Pezen jachten jagen wachten Klap ZATERDAG 11 FEBRUARI 1989 PAGINA 23 ■nal Ie DE LIER - Als groénterijder Joop Niewold woensdag vertrekt van veiling Westerlee, weet hij al dat hij niet op tijd zal komen. Woens dagnacht om 24.00 uur wordt de vrachtwagenchauffeur van- de firma Solleveld uit De Lier met zo'n twintig ton groente en fruit ver wacht op de Groszmarkt in West- Berlijn. Zo gauw zijn wagen is gela den, start hij om 12.30 de race te gen de klok. De rit naar Berlijn is de meest gehate opdracht voor een chauffeur met haast. Het werk van Joop Niewold en dat van alle ande re groenterijders bestaat uit pezen, jachten, jagen en wachten. „Waanzin", zegt Joop, 44 jaar en sinds zijn 21e werkzaam als chauffeur. Keer op keer heeft hij het aangekaart bij zijn werkgever, ook de bond heeft hij tot ac tie gemaand, maar zijn baas blijft chauf feurs alléén naar Berlijn sturen. Daar in je eentje lossen en weer leeg terugrijden is te doen, maar Joop Niewold wordt ge acht in Berlijn opnieuw te laden: grond stoffen voor een Belgische paneermeelfa- briek. En Joop kent de weg niet in Ber lijn. Met een maat erbij was het allemaal eenvoudiger; die kan kaartlezen en mak kelijker even uit de wagen springen om de weg te vragen. Maar een chauffeur al leen is goedkoper. In je eentje naar Berlijn is niet alleen las tig, het is ook saai. Zo zonder aanspraak is de lange rit over kaarsrechte Duitse wegen èen even lange sleur. En lijkt het wachten voor de grenzen Nederland/ West-Duitsland, West-Duitsland/Oost- Duitsland en Oost-Duitsland/West-Ber- lijn nog zinlozer dan het vaak is. Diis is Joop best bereid, al was het maar voor de gezelligheid, iemand mee te nemen die een heel klein stukje van het trans port over de weg wil meemaken. Offi cieel mag dat niet zonder overleg met de werkgever, via wie een verzekering voor de inzittende moet worden afgesloten. Maar er mag zo veel niet. „Ik ben al een tijd niet jn Berlijn ge weest", zegt Joop. „Maar de jongens ver telden dat de baas daar tegenwoordig vreselijk staat te schelden als je te laat komt". En Joop beweert zelf ook aardig te kunnen scheiden en van boze mensen niet koud of warm te worden, maar tij dens de rit is de spanning over het al dan niet halen van de tijdslimiet voel baar. Er is geen tijd voor een maaltijd in een van de restauraties langs de weg, geen tijd voor een kop koffie. Non-stop de vlam in de pijp. Om 24.00 uur in Berlijn, rijtijden-besluit of niet. Nectarines Vervelende bijkomstigheid is dat in He- del nog enkele pallets met nectarines uit Chili moeten worden ingeladen. We be ginnen dus al met omrijden, hoewel we nu wel een mooie verzameling interna tionale produkten aan boord hebben. Joop heeft de combinatie (wagen met aanhanger, totale lengte veertien meter, hoogte 3,90 meter) niet zelf geladen, maar de papieren vermelden: tomaten van de Canarische Eilanden en voorts brengen wij uit andere windstreken wit lof, aardappelen, meloenen, sla, radijs, prei, spruiten, mandarijnen en aubergi nes mede. 16.45 uur. De Westduitse grens, over gang De Poppe, is het eerste langdurige oponthoud. Behalve de inklaringspapie ren in orde laten maken, moeten we, zegt Joop, „naar de plantedokter". Die zal de in te voeren produkten keuren en indien nodig een andere classificatie ge ven. Als de waren het predikaat „Klasse I", van goede kwaliteit, niet verdienen, moeten ze, aangeduid als „Klasse II" of nog minder, opnieuw worden ingekl aard. Joop meldt zich met een specifica tie van zijn vracht, en de werknemer van de Ambtliche Pflantzenbeschau vraagt om een doosje tomaten en een doosje mandarijnen. Het gezicht van Joop staat op onweer en inderdaad: de tomaten en mandarijnen zijn zo ingela den dat ze zonder de rest te lossen niet bereikbaar zijn. We kruipen door het 'oog van de naald als de meest vriendelij ke plantedokter genoegen neemt met de nectarines, die vooraan staan. In de „operatiekamer", waar het ruikt naar rottend fruit, wordt een van de vruchten opengesneden. Terwijl de amb tenaar aan een collega vertelt dat hij vanochtend een doos nectarines onder ogen kreeg waarvan het vruchtvlees op stro leek, keurt hij de Chileense vruch ten goed. De tijd van het jaar bepaalt welke groen ten of vruchten nader worden onder zocht. In deze periode zijn de tomaten en mandarijnen yan de Canarische Ei landen niet best. In andere tijden is de buitenlandse witlof van mindere kwali teit; als het bittere hart te lang is, is de hele stronk bitter en wordt de lading af gekeurd. Geknakte preibladeren zijn ook uit den boze, evenals een bruin „kontje" van een kropsla. En de gele paprika's willen nogal eens bol staan van kleine wormpjes. „Ze zijn in staat om je de hele wagen te laten uitladen", zegt Joop, zichtbaar op gelucht, als we wegrijden. Een uur later zal een Bleiswijkse chauffeur de grens' passeren. Alle 797 dozen a vijf kilo to maten worden afgekeurd. Te zacht en niet goed van vorm, luidt het oordeel van de plantedokter. Op de inklarings papieren, die dus opnieuw door een ambtelijke molen moeten, krijgen de to maten de aantekening „Klasse II", -maar de klant van' de Bleiswijker zal de zen ding op de markt in West-Berlijn uitein delijk wel afnemen. 19.15 uur. We passeren het eerste bord dat „Berlijn" vermeldt. Nog 356 kilome ter. Het wordt steeds stiller op de Auto bahn; het grootste voordeel van 's nachts rijden. Tijdens de grote vakan ties is het echter ook 's nachts druk op de Duitse wegen. „Vreselijk", vindt Joop. Net zoals hij vakanties zelf vrese lijk vindt. „Ik blijf het liefst thuis. Ik ben altijd al weg. En ik heb zeker geen zin om in mijn vrije tijd ook achter het stuur te kruipen. Luxewagens vind ik af schuwelijk. En ik heb in van alles gere den, dus ik weet wat ik zeg. Soms gaan we wel eens met de familie naar Trier. Tachograaf Dan roep ik al bij Utrecht: wanneer zijn we er nou. Terwijl ik in de vrachtwagen moeiteloos drieduizend kilometer rij". Joop houdt de uren dat hij rijdt en de uren dat hij wacht voor een grenspost bij op een schema. Daarnaast registreert de tachograaf in het dashbord de verschil lende gegevens van een rit. De gereden snelheid en de uren dat een wagen stil staat worden grafisch vastgelegd op een ronde kaart, waarop de 24 uren van een etmaal zijn uitgezet. De verkeersinspectie van het land waar in de chauffeur zich bevindt, kan te al len tijde de tachograafkaart controleren. En blijkt de wet van acht uur rijden, acht uur rusten te zijn overtreden, dan kan proces-verbaal worden opgemaakt. Loopt de overtreding van de acht uur rijden zeer de spuigaten uit, dan wordt de chauffeur van de weg gehaald om verplicht te rusten. Zo bestaat de kans op de absurde situatie dat een bestuur der die nog slechts een half uur moet rij den voor zijn bestemming, wordt ge sommeerd de wagen acht uur stil te zet ten. De groenterijders kennen de foefjes om de tachograaf te manipuleren. Als er niet genoeg tijd is om de wagen acht uur stil te zetten, wordt de zekering uit de tacho graaf gehaald, die dan keurig aangeeft dat er acht uur is gerust. Dat kan niet in alle gevallen, want ook aan de hand van de kilometerteller zijn de gangen van de bestuurder na te gaan. Ook op andere manieren wordt met het rijtijden-besluit gesold. Niet uit kwade wil, maar uit noodzaak. Zeker voor de groenterijders met hun bederfelijke waar is het onmo gelijk te leven naar de regels. Een groen terijder die zich houdt aan acht uur op, acht uur af en niet harder rijdt dan tach tig kilometer per uur - met hem kan zijn baas niet werken. En het mag een maatregel zijn om de chauffeur tegen zichzelf te beschermen, het werkt excessen in de hand. Zo ver telt de tachograaf feitelijk alleen of de wagen rust heeft gehad. Als een stuk- goed-chauffeur om twaalf uur zijn wagen stil zet, vier uur goed zijn best doet in de kroeg en vier uur zijn roes uitslaapt, is er niets op hem aan te merken. Dat vooral is een doorn in het oog van de groenterijders die zo hard werken dat ze geen tijd hebben om in de kroeg te zit ten, aan vijf uur slaap genoeg hebben en vervolgens daarvoor worden bestraft. Een andere ramp is de tijd-voor-tijd-re- geling, die bepaalt dat een chauffeur voor overuren een net zo groot aantal vakantie-uren te goed heeft. Voor een oudere bestuurder die het wat rustiger aan wil doen een uitkomst, maar voor de jonge chauffeur die met wat minder slaap toe kan en in korte tijd veel wil verdienen een kwelling. Mafkezen 21.15 uur. De Oostduitse grens. „We zijn in elk geval bij die mafkezen", zegt Joop als hij aansluit in een vreselijk lan ge rij vrachtwagens. We moeten langs drie posten. Wat ze precies waar doen weet Joop niet, maar hij overhandigt elke beremuts de goede papieren. In af wachting van de paspoorten vertelt hij nooit een vrouwelijke collega te hebben gehad. Vrouwen in de groenteritten, dat kan niet goed gaan. „Je bent heel lang samen, dus het gevaar bestaat dat je te veel een team wordt. Bij de containers zijn wel vrouwelijke chauffeurs, maar die rijden dan ook alleen. Ja, er zijn er bij die kunnen sturenpeinst hij voor zich uit. „Maar in de groente niet, nee. Een man en een vrouw, dat zou wel eens te lollig kunnen worden". Echtparen zijn er wel in de transportwe reld, maar voornamelijk in het buiten land. Duitsland, Scandinavië en vooral de Verenigde Staten. Deze „indepen- dants" hebben geen ander huis dan het huis op vier (of meer) wielen. Ze wonen in de truck, werken tien jaar vreselijk hard en kunnen dan stil gaan leven. De vrouw van Joop heeft minder moeite met zijn lang-van-huis-zijn dan hun twee kinderen. Toen de nu achttienjarige zoon jong was, vond hij het vreselijk dat zijn vader nooit thuis was. „Het is me verschillende keren overkomen dat ik op het punt stond weg te gaan en mijn tas nergens kon vinden", zegt Joop. „Mijn zoon kon nog maar net lopen, maar hij was al wel zo slim om de tas onder zijn bed te verstoppen. Hele drama's waren dat. Om hem ben ik toen een tijdje ge stopt met werken. Ik heb mijn kinderen eigenlijk niet zien opgroeien". Maar in die tijd was het leven van een chauffeur wel beter. „Veel minder jach tig, je kon met anderen afspraken maken om samen te gaan stappen. Elkaar er gens te ontmoeten. Nu is er nergens meer tijd voor. Als je met een klapband langs de weg staat, rijden ze je broek van je achterwerk". De groep groenterijders lijkt een zekere vergrijzing te ondergaan. Het werken on der zo'n grote druk vinden de jonge jon gens maar niks. Om het salaris zouden ze het niet hoeven te laten, is de mening van de groenterijders zelf. De roep om salarisverhoging en onregelmatigheid stoeslagen is dan ook voornamelijk af komstig van de stukgoed-chauffeurs. Joop vindt dat de bond zich maar beter kan bezighouden met andere zaken. „Het transportbedrijf is ziek", zegt hij. „En om te voorkomen dat het doodziek wordt, moet de bond eerst maar eens zorgen dat het afgelopen is met die be drijven uit Groningen die onder de prijs gaan rijden. Daar begint de ellende. De transportbedrijven concurreren elkaar kapot. Wat zie je: steeds zwaardere wa gens, want dan kunnen ze weer een dub beltje goedkoper rijden. De chauffeurs zijn de sluitpost van de begroting. De baas komt niet uit de kosten, dus moet de chauffeur harder rijden en de boete bij snelheidsovertredingen nota bene zelf betalen. De bond zou zo sterk moeten staan dat ze de bedrijven zonder staken onder druk kan zetten, want dat staken is dodelijk. Je treft niet alleen de kwaaie bazen, maar ook de goeie, en je helpt de kleine bedrijven naar de knoppen. Door al die stakingen val je internationaal trouwens buiten de boot". Mist 22.15 uur. Het controleren van de papie ren en de uitgebreide blik in de wagen en de aanhanger van de grenswachters heeft een uur in beslag genomen. Berlijn 207 kilometer, belooft het bord na de grens. Het is het laatste bord dat we voorlopig duidelijk kunnen lezen, want we komen in zware mist terecht. Een nieuwe en vergeleken bij het oponthoud aan de grenzen, onverwachte domper op Een rit naar West-Berlijn is saai Dus is Joop Niewold best bereid, al was het maar voor de gezelligheid, iemand mee te nemen die een heel klein stukje van het transport over de weg wil meemaken. FOTO: CEES VERKERK onze race tegen de klok. Bijna een uur later zijn we vijftig kilometer verder. Waarschijnlijk dank zij de mist, blijven ons de radarcontroles bespaard. Ge woonlijk staan de overheids-lada's, sluw gecamoufleerd, langs de weg en worden snelheidsovertreders een stuk verderop van de weg gehaald. Een hele fikse boe te, waar niet de werkgever maar in veel gevallen de chauffeur zelf voor moet op draaien, is nog tot daar aan toe; Funest is, opnieuw, het oponthoud. Is de dienst doende Oostduitser kwaadwillend, dan wordt het transport anderhalf uur ver traagd. Via de „bakkies", die de meeste chauf feurs tot hun beschikking hebben, wordt in alle andere landen informatie over de plaatsen van radarcontroles verkregen. Zowel in West- als Oost-Duitsland is voor een bakkie een vergunning nodig. In West zijn ze niet zo moeilijk, maar in Oost-Duitsland wel. De chauffeurs die rijden op Berlijn laten hun bakkies dan ook allemaal thuis. Want betrapt de Oostduitse politie een bestuurder op het hebben van een bakkie zonder vergun ning, dan volgt behalve een onherroepe lijk hoge geldboete inbeslagname van de apparatuur. En een fikse vertraging, want men neemt de tijd voor het uit schrijven van de bon. Onmenselijk 00.15 uur. Nog steeds in de mist melden we ons bij de grensovergang van Oost- Duitsland naar West-Berlijn. Boven de vijftien sluizen branden rode stoplich ten, waarvan er twee heel af en toe eens op groen springen. Er wordt streng ge controleerd. Bij elk platform staan trap pen van verschillende hoogte, waarmee in en op de wagens wordt gekeken. Poli tiehonden snuffelen op, onder en in de trucks. Er doen spectaculaire verhalen de ronde over de onmenselijkheid van de Oost duitse wachters. Ze zouden niet te be roerd zijn om chauffeurs die te weinig meewerken, bij tien graden vorst in hun onderbroek op het platform te kijk te zetten. En het zal ook niet de eerste keer zijn dat een wagen met stro met stalen pennen wordt doorstoken. Maar de chauffeurs zijn ook niet mals. Als bij het wegrijden een militair langs de uitlaat loopt, kan het best gebeuren dat de be stuurder geheel per ongeluk zowel de motorrem als het gaspedaal indrukt. Roetzwart zal de beambte uit de blauwe rookwolk te voorschijn komen. 01.00 uur. We arriveren bij de Berlijnse markt. In de overdekte hal hebben tien tallen groothandelaren hun basis; daar zullen wat later in de ochtend de groen teboeren hun inkopen doen. De gevrees de baas is in een opmerkelijk goed hu meur. Binnen anderhalf uur is de wagen van Joop leeg en kan hij zich opmaken voor de volgende tour de force: het Gro te Zoeken naar de leverancier voor de vracht naar België. Joop vertrouwt me toe aan een chauffeur die zonder vracht terug naar het Westland zal rijden. „Als je echt een goed beeld wilt hebben, zou je eigenlijk ook de ellende waaraan ik nu begin, moeten meemaken", zijn z'n laat ste woorden aan mij. In stilte beloof ik Neelie Smit-Kroes te schrijven, dat zij nou aan de beurt is. CORIEN BOTMAN door Piet Snoeren Waarom het circus nagenoeg uit ons land is verdwenen? Omdat het op de televisie barst van de sensatie. Want daan'oor gingen ze toch vroeger? Voor de sensatie? De grootste trapeze-artiest die ooit in een piste heeft gewerkt, was Alfredo Codona. Als de eerste ter wereld zal hij voortleven die - men schreef 1930 - de nok van een circustent doorkliefde met een driedubbele salto mortale. Snelheden van honderd kilometer per uur bereikte hij wanneer hij zo door de lucht vloog. Een begenadigd kunstenaar op zijn vakgebied. Maar daarvoor gingen de mensen niet naar het circus. Ze gingen erheen in de vurige hoop Alfredo Codona een doodsmak te zien maken. Vóór hem had een trapeze-artiest als Gayion zich aan de driedubbele dodensprong gewaagd. Een Hobbes, een Ernie Lane. Plat als een dubbeltje waren ze terechtgekomen; hun bloedspetters hadden het publiek bevlekt op een wijze waarover menige grootvader zijn kleinkinderen lang zal hebben naverteld. Wanneer zou het de beurt van Alfredo Codona zijn? Roofdierendressuur. De meest toonaangevende dompteur tussen de jaren twintig en vijftig was Rudolf Matthies. Zijn door een Bengaalse tijger bereden Siamese olifant mocht een kunststuk van schier bovennatuurlijke orde heten, maar in de circusliteratuur staat het als een wereldsensatie te boek. Wie zou de tijger uiteindelijk verscheuren, de olifant of de dompteur? Dat was de vraag en het geduld van de wereld werd beloond. De tijger verscheurde Rudolf Matthies. Precies zoals het hoorde. De circusartiesten, hoe groot hun kunstenaarschap ook, wisten dat het hooggeëerd poeblikoem niet daarvoor kwam. Dus lieten de trapezewerkers waar mogelijk hun vangnet weg en werden leeuwen die nog te lui waren om een vlieg kwaad te doen, door hun dompteurs net zolang met de dresseerstok in de liesstreek gepord totdal ze een bloedstollende klauw uitsloegen. Sensatie moest en zou er zijn, al kwam hij, net als de smaak van borrelnootjes, uit een zoutvaatje. Nou ja, tegen de kiepwagens zout, door de televisie aan sensatie over het hooggeëerd poeblikoem uitgestort, kan het circus natuurlijk niet op. Een mediagoog heeft het eens nagerekend. Wie veertien kanalen kan ontvangen mag - de oorlogen, natuurrampen en vliegtuigongelukken van de journaals meegeteld - vertrouwen op 21,7 onnatuurlijke danwel gewelddadige sterfgevallen per gemiddelde kijkavond. Ga daar als trapezewerker maar aan staan. En toch. Toch gloort weer het vooruitzicht dat de mensen bij de buis kunnen worden weggesleurd ten faveure van hoogwaardige kunst, of op zijn minst dat ze gekluisterd zullen zitten voor België TV 2 wanneer daar het aan koningin Elisabeth - de grote beschermster van de muziek" - opgedragen vioolconcours wordt uitgezonden. Onbereikbaar hoog geachte kijkcijfers komen in het verschiet voor de eigen culturele zender Nederland 3, mits Jaap van Zweden er met zijn Stradivarius van een miljoen gulden soleert in de Symphonie Espagnole op 21 van Lalo. Nieuwe, nooit eerder vertoonde sensaties, jawel. Er spookt namelijk een boze droom door de nachtrust van oprechte muziekminnaars. Een ware nachtmerrie en wel deze. Op zo'n eeuwenoude Stradivarius, Amati of Guar neri wordt het rondo voor viool en orkest in b klein op 7 La Campagnella" van Paganini vertolkt. De eerbiedwaardige snaren zijn tot het uiterste gespannen om de klanken optimaal te laten sprankelen. Dan begint zou kunnen gebeuren, ja", beaamt secretaris Pieter Moerenhout van het onlangs in de openbaarheid getreden Nationaal Muziekinstrumenten Fonds dat beoogt jonge, veelbelovende musici aan een viool of cello van klasse te helpen. En het probleem zit hem in de noot A, maatstaf voor het stemmen van zowel de hogere als de lagere noten. Toen Antonio Stradivari, Nicola Amati en Giuseppe Guar neri zo'n driehonderd jaar geleden in het Italiaanse stadje Cremona de violen bouwden die nu op een veiling van Sotheby minimaal 300.000 gulden doen, spraken ze af dat de toonhoogte van A rond de 420 trillingen per seconde ofwel 420 Herz moest liggen. Dit gaf de gewenste volle klank. Echter: allengs werden de orkesten en de concertzalen groter. Dus gingen de musici hun instrumenten een halve toon hoger stemmen teneinde toch tot op het derde balkon gehoord te kunnen worden. En daar bleef het niet bij. Toen Verdi in 1853 La Traviata componeerde, was de A al verhoogd tot 435 Herz, het absolute maximum, besliste een anno 1885 door de Maestro bijeengeroepen congres. Vervolgens verhoogde een soortgelijke bijeenkomst in 1939 de A echter tot 440 Herz en tegenwoordig stemmen veel orkesten al op 450 Herz. Zelfs 460 Herz schijnt voorgekomen te zijn om gelijke tred te kunnen houden met de door de platenindustrie opgelegde eis van een virtuoze klank. ,,De snaren worden tegenwoordig zo strak gespannen dat aie antieke violen dreigen te barsten aldus Moer hout en. Ha. Yehudi Menuhin met Tartini's Duivelstrillersonate op zijn Guarneri van 2,5 miljoen dollar. Pats. Maar nu het allermooiste. Ook de menselijke stem moest met die A omhoog. Christine Deutekom. „Exsultate, jubiPang. Marco Bakker. ..Dein ist mein ganzesBoem. Sensatie. £cidóc0otuatit'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 23