na Ie kunt komen fi OPSTAND NA JARENLANGE FRUSTRATIE 'CeidócSouACLnt' 198 DEN HAAG - De verpleegkundigen hebben met hun looneisen zowel de vakbonden als de Nationale Ziekenhuisraad (werkgevers) de stui pen op het lijf gejaagd. De ziekenhuisraad staat oog-in-oog met werknemers die plotseling harde eisen stellen. Dat waren ze in de ziekenhuiswe reld van „Florence Nightingale" niet gewend. Ook de vakbonden moesten even slikken. Na heftige protesten van doldrieste verpleegkundi gen moesten de bonden met de staart tussen de benen besluiten de voorgenomen eis van 1,5 procent loonstijging te laten varen. Een inko mensverbetering van vijf procent is nu inzet van de onderhandelingen. Het begon een maand of drie geleden. Toen ver scheen een piepkleine advertentie in enkele lan delijke kranten. „Agenten verdienen weinig. Verpleegkundigen nog minder. De tijd is rijp voor actie". De annonce was geplaatst door een kleine club, die zich Verplegenden en Verzor genden in Opstand (VIO) noemt. Bij de initia tiefnemers kwamen honderden reacties binnen. Met de kracht van een wervelwind verspreidde het nieuws zich onder de verpleegkundigen. Tij dens een manifestatie, vorige week in de Jaar beurshallen in Utrecht, waren ruim vijfduizend verpleegkundigen van de partij. De vakbonden klagen nogal eens dat de werkne mers in de verzorgende beroepen een mat ka rakter hebben. Slechts een miniem deel is aange sloten bij een van de bonden. De VIO wilde be wijzen dat het wel degelijk mogelijk is de be roepsgroep te mobiliseren. Gewoon een kwestie van aanpakken. Korte tijd later waren de bon den wakker geschud en enigszins in hun hemd gezet. Gezamenlijk besloten zij dat een eis van 4 procent loonsverbetering toch wel redelijk is. Daarnaast moet er 1 procent loonruimte komen voor secundaire arbeidsvoorwaarden (scholing, kinderopvang). De AbvaKabo heeft uitgerekend dat verpleeg kundigen door de jaren heen een loonachter stand van twaalf procent hebben opgelopen. Een beginnend gediplomeerd verpleegkundige ver dient ongeveer 2400 gulden bruto. Het maxi mum salaris bedraagt 3360 gulden. Wie erin slaagt tot hoofdverpleegkundige op te klimmen, kan uiteindelijk de absolute top van iets meer dan 4700 gulden bruto gaan verdienen. Die be dragen staan volgens de beroepsgroep niet in verhouding tot de toenemende werkdruk. De verpleegkundigen krijgen steeds meer taken toe bedeeld die volgens de wet alleen door artsen verricht mogen worden. De onregelmatige dien sten vormen een ander argument dat de loonei sen moet rechtvaardigen. Het stak al jaren, maar de werknemers hielden zich opvallend koest. Alleen het ziekteverzuim groeide met de jaren. Dat kon niet goed gaan. De opgekropte gevoelens van onrecht hebben nu plaats ge maakt voor dadendrang. In het verleden is al ge bleken dat de ziekenhuizen in staat zijn hun ei gen glazen in te gooien. Niet zelden werden leer lingen ontslagen op het moment dat zij hun di- pjoma ontvingen en dus meer zouden gaan ver dienen. Hoewel verleden tijd, hebben deze en andere negatieve berichten het imago van de sector gezondheidszorg geweld aan gedaan. Het werven van personeel is nu een probleem van de eerste orde. Om de personeelssterkte op peil te brengen, moet voorlopig zelfs één op de zes schoolverlaters een baan in de gezondheidszorg kiezen. WIM BUNSCHOTEN LEIDEN - Angela, kun je even ko men. Angela, kun je even de tele foon opnemen. Angela, kun je even een klisma geven. Angela, kun je die mevrouw even wassen. Angela, die mevrouw mag geen eten hoor. Angela, ik heb zo'n pijn. Angela, wanneer krijg ik nou die echo. Angela, haal jij die patiënt even van de OK. Ja hoor, Angela komt er aan. „U dacht dat ik u was vergeten hè?". Als de ochtend overgaat in de middag en ze net even rustig de pillen staat te sorte ren, begint er achterin een van de zalen een vrouw te huilen. „O jee, dat gaat even niet goed. O ja, eerst nog even dit plasje wegbrengen". Een andere patient troost de vrouw, de verpleegkundigen kunnen rustig gaan lunchen. „Weet je wat er gebeurd is", zegt ineens iemand na een hap tosti ham-kaas. „Er is een dokter bij die vrouw geweest en die heeft haar verteld dat ze na de operatie wel eens in een rolstoel terecht kan komen". „Waaat??", gilt Angela, „waaat???". Het blijkt zonder overleg' met de zaalarts of de verpleging te zijn gebeurd. Waar om doet zo'n man dat nou toch, zo stom, zo stom, en wij kunnen het alle maal weer opknappen, zal Angela nog uren later zo af en toe brommen. Dagbehandeling De dag was begonnen zoals alle dagen beginnen op de afdeling gynaecologie. De nachtploeg had de zaak overgedragen aan de dagploeg. Geen bijzonderheden - op de ene zaal ligt iemand die geen kin deren kan krijgen, op de andere zaal ligt iemand langzaam dood te gaan aan kan ker. Als de bedden zijn opgemaakt, de patiënten gewassen, getemperatuurd en hun pillen hebben gehad, komen om even over achten de patiënten voor een dagbehandeling. Het gaat om kleine in grepen als sterilisatie of laparoscopic - met een buisje kijken in de buik. 's A- vonds kunnen ze weer naar huis. In aca demische ziekenhuizen zouden ze dat soort ingrepen eigenlijk niet behoren te doen, want deze centra zijn er primair voor de moeilijkste en experimentele za ken; de routinezaken behoren in de alge mene ziekenhuizen. Maar die zitten al propvol. Angela vindt dat jammer: „Wat kun je nou helemaal doen voor die mensen? Je kiepert ze 's ochtends in een bed, doet ze een OK-jasje aan, rijdt ze naar de operatiekamer, haalt ze weer op, geeft ze wat te drinken en aan het eind van je dienst zeg je ze nog even gedag". Daar voor is ze niet de verpleging ingegaan. Nee, dan die oude vrouw die van alles en nog wat mankeert en een paar weken op gynaecologie moet blijven. Ze kan zichzelf goed redden, met haar krukken, en ze zeurt ook niet. „Maar voor zo ie mand kun je iets betekenen, kun je wat zorgen. Ja, daar ligt mijn roeping, zoals ik het dan altijd maar noem". Ze vangt die vrouw op, nadat ze net ne gen weken op een andere afdeling van hetzelfde ziekenhuis heeft gelegen - in terne overplaatsing vermeldt de enve loppe met haar gegevens. De vrouw komt net tegen etenstijd binnen, na de warme maaltijd zal Angela haar alles vertellen over de gang van zaken. Even later komt collega Ludy naar haar toe. „Ik heb die mevrouw maar achter het eten vandaan gehaald, want ze heeft een darmvoorbereiding van twee dagen". Foutje. De vrouw: „Ach zuster, ik ben het onderhand wel gewend dat ik niet mag eten". „Je wilt de tijd nemen voor patiënten, maar wat moet je als er tien infusen staan te piepen?". De verpleging op de afdeling gynaecologie heeft juist vier weken achter de rug waarin bijna iedereen ziek was. Net domino: er stort iemand in en dan storten ze allemaal in. Wie overeind blijft, moet al snel zestig uur per week werken. En als het keukenpersoneel ziek wordt, brengen de verpleegsters ook nog het eten rond. „Je rent je soms kleurenblind en ja, dan gaan patiënten wel eens klagen. Je wilt de tijd voor ze nemen, maar wat moetje als er tien infusen staan te piepen?". Om eens te kijken wat zo'n verpleegkundige nou eigenlijk doet „voor dat zakcentje", mochten we in het Academisch Ziekenhuis van Leiden best langskomen om Angela op de voet te volgen. Dat viel niet mee; zo was ze er, zo was ze weg. Op weg naar de operatiekamer - „Je rent je soms kleurenblind". Angela neemt de vrouw mee naar een kamertje voor een gesprek dat normaal een kwartiertje duurt. Na ruim een half uur komen ze terug. Angela: „Tranen hè, tranen - ach zuster, moet dat nou al die slangen, ik heb helemaal niet zo'n last. En m'n man ligt ook al in het zieken huis, m'n dochter doet niets anders dan elke dag heen en weer rijden". De vrouw moet na haar behandeling op gynaecolo gie wéér naar een andere afdeling, want het is te gevaarlijk alle ingrepen in één keer te doen. Angela vraagt de zaalarts of de vrouw tussendoor niet een tijdje naar huis kan, want dit wordt toch al te dol. De zaalarts is het met haar eens. Daar hebben we dokter B. Achter het gordijn vuurt hij een paar vragen op de oude vrouw af - u kunt nog zelf lo pen!? - en daarna zucht hij door de tele foon een paar onverstaanbare klanken - jong en toch al der dagen zat. Als hij na een paar minuten weer weg is, duikt An gela meteen tussen het gordijn. „Gaat het een beetje, wilt u uw krukken weer hebben?". Angela, waar zit je? In het kantoor. Hoofdverpleegkundige weg (bespreking), secretaresse weg (bespreking). „Dat kan ik u niet zeggen, ik denk dat u bij verlos kunde moet zijn. Dag meneer". Stem aan het eind van de gang: „Ja hoor, An gela komt er al aan, kijk mevrouw, daar is ze". Angela helpt de vrouw het toilet binnen - „ik kom zo weer terug hoor". Telefoon Angela, telefoon!, op kantoor. Zachtjes gaan de zustersklompjes, tikketakketik- ketak. „Jeetje, dit is geen werken meer hoor, zo, én die mevrouw helpen, én de pillen regelen, én iemand van de OK ha len, én de telefoon beantwoorden. Ja, jij denkt nu zeker dat ik zo'n gefrustreerde verpleegster ben hè. Nee hoor, helemaal niet. Wat? O, mag er een drain uit bij mevrouw W. Geweldig, maar welke?". Rood lichtje, alarm. „Nee hoor, er is al iemand, maar die heeft vergeten het FOTO'S: MILAN KONVALINKA lichtje uit te zetten". Gemopper in een kamer; „Ja, we hebben het u beloofd, maar we kunnen niet alles tegelijk, we zijn maar met z'n tweetjes". Het bureautje waar ze vandaag hoort te zitten is van het B-team. Ze hoort eigen lijk bij het A-team, maar vandaag even niet. Ze zit er niet en Ludy ook niet - weg, pillen uitdelen. De ldok tikt on hoorbaar, twaalf uur, één minuut over twaalf, twee minuten over twaalf. Mul tomappen, lijsten (wat er moet gebeuren, wie er worden opgenomen, wie er wor den geopereerd) stencils, met de hand geschreven aanwijzingen - dit weldat niet, denk er aan dat allemaar voor al niet Zo is de lucht ineens vergeven van ether, dan weer trekt er een rioollucht door het vertrek. Tijd om te eten, hè, hè, nog eventjes dit bitterwater klaar maken - „ooit één lepeltje van geproefd, ik dacht dat ik 't bestierf'. Flinke scheut si roop er door. „O, wacht, ik moet de tele foon nog over zetten". Onder het eten - half uurtje; tosti-apparaat aan de ket ting - gaat de telefoon dne keer. Tus sendoor: „Ongelooflijk zoveel oncologie we hier hebben. Het lijkt er wel op dat zodra ze iemand opensnijden ze, hup, weer iets vinden". Machtsgroep In de kamer hangt ook een mededelin genbord. waarop, verscholen achter de deur die altijd openstaat, een stencil is geplakt van het VIO, Verplegenden en verzorgenden In Opstand. „Hoofddoel: een betere waardering van verplegend en verzorgend handelen die door betere sa lariëring tot uiting komt. Realiseer je dat we met duizenden een enorme machts groep zijn". Na de lunch klisma klaarmaken voor mevrouw D. Secretaresse terug. Hoofd afdeling weg - „we praten tijdens de borrel wel verder; denk je dat je vrij bent". Angela neemt waar. Er belt een arts van de polikliniek, of er morgen een patiént kan worden opgenomen. Angela: „We zitten helemaal vol". Arts: „Ja, dan kunnen we de poli wel sluiten". Angela: „Nou, ik maak wel een gaatje". Ver pleegster: Angela, ik had mijn vakan tiemaar nu kan die niet op maar wel op zou ik dan ook vakantie kun nen nemen?". Angela: „Is A. er dan? Ja? Goed. doe maar". Vrijwilligers maken hun karretje in orde - „Angela, kun jij honderd gulden wisse len?". Twee uur. Angela en Ludy gaan, voor het eerst vandaag, achter het bu reautje zitten. Per patiént schrijven ze op wat voor verzorging ze hebben gehad, welke verrichtingen er zijn uitgevoerd, hoe hun toestand is en of er nog speciale dingen zijn gebeurd. Om drie uur geven ze de gegevens, compleet met de meest ingewikkelde medische termen, monde ling door aan de volgende ploeg. „Me vrouw Z. was vandaag heel erg emotio neel nadat dokter K Mevrouw G. is het spuug en spuugzat hier. Mevrouw Van der R. moet morgen worden geope reerd aan Mevrouw B. heeft vandaag voor het eerst tot buiten de zaal gelopen, ze wist niet hoe ze het had. Ja, het gaat geweldig met haar". Nog voor de dienst er op zit, zegt Angela tegen haar collega's dat ze wel naar huis kunnen. „Maak ik de medicijnen voor de komende 24 uur nog even in orde". Alle pillen gaan in een laatje met daarop de naam van de patiënt. Kalmerings middelen (mogadon) en pijnstillers (pa racetamol) zitten in aparte laatjes, zo bij de hand als extraatje. De laatjes gaan op slot. In een map wordt alles gecontro leerd en aangekruist, de paraafjes van de behandelende artsen staan er al achter. „Straks nog even naar die mevrouw, dan naar huis. Afwisselende baan hè?". DICK HOFLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 21