Krakend en nasaal naar top van hitparade finale H 'CcidócSouocmt' GENE PITNEY IS GEZOND EN WEL, DANK U binnen de perken Paddestoelen graadmeter voor vervuiling milieu AALSMEER - Gene Pitney? Was dat niet die man van, eh kom, hoe heet het ook al weermet dat hoge stemmetje, en die afgebe ten, nasale zinnetjes, jeweetwel. Juist ja, 24 hours from Tulsa. And I was onlyyyyy, twenty-four hours from Tulsaaaaa, only, one day away from y lééft die nog? Ja, hij leeft nog, en is gezond en wel, dank u. Sterker nog, het gaat goed met de nu bijna 48-jarige heer Pitney. Zo goed zelfs, dat een geheel nieuwe genera tie plotseling zijn naam kent. Een gene ratie die van Tulsa nog nooit heen ge hoord, niet weet wat „Only love can break a heart" betekent en ,,It hurts to be in love" wel kent van talloze andere uitvoeringen, maar niet van Pitney. Het hitgevoelige volkje weet dus nauwelijks wat het mist qua algemene ontwikkeling, maar is nog net voor de Amerikaan defi nitief in de vergetelheid raakte aan een inhaalmanoeuvre begonnen, in gang ge zet door een heuse hit. „Something's gotten hold of my heart" heet het num mer, dat in een duet van Pitney met Marc Almond (wie?) de hitladders be stijgt en Pitney sinds jaren weer eens in de schijnwerpers plaatst. Eindelijk eens iemand die niet eerst overleden hoeft te zijn voordat hij wordt herontdekt. Al heeft het toch nog tamelijk lang ge duurd. De inmiddels al stevig grijzende Gene heeft er in de kleedkamer van het spel- programma „Wedden dat", waaruit hij op het laatste moment werd geschrapt omdat producent Joop van den Ende het duet met Marc Almond te lang vond du ren, geen enkele moeite mee te erkennen dat hij de hoop al bijna had opgegeven. Niet dat hij zonder dit succesnummer niet gewoon zou zijn doorgegaan met ademhalen, maar enigszins geprangd voelde hij zich wel dat hij door het leven moest gaan als een typische jaren-zestig- artiest. „Ik heb er tien jaar over ge droomd dat dit nog zou gebeuren", zegt hij oprecht. „Dit opent weer heel nieuwe deuren voor me. Het is heel moeilijk om als jaren-zestig-artiest platenmaatschap pijen nog voor je te interesseren. Dat is nu gebeurd. En ik ben er blij om, omdat ik zelf het idee heb dat ik er veel beter voor ben toegerust dan indertijd. Mijn stem is gerijpter, beter geworden. Dat nasale is er een beetje af, ik kan lager zingen zonder dat ik de hoge noten hoef te laten schieten, het is niet meer zo af geknepen". andelsmerk Die stem is, meer dan al die bekende nummers, Pitney's onvervalste handels merk: je herkent hem uit duizenden. Krakend, nasaal, afgeknepen, het mag allemaal, want mooi is anders. Karakte ristiek, dat wel. Hij doet het even voor, in de platte weerkaatsende stilte van de betonnen kleedkamer. Een riedeltje uit het door hem verafschuwde nummer „Mecca", waar het publiek tot zijn grote ongemak tijdens optredens steeds maar om blijft vragen. Au, zegt het oor. Pitney: „Ik weet niet waarom het pu bliek daar steeds om vraagt, want het is een van de weinige nummers die ik zelf minder geslaagd vind. Dat hele hoge „Mecca", gevolgd door dat nog hogere „to me". Het is niet om aan te horen". En als verklaring voor dat aparte stem geluid. wijzend op een plek ergens in de buurt van zijn adamsappel: „Ik denk dat het iets te maken heeft met een smalle keelholte. Als kind heb ik een keer ont stoken amandelen gehad, en ik kreeg meteen geen lucht meer. De dokter ver klaarde toen dat het daar heel erg smal was. De amandelen zijn verwijderd, maar ik vermoed dat dat afgeknepene. nasale geluid daar ergens gezocht moet worden. Hoe dan ook, die stem is uniek. Het is die stem die de platenmaatschap pij er nu weer toe gebracht heeft me dat duet met Marc Almond te laten doen". Om even een indruk te geven hoe zoiets in zijn werk gaat: Artiest A. (Marc Al- mond) maakt een zogenoemde cover van een nummer van artiest B. (Gene Pitney). Niet slecht, oordeelt platen maatschappij X. De manager van B. komt op het idee die een duet te laten zingen met A. Goed idee, vindt ook pla tenmaatschappij X. Dus gaat B.. naar zijn zeggen diep onder de indruk van wat A. met zijn nummer gedaan heeft, de studio in, en zingt dat nummer ook nog maar eens. Vervolgens komt er een deskundige aan te pas die de nummers zo aaneensmeedt dat er een duet ont staat. Een hit is geboren, en A. en B. ontmoeten elkaar voor het eerst als er een videoclip van het nummer gemaakt moet worden. Zo gaat dat dus in platen- land. Vreemd? Gene Pitney heeft er geen moeite mee. „Bij Marcs versie van „So methings gotten hold of my heart" had ik voor het eerst het idee dat een cover beter was dan het origineel. En er zijn al wat covers van mijn nummers gemaakt. Daarnaast ging het heel erg lekker in de studio. Het was al een tijdje geleden dat ik daar gezeten had, maar iedereen had er zin in, ik voelde me lekker, it was just fun. Dat hoor je ook aan de plaat". Tijd voor een duik in het verleden van mr. Pitney. Of: hoe een gewone, beschei den jongen van rond de twintig uit het vierduizend inwoners tellende plaatsje Rockville (Connecticut), plotseling een megaster werd. Gene Pitney studeerde elektronica („veel stelde het niet voor, want elektronica draaide toen alleen nog maar om transis tors"), en schreef in zijn vrije tijd, puur als tijdverdrijf, prachtige van Welt schmerz doortrokken nummers. Over tuigd van zijn talent deed hij iets zeer onverstandigs: hij zei zijn opleiding vaarwel. „Iemand zei tegen me dat ik een plaatje moest maken. Op school vond ik het toch niet leuk, ik was een beetje een „loner", had weinig vriendjes, dus waagde ik de stap. I dropped out. Ik was alleen maar bezig met muziek, had het idee dat ik er wel een goed oor voor had". Aanvankelijk ging de artiest Pitney door het leven als Jamie, de helft van het duo Jamie and Jane. „Classical Rock Roll" heette het eerste plaatje. Daarna veranderde hij z'n naam in Billy Bryan, ook al geen succes, hoewel altijd nog be ter dan het boerse Homer Muzzie, waar de platenmaatschappij meer heil in zag. Het maakte weinig uit: als zanger bleek Gene Pitney een regelrechte mislukking. Dus besloot hij, negentien jaar oud, nummers voor anderen te schrijven en z'n zangerscarrière maar even te laten voor wat ie was. Het resultaat: Roy Or- bison. Bobby Vee, Marty Wilde, Steve Lawrence en wat minder in ons land be kende grootheden namen zijn nummers op, en van Rubber Ball, gezongen door Bobby Vee, werden in totaal een miljoen exemplaren verkocht. Onder het motto „wat zij kunnen, kan ik ook" besloot Pitney toch maar weer zelf zijn nummers te zingen. En toen wel met succes. Een zelf in elkaar gedraaid plaatje, I wanna love my life away, waarop hij alle instrumenten zelf be speelde en waarvan de opnamekosten niet meer dan dertig dollar bedroegen, werd een regelrechte hit. Zijn naam was definitief gevestigd. Pitney was twintig jaar oud. y erandering Gene Pitney nu, terugkijkend: „Mijn le ven veranderde totaal. Ik was nooit veel verder gekomen dan Rockville, maar vanaf dat moment werd ik gevraagd voor optredens door heel het land, voor tv-programma's in Los Angeles en New York. Ik moest alles nog leren. Simpele dingen als met vork en mes eten, om maar wat te noemen, had ik thuis niet eens geleerd, dat deden we gewoon niet. Mijn ouders waren heel gewone mensen, mijn vader werkte in een vliegtuigfa briek. Ik was ook niet gewend met men sen om te gaan. Mijn vrije tijd bracht ik tot dan toe altijd door met vissen, schaatsen en skiën in de omgeving. Ik was heel verlegen. Maar dat veranderde compleet. Ik tverd een ster, en moest in korte tijd wennen aan een leven dat mij lenver van me stond. En het moeilijkste was dat de mensen om me heen zo ver anderden. Ik kwam in Rockville, waar ik wel bleef wonen, een cafetaria binnen, sloeg een oude schoolvriend op de schouder en zei goedmoedig plagend iets tegen hem. De blik die hij me toen gaf.Toen besefte ik pas dat niets meer hetzelfde zou zijn. Dat kon niet meer, want omdat Gene Pitney nu suc ces had wilde dat nog niet zeggen dat hij zomaar iemand op zijn schouders kon slaan. Ik heb het daar verschrikkelijk moeilijk mee gehad. Om daaraan te wennen heeft me jaren gekost. Mensen die ik al jarenlang kende wisten zich plotseling geen houding meer te geven. Niet zozeer ik veranderde, maar de mensen om me heen". Hij beschouwt het nog altijd als de beste beslissing uit zijn leven dat hij ondanks dat succes in zijn geboortestreek bleef wonen. „Als ik naar New York of Los Angeles was verhuisd was het succes misschien nog groter geweest. Maar daar staat tegenover dat ik daar veel kwets baarder zou zijn geweest voor zaken als drank en drugs. Ik heb nü wel het idee dat ik daar tegenop zou hebben gekund, dat had kunnen weerstaan, maar toen was ik begin twintig. En ik heb genoeg mensen gezien die er geen weerstand aan konden bieden". De hits volgden elkaar snel op voor Pit ney. Opmerkelijk genoeg waren het vaak nummers die geschreven waren door an deren. „Zo is het mijn hele leven eigen lijk geweest. Anderen haalden de top van de hitlijsten met mijn nummers, ter wijl ik hetzelfde deed met nummers van anderen. Ricky Nelson had een hit met mijn nummer Hello Mary Lou, ik zong nummers die mensen als Burt Bacha- rach en Hal David en Leiber en Stoler weer speciaal voor mij schreven. Dat ging toen ook heel makkelijk, je kon bij elke songschrijver terecht. Nu ga je meestal in zee met één bureau, ben je ge bonden". Pijltje Tien jaar lang duurde de successtory, toen gaf Pitney er even de brui aan. In 1970 maakte hij tijdens een tv-optreden bekend dat hij er mee zou stoppen. „Ik was elf maanden per jaar op pad, reisde de hele wereld over, overal waar een plaat van mij werd uitgebracht trad ik op. Je kon een pijltje op de wereldkaart gooien en waar ie ook terecht kwam, ik had er wel opgetreden. Maar ik had twee kleine kinderen, toen twee en drie _jaar, en ik begon me een beetje schuldig te voelen. Ik wilde er ook voor hen zijn". De grote stilte die althans hier optrad rond Gene Pitney was het gevolg van die beslissing. In andere landen rommel de het nog lang door. Van elk jaar staat hij nu zes maanden op het podium, meestal in Engeland, Australië, Amerika en Italië. Want reizen en optreden zegt hij niet te willen missen. „Ik had er ook voor kunnen kiezen om zes maanden achtereen in Las Vegas te gaan staan. De aanbiedingen zijn er. Maar Las Vegas stelt niets voor. Het publiek pikt er alles, stelt geen enkele eis, zolang het maar vermaakt wordt en een gokje kan wagen. Artiesten sterven in Las Vegas". KOOS VAN WEES Milieuverontreiniging kan op verschil lende manieren gemeten worden. In de meeste provincies in ons land wordt de verontreiniging vastgesteld met behulp van snuffelpalen. Die analyseren de lucht en bepalen welke schadelijke be standdelen daarin zitten. De provincie Drenthe heeft een andere methode voor het meten van de luchtverontreiniging. Daar werkt men al enkele jaren met een over de hele provincie gespreid netwerk van bomen waarop korstmossen zijn ge plaatst. Korstmossen zijn namelijk zeer gevoelig voor vervuiling van de lucht. Op plaatsen waar de lucht bezwangerd is met schadelijke stoffen sterven ze subiet. In gezonde lucht daarentegen tieren ze welig. Door de groei van korstmossen op vooraf bepaalde bomen te volgen, kan de graad van luchtverontreiniging in de gaten worden gehouden. De moderne maatschappij vervuilt niet alleen de lucht maar ook de bodem. Ver ontreiniging daarvan kan op kunstmati ge manier worden vastgesteld met be hulp van grondmonsters. Naast de korst mossen heeft de natuur nog een goede graadmeter voor bodem- en luchtvervui ling: de paddestoel. Het aantal soorten paddestoelen in heel Europa vertoont vanaf 1950 een opvallend grote achter uitgang. Belangrijkste oorzaken zijn luchtverontreiniging en de vernietiging van typische leefgemeenschappen. Om meer inzicht te krijgen in de stand van de paddestoelenflora heeft Nederland vier jaar geleden op een internationaal congres in Oslo het voortouw genomen bij de oprichting van een Europese com missie ter bescherming van de padde stoel. Voorzitter en secretaris van deze commissie zijn allebei afkomstig van de Landbouwuniversiteit in Wageningen. Nederland speelt dus een belangrijke rol in deze club. De commissie is verleden jaar augustus voor het eerst bijeengekomen in de Poolse stad Lodz om gegevens uit te wis selen over het paddestoelenbestand in elf landen. Uit die verzameling gegevens zijn nu de eerste conclusies getrokken. Daaruit blijkt eens te meer dat het niet goed gaat met het milieu. Er bestaan in Europa veel meer soorten paddestoelen dan hogere planten. Deze paddestoelen en schimmels zijn nog ge voeliger voor vervuiling dan andere planten. De achteruitgang van de pad destoelsoorten is zeer opvallend. In een aantal landen, zoals de Duitse Bondsre publiek, de DDR en in Nederland be staan al lijsten waarop bedreigde padde stoelsoorten vermeld staan. In die zoge naamde „rode lijsten" zijn per land tus sen de 308 en 1094 soorten opgenomen. In de Westduitse deelstaat Saarland gaat het zelfs om de helft van alle daar voor komende soorten. Die rode lijsten vor men een waarschuwing dat het milieu nog ernstiger bedreigd wordt dan tot nu toe aangenomen werd. Paddestoelen rea geren door hun gevoeligheid veel eerder op veranderingen in het milieu dan an dere planten. Paddestoeldeskundigen (mycologen met een mooi woord) zijn bezorgd over de teruggang omdat padde stoelen een belangrijke rol spelen bij de afbraak van organisch materiaal. Ze zijn de vuilnismannen van het bos en rui men daar alle afval op. Daarnaast zijn verschillende paddestoelen een soort knecht van bomen doordat de schim meldraden als het ware een verlengstuk vormen van de boomwortels. Voorbeel den hiervan zijn de cantharel, vliegen- zwam en het eekhoorntjesbrood. De bo men hebben deze paddestoelen nodig om voedingsstoffen uit de bodem te ha len. Het afsterven van de bossen heeft alles te maken met de achteruitgang van deze paddestoelen. Niet alleen de milieuverontreiniging be dreigt de paddestoelen. Ook verlaging van het grondwaterpeil, de aanleg van wegen en veranderingen in land- en bos bouw kunnen een kwalijke invloed op het voortbestaan van de paddestoel heb ben. Veel minder invloed op de achter uitgang van de verschillende soorten heeft het plukken van paddestoelen. Bij het plukken van paddestoelen vormt het vertrappen en verdichten van de bosbo- dem wel een gevaar. Daarom wil de commissie regels instellen voor de pad- destoelenpluk. Zo zou in de toekomst bijvoorbeeld alleen langs paden geplukt mogen worden. Omdat de achteruitgang een gevolg is van een grensoverschrijdend milieupro bleem doen alle Europese landen mee aan het onderzoek, ook de Oostbloklan den. JAN VAN KOOTEN Zanger Gene Pitney, naar eigen zeggen beter toegerust dan in de jaren zestig. FOTO: CE ES VERKERK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 28