een tiental jaren later schijnbaar zonder redenen te verdwijnen. Want na de plaag was de hygiëne nauwelijks beter dan ervoor, en vlooien, de overbrengers van de pestbacil, hoorden zelfs eeuwen later nog tot ieders persoonlijke bagage. Maar wie de geschiedenis van de genees kunde kent, is niet echt verbaasd. Ook andere infectieziekten, zoals lepra, syfilis, tuberculose, hebben een tijd gehad waarin ze een bijna onbeperkt schrikbewind konden voeren, waarna ze langzaam afta kelden tot een minder spectaculaire ziekte. In de geschiedenis van de geneeskunde, anders een leuke hobby voor dokters, wordt op dit moment gesnuffeld als nooit te vo ren. Niet toevallig, want men kan er uit leren hoe een epidemie zich gemiddeld gedraagt. En dat kan weer een licht werpen op een mo derne epidemie, op aids. Vanzelf De klassieke theorie van de epide mie zegt dat een epidemie op een gegeven moment ophoudt bij ge brek aan slachtoffers. Mensen vluchten weg, of gaan dood, of bou wen een weerstand op, en als dat maar lang genoeg gebeurt dan houdt de epidemie op een gegeven moment vanzelf op net zoals een bosbrand luwt bij gebrek aan bos. De laatste jaren is men er achter gekomen dat ook de ziektekiem zelf de neiging heeft om tijdens de epidemie te veranderen en wel van krachtige, virulente, boosdoener tot handtam microbeest. Een waar ge beurd verhaal kan dat illustreren. In Australië doen konijnen het als de konijnen zodat het continent sinds jaar en dag te lijden heeft van een konijnenplaag. Men was het op een gegeven moment zo zat dat men dwars over het continent een hek oprichtte om de verspreiding in te dammen. Tevergeefs. Toen kwam een bioloog op het idee om een natuurlijke vijand op de konij nen los te laten: het myxoma-virus. Dit virus sloeg gruwelijk toe onder de konijnenbevolking. Maar kijk. Enkele konijnen overleefden het, en elk jaar werden dat er meer. En het duurde niet lang tot alle konij nen het overleefden, alsof het virus er nooit was geweest. Gouden eieren Wat was er gebeurd? Ziektekie men, of het nou virussen zijn, bac teriën of schimmels, hebben er geen enkel belang bij om hun slachtoffer te doden. Doen ze dat, dan slachten ze de kip met gouden eieren. De allerkwaaiste apen on der hen kunnen zich slechts moei zaam vermenigvuldigen, want voordat ze een ander kunnen be smetten is hun slachtoffer al dood. Het zijn juist de minder kwaadaar- digen die zich het gemakkelijkst verspreiden omdat ze hun slachtof fer genoeg de tijd geven om bij voorbeeld tegen andere slachtoffers aan te hoesten en die zo te besmet ten. Zo bleken in Australië de onschul diger leden van het myxoma-virus steeds zo zeer in het voordeel dat op de duur alleen de maksten over bleven, niet meer dan nauwelijks ziekmakende parasieten. Bij mensenziekten is iets dergelijks vaak genoeg vastgesteld. Zo was syfilis in het begin van de 16e eeuw tamelijk sneldodend, terwijl de spi- rocheet daar tegenwoordig een jaar of twintig voor neemt. Mazelen was vroeger ook veel kwaadaardiger dan nu. Maar omgekeerd kan ook. Deze week stond in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een artikel waarin de komst van een kwaadaardiger, reuma opwekken de, streptococ werd aangekondigd. Hoe kan dat? In de NRC van een paar weken terug gaf de Leidse klinisch epidemioloog prof J.P. Vandenbroucke daar een verkla ring voor. Men heeft in Zweden twee bacteriën gevonden die, op wat details na, precies op elkaar lij ken. Maar de een heeft extra erfe lijk materiaal en is tamelijk on schuldig en de andere is kwaadaar dig. Als men nou dat beetje extra erfelijk materiaal op de tweede kwaadaardige bacterie inbrengt, dan wordt hij ook onschuldig. Een heel kleine verandering in het er felijke materiaal, een beschadiging bijvoorbeeld, kan dus van een ta melijk onschuldige ziektekiem een mensendoder maken. Als zo'n ziek tekiem onder de mensen komt, dan is dat het begin van een epidemie. Milde voorgangers Voor aids betekent dat het volgen de. Men is nu ijverig op zoek naar het relatief onschuldige virus, dat door een klein ongelukje in het er felijk materiaal veranderde in het kwaadaardige aidsvirus zoals men het nu kent. Men heeft enkele van de milde voorgangers op het oog (het HIV2 bijvoorbeeld) en men hoopt nu dat in die kleine verschil len de verklaring zit voor de kwaadaardigheid van het aidsvirus. Verder weet men nu dat ook aan de aids-epidemie ooit een einde zal komen. Zelfs als men niets tegen deze ziekte zou doen, dan zal toch, net als bij die Australische konij- nen, het aidsvirus steeds minder kwaadaardig uitpakken en uitein delijk veranderen in een aaibaar microbeestje. Maar bij aids kunnen we moeilijk de natuur zijn gang laten gaan. Ge lukkig heeft het zoveel mogelijk te gengaan van de verspreiding van het aidsvirus (door veilig vrijen, extra maatregelen in het zieken huis, controleren van donorbloed, enzovoort) uiteindelijk hetzelfde matigende effect. Want de snelle doders onder het aidsvirus krijgen dan nauwelijks de kans om iemand anders te besmetten en gaan samen met de patient ten onder. Wat uit eindelijk overblijft is een soort aidsvirus d?t een schim zal zijn van. de gevreesde killer van nu. Op de lange duur dan, en dan zijn we al lang dood. Reactie Kleren voor het buitenleven: korte blazer. 140,-, wijde broek, 130,-, shawl, 25,- (ZIJ). Er zijn kleren die het speciaal bui ten de stad goed doen. Dit wil niet zeggen dat ze minder modieus zijn, maar de vrouw van de burgemeester in een kleine plaats draagt niet gauw een strapless bus- tier bij een siga retten pijpbroek en de vrouw in het bedrijf even min. Buiten de drukte van het stadsgewoel heerst een andere sfeer en als im mer: de mode past zich aan bij een sfeer. Niettemin heeft de mode voor ie dereen een vloei ende belijning, een warm kleu renbeeld en soe pele materialen in petto. Dit geldt de hele zomer door. Geen zakelijke look en paddings in de schouders meer, eerder is sprake van een oosters spel van verfijning tussen materiaal, tinten en lijnen. Dessins zijn raak, soms Indiaas. Voor sommige ontwer pers en stylisten telt de stad niet. Ze laten zich in spireren door gra zige weiden en maken kleren waarvan ze weten dat die in een be hoefte voorzien, bijvoorbeeld het pakje met het hoog toegeknoop- te jasje met glad ingezette mou wen. De rok mag boven de knie of even daaronder vallen; ze mag een overslag heb ben of een lichte draperie op de linkerheup en ze mag ook kuitlang zijn. Dit maakt vrouwen boven de vier kruisjes echter ouder dan ze zijn. Lange rokken zijn dit seizoen voor de jeugd of de „sop histicated lady". Heel goed in deze stijl zijn ajour- breisels, en draag baar voor elke leeftijd is een rok van zeer dunne stof in een kleuri ge print van dooreen warrelen - de flora. Daarop past bijvoorbeeld een tailormade taille jasje in fijn feblokte stof met nopen en vier schuine zakken. Een breed leren ceintuur en een hooggesloten wit te blouse met een kan ten kraagje maken het beeld af. Simpele klas sieken, nautische look, waarbij gar nering hoort van koperen knopen, maken van een blouse of T-shirt ideale dracht voor het buitenleven. Chanel, Emanuel, Ferré en Ferraga- mo begrepen dit. Heel stijlvol voor iedere vrouw is de sarong in wik- kelvorm met een print van bati kachtige blade ren. Ze kan om het lichaam wor den gedrapeerd en trekt zich van lengte niets aan. De greep is zacht, de kleuren mooi. De sarong kan sa mengaan met een vest of een katoe nen blazer met korte mouw. Neo- koloniale stijl is geliefd. We zijn de perioden van weleer nog niet vergeten. Bij dit thema gaan we behalve terug in de tijd, ook naar een ander we relddeel: Zimbab we (Rhodesië), Kenya, het En gelse koloniale tijdperk. Het geeft een dressy beeld in linnen/ viscose mengin gen en de casual aanblik, uitge voerd in een ka toenen twill pro gramma, waarin ook bandplooi- broeken een plaats vinden. De blouses in dit the ma zijn sportief: reverskragen, epauletten en klepzakken met stolpplooi. De hoofdkleuren aar zelen rond saf fraan, terra, zand, chocolade en zwart met accen ten van zachtgeel, brique, rood en wit. TINY FRANCIS Neo-koloniaal: heuplang jasje met draperiekraagfin lemon of nachtblauw, 109,95, bijpassende wijde broek, f 99,95, witte blouse met elastische kanten turtleneck, 99.95 (Foxy Fas hion). Ex-libris is een latijns woord dat betekent: „uit de biblio theek van". In zijn eenvou digste vorm is een ex-libris een stukje papier dat, voorin een boek geplakt, de naam van de eigenaar bevat. Vanaf hun introductie echter, aan het eind van de vijftiende eeuw, werden ex-librissen gestileerd en verfraaid met afbeeldingen. Waardoor hun gebruiksfunctie werd ver rijkt en ze zich een niet on aanzienlijke plaats verwier ven binnen het domein van de grafische kunst. Henk van Buul heeft de afgelopen vijf tien jaar een collectie aange legd van 70.000 van deze boekmerken. Waaronder tal van regelrechte kunstwer ken. En waaronder ook exemplaren die de boeken hebben gesierd van uiteenlo pende personen als Godfried Bomans, Lodewijk van Deys- sel, koningin Emma, Winston Churchill, Charly Chaplin, Franklin Roosevelt, Victor Hugo tot Benito Mussolini en Adolf Hitler aan toe. Kopergravures De 44rjarige collectionneur: „Ex-Iibrisen werden en wor den gemaakt met behulp van alle beschikbare grafische technieken. Kopergravures, houtgravures, litho, zeefdruk, clichee dat maakt niet uit. Tussen 1920 en 1950 liet ie dereen met een beetje boe kenkast zijn eigen ex-libris maken. Wie geen geld had, knutselde er zelf een in el kaar. In de jaren vijftig is het boekmerk in onbruik ge raakt". „Maar een nieuwe impuls kreeg deze kunstvorm eind jaren zestig, toen verza melaars aan kunstenaars op drachten gingen geven om een ex-libris te maken puur om der wille van het ding zelf. Dus zonder de bedoeling het in een boek te plakken en het als boekmerk te ge bruiken. Een aantal exempla ren hield de verzamelaar zelf en de rest van de oplage ge bruikte hij om te ruilen met andere verzamelaars. Dit ge bruik van de ex-libris is over heel Europa, Amerika, Au stralië, Nieu w-Zeeland en zelfs in Japan verbreid ge raakt. Dus ik ruil met colle ga's uit de halve wereld". Het vervaardigen van een kunstzinnige ex-libris kost de kunstenaar dagen en weken tijd. Tegen deze achtergrond is de prijs die een opdracht gever hiervoor betaalt ver rassend laag. Voor 750,- heeft men al een in hout ge graveerde ex-libris van Pam Ruter. Ex-librissen die zijn vervaardigd naar een koper gravure van topmensen als Pieter Wetselaar, Wim Hagenaar Henk van Buul laat zich in het leven niet zo zeer leiden door zijn verstand als wel door zijn intuïtie. Waar droogstoppels hun af wegingen maken op grond van argumenten, zoekt Henk van Buul zijn weg aan de hand van beelden, geuren, klanken. Vooral klanken. Een klank die hem op de middelbare school te pakken kreeg luidt 'psycholoog'. Psy choloog vooral de 'ps'- klank is leuk. Zacht en een beetje samenzweerderig; psss, moet je nou 's horen. Dan die vastberaden 'ch' en de dub bele 'o' van -oloog. Oloog, oloog het assoneert haast magisch. Vandaar dat Va/i Buul psychologie ging stude ren en thans werkzaam is als psychotherapeut, gespeciali seerd in angstbestrijding, aan de Riagg" „Noordhagen". Zo'n 15 jaar. geleden liet ie mand op een feestje het woord 'ex-libris' vallen, en ook dat bleek liefde op het eerste gezicht. „Ik wist niet wat het betekende", aldus Van Buul, „maar onmiddel lijk was mij duidelijk dat dat woord bij mij hoorde. Alsof er een zielsverwantschap was. Ex-libris, ex-libris ja, het was mijn woord. Dus toen ik had begrepen dat je ex-librissen kon verzamelen, wist ik wat mijn nieuwe hob by was". Henk van Buul: „Tussen 1920 en 1950 liet iedereen met een beetje boekenkast zijn eigen exlibris maken" FOTO'S MILAN KONVALINKA Zwiers of Lou Strik komen op zo'n 1500,- „En daar werken die mensen dan wé ken op", weet Henk van Buul. „Zelf zijn het ook lief hebbers. Ze hoeven er niet van te leven". Tsjechisch Vooral voor de hedendaagse Tsjechische en Russische gra fici (Suchanek, Kulhanek, Brazda, Brunovsky!)heeft Van Buul grote achting. Maar zijn grootste belangstel ling gaat toch uit naar de oude ex-librissen die als zo danig gebruikt zijn en waarin nog de geur en de sfeer zit van de oorspronkelijke eige naar. Van Charles Dickens bij voorbeeld, Edgar Allan Poe, Bernard Shaw, koningin Emma. Met het verzamelen van oude boekmerken is Van Buul zijn hobby ook begon nen: „Ik ging tweedehands boekwinkels af. En als ik dan een boekie vond met een leuk ex-libris erin, kocht ik het. Maar dat schoot niet op, natuurlijk. Toen heb ik de af spraak met meneer Van Eg- mond, van De Slegte, kun nen maken dat ik alle inte ressante boeken mee naar huis kon nemen om de boek merken er uit te weken, waarna ik de boeken zelf weer terugbracht. Dat kostte me een kwartje per stuk, dus dat was te doen. Nog weer la ter ben ik verzamelingen van anderen gaan opkopen en zo ben ik langzaam maar ze ker aan de meest fascineren de exemplaren gekomen". Exemplaren uit deze, maar ook uit de vorige eeuw, uit de 17e, en zelfs uit de 16e eeuw. Ronduit trots is de Haagse collectionneur op zijn verzameling C.W. Sherborn, een Engelse graficus uit de vorige eeuw, van wie hij het nagenoeg volledige oeuvre aan ex-librissen bezit: „Technisch perfect. En le vend hè, zoals een ex-libris hoort te zijn. Een ex-libris mag geen dood plaatje zijn. Het moet warmte uitstralen, toon hebben het moet me raken". „En de oude, gebruikte, ra ken me bijna altijd méér dan de nieuwe. Dus mijn ruilvoet ligt globaal genomen op één oude tegen tien nieuwe. Dat ruilen gebeurt op beurzen, internationale beurzen ook, maar zelf ruil ik liever schriftelijk. Op zo'n beurs lo pen allerlei mensen aan je mouwen te sjorren daar raak je makkelijk zenuwach tig van. Bij het schriftelijke ruilen stuur je elkaar lijsten met overzichten van wat je te bieden hebt en dan laat je weten waar je interesses lig gen. Het, beste is om bij het opsturen van jouw ex-libris sen een beetje royaal te werk te gaan. Als je te krenterig bent, krijg je een slechte naam en wil op den duur niemand meer zaken met je doen". Populair Sinds een jaar of acht is vol gens Van Buul de animo om boekmerken te verzamelen merkbaar aan het toenemen. Een buitengewoon populaire liefhebberij mag het nochtans nog niet heten. De Neder landse Vereniging voor Ex- Libris en andere Kleingra- fiek telt enkele honderden leden, van wie de meeste sla pend. de belangstelling niet over. Jammer, want ik zou het zo gezellig vinden om met colle ga-verzamelaars in de directe omgeving van gedachten te wisselen. Of samen naar een beurs te gaan. En ik kan uit eigen ervaring zeggen dat de wereld van de ex-libris onge kend boeiend is. Er zit duide lijk méér in dan in postzegels of munten". Wie zich op deze boeiende wereld nader wil oriënteren, kan gedurende de hele maand maart terecht bij boekhandel Paagman aan de Frederik Hendriklaan 217 in Den Haag. Daar is dan een tentoonstelling ingericht met exemplaren uit Van Buuls collectie. In vier categorieën: gedateerde ex-librissen van vóór 1880, Jugendstil ex-li brissen (van onder anderen Mucha, Lalique, Beardsley, Vogeler en Van Hoytema), ex-librissen van na 1920 en ex-librissen op naam van schrijvers. Wie de klank van het woord 'ex-libris' bevalt, moest het maar eens proberen. Ex-li bris, ex-li-bris; het scandeert voortreffelijk. WILLEM SCHEER Ed9ar A,lan Poe Bernard Shaw. K T>I li y Charles Dickens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 10