„Verjaardag van de Revolutie
is geen Frans onderonsje"
I „Sociale ellende erger
an maffia- geweld"
Honderdduizenden
zoeken in VS status
van asielzoeker
buitenland
£eidóc6owcMit
K STRIJD TEGEN VERBORGEN GEWELD IN COLOMBIA
Kat-Expo:
alles
behalve
„ordinaire
dakhazen"
DONDERDAG 9 FEBRUARI 1989 PAGINA 7
CEREMONIEMEESTER JEAN-NOEL JEANNENEY:
PARIJS Terwijl het of
ficiële programma voor
het tweede eeuwfeest van
de bestorming van de Bas
tille nog steeds in de stei
gers staat („in maart zyl-
len we de details weten")
en linkse en rechtse poli
tici elkaar zoveel mogelijk
blijven dwarszitten bij de
organisatie van enige
„grote evenementen" in
Parijs, verzekert opperce-
remoniemeester Jean-
Noël Jeanneney dat de
achterstand in het organi
satieschema is ingelopen
en we straks een schitte
rende herdenking gaan
beleven.
Op de eerste dag van de lente
moet het echt beginnen wan
neer in alle gemeenten van
Frankrijk vrijheidsbomen (lin
den) zullen worden geplant als
eerbetoon aan de goede voor
nemens van de revolutionai
ren. Daarna volgt een bonte
aaneenschakeling van parades,
historische optochten en spe
len, mega(pop)concerten, bal
avonden, kermissen, vuurwer
ken, colloquia en - niet te ver
geten - de oplevering van drie
presidentiele bouwwerken: de
jouvre-pyramide, de Bastille-
opera en, het klapstuk, de
enorme triomfboog van La
Défense ofwel de Grande Ar-
:he.
Superproduktie
Tot zijn spijt kan regisseur Je
anneney het exacte script dus
nog niet geven. Afgaande op
zijn voorlopige draaiboek be
looft de 'Bicentenaire' toch een
ndrukwekkende superpro
duktie te worden waar de glo-
n Frankrijk vast niet on
der zal lijden. Tenminste, als
liet improvisatietalent van de
Fransen intact is gebleven en
de opperceremoniemeester zijn
weg kan vinden tussen politie-
sentimenten en niet altijd
even smaakvolle i
Het hoogtepunt van de bijna
zes maanden durende festivi
teiten ligt in juli, rond de veer
tiende. Voor Parijs zegt Jean
neney dan nog een paar „grote
verrassingen" in petto te heb
ben. (Wie van de partij wil zijn
doet er verstandig aan zo snel
mogelijk hotelreserveringen te
regelen, want in de Franse
hoofdstad worden op de natio
nale feestdag minstens een
half miljoen toeristen ver
wacht).
Geen onderonsje
Even heenkijkend over de
berg alledaagse beslommerin
gen van de alom gevraagde
voorzitter van de feestcommis
sie (het wel of niet toekennen
van het officiële logo aan nog
altijd binnenkomende ideeën
voor manifestaties, het ver
strekken van subsidies, etc.)
vertelt Jeanneney dat het zijn
grootste zorg is een „gallo-een-
trische gebeurtenis" te vermij
den. Anders gezegd: de ver
jaardag van de revolutie mag
van hem geen besloten Frans
onderonsje worden.
„We willen goed laten zien dat
we trots zijn op wat er in
Frankrijk is gebeurd, maar
geenszins de grandeur van
universele ambitie van de re
volutionairen verloochenen.
Zij hebben de verklaring van
de mensenrechten opgesteld
en gedroomd van democrati
sche instellingen. Niet alleen
voor Frankrijk, maar voor de
hele planeet. Laten we dat niet
vergeten. Verder weten we nu
dat de revolutie is voortgeko
men uit de brede beweging
van de Verlichting. De revolu
tionaire waarden hebben,
denk ik, juist aan invloed en
kracht kunnen winnen omdat
ze steeds zijn veranderd en
verrijkt naar de eigen ideeën
van verschillende volken. Ik
ben onlangs in Zuid-Amerika
geweest. Het was duidelijk dat
men de revolutie in Argenti
nië heel anders beleeft dan bij
voorbeeld in Duitsland, waar
toch ook het nodige aan festi
viteiten staat te gebeuren. Te
gen landen die zich bij de Bi
centenaire wilden aansluiten
hebben we daarom steeds ge
zegd „prima, maar vier het op
jullie eigen manier". De mees
te doen dat ook, met voorop
Amerika. De Amerikanen
hebben tal van comité's opge
richt om de revolutie straks op
hun manier te herdenken. De
Duitsers en de Italianen heb
ben het net zo opgevat, terwijl
de Noordafrikaanse landen
met uitzondering van Tunesië
helaas erg terughoudend zijn".
Jeanneney (46), historicus en
ex-directeur van Radio Fran
ce, is alweer de derde 'Mon
sieur Bicentenaire', aangesteld
door president Mitterrand. Er
leek een vloek op de functie te
rusten want zijn beide voor
gangers, Michel Baroin en Ed
gar Faure, stierven in het har
nas. De eerste bij een myste
rieus vliegtuigongeluk in Afri
ka, de tweede van ouderdom.
Bijna was het driemaal
scheepsrecht, want zijn erva
ring in de omroepwereld
maakte Jeanneney tot gedood
verfde kandidaat voor het
voorzitterschap van de nieuwe
'Opperste Raad voor Mediaza
ken', een soort omroepraad.
Maar om de viering van het
tweehonderjarige jubileum
van de Franse revolutie en de
Verklaring van de rechten
van de mens en de burger niet
opnieuw" te onthoofden vond
Jeanneney het verstandiger
zijn taak te volbrengen.
Daarbij vecht hij nog het
meest tegen de klok, want be
halve door de sterfgevallen
gingen kostbare maanden van
voorbereiding verloren in de
campagne voor het president
schap. In afwachting van de
verkiezingsuitslag waren kre
dieten lange tijd onzeker. Op
voorspraak van de weer terug
gekeerde minister van cultuur
Jack Lang heeft de Franse re
gering ondertussen een kleine
110 miljoen gulden voor de
herdenking uitgetrokken. Vol
gens Jeanneney zullen de tota
le kosten misschien vijf 'of zes
keer zoveel belopen wanneer
de subsidies van regionale be
sturen en gemeenteraden erbij
worden opgeteld. Met hun de
viezen mogen de toeristen de
rekening voor een deel beta
len.
Voorgangers
Als goed historicus en specia
list van de 19e en 20e eeuw
heeft Jeanneney goed gekeken
hoe zijn voorgangers eerdere
revolutieherdenkingen hebben
aangepakt. Het eerste eeuw
feest had de wereldtentoon
stelling in Parijs als prachtig
decor, met de Eiffeltoren als
symbool van die tijd. „Er wa
ren wel veel bezoekers, maar
voor Frankrijk, dat net was
ontsnapt aan een staatsgreep
van generaal Boulanger over
heerste toch een gevoel van
nationale trots. Na de dreiging
van een dictatuur geloofde
men in een nieuw begin van
de republiek. Buitenlanders
hadden daar weinig mee te
maken".
„Vijftig jaar later, in 1939, was
het compleet anders en legde
mijn voorganger Edouard Her-
riot, toen kamervoorzitter,
juist een zwaar accent op de
internationale aspecten. Dat
hij constant de invloed van
Amerikaanse revolutie op de
Franse benadrukte had een
goede reden. Roosevelt moest
duidelijk worden gemaakt dat
Daladier zijn vliegtuigen nodig
had voor als de Duitsers zou
den aanvallen. Tussen die ui
tersten van Franse bekrom
penheid en Herriots utilisme
De glazen wand
en de fonteinen
geven de
pyramide voor
het Louvre een
extra dimensie.
FOTO: AP
probeer ik een middenweg te
vinden".
Anders dan allemansvriend
Edgar Faure meent Jean-Noel
Jeanneney dat de herdenking
van de revolutie zich niet
hoeft te beperken tot een
fraaie ode aan de mensenrech
ten. De uitbuiting van het volk
tijdens de monarchie en de
Terreur van het extreem-link
se schrikbewind horen er vol
gens hem net zo goed bij. Het
zijn immers juist deze zaken
die de Fransen tot op de dag
van vandaag zo hopeloos ver
delen. „Ik behoor tot een ge
neratie historici die weet dat
er geen definitieve, positieve
geschiedenis bestaat. Een her
denking is altijd een dialoog
tussen het verleden en het he
den. Het maakt het wel zo
interessant. Ik ben het eens
met mijn collega-historicus
Furet die heeft gezegd „laten
we nadenken over de fouten".
Ik vraag niet de verschrikkin
gen te herdenken, maar wil ze
ook niet vergeten. Het is goed
de Franse jeugd eraan te her
inneren dat de verworvenhe
den van vandaag niet uit de
lucht zijn komen vallen. Ze
moeten het waarom van de
uitbarsting en de gevolgen
kunnen begrijpen. Laat ze
daarover nadenken. De Bicen
tenaire is er zeker niet om de
ene of de andere interpretatie
van de revolutie te rechtvaar
digen".
Buitensluiten
Een actueel en nog altijd ge
voelig thema waar Jeanneney
veel aandacht aan wil beste
den is de „buitensluiting". De
niet zo bekende, revolutionai
re geestelijke pater (Henri)
Grégoire, zou daarom weieens
een van de grote figuren van
deze Bicentenaire kunnen
worden. „Hij heeft, met veel
overtuiging gestreden voor de
acceptatie van protestanten en
joden als volwaardige burgers
en ook voor afschaffing sla
vernij in 1794. Dat herdenken
in een Frankrijk, dat nog niet
zo lang geleden voor vijftien
procent op Le Pen heeft ge
stemd, lijkt me van groot be
lang voor de burger", aldus Je
anneney.
Graag verwijst hij naar een ar
tikel uit de constitutie van het
revolutionaire jaar drie. „De
voorwaarden van naturalisatie
van vreemdelingen zijn bui
tengewoon edelmoedig en bij
na ontroerend. Men kan
Fransman worden als men
van Franse ouders is, maar
ook als men een hulpbehoe
vende bejaarde helpt. Of een
Fransman 'adopteert' om hem
de republikeinse waarden bij
te brengen. Tenslotte als de
Conventie (de revolutionaire
volksvertegenwoordiging)
vindt dat men het Franse volk
een dienst heeft bewezen. Die
constitutie heeft de tijd helaas
niet gehad om te worden toe
gepast, maar ze bestaat en het
kan geen kwaad eruit te cite-
Traangas
Dat de passsies over wat er
tweehonderd jaar geleden is
gebeurd nog altijd flink kun
nen opvlammen, kon Jeanne
ney met eigen ogen aanschou
wen toen één door hem be
zochte zangavond met revolu
tionaire liederen werd ver
stoord door een groepje extre- -
me royalisten. Een zangeres
kreeg traangas in het gezicht
gespoten en de voorstelling
moest worden afgebroken.
„Hoewel de meeste Fransen
zich met de principes van de
Revolutie hebben verzoend,
heb je nog steeds mensen die
inderdaad zeer vijandig tegen
over de Bicentenaire staan. Bij
extreem-rechts heb je een
anti-stroming, die je kan zien
als erfgenaam van een hele
contra-revolutionaire traditie.
Op de verjaardag van de ko
ning dragen ze een zwarte das
en als Le Pen defileert zijn ze
van de partij. Maar waarom
niet, juist dankzij de democra
tie kunnen ze voor hun me
ning uitkomen, dankzij de
mannen van 1789 dus. Ik koop
af en toe hun krant die l'Anti-
89 heet. Duidelijker kan het
niet. Uiteraard word ik daarin
regelmatig aangevallen, maar
wat ik veel interessanter vind -
is te lezen hoe de Franse pre
laten op dit moment door ex-
treem-rechts ter verantwoor
ding worden geroepen over
hun standpunt ten aanzien
van de Bicentenaire. De revo
lutie is echt een strijdpunt bin-
nen de katholieke kerk. De
militanten van bisschop Le-
fèbvre zijn vrij actief. De laat
ste bisschoppenconferentie in
Lourdes stond echter in het te
ken van de continuïteit van
het evangelie en de mensen
rechten. Ik ben nieuwsgiering
om te zien welke tendens wint
en of de katholieke kerk op
een of andere manier zal deel-
nemén aan de Bicentenaire"
20.20
44.70
Aan
lijk 32
isteed.
at be-
amati-
jrkos-
/erhe-
d be-
ragen.
•r dan
L pro-
DEN HAAG Drie maal is hij be-
Ireigd met de dood en toch wil Jor-
je Serrano terugkeren naar Colom-
>ia. Niet omdat hij het noodlot wil
arten of het gevaar onderschat. In-
egendeel. Hij geeft toe bang te zijn
raor het geweld. Maar zijn roeping
sterker. De 35-jarige priester
vecht voor de duizenden Colombia-
die jaarlijks van de honger om
komen. Een strijd tegen het verbor
gen geweld.
De zwaarlijvige Serrano maakt geenszins
ien gespannen indruk. Fel betogend legt
)ij uit dat het geweld van de drugsmaffia
liet het enige geweld is. „De nadruk ligt
iltijd maar op het maffia-geweld, maar op
ociaal niveau is de ellende nog veel gro-
er. Jaarlijks sterven er in Colombia veer-
ienduizend kinderen vóór hun eerste le
vensjaar. Omdat er geen voedsel is. Er zijn
jeen ziekenhuizen, geen scholen, de ge-
ondheidszorg is slecht. Terwijl Colombia
rijk land is. Dat noem ik pas geweld",
ten met twee andere Colombianen is
ierrano in Nederland. Vandaag heeft hij
Utrecht gesproken met politici en ver
tegenwoordigers van ontwikkelingsorga-
lisaties over de mogelijkheden het sociale
[eweld in zijn land te beperken. „De Eu-
opese Gemeenschap kan wel tonnen
nelkpoeder naar ons sturen, maar dat is
de bedoeling". Hij verheft zijn stem
laat met zijn vuist op tafel om zijn
voorden kracht bij te zetten. „Onze kin-
leren moeten eigen melk kunnen drin-
maar door de politieke keuzes wordt
onmogelijk gemaakt"
'ederland en andere Europese landen
ouden dit geweld bij de Colombiaanse re
uring moeten aanklagen, meent Serrano.
jOok als dat de positie van bedrijven als
Philips in Colombia ondermijnt".
Verbannen
)p het moment is Serrano een „verban-
n" priester. Van zijn bisschop heeft hij
opdracht gekregen voorlopig niet terug
keren naar Cucuté, de stad waar hij
verkt. Hoewel hij er alle begrip voor
teeft „door nu terug te gaan zou ik
njjn collega's in gevaar brengen" heeft
hij stille hoop zijn stad voor Pasen weer
terug te kunnen zien. Als hij aan zijn pa-
ochie denkt, komt er een mistroostige
'itdrukking op zijn gezicht. „De laatste
es jaar ging het juist zo goed. We waren
te stad helemaal aan het opbouwen".
enig aandringen begint hij te vertellen
[■ver zijn werk. Over het zoeken naar wa-
er. naar licht, het opzetten van een gaar
keuken, een sociaal programma en de
FOTO: JEROEN DE JONG
verkoop van eigen verbouwde produkten.
Op een blocnote schetst hij een platte
grond van de stad: „kijk, in deze wijk
werkt ons team. Atalaya. Een echt mi-
grantengebied.
Tien jaar geleden was Cucuté een stad
waar de straathandel en de kleine familie
bedrijfjes floreerden. Omdat de stad vlak
bij de grens met Venezuela ligt, kwamen
veel Venezolanen bij ons hun inkopen
doen".
Bidprentje
Daar kwam een einde aan toen in '83 de
bolivar, de Venezolaanse munteenheid,
met driehonderd procent devalueerde.
Colombia werd daardoor drie keer zo
duur voor de inwoners van Venezuela, er
ontstond grote werkloosheid. Veel Colom
bianen die in Venezuela woonden, keer
den weer terug. En trokken de grens over
naar Cucuté. „Voor die tijd leek Cucuté
meer op een busstation. Veel Colombia
nen die hun geluk in Venezuela wilden
beproeven, beschouwden Cucuté als een
doorgangspunt. Dat er geen water en geen
andere voorzieningen waren, interesseer
de niemand. Het was hun stad niet. Maar
dat veranderde in '83. De mensen die toen
kwamen gingen zich blijvend vestigen en
waren bereid de stad op te bouwen".
Alles ging goed totdat hij drie brieven
kreeg waarin hij werd bedreigd met de
dood. Hij weet het nog precies. „Op de
eerste brief stonden een kroon en een bid
prentje getekend. Met mijn naam erop.
Dat was op 20 oktober vorig jaar", zegt hij
peinzend. Omdat hij op dat moment in
een seminarie buiten de stad was, heeft hij
de brieven niet zelf opengemaakt. „De
bisschop droeg me op niet terug te keren
voordat ze hadden uitgezocht hoe het zat.
Sindsdien ben ik niet meer in Cucuté ge
weest. Als ik het wel had gedaan, was het
een zelfmoordactie geweest". Hij is zich er
heel goed van bewust dat hij nog beleefd
behandeld is. „Normaal gesproken schie
ten ze je gelijk neer, maar voor priesters
maken ze een uitzondering". Inmiddels
hebben drie leken met wie hij nauw sa
menwerkt in de parochie ook al bedrei
gingen ontvangen.
„Dodenlijst"
„De verantwoording voor de politieke
moorden ligt overigens niet bij de drugs
maffia, zoals altijd in alle berichten over
Colombia wordt geschreven, maar bij de
politieke leiders. Je kunt hooguit zeggen
dat het geweld van de doodseskaders zijn
oorsprong heeft in het geweld van de
maffia. Maar de doodseskaders werken
niet voor de maffia, ze beschermen de Co
lombiaanse elite", beklemtoont Serrano.
Via schema's en tekeningen legt hij uit
dat de drugsmaffia niet verantwoordelijk
is voor de opkomst van de paramilitaire
groepen. „De paramilitaire groepen, ofwel
doodseskaders, zijn in het leven geroepen
om de staat te beschermen. Zoals er vei
ligheidsdiensten zijn opgericht om de goe
deren te bewaken en bodyguards die be
langrijke personen moeten beschermen".
Ernstig bladert hij door een lijvig boek
werkje, een lijst met namen van slachtof
fers van politieke moorden die elk kwar
taal wordt uitgegeven. De laatste drie
maanden van vorig jaar waren dat er
ruim tweeduizend. Hij is er zeker van dat
zijn naam ook op de „dodenlijst" voor
komt.
„Voordat ik naar Europa ging, was het
voor mij alleen in Cucuté gevaarlijk. Nu
loop ik in heel Colombia gevaar".
Overigens zijn alle Colombiaanse delega
tieleden met de dood bedreigd, zegt hij.
„Maar niet vanwege contacten met de
drugsmaffia, maar vanwege hun sociale
activiteiten".
Toch wil hij terug. „Al was het alleen
maar om de bisschoppen te laten inzien
dat het geweld dat Colombia aan het ver
nietigen is, ook uit de katholieke bevol
king komt. De bisschoppen zijn zeer con
servatief en denken dat met name de
linkse guerilla's verantwoordelijk zijn
voor het geweld. Maar het is een geweld
tussen broeders. En dat wil ik ze laten
zien", eindigt hij.
Voordat hij weggaat, drukt hij me de
hand: „Hasta pronto", (tot binnenkort),
zegt hij.
JEANNETTE v. LEEUWEN
Langharig en kortharig,
groot en klein, van Siamees
tot Pers. Katten in alle soor
ten en maten zijn ook dit
jaar weer present op de gro
te Kat-Expo die komende
zondag (12 februari) in het
Congresgebouw in Den Haag
wordt gehouden. De ten
toonstelling heeft voor de
veertigste keer plaats en is
de grootste ééndaagse kat
tenshow in West-Europa.
Talloze fokkers hebben weer
ingeschreven om elkaar met
hun mooiste exemplaren de
loef af te steken. Het publiek
kan dan ook de gehele dag
voortdurend getuige zijn van
allerlei prijsuitreikingen op
het podium. In totaal zullen
er zo'n duizend-en-een kat
ten aan het kritisch oog van
jury en bezoekers worden
onderworpen.
Veel belangstelling gaat tra
ditioneel uit naar de „poe
derdons op pootjes", de wol
lige Perzische langhaar in al
zijn verschijningsvormen.
Hij is er in wit, zwart,
blauw, en chocoladebruin.
Dan zijn er de halflanghari-
gen, waarbij de schitterende
„heilige Burmaan" een ere
plaats inneemt. De legende
wil dat dit ras is ontstaan in
een heilige tempel. De Bur
maan lijkt zich daarvan vol
ledig bewust. Zijn trotse blik
verraadt dat hij zich tot
„mooi zitten en pootjes ge
ven" niet in de eerste plaats
geroepen voelt.
Ten slotte zijn er de kortha-
rige muizenjagers, onder
aanvoering van de eigenwij
ze Siamees. Geen katje om
zonder handschoenen aan te
pakken. In zijn gevolg treft
de bezoeker van de Kat-
Expo onder meer de Europe
se en de Oosterse korthaar
aan. Alles bij elkaar is de
Kat-Expo geen verzameling
van ordinaire dakhazen,
maar een tentoonstelling
voor de ware kenner. Ver
meldenswaard is nog dat alle
dieren grondig door een
team van artsen worden on
derzocht alvorens te worden
toegelaten. Zo wordt het ge
vaar van besmetting tot een
—jaè beperkt.
(Van onze correspondent
Jo Wijnen)
WASHINGTON De
stroom wil maar niet op
houden. Met honderddui
zenden tegelijk begeven
ze zich naar de Verenigde
Staten: doodarme geluks
zoekers uit Mexico, Nica
ragua, El Salvador, Guate
mala en het Caraïbisch
De meesten van hen proberen
de VS illegaal binnen te ko
men om vervolgens gewoon af
te wachten wat er men hen
gebeurt. Anderen doen in toe
nemende mate beroep op de
vluchtelingen- en asielwetten
van de VS. De meeste illegale
grensoverschrijders worden
evenwel gegrepen en terugge
bracht naar de grens met
Mexico. Omdat het hun aan
geld ontbreekt en omdat ze
niets te verliezen hebben, pro
beren ze het evenwel opnieuw.
In 1986 werd in de VS een
nieuwe en veel strengere im-
migratiewet aangenomen die
tot do,el had de niet meer te
verwerken stroom illegalen te
gen te houden. Illegalen die
konden aantonen dat ze al en
kele jaren in de VS waren en
werk hadden, konden evenwel
een verblijfsvergunning krij
gen. De vele duizenden die pas
waren gearriveerd en geen
werk hadden, moesten terug
naar hun land van herkomst,
zo bepaalde de wet. Ettelijke
miljoenen illegalen vroegen en
kregen een verblijfsvergun
ning. Vele honderdduizenden
die niet voor een dergelijke
vergunning in aanmerking
kwamen, doken nog dieper
weg in de illegaliteit.
De wet hielp, zo stelden de
Amerikaanse immigratie-auto
riteiten tevreden vast. In 1986
werden bij de grenzen of el
ders in de VS 1.616.000 men
sen gepakt en teruggestuurd.
In 1987 - het jaar dat de nieu
we wet in werking trad - wa
ren dat er nog 1.122.000. Vorig
jaar daalde het aantal opge
pakte grensoverschrijders tot
940.000. Maar vele honderdui
zenden werden niet gepakt. Zij
werden opgenomen in het gi
gantische circuit van illegalen
dat nog steeds bestaat en dat
wellicht zelfs nog groeit.
Hoeveel illegale immigranten
er op dit ogenblik in slagen
ongezien over de 3200 km lan
ge Amerikaans-Mexicaanse
grens komen is niet bekend,
maar hun aantal wordt nog
steeds op ettelijke honderddui
zenden per jaar geschat. Dat
heeft de autoriteiten in het
zuidelijk deel van Californië al
op het hoogst omstreden idee
gebracht pal langs de grens
een 75 kilometer lang hek
werk te plaatsen om de stroom
grensoverschrijdingen in te
dammen. Er bestaat zelfs het
plan om tussen de grenssteden
San Diego in Californië en
Tijuana in Mexico een ettelijke
mijlen lange sleuf te graven
die het illegaal Overschrijden
van de grens moet voorkomen.
De nieuwe immigratiewet van
1986 verplichtte de Ameri
kaanse werkgevers alleen nog
maar personeel aan te nemen
dat over een werkvergunning
beschikt. Maar met die regel
wordt zwaar de hand gelicht.
Het bijkomend gevolg is bo
vendien dat kleine bedrijven
zelf ondergronds gaan, om
vervolgens gebruik te maken
'van de goedkope arbeids
kracht van de volkomen rech
teloze illegalen. In die bedrij
ven komt zelfs weer kinderar
beid voor.
Asielaanvragen
Intussen hebben talloze immi
granten - vooral uit El Salva
dor, Nicaragua en Haïti - een
andere mogelijkheid gevonden
om zich in de VS te vestigen.
Ze melden zich aan als vluch
telingen en krijgen als gevolg
daarvan de status van asielzoe
ker. Op grond daarvan kun
nen ze niet meteen worden te
ruggestuurd door de Amer-
kaanse autoriteiten, want de
wet zegt dat elke asielaan
vrage moet worden bekeken.
In die fase moet de aanvrager
kunnen aantonen dat hij op
raciale, politieke of religieuze
gronden in zijn thuisland is
vervolgd. De meeste asielzoe
kers zeggen evenwel dht ze
zijn gevlucht voor het toene
mend politiek geweld in hun
thuislanden.
Sinds korf proberen de Arperi-
kaanse autoriteiten, die al met
70.000 officiële asielaanvragen
voor een naar schatting drie
voudig aantal mensen zitten
opgescheept, ook die stroom in
te dammen. Tot voor kort kon
een asielzoeker vanaf de grens
doorreizen naar de stad van
zijn keuze. Daar moest hij zich
melden en zijn asielaanvrage
indienen.
De Amerikaanse wetten bepa
len dat een asielaanvrage bin
nen zes weken behandeld
moet worden. De asielzoekers
trokken daarom naar steden
waar de plaatselijke afdelin
gen van de immigratiedienst
een enorme achterstand had
den opgelopen. Dat leidde er
toe dat na verloop van tijd hun
aanvragen automatisch wer
den gehonoreerd.
Om dat wijdopen gat in het
net van de bestaande wetge
ving te dichten, is nu bepaald
dat de asielzoeker het rechts
gebied waarin hij arriveert
niet mag verlaten. Dat bete
kent dat hij ergens in de buurt
van de grens moet wachten op
de behandeling van zijn aan
vrage. Het gevolg daarvan is
dat tal van grotere en kleinere
grenssteden in de zuidelijke
VS duizenden asielzoekers
moeten opvangen, onderbren
gen en van voedsel moeten
voorzien.
Miami
Vooral de stad Miami - waar
wekelijks soms 1000 asielzoe
kers per vliegtuig of boot aan
komen - dreigt daardoor over
belast te raken. De stad Dallas
(Texas) herbergt op dit ogen
blik alleen al 50.000 Salvado-
ranen. Ook in grenssteden als
El Paso en San Diego bevin
den zich vele duizenden asiel
zoekers. Alleen al het opvan
gen en onderbrengen van de
asielzoekers kostte de Ameri
kaanse regering vorig jaar 347
miljoen dollar.
Verwacht wordt dat, als de po
litieke toestand in de Midden-
amerikaanse landen en het
Caraïbisch gebied, nog verder
verslechtert, het aantal asiel
zoekers nog zal toenemen, als
gevolg waarvan dan weer een
bureaucratischee chaos zal
ontstaan bij de Amerikaanse
immigratie- en naturalisatie
dienst. Gevreesd wordt dan
ook dat de Amerikaanse auto
riteiten er niet in zullen slagen
gepaste maatregelen te vinden
om de stroom van illegale im
migranten te stoppen.