„Wachtlijsten - dat hebben we sinds
de oorlog niet meer meegemaakt
L/
De
andere
jaren
"final
DE MENS
EN DE MACHT
SENIOREN-ORKEST BLAAST ER LUSTIG OP LOS
Rigoureus
1
IP IF*
t
KIJKEN IN
DE SPIEGEL
Reacties van lezers (8)
Wachtlijst
CcidócSouAant'
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1989 PAGINA 22
Bij het jaarlijkse muziekfestival, de
play-in in de Utrechtse jaarbeurs, is
het traditie een aantal losse
muzikanten bij elkaar te halen en
die aan het eind van de dag een
concert te laten geven. Henk van
Lijnschooten, oud-dirigent van de
Marinierskapel, zou op een keer de
recrutering verzorgen, maar
voordat hij er aan begon hield hij
even de pas in en zei: „Laat het
ditmaal eens de beurt zijn van de
senioren, de veteranen van ons
vaderlandse muziekleven". Hij
kreeg tweehonderd vijftig
aanmeldingen en dit werd (tien
jaar geleden) het begin van de
senioren-orkesten. In elke
provincie is er nu ten minste één,
soms zijn er zelfs meer. Harmonie-
fanfare- en brassgezelschappen
met leden die in leeftijd variëren
van rond de zestig tot in de
zeventig. Henk van Lijnschooten
(60) heeft er geen dagelijkse
bemoeienis meer mee, maar wordt
in zijn woonstee Hendrik-Ido-
Ambacht nog zeer geregeld
geraadpleegd. Het geeft hem als
componist met een oeuvre van
tweehonderd werken, veelgevraagd
jurylid en gastdirigent in veel
landen binnen en buiten Europa,
voldoening dat zijn initiatief om de
senioren „binnen te halen" heeft
geleid tot een bloeiende
seniorencultuur in de muziek.
HENDRIK-IDO-AMBACHT - In je
herinnering was het altijd mooi weer op
die avonden van de zomerconcerten in
het park. Het publiek stond rond de mu
ziektent en beloonde „het gebodene met
een beschaafd applaus", zo schreef de
krant. Een eindje verderop speelde de
jeugd in het struikgewas. Vrede alom.
De muziek- en fanfare-orkesten. Ze zijn
er nóg, laten ook wel degelijk van zich
horen en kijk: de muzikanten van weleer
blijken ook opnieuw in beeld te komen.
Volwaardig in hun senioren-orkesten,
die een bloeiend bestaan leiden. En een
veelzijdig bestaan, dat vooral. Want nog
meer dan in de vroegere glorietijd, toen
de aandacht voor de muziek en voor el
kaar gedeeld moest worden met beslom
meringen van werk en gezin, is het mu
siceren nu een sociaal gebeuren. De re
petitieavond kan uitgebreid worden tot
een hele dag, van tien uur 's ochtends
tot ver in de middag. Het gebeurt nogal
eens dat de vrouwen dan mee komen en
zich belasten met het verzorgen van kof
fie en lunch. Een borreltje hoort er dan
ook bij natuurlijk, en tussen de bedrij
ven door komen nog allerlei andere ini
tiatieven tot bloei. Kaartclub, reisclub.
Een andere kant van die sociale vrijheid
is dat nu ook gelegenheid bestaat om
overdag op te treden waar dat wordt ge
vraagd. Vaak voor ouderen, waarbij al
lerlei nieuwe contacten ontstaan die op
hun beurt tot activiteiten elders leiden.
Is dat ook de reden, waarom de senioren
zich nu verenigen in gezelschappen met
leeftijdgenoten, terwijl de bestaande ver
enigingen misschien nog best prijs stel
len op hun lidmaatschap?
„Niet helemaal", zegt Henk van Lijn
schooten. „Het is allerminst de bedoe
ling senioren los te weken van de be
staande verenigingen. Daarvan kunnen
ze uiteraard lid blijven als ze dat willen.
Een andere zaak is dat veel van die vere
nigingen tegenwoordig hun hele repertoi
re afstellen op de jeugd. Dichter und
Bauer, Leichte Kavallene, Orpheus in de
Onderwereld, walsen van Strauss, om
een paar dingen te noemen, je hoort er
niet meer van. En nu zijn er heus wel
ouderen die zich thuis voelen in het mo
derne repertoire, bewust als ze zich zijn
van het feit dat je altijd moet streven
naar vernieuwing. Alleen, 't is zo rigou
reus en absoluut gedaan. Het oude werk,
waar toch zoveel moois in te vinden is,
verdween finaal uit beeld. Voor veel se
nioren is dat echt een gemis. Vandaar
dat ze het oude werk spelen in hun eigen
orkesten, met veel genoegen mag ik zeg
gen. Dan kan er ook heel goed modern
werk tussendoor, zo krijgen ze wat ze ei
genlijk ook willen: diversiteit met be
houd van hetgeen ze niet willen mis-
Kwaliteit blijft overigens bij alle
heid een vereiste, dat hoort Henk van
Lijnschooten telkens weer van de senior
muzikanten. Maar het streven naar kwa
liteit wordt in het algemeen nuchter be
naderd. Henk van Lijnschooten: „De
een accepteert van de ander dat hij beter
of slechter speelt. Wie dan „beter" is
past zich wel eens aan bij een zwakkere
broeder, die dan op zijn beurt thuis wat
meer gaat studeren. Geen rivaliteit. Wel
een streven om er samen iets moois van
te maken, waar anderen dan ook weer
van kunnen genieten. Meer dan dat: na
een optreden van senioren-orkesten in
bijvoorbeeld verzorgings- en verpleeg
huizen, zie je daar vaak allerlei activitei
ten op gang komen. Niet speciaal op het
gebied van de muziek, al komt dat ook
voor. Wat me vooral treft, is dat het
Mensen kunnen niet anders dan
samen leven. Daarbij is het uitoefe
nen van macht onvermijdelijk. De
minst slechte manier om daarbij
misbruik te voorkomen is de de
mocratie. Behalve buitenzinnig ge
hanteerde macht kunnen mensen
en de menselijke samenleving ook
niet zonder een minimum aan ge
zamenlijke normen. En het is een
probleem dat we die in onze dagen
in Nederland met elkaar niet meer
hebben. Dat was de grote lijn van
het achtste artikel in deze serie.
Een vrouw van zestig uit een Fries dorp
reageerde aldus: „Zolang de wereld
draait, hebben we met macht te maken.
Het begint soms al in het gezin met een
dominante vader of een allesoverheer
sende moeder waar de kinderen onder
gebukt gaan. Dan verplaatst het zich
naar de maatschappij, waar de sterkste
via het bezit van de financiële middelen
of een goed stel hersens de best betaalde
positie krijgt, met als gevolg dat de min
der begenadigden overheerst worden.
Dan breidt het zich uit tot de grote mo
gendheden die de gruwelijkste wapens
aanschaffen om hun macht en bezit te
beschermen; er worden tientallen miljar
den aan uitgegeven. En in onze wereld
groeit de jeugd op met als voorbeeld:
pak wat je pakken kunt, want dan pas
ben je waardevol. En op de jongelui die
zich inzetten voor Greenpeace wordt
vaak neergekeken en ook naar de mi
lieu-activisten, die al vroeg roependen in
de woestijn waren, werd niet geluisterd.
Toch zijn er altijd mensen geweest, die
de samenleving van de macht van het
geld niet konden accepteren, zoals Karl
Marx, Domela Nieuwenhuis, Ghandi en
Martin Luther King. Zij hebben hun
best gedaan, maar toch is de mens niet
in staat om het kwade uit te roeien.
Maar het ergste is als de mens zegt er
niets aan te kunnen doen. Wij zijn stuk
voor stuk medeverantwoordelijk voor
wat er aan onrecht en machtswellust in
de wereld gebeurt".
Een oudere man van het Zuidhollandse
platteland redeneert heel anders: „Ik heb
me jarenlang in de politiek ingezet voor
een betere wereld, maar ik heb het opge
geven. De mensen kunnen hier op aarde
de boel nooit verbeteren. Het enige waar
ik nog op hoop is de hemel. Daar bedoel
ik mee dat ik alleen nog hoop op God,
die ons een nieuwe hemel en een nieuwe
aarde beloofd heeft. Ik probeer christe
lijk te leven en voor de rest verwacht ik
het alleen nog van de Heer".
Een vertegenwoordiger uit Twente is
niet somber: „Het is waar dat macht no
dig is en dat macht toekennen het best
kan gebeuren door democratische ver
kiezingen te houden. Maar dan begint
het allemaal pas. Waar het namelijk om
gaat is dat degenen die wij kiezen om
ons te besturen, dus ook om macht over
ons uit te oefenen, dat ook goed doen.
Ze moeten bewijzen dat wij de goede
man of vrouw gekozen hebben. Ze
moeten zich daarom telkens weer waar
maken naar hun kiezers toe. Een hele
boel wat we dan gebrek aan bestuurs
kracht noemen, komt gewoon doordat
een gekozen bestuurder het niet goed
doet, daarmee de kiezer teleurstelt en
ongeloofwaardig wordt. Macht uitoefe
nen gebeurt alleen maar op een verant
woorde manier als degene aan wie die
macht is toevertrouwd het allemaal eer
lijk en goed waarmaakt".
Een technicus uit Den Haag zegt het op
zijn praktische manier: „Democratie is
kiezen bij meerderheid van stemmen
van kandidaten op grond van hun kwali
teiten. Zij mogen de kiezers vertegen
woordigen en mede besturen. Dat mag
niet betekenen dat jan en alleman, trien
en alle trienen eindbeslissingen gaan ne
men. Juist dat moet overgedragen wor
den en overgelaten worden aan de geko
zenen. Ik heb dan ook onoverkomelijke
bezwaren tegen die mensen van het
grondvlak of de basis of het podium, die
met meer of mindere losse bundeling of
beweging van individuen het de bestuur
ders wel eens even zullen zeggen. Dan
moeten ze zien dat ze zelf bestuurder
worden. Trouwens, sommigen nemen nu
al de allure aan dat ze dat al zijn".
De filosoof uit het Overijsselse heeft het
er moeilijk mee: „Dagelijks geef ik lei
ding en het moeilijkste daarbij vind ik
het hanteren of liever gezegd het niet-
hanteren van de macht die ik daarbij
heb. Macht gebruiken houdt immers in
dat ik degene aan wie ik leiding geef niet
langer meer volledig als mens kan ken
nen, maar ook dat die ander dat naar
mij toe niet meer volledig kan. Macht
veroorzaakt gescheidenheid tussen men
sen en beperkt ons totale mens-zijn tot
de rol die we krijgen in de machtsstruc
tuur. Macht maakt mensen ongevoelig
voor elkaar. Deze minder zorgvuldige
manier van omgaan met elkaar veroor
zaakt angst en onbegrip. Waar dat toe
leidt kunnen we dagelijks om ons heen
zien aan de verschillende vormen van
geweld die mensen op elkaar uitoefenen.
Hoe vreemd en verwarrend is het dat we
desondanks zelfs in het peroonlijke vlak
toestaan dat anderen een deel van hun
verantwoordelijkheden aan ons delege
ren en dat wij dat naar anderen toe
doen".
Een oudere man uit een stad in Fries
land vindt het allemaal niet zo moeilijk:
„Ik heb geluk gehad, want de baas voor
wie ik een groot deel van mijn leven heb
gewerkt was een man die ons gewoon zei
wat we moesten doen. Hij had de kennis
van zaken en kon de boel overzien. Hij
was heel duidelijk de baas, maar hij was
rechtvaardig. Ik heb hard moeten wer
ken, maar hij betaalde ons ook fatsoen
lijk. Hij probeerde dat ook in de jaren
van de crisis, wat natuurlijk veel moei
lijker is dan wanneer het allemaal goed
gaat. Ik heb altijd gevonden dat die man
met recht mijn baas was. Als we zulke
regeerders zouden hebben, zou de wereld
er beter uitzien".
Een jonge man uit een dorp in Gronin
gen is iets vreemds opgevallen: „Ik heb
net autorijden geleerd en ik doe dat dus
graag. Maar ik heb nooit geweten dat er
zoveel machtswellustelingen achter het
stuur van een auto zitten. Ik denk dan
aan mensen die heel fanatiek inhalen,
die om het minste of geringste naar hun
voorhoofd wijzen; mensen, die meteen
toeteren als je niet snel wegrijdt bij
groen licht; het verkeer leert mij dat
mensen die iets machtigs in handen heb
ben, want dat is het stuur van een auto
toch, gewoon gevaarlijk worden. Toen ik
ging autorijden zij mijn vader tegen mij:
„Jij bent geen gevaar in het verkeer,
maar ga er altijd van uit dat die tegenlig
ger gek is". Ik vond dat eerst een rare
uitspraak, maar nu niet meer".
Er zijn ook een paar briefschrijvers die
nagedacht hebben over dat punt van de
gezamenlijke normen. Een onderwijzeres
uit de Achterhoek komt met een een
voudige maar toch niet zo gemakkelijke
oplossing: „Het klopt, dat de wij mensen
met elkaar geen gezamenlijk normen
meer hebben. Ik vraag me trouwens af
of we die wel ooit gehad hebben. Heb
ben in de zeventiende eeuw niet de do
minees gewoon hun calvinistische nor
men aan iedereen opgelegd, waarbij er
niet gevraagd werd of de mensen het er
wel mee eens waren? Ik had in die tijd
nooit bij het onderwijs kunnen komen
omdat ik katholiek ben. Als deze redene
ring klopt dan kan men het verdwijnen
van de zogenaamde gezamenlijke nor
men als een stap vooruit zien, want ie
dereen kan nu eindelijk zichzelf zijn en
eigen keuzen maken. Dat lijkt me toch
beter dan op gezag, zelfs beter dan op ge
zag van een kerk. En als er dan geen ge
zamenlijke normen zijn dan is er voor
mij maar één oplossing en dat is uitgaan
van mijn persoonlijke opvattingen over
goed en verkeerd".
Een huisvrouw van 40 uit Rijswijk rede
neert anders: „Uitgaan van je eigen nor
men en ideeèn is gevaarlijk, omdat er in
alle mensen op een vreemde manier ook
kwade dingen zitten. Ik heb het wel ge
had dat ik ergens heenging en mij voor
genomen had om aardig te zijn. Toen ik
er eenmaal was ging ik gewoon naar
doen, waarbij ik me achteraf afvroeg:
waarom eigenlijk? Dat soort dingen zit
volgens mij in mensen. Daarom is de
enige oplossing dat mensen niet zelf be
denken wat goed en wat verkeerd is,
maar hun waarden uit een godsdienst
halen, want dat is een boodschap van de
andere kant. Die andere kant noem ik
god. En dan is het bij ons in Nederland
het beste om onze normen gewoon uit
het christendom te halen, omdat ons
land daar gewoon bij opgegroeid is. De
naaste liefhebben als jezelf. Oog en hart
hebben voor de zwakke. Mensen hun
recht gunnen. Laten we daar nu maar
van uitgaan, dan hebben we de meeste
kans dat onze samenleving niet aldoor
harder en rottiger wordt. Dat probeer ik
mijn kinderen mee te geven".
YPESCHAAF
Nationale play-in voor senioren
Deze zomer (van 17 tot 22 juli) is Kerkrade aan de beurt om de
internationale conferentie van de WASBE (World Association
for Symphonic Bands and Ensembles) te huisvesten en het is de
bedoeling dat de Nederlandse senioren daarbij een rol spelen.
Zij zullen optreden met een play-in groep, samengesteld uit in
dividuele senioren-muzikanten van harmonie-orkesten, fanfare
en brassband. De minimum leeftijd is 58 jaar en er worden be
paalde eisen gesteld aan het niveau waarop men speelt: vanaf
ere-afdeling, zo is vastgesteld. Wie denkt aan de eisen te vol
doen kan zich tot 1 maart opgeven voor de nationale play-in, die
op 20 juli, dus tijdens het congres, wordt gehouden onder leiding
van Henk van Lijnschooten. Hij zal ook de selectie uit de bin
nengekomen aanmeldingen maken en het samen te stellen or
kest (90 personen) dirigeren. Bij de aanmelding moeten behalve
naam, adres en telefoonnummer ook de volgende gegevens wor
den vermeld: het te bespelen instrument, de stemming en sleutel
waarin men leest, welke partijen men gewend is in het eigen or
kest te spelen en de naam van het eigen orkest. Aanmelding
vóór 1 maart: BFO Centrum Nederlandse Muziek, Havenstraat
31, 1211 KG Hilversum, telef. 035-40957. Henk van Lijnschoo
ten, zich verheugend op het evenement: „Senioren-orkesten zo
als wij die hier kennen vind je haast nergens. Een prachtgele-
genheid om de wereld eens iets te laten zien".
naderhand bestaan, met een vruchtbare
uitwisseling van ervaringen. Ouderen,
die van een uitvoering hebben genoten,
herinneren zich dat ze nog een muziek
instrument in de kast hebben staan, een
viool misschien of een mandoline. Ze
kunnen er niet mee terecht bij een har
monie- of fanfaregezelschap, maar de zin
om er „iets mee te doen" komt toch te
rug. Van Lijnschooten: „Dan komt dat
instrument vaak uit de kast. Gaan ze 't
weer eens proberen. Hebben er plezier in
dat het lukt. Anderen herinneren zich
dat ze vroeger best aardig konden zin
gen. Hetzelfde verhaal. En voordat je 't
weet ontstaat ergens een strijkorkestje,
een klein zangkoor of wat dan ook. Dat
heeft dan verder niets te maken met de
senioren-orkesten, ik wil alleen maar
zeggen dat zulke dingen er uit voortko
men".
Het doet hem deugd, dat de senioren-or
kesten zowel in vakkringen als bij het
publiek serieus genomen worden. „De
toewijding en het plezier dat je tegemoet
straalt vanuit die orkesten maken in
druk. Niet alleen op concours, maar ook
in het dagelijkse leven en dat brengt dan
weer met zich mee dat er veel medewer
king komt als er problemen opgelost
moeten worden. Bijvoorbeeld bij het
zoeken naar geschikte accommodatie.
Veelal wordt die gevonden bij plaatselij
ke verenigingen, maar onderdak bij een
muziekschool is ook denkbaar. Het
komt elke keer in orde als een nieuw or
kest zich aandient - en dat blijft met eni
ge regelmaat het geval". Bij een aantal
bestaande orkesten is nu zelfs sprake
van wachtlijsten. Henk van Lijnschoo
ten wil een lichte ontroering niet verber
gen, als hij zegt: „Dat is in de na-oorlog-
se jaren nog nooit gebeurd. Harmonie en
fanfare hebben gebrek aan leden gehad,
wachtlijsten waren in elk geval onbe
kend. Nu zijn ze er, bij sommige senio
ren-orkesten. Kun je toch eens zien wat
dit heeft los gemaakt".
luisterend publiek er een gedachte uit
haalt in de geest van: „Als zij dat kun
nen, wat kan ik dan allemaal nog wel?".
Heel wat, zo blijkt in de praktijk".
De uitstraling gaat ook in richtingen,
waar tien jaar geleden niemand aan
dacht. Muziekscholen tonen duidelijke
belangstelling, nemen soms het initiatief
Dichter und Bauer,
Leichte Kavallerie,
Orpheus in de
Onderwereld, walsen
van Strauss; toch
leuk als die in het
repertoire zijn
opgenomen.
FOTO: PERS UNIE
tot het oprichten van een senioren-or
kest of laten weten dat ze wel een diri
gent beschikbaar willen stellen. Het con
tact met zo'n muziekschool blijft dan
t.