Joodse kolonisten nemen het recht in eigen hand Ezelwagens en het geduld van de ontwikkelingshulp Na de koffie is het nu tijd voor „zuiveretextiel DISCUSSIE OVER KWALITEIT OOK IN DERDE WERELD „ALS JE MOET SCHIETEN, SCHIET DAN GERICHT" BINNENLAND/BUITENLAND Said^Qowuvnt VRIJDAG 17 FEBRUARI 19S9 PAGINA iEC LONDEN Jeroen Krabb, is weer te zien in een Brits film. Dat lukt hem telkens als ze hier een acteur nodig hebben die goed een Russische gluiperd kan spelen. In een dergelijk gev, doen ze steevast een beroep op Jeroen. Krabbé is daar immers geknipt voor. Hij kan Engels praten met een accent dat de Britten „echt Russisch" vinden. Zij bewonderen hem en denkt dat het zijn enige spécialité is. Maar die eerbied brengt hem toch werk op. Zeg Jeroen Krabbé en Britse „casting-directors" (de mannetjes die acteurs en actrices selecterendenken gelijk aan onze landgenoot. Krabbé dankt zijn faam aai zijn vertolking van de schurkachtige spion uit Moskou in de James Bond film „The Living Daylights die dateert uit 1986. Maar Hollands glorie zal binnenkort een triomf vieren. In de nieuwe Britse film „Scandal", gewijd aan het Profumo-schandaal van weleer, vertolkt hij nieman minder dan Sovjet-spion Eugène Ivanov, de diplomas die 25 jaar geleden in Londen samen met ministei van oorlog John Profumo een vaste klant was van ca girl Christine Keeler. Jeroen speelt zijn nieuwe Russische rol weer zeer verzorgd. Playboy Ivanov was voor alles een slaapkamerspion. In de fik wordt hij door de Londenst orthopedist Stephen Ward (gespeeld door John Hurt) o; Cli venden, het landgoed va lord Astor, geïntroduceerd aan de jonge „mannequin" Christine Keeler, die daar speels geniet van het zwembad. In latere bedscènes demonstreert <wm|" film-Ivanov met de nodige verve dat Nederlandse pas niet niks is. Wat zich tussen Jeroen Krabbé en zijn Engelse filmpartner Joanne Wh alle] (de vertolkster van Christin Keeler) afspeelt in de zorgvuldig nagebootste slaapkamer van Wards apartement nabij Londèns Wimpole Street, zal de echt) Eugene Ivanov, als deze de prent ooit te zien krijgt, allicht doen dagdromen van zijn goede, oude tijd in de Britse hoofdstad. De vraag is alleen of de echte Ivanov nog leeft. In Londen, waar „Scandal" volgende maand uitkomt en de vriendenkring van John Profumo (nu 74) verkondigt dat geen oude koeien uit de sloot zouden mogen worden gehaald, weet niemand precies wat er gebeurd i deze Sovjet-diplomaat. Hij kwam naar Engeland al luchtvaartattaché, maar niemand twijfelde er aai hij tegelijk spioneerde. Zijn liaison met Christine KeeM die ook het vaste vriendinnetje was van niemand minder dan de Britse minister van oorlog,, vormde een bedreiging vqoi de veiligheid van de Britse staat. Moskou riep „mooie Eugene veiligheidshalve terug nadat John Profumo in juni 1963 s afgetreden en de kranten van Londen het hele schandaal aan de grote klok hadden gehangen. Later deed het gerucht de ronde dat Ivanov niet langei tot de levenden behoorde, maar volgens de Britse contraspionage werd hij in 1965 verschillende keren opgemerkt in de Egyptische hoofdstad Cairo. Op het einde van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig verbleef hij Japan. Waarschijnlijk zit hij tegenwoordig in Moskou achter een fraai bureau. De Britten speculeren er driftig over of hij het aan zou durven Christine Keeler ee brief te schrijven met het vriendelijke verzoek hem een videocopie van de film ti sturen? Of misschien komt hij zelf naar Londen voor de première van „Scandal"! Mel die glasnost van tegenwoordig is alles mogelijk. Maar John Profumo, de man wiens ondergang hij bewerkstelligde, zou dat bepaald niet leuk vinden. UTRECHT Nu in veel keuken kastjes de Max Havelaar koffie een vaste plaats heeft, is het tijd om de theedoeken en de tafelkleden te .zuiveren". De Wereldwinkels zijn al volop bezig aan de voorbereidin gen voor de textielcampagne die dit najaar van start gaat. Voorlopig blijft de campagne be perkt tot keukentextiel uit de Derde Wereld, zoals theedoeken, handdoe ken en tafelkleden. „Volgend jaar willen we ook met kleding begin nen", aldus Luuk Zonneveld van de Stichting SOS Wereldhandel. „Aan Max Havelaar hebben we weinig werk meer, dat loopt goed. We heb ben nu onze handen vrij om aan an dere produkten te gaan werken". Doel van de textielcampagne is een eind te maken aan de uitbuiting van de „kleine ondernemers" in de Der de Wereld door de grote westerse bedrijven die de winst in eigen zak steken. De winst op de door SOS geïmporteerde textiel daarentegen komt ten goede aan de „kleine on dernemers" zelf. Vertrouwen Zonneveld heeft er alle vertrouwen in dat de textielcampagne net zo'n succes wordt als de actie voor de Max Havelaar koffie. Na het succes van deze „zuivere" koffie is er een onbegrensd vertrouwen in dit soort consumentenacties, zo bleek op de studiedag „kritisch consumeren" die de stichting Honger Hoeft Niet mor gen in Utrecht organiseert. Grote held van de dag was Max Havelaar die het marktaandeel van zuivere koffie heeft opgeschroefd van 0,2 naar ruim twee procent. De Max Havelaar actie en de cam pagne tegen tropisch hardhout blij ven gewoon doorgaan, benadrukte Hans Beerends, voorzitter van Hon ger Hoeft Niet. Volgens hem is het doel nog lang niet bereikt. „Veel mensen staan open voor acties voor bijvoorbeeld fosfaatvrije wasmidde len en schone auto's. Maar de over heid doet nog weinig. Zelfs niet bij milieuzaken die toch een vorm van eigenbelang zijn. Minister Nijpels voert nog altijd een eenzame strijd tegen zijn collega van Economische Zaken. Het milieu mag geen geld kosten. Laat staan dat de overheid bereid is geld uit te trekken voor de problemen in de Derde Wereld", al dus Beerends. Rita Rahman van de protestantse ontwikkelingsorganisatie Stichting ICCO liet meer positieve geluiden horen. Zij werkt aan een rijstproject voor kleine boeren in Suriname. Doel daarvan is de tussenhandel uit te schakelen zodat de rijst recht streeks naar de consument komt. Momenteel ligt het project stil om dat de Surinaamse overheid geen grond wil leveren. Groenten Met groenten heeft ICCO inmiddels al drie jaar ervaring. Wekelijks ex porteren kleine Surinaamse boeren met behulp van ICCO vier ton groenten rechtstreeks naar de mi granten in Nederland. „Het gaat er niet om nieuwe produkten te intro duceren, maar we moeten het be staande handelssysteem verande ren", meent Rita Rahman. Zij ziet ook wel wat in projecten voor bij voorbeeld cacao, thee, noten en ge droogde vruchten. Of het rijstproject net zo'n succes zal worden als de zuivere koffie betwij felt zij. „Het mooie bij de koffie is dat verschillende landen eraan meedoen. Bij het rijstproject is nog maar één land betrokken, maar dat kunnen er best meer worden. Het is in elk geval een kleine stap in de goede richting". JEANNETTE v. LEEUWEN (Van onze speciale verslaggeefster Joos Persoon) OUAGADOUGOU De discussie die momenteel in Nederland gaande is over de kwaliteit van de Nederlandse ontwikke lingshulp sijpelt ook door naar wat in vaktaal „het veld" heet. Daarmee wor den1 de mensen van over heidsdiensten en particu liere organisaties bedoeld, die in landen in de Derde Wereld hun best doen om iets van de grond te krij gen. Wat heeft het uiteindelijk alle maal voor zin en hebben ont wikkelingswerkers uit de rijke westerse wereld niet een te grote invloed op de keuze van de projecten, zijn enige vragen die keer op keer naar boven komen. Het was met name dr. Ferdinand van Dam, die tij dens het aanvaarden van de Cleveringastoel in Leiden stel de dat hulp in de vorm van projecten uit de tijd is. De in vloed van^bntelbare donorlan den en -organisaties zou veel te groot zijn. Pratend met SNV-ers, Neder landse ontwikkelingswerkers in dienst van de Organisatie voor Ontwikkeling en Bewust wording (voorheen: Stichting Nederlandse Vrijwilligers) blijkt soms ook onder hen de twijfel aan het zelfvertrouwen te knagen. „Alleen al in West- Afrika zijn honderden buiten landse organisaties in de weer. Vaak weten ze van elkaar niet waar ze mee bezig zijn. De ontwikkelingswerkers keren na drie, vier jaar huiswaarts, om hun opvolgers weer op nieuw het wiel te laten uitvin den. Zijn wij eigenlijk geen duur visitekaartje van het rij ke Westen, dat door haar overproduktie niet anders dan onderontwikkeling veroor zaakt? Anderzijds, met hulp moeten we iets goed kunnen maken, toch?", verzucht een SNV'er in Burkina Fasso. En zo zijn talrijke harde wer kers van even zoveel organisa ties druk doende putten te slaan, wegen aan te leggen, bo men te planten, ziekenhuizen in te richten, jam te conserver en en boter te maken. Bij het zien van al die nijverheid ko men echter al snel vragen naar boven. Een waterpomp voor een dorpje van driehon derd inwoners, nou èn. Twin tig hectaren eucalyptus in de woestijn, so what. Een dijkje hier een dammetje daar; zijn het geen druppels op gloeiende platen, is het gerommel in de marge? Anders gezegd: hebben projec ten zin wanneer de macro-eco nomische (scheids)lijnen in de wereld al getrokken zijn. Wanneer de sterkste handels- landen de prijzen bepalen, multinationals speculeren met grondstoffen en de minder fortuinlijken niet serieus mo gen deelnemen aan het spel van vraag- en aanbod. De boodschap van de eerder genoemde hoogleraar Van Dam komt er dan ook vrij ver taald op neer: zonder wijzigin gen in de macro-economische verhoudingen wordt het nooit wat met die landen, die wij tên onrechte onder de noemer „Derde Wereld" op één hoop schuiven. Ezelwagens Duizenden kilometers van Leiden verwijderd trapt Chris van Vugt stevig op de remmen en houdt de auto stil in de schaduw van een paar gras groene mangobomen. Hij zwaait naar jongetjes die een kleine ezelwagen mennen. De grijze trekdieren reageren al lang niet meer op het stevig petsen op hun schrale billen en sjokken onverstoorbaar traag voorbij. Het ene wagen tje is zwaar beladen met hout; het andere met emmers water; de derde met plantenafval. „Wat prachtig, wat een mooi voorbeeld, ik had het niet be ter kunnen esceneren", zegt de sektorspecialist van de Neder landse ambassade in Burkina Faso. „Twintig jaar geleden hebben wij een werkplaatsje opgezet om die ezel wagentjes te lassen. De karretjes worden gebruikt om van alles en nog wat te vervoeren en je begrijpt, trans port is van cruciaal belang voor elke economie, hoe klein schalig dan ook". Vervolgens, zuchtend over het onbegrip van Van Dam: „Hoe leg je nu uit hoe waardevol deze wagen tjes zijn in deze streek; daar kun je geen cijfer voor geven. Ik kan ook niet beoordelen hoeveel Nederlands geld het waard was de werkplaats op te zetten. Maar ik kan wel zien dat de komst van dit trans portmiddel mensen weer in actie heeft gebracht. Mensen kunnen werken en nieuwe ideeën uitvoeren. Langzaam verandert iets in de streek; er ontwikkelt zich iets. Dank zij een project". Veel tijd Van Vugt is zijn hele leven al een soort all-rounder in West- Afrika. In tientallen jaren heeft hij in tal van streken en landen een grote „verzelfstan diging" waargenomen, een langzaam proces dat via sa menwerking met het Westen nog verder kan worden gesti muleerd. „Het behoeft geen betoog dat er iets moet veran deren in de huidige verdeling van de wereldeconomie. Maar die wijzigingen zullen niet snel genoeg ten goede komen aan de armen". En het zijn juist de allerarmsten, die moeilijkte benaderen groep werklozen in de steden, de vrouwen, de ge handicapten, de boeren op het platteland, die volgens het Ne derlands regeringsbeleid prio riteit verdienen. Van Vugt, zich niet storend aan conventies van ambassa depersoneel, het overhemd over de broek, geen stropdas, doet nog een poging „theoreti ci" meer gevoel voor de prak tijk bij te brengen. „Ontwikkelingssamenwerking is niet het verkopen van kaas en koekjes. Daarom ben ik er ook op tegen projecten uit te besteden aan het bedrijfsleven; daar kijkt men naar de statis tieken, niet naar ménsen. Bij een organisatie als bijvoor beeld de SNV proef ik daaren tegen wel die sfeer van esprit, hoe heet dat ook al weer in het Nederlands?" „Ontwikkelingssamenwerking is iets subjectiefs, misschien iets emotioneels. Daarvan kun je niet zeggen: dit project is goed, dit krijgt een 10 en dat project is helemaal fout, dat krijgt een 5 min. Zo schijnt overigens de werkplaats voor die ezelkarretjes als mislukt te zijn bestempeld. Maar ik zie toch zelf dat die karretjes niet meer zijn weg te denken. Maar het kost allemaal tijd. Heel veel tijd en geduld. Wie dat niet heeft, zal zich inderdaad afvragen wat het waard is om miljoenen guldens te'steken in putjes en pompen. De waar heid zal zoals zo vaak het ge val is, wel ergens in het mid den liggen; zonder veranderin gen in de macro-economie geen gerechtigheid, zonder firojecthulp geen mede-mense- ijkneid". duidelijker aftekenend apart veiligheidssysteem van de ko lonisten, naast het Israëlische bezettingsleger. De kolonisten beschikken over een eigen hoofdkwartier, dat informatie vergaart en instructies doet uitgaan via een elektronisch communicatie-systeem. Com mandanten-kolonistenleiders hebben hun mensen ingedeeld in compagnieën, die van tijd tot tijd goed voorbereide en gewapende overvallen plegen op Palestijnse dorpen en vluchtelingenkampen. Kookpunt Enkele dagen geleden schre ven twee Israëlische parle mentsleden een brief aan de procureur-generaal Yosef Ha- rish, waarin zij ernstig waar schuwen tegen het bestaan van een „kolonisten-militie" in bezet gebied, die zou kun nen leiden tot het uitbreken van een ware burgeroorlog tussen joden en Palestijnen. „De joodse militie moet on middellijk ontmanteld wor den", eisen Jossi Saried en Dedi Zucker, beide vertegen woordigers van de Burger rechtenpartij. Het zelfstandige gewapende optreden van de joodse kolo nisten is al lange tijd niet al leen een nachtmerrie voor de Palestijnen, maar ook een bron van grote zorg voor het Israëlische leger. De generaals vrezen dat wanneer de Intifa da, de Palestijnse opstand, aan houdt, de kolonisten massaal gaan optreden tegen de Pale stijnse bevolking. Vooral nu PLO-leider Yassir Arafat in een interview kort geleden heeft gewaarschuwd dat de dag nadert waarop ook de Palestijnen wapens zullen gaan gebruiken, stijgt-de span ning in bezet gebied tussen jo den en Palestijnen tot het kookpunt. Doelwit De ongeveer 70.000 joodse ko lonisten die zich tot het uitbre ken van de Intifada onder be scherming van het Israëlische leger betrekkelijk veilig voel den, ondergaan nu dagelijks het gevaar van het Intifada- geweld. Hun auto's zijn niet al leen het doelwit van stenen en brandbommen, maar ook van op de weg uitgegooide olie en spijkers. Volgens de Israëlische leger- woord voerder raakten sinds het begin van de Intifada bijna 500 Israeli's op de Westelijke Jordaanoever en in de Gaza- strook gewond en werden er acht gedood. De laatste was Albert Jerassi, een 38-jarige vader van drie kinderen, die levend in zijn auto verbrandde vlakbij zijn nederzetting Alfei (Vaa onze correspondente Willy Werkman) TEL AVIV Wat moetje doen als je in een van de joodse nederzettingen op de bezette Westelijke Jor daanoever woont, en je wilt bijvoorbeeld vrien den bezoeken in een an dere nederzetting? In de laatste uitgave van het blad Nekouda, een tijd schrift dat speciaal wordt samengesteld voor de joodse kolonisten in bezet gebied-, staat een lange lijst van voorzorgsmaatre gelen. Enkele voorbeel den: - Installeer een brandblusser in je auto en neem een eerste- hulpdoos mee. - Houd de ramen dicht voor het geval er een brandbom naar je wordt gegooid. - Draag een revolver met een extra magazijn bij je of leg een geladen, schietklaar Uzi-ge weer op de zitting naast je. - Als je moet schieten, schiet dan gericht. Schiet niet in de lucht. De aanwijzingen vormen een onderdeel van een zich steeds Een van de adviezen voor joodse kolonisten; een geladen, schietklaar Uzi naast je in de auto. FOTO: AP gezien hoe hij door gewapende burgers werd meegenomen. In de buurt van Bethelehem vielen kolonisten enkele da gen geleden het dorpje Beit Tamar aan. Volgens Pale stijnse bronnen schoten ze op huizen èn raakten ze slaags met dorpelingen. In de Israëli sche pers worden dit soort in cidenten niet of nauwelijks ge meld. De Israëlische leger- woordvoerder zegt bij navraag meestal „de zaak te zullen on derzoeken". Bij een groot aantal „straf-, wraak- of afschrikacties" val len er onder de Palestijnen slachtoffers. In het Oostjeruza- lemse ziekenhuis Mokassed probeert de 24-jarige Ahmed Sajuda al maandenlang de controle over zijn armen en benen terug te winnen, nadat hij een nekslag had gekregen met de achterkant van een ge- Niet tussenbeide Legercommandanten proberen intussen aan de hand van ge sprekken met kolonisten-lei ders het steeds duidelijker mi litie-optreden in de hand te houden. Ze slagen er steeds minder in. En wanneer het tot een treffen tussen joden en Palestijnen komt, komen de Israëlische soldaten niet altijd tussenbeide. Een anonieme of ficier vertelde kortgeleden: „We wisten dat ze een actie gingen ondernemen tegen de Palestijnen. We konden hen niet tegenhouden. We hadden niet genoeg manschappen". De door sommigen uitgespro ken vrees voor een wild-west- situatie is niet ongegrond. In 1984 werd een joodse terreur organisatie in bezet gebied op gerold. Leden van deze orga nisatie hebben niet alleen de dood en verwonding van een aantal Palestijnen op hun ge weten, maar waren zelfs van plan de Al Aksa-moskee op de Tempelberg in Oost-Jeruzalem (een van de heiligste islamiti sche plaatsen) op te blazen. Tijdens het proces tegen leden van de joodse terreurbewe ging zei een van de leiders, Je- huda Etzion tegen zijn rech ters: „Ik sta erop dat wat ik gedaan heb juist was. Zo juist dat ook de wet van de staat Is rael de rechtaardigheid ervan moet erkennen, als een pure daad van zelfverdediging". Nachtmerrie Een van de net op tijd verij delde plannen was het opbla zen van vijf Arabische bussen vol passagiers, als wraak voor een dergelijke aanval op Israë lische bussen door Palestijnen. Ze heetten toen extremisten, vervuld van Messiaanse waan ideeën, die de Israëlische to neelschrijver Motti Lerner in spireerden tot het stuk „Pijn scheuten van de Messias". In Lerners kortgeleden opgevoer de stuk besluiten extreme ele menten onder de kolonisten een eventuele vredesoplossing, die opgave van de Westelijke Jordaanoever vereist, te voor komen door beide moskeeën op de Tempelberg op te bla- Voor de Israëlische regering moet dit scenario een nacht merrie zijn. „Eén mogelijk heid", zo zegt de Israëlische columniste Susan Hattis Rolef, „is toe te geven aan de eis van de kolonisten en de bezette ge bieden te annexeren. Maar an nexatie kan tot een nieuwe oorlog tussen Israel en haar Arabische buren leiden. Een andere mogelijkheid is de ko lonisten met alle noodzakelijke middelen te onderdrukken. Vroeger of later moet de Israë lische regering de pijnlijke keuze maken". Palestijnse stenengooiers hebben het niet alleen gemunt op Israëlische militairen (foto). Ook joodse kolonisten die onderweg zijn in de bezette gebieden kunnen doelwit zijn van aanvallen met stenen, brandbommen of spijkers. Reden voor de kolonisten om het recht in eigen hand te nemen. FOTO: AP Menashe. Sindsdien onderne men de kolonisten van Alfei Menashe gewapende patrouil les rondom de nederzetting. Gefrustreerd om het onvermo gen van het leger het Intifada- geweld volledig te onderdruk ken, zeggen de kolonisten nu hardop: „Als het leger ons niet kan verdedigen, zullen we het zelf doen". Dit besluit kan ver strekkende gevolgen hebben. De vele tientallen joodse ne derzettingen hebben wapens in overvloed. Wapens, officieel verstrekt door het Israëlische leger in het kader van een re gionaal defensie-systeem, maar ook een niet na te gaan aantal revolvers en geweren die de kolonisten zelf aan schaffen. Volgens een wapen handelaar in Tel Aviv zijn er in het afgelopen jaar tientallen procenten meer wapens ver kocht dan anders. Meer Uzi's Maar kennelijk is dat nog niet genoeg. De felle burgemeester van Ariel, Ron Nachman, zegt zonder schromen: „We willen meer Uzi's". De Uzi's zijn voor de kolonis ten een onvervreemdbaar on derdeel van het dagelijks le ven. Ze gaan ermee naar de markt, brengen hun kinderen ermee naar school en hangen hem op de rug als ze het land bewerken. Tot nu toe was zelfverdediging de rechtvaardiging van het be zitten en aan stricte regels on derworpen gebruik van wa pens door de kolonisten. Maar die „zelfverdediging" heeft nu de vorm aangenomen van ter- reur-acties tegen Palestijnse burgers. .Deze week verdween de Pale stijnse taxi-chauffeuyr Rigan Salwadi in de buurt van Ra- mallah. Omstanders hebben door Roger Simons N Jeroen Ivanov

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 8