Huis in een nieuw jasje Unieke onderscheiding voor brancardier C. Schneiders VAN HUIS UIT CcidócSoutant MAANDAG 6 FEBRUARI 1989 PAGINA 10 Er zijn vele vormen van kerk- zijn. M. Voortman Het kerkbezoek is een onderwerp dat steeds reacties oproept. Dat blijkt mij steeds wanneer ik het tijdens een gesprek of in de krant ter sprake breng. Kennelijk een onderwerp dat mensen bezighoudt. Vandaar dat ik nog eens op dat onderwerp wil ingaan. Iemand die lange tijd ziek is geweest liet me weten dat een mens in die situatie wel gedwongen wordt zijn geestelijk voedsel, ook op de weekends, op een andere Luisteren naar de kerkdienst via de radio of de Eucharistieviering van het omroeppastoraat van de KRÖ- televisie volgen is een alternatief dat door zieke mensen dikwijls met beide handen wordt aangegrepen. Wie voor langere tijd aan zijn bed gekluisterd is, zal, zeker als hij erg van lezen houdt, voor een belangrijk deel van de dag zijn toevlucht tot boeken nemen. Een van de briefschrijvers noemt boeken over de christelijke zowel als de joodse godsdienst, over mystiek in de oosterse godsdiensten. Ze zijn er inderdaad overvloedig. Wie niet naar de kerk gaat, behoeft niet verstoken te blijven van bronnen waaraan hij zijn geloofsleven kan laven. De opmerking werd verder gemaakt dat ook wie gezond en goed ter been is, best eens kan besluiten om niet naar de kerk te gaan, maar daarvoor in de plaats iets speciaals ten gunste van zijn gelovige vorming te lezen. Ik zou de juistheid van zo'n beslissing niet graag aanvechten. Gelukkig is onder bijvoorbeeld de rooms- katholieken de tijd voorbij dat mensen gebukt gingen onder een gevoel van schuld als ze eens om dringende redenen hadden moeten afzien van het zondags kerkbezoek. Angst is altijd en overal een slechte raadgeefster en ik ben er bovendien van overtuigd dat Christus toen hij zijn Kerk stichtte dat deed om zijn volgelingen een steuntje in de rug te geven. Bepaald dus niet om hen als angstige herten op te jagen. Het was boeiend dat in één brief toch ook de overstap werd gemaakt naar het zondags kerkbezoek. Want, las ik, wie kiest voor een meditatie thuis mist wel het samen zingen en bidden. Iets wat toch heel wezenlijk is voor je geloof, werd er aan toe gevoegd. Wezenlijker nog dan erover discussiëren. Want in. bidden en zingen op de jmorgen komen de aanwezigen uit boven ieders individueel gelovige-zijn, zelfs boven het met een groepje geloven. Je bent dan met zijn allen bij de Heer; in de geest verbonden met wie allemaal- elders zich ook verenigd hebben in gebed. Je spreekt een eendere taal, gebruikt dezelfde woorden, dat brengt je dicht bij elkaar. Je beluistert dezelfde preek; dat doe je in gemeenschap. Laten we nu maar niet lang stilstaan bij de verleiding van de zondagochtend om uit te slapen, om te gaan joggen of een andere sport te bedrijven zodra een zondags zonnetje ons wekt. Wie toch daarvoor kiest, is er zich misschien helemaal niet van bewust, staat er geen moment bij stil, dat we als christenen ook voor elkaar verantwoordelijk zijn. Hebben we eigenlijk nog wel iets overgehouden van dat gevoel? Misschien bedenken ouders nog wel dat hun voorbeeld mogelijkerwijs hun kinderen wat kan inspireren. Maar denken volwassenen er ooit over na dat zij ook voor hun vrienden, hun buren, familieleden een bron van inspiratie zouden kunnen betekenen. Soms, denk ik, kan het feit dat anderen het kerkbezoek „ook nog in ere houden het besef doen groeien dat die toch ook niet mal zijn; met zinnige dingen bezig blijven. Als ik op zondag niet ga vieren, word ik tot op zekere hoogte gemist. Mijn plaats blijft in ieder geval leeg. Want we hoeven niet allemaal vrienden en kennissen te zijn om te ervaren dat we de anderen niet graag missen. Zij blijken op zoek naar hetzelfde. Dezelfde als ik. Vaker dan we ons dikwijls realiseren betekent het geloven van een ander versterking van ons eigen geloven. Groeihormoon niet voor iedereen Men beweert weieens dat we met elke medische oplossing er een me disch probleem bij krijgen. Het groeihormoon is daar een mooi voorbeeld van. Voor 1956 had men kinderen die slecht groeiden vanwege een ge brek aan groeihormoon, weinig meer te bieden dan het afgezaagde advies er mee te leren leven. Dat veranderde toen de Amerikaan Ra- ben voor het eerst bruikbaar groei hormoon uit- de menselijke hypofy se wist te halen. Probleem opge lost? Ja, want de kinderen groeiden er van, en nee, want er was altijd veel te weinig groeihormoon bij ge brek aan hypofysen. Toen, in 1985, tot overmaat van ramp bleek dat met het groeihormoon in een heel enkel geval ook de langzaam do dende hersenziekte van Creutz- feldt-Jakob werd overgedragen, viel het doek over deze therapie. Overal in de wereld staakte men de behandeling. Laat nou, als in een slecht geschre ven roman, de redding nabij zijn toen de nood het hoogst was. Een paar maanden later slaagde de we tenschap er in om de bacterie met de wonderlijke naam Escherichia Coli zo te dresseren dat het in on beperkte mate groeihormoon gaat maken. Zoals een gist suiker omzet in alcohol, en de Penicillium schimmel gratis het antibioticum penicilline afscheidt, zo maakt de gedresseerde E. Coli bacterie op af roep groeihormoon. Men had daarmee het probleem op gelost, en men had er onmiddellijk weer een probleem bij. Wat te doen met die overdaad aan groeihor moon? Men was bang dat het spul lichtvaardig bij elke groeistoornis zou worden ingezet. Vandaar dat de Gezondheidsraad op 23 decem ber een rapport publiceerde waarin specialisten op dit gebied precies hebben proberen vast te stellen wanneer het geven van groeihor moon zin heeft. Klier der klieren Aan de onderkant van de hersenen zit, goed ondersteund door een za- delachtige uitbochting in de sche delbasis, de hypofyse. De 'master of glands' noemen de Amerikanen hem: 'de klier der klieren'. Een van de tien hormonen die het uit scheidt is het groeihormoon. Heb je daar in je jeugd te veel van omdat de hypofyse op hol is geslagen, dan dreig je eindeloos door te groeien. Tegenwoordig kan men dat behan delen, maar de lange, breekbare 'grootste man ter wereld', die je vroeger wel eens in kappersbladen zag staan, was altijd iemand met een hypofysiaire reusgroei. Als de hypofyse te weinig groeihormoon produceert, dan gebeurt het omge keerde, dan wil je niet of nauwe lijks groeien. Gelukkig groeit het verstand wel mee, en deze kinde ren worden later volwassenen in kleine, maar welgeschapen lijven. De medische oplossing ligt voor de hand: aanvullen, waaraan het li chaam een tekort heeft: groeihor- Nou is de moeilijkheid dat een te kort aan groeihormoon heel lastig is vast te stellen. Gewoon meten gaat niet, want ook bij 'normale' mensen wisselt het bloedpeil met de minuut. Je kunt niet, zoals bij hemoglobine, zeggen: 9 is mooi, 15 te veel, en 3 beslist te weinig. Men houdt het erop dat als in het bloed nooit meer dan 20 milli-eenheden worden aangetroffen, er dan spra ke is van een echt tekort. Die grens is met een natte, alhoe wel deskundige, vinger vastgelegd, want niemand kan uitleggen waar om de grens niet bij 21 of 19 milli- eenheden ligt. Met allerlei aanvul lend onderzoek kan men de diag nose groeihormoontekort tamelijk hard maken, al blijft er een kleine groep over bij wie de diagnose dub belzinnig blijft. Maar goed, de diagnose is gesteld, wat dan? Dan zit het kind voor ja ren vast aan een dagelijkse, onder huidse, en niet zelden pijnlijke in jectie. Die behandeling is peper duur (20 tot 30.000 gulden per jaar) en mag, na goedkeuring van de verzekering, alleen door kinderart sen en internisten worden gedaan. In de tijd van schaarste kon een kind daarmee 1 meter 70 worden. Maar hoe lang kinderen kunnen worden nu de dosis is opgevoerd, moet de tijd leren, want die hoge dosis kan men zich nog pas een paar jaar permitteren. In Nederland komen 250 tot mis schien 400 kinderen met een tekort aan groeihormoon voor zo'n behan deling in aanmerking. Dat wil dus zeggen dat al die andere kinderen die achter zijn geraakt in de groei, niet in aanmerking komen. Men denkt tamelijk zeker te weten dat in al die gevallen groeihormoonin jecties niets uitrichten. Gelukkig komt het nogal eens voor dat het li chaam de groeiachterstand inhaalt met een extra groeiperiode. Vooral na een periode van ernstige ziekten als spruw, ziekte van Crohn, hart en longziekten, komt dat regelma tig voor. En dan zijn er kinderen die te klein lijken, maar dat helemaal niet zijn. Appels vallen niet ver van de boom, en daarom wordt 95 procent met een speling van 8 cen timeter naar boven en naar bene den zo groot als de lengte van va der plus de lengte van moeder ge deeld door twee. Dat heet tegen woordig de 'target heigth', potjesen gels voor 'doelhoogte'. Welnu, kin deren van echt kleine ouders zul len zelf waarschijnlijk ook niet groot worden. Die hebben een nor maal peil van groeihormoon in hun bloed zodat een behandeling met groeihormoon niet zal helpen. Nu er, vergeleken met vroeger, een overmaat is aan groeihormoon, zijn de kinderartsen en internisten bang dat ze onder druk van de ou ders komen te staan om - baat het niet, dan schaadt het niet - toch een behandeling met groeihormoon te proberen. Als dat zou gebeuren is in ieder ge val financieel het hek van de dam, vandaar dat de verzekeraars zelf ook een flinke vinger in de pap houden. Heel verstandig. Maar er is ook een wetenschappelijk bezwaar. Als iedereen zo maar met groeihor moon gaat rommelen, dan kan men later nooit meer met zekerheid vaststellen of in bepaalde gevallen groeihormoon wel of niet helpt. door Joke Forceville-Van Rossum Kerk-zijn Grote schoon maak, waar is die geblevenVroe ger haalde men in de lente het hele huis overhoop. Er werd gepoetst en geboend en alle kasten werden leegehaald. Te genwoordig heeft bijna geen mens meer tijd of zin in zulke strapatsen. We tellen liever onze munten om te kijken of er wat over is voor nieuwe vloerbe dekking of gordij nen. Dat is dan onze schoon maakwoede. Wat dacht u bij voorbeeld van een nieuw tapijt Behalve syntheti sche materialen en katoen zijn er bijzonder mooie woltapijten te krijgen. Ze gaan eeuwen mee, heb ben mooie kleu- structuren, zoals bijvoorbeeld de zogenaamde wolt weed kleden, die geïnspireerd zijn op de Schotse tweeds. De „wolt- weeds" zijn het vervolg op de be kende „berbers", maar de pool- draadjes lusjes zijn gemêleerd en de kleuren intens en warm. Het materiaal is kleu recht en ook ge schikt voor meu belbekleding. In de gordijnen- sector is er een nieuw begrip: het „in- between" gordijn, dat wat betreft doorzich tigheid het mid den houdt tussen vitrage en over gordijn. In geslo ten toestand laat de „in-between" het daglicht door, maar „buiten staanders" kun nen er niet door heen kijken. Er zijn mooie combi naties mogelijk met overgordij nen in gloedvolle tinten. Het voorjaar noodt ook tot het opplakken van een nieuw behan getje. De desins zijn ongekunsteld en sfeervol. Soms zijn de voorstel lingen zó echt, dat je met je vingers wilt voelen hoe ze zijn gemaakt. Soms heeft het behang diepte werking en soms ook een echt in geperst reliëf. Andere typen moeten het heb ben van spreken de drukdessins, aangebracht op een vlakke on dergrond. De prints zijn roman tisch, avantgar- distisch, klassiek of Kepen herin neringen op aan picknicks in gra zige weiden. Behangranden doen het nog steeds goed, al is het wat lastiger plakken. Maar handige doe-het- zei vers kunnen tegen het voorjaar als ze vroeg met klussen be ginnen hun huis voor een groot deel hebben opgefrist. TINY FRANCIS Tweedwol op de vloer. Mooi bij antiek. Een blauw Maria-me- dailletje van kunstvezel op een stalen fond in de vorm van een ster. Via een oogje verbonden met een geel-wit lint. Zo ziet de fraaie onderscheiding er uit die Hagenaar C. Schneiders is uitgereikt bij gelegenheid van de 25e keer dat hij als „brancardier" deelnam aan een bedevaart naar Lourdes. De heer Schneiders is hier buitengewoon trots op, en be grijpelijk. Niet dat hij iets ten nadele wil zeggen van de dragers van het roomskatho- lieke „Pro Ecclesia"-ereme- taal of de „Bene Merenti"- medaille, maar toegegeven moet worden dat deze erete kenen weinig zeldzaam zijn. Toekenning van een pauselij ke ridderorde, zoals de Piu- sorde of de Orde van de H. Gregorius de Grote geschiedt minder frequent, maar ook in zo'n geval kan bezwaarlijk van een unieke gebeurtenis worden gesproken. De on derscheiding die de heer Schneiders te beurt is geval len is wèl volstrekt uniek. Pro Ecclesia Cees Schneiders, 61 jaar, met vut gegaan als hoofd algeme ne zaken van het Rijksmu seum voor Volkenkunde in Leiden: „Toen de datum van mijn jubileum in zicht kwam, zijn mijn kinderen gaan overleggen wat ze daar aan zouden doen. Een Pro Eccle sia aanvragen? Dat ligt in dat soort gevallen voor de hand. Jules, mijn oudste zoon, is gaan informeren hoe je dat moet aanpakken, en toen bleek dat zo'n onderscheiding maar liefst vierhonderd gul den leges kost. Nu komen in onze familie de honderdjes niet spontaan het huis bin nen wapperen, dus Jules ver onderstelde terecht: dat vindt pa zonde van het geld. Toen heeft hij samen met zijn broer Joost en zijn zussen Monique en Monty een eigen onderscheiding in het leven geroepen. De Cees Schnei ders Orde voor buitengewone verdiensten. Volstrekt uniek. En ook daarom veel aantrek kelijker dan een Pro Eccle sia/ omdat de praktijk leert dat de dragers van de Pro Ecclesia toch wel zo'n beetje aan het eind van hun leven zijn beland, haha! Terwijl ik zeker nog 25 keer naar Lour des wil". Lourdes. Het stadje in de Py reneeën, waar aanstaande za terdag 131 jaar geleden de H. Maagd Maria voor het eerst verscheen aan de toen 14-jarige Bernadette Soubi- rous. Thans het drukst be zochte bedevaartsoord ter wereld, met een bezoekers aantal dat de laatste jaren vrij stabiel rond de 3,5 mil joen ligt. Onder hen vele tienduizenden zieken die met de spirituele ruggesteun van de Moeder Gods tot verzoe ning met zichzelf, het leven, de Almacht pogen te komen. En in dat proces soms gene zen van hun kwalen, op on verklaarbare wijze. Verkennerij Bij het vervoer van deze zie ken heen en terug naar Lourdes en binnen het bede vaartsoord zelf worden vrijwilligers ingeschakeld, die men aanduidt als „bran cardiers". Cees Schneiders belandde bij deze brancar diers vanuit de katholieke verkennerij, en de circa hon derd leden omvattende „voortrekkersgroep" waartoe hij behoort draagt nog steeds een verkennersachtig uni form. Cees Schneiders: „Wij assiste ren bij de Limburgse treinbe- devaart, die elk jaar zo'n 1200 deelnemers telt, onder wie ongeveer 300 zieken. Mijn eerste keer was in 1950, toen de welvaart nog niet had toe geslagen en iedereen het heel normaal vond dat de bran cardiers en andere helpers de nacht doorbrachten in een goederenwagon. In Maas tricht kreeg je een baal stro om je strozak mee te vullen plus een soort paardedeken om onder te kruipen. Ambu lance-wagons voor de zieken bestonden toen nog niet. Er werden gewone wagons met afgesloten coupés gebruikt, waar de liggende zieken via de ramen in en uit werden geschoven. Ooit heb ik op die manier in twee en half uur 250 zieken vanuit het raam op het perron getild. Een karwei waar je een behoorlij ke spierpijn aan overhoudt' In Lourdes zelf rijden de brancardiers de zieken naar bijvoorbeeld de basiliek van Pius X voor een eucharistie viering; naar het grote plein dat de Esplanade heet en waar processies worden ge houden; en natuurlijk naar de grot waar in een nis rechtsboven Maria zich aan Bernadette openbaarde. Lourdes-water Links achter in de grot is de plaats waar bij de negende verschijning het 'Lourdes- water' begon op te borrelen dat volgens sommigen in overdrachtelijke en volgens anderen in letterlijke zin een geneeskrachtige werking heeft. Veel zieken nemen een bad in dit water, in een hier toe speciaal gebouwd bad huis. „Ook daarbij moet je als brancardier hand- en span diensten verlenen, bij voor beeld door te helpen met aan- en uitkleden. Dat is niet altijd een even leuke erva ring. Je wordt geconfron teerd met de meest afschu welijke wonden en misvor mingen. Een gevoel van wal ging is soms nauwelijks te onderdukken, maar vanzelf sprekend wil je daar niets van laten blijken. Het water in die baden wordt twee keer per dag ververst, en het is ei genlijk onbegrijpelijk dat daar nooit iemand ziek van wordt. Al die open wonden waarmee de mensen te water gaan. Het lichaamsvuil dat erin terecht komt. Want lang niet alle pelgrims tillen even zwaar aan hun persoonlijke hygiëne. Na een paar uur ziet zo'n bad eruit als een soort bedorven groentesoep. Ik ken Nederlandse bisschoppen die er voor geen goud in zou den kruipen. Maar zelf doe ik dat wel. Bijna altijd, ten minste. Omdat ik vind dat je als brancardier solidair moet zijn met je zieken". Reiskosten Die solidariteit brengt voorts met zich mee dat brancar diers niet alleen niet betaald krijgen voor hun werk, maar ook zelf enkele honderden guldens aan reiskosten moeten bijdragen. Dan die nen ze natuurlijk ook vakan tie op te nemen voor zo'n be devaart, die ruim een week duurt. Nu hoeft één keer een weekje vakantie geen be zwaar te zijn, maar 25 keer een week is wel het equiva lent van een half jaar vrij af. In Cees Schneiders geval in wezen nog veel meer, want voorafgaande aan de Lour- des-trip neemt hij doorgaans ook een week vrij om zich voor te bereiden en na afloop weer een week om uit te rus ten. „Maar de vriendschappelijke sfeer, de gezelligheid en de pure lol vaak - die wegen daar ruimschoots tegen op. Zo'n lichtprocessie die 's a- vonds over de Esplanade trekt, met die vele duizenden flakkerende kaarsjes dat is heel ontroerend. Ouders met zieke kinderen grijpen mij ook altijd erg aan. Hun gezamenlijk gebed om kracht. Kracht die ze ook in derdaad ontvangen. Dat laat ste merk je altijd heel duide lijk op de terugreis van een bedevaart. Op de heenweg is iedereen vaak vrij nerveus en onrustig. Dan loop je als brancardier van hot naar her te rennen. Maar na het ver trek uit Lourdes, terug rich ting Nederland, is de sfeer buitengewoon ontspannen en wordt er veel minder assis tentie gevraagd". Bejaardenhuis De ontkerkelijking van de afgelopen decennia heeft vol- gens Cees Schneiders geen remmende werking gehad op het aantal deelnemers aan de treinbedevaarten. Maar wel op hun gemiddelde leeftijd: „Vroeger mochten zieke i j mensen van boven de zeven tig niet mee. Die mensen zijn niet ziek; die hebben gewoon een ouderdomskwaal, werd er gezegd. Nu gaan er haast alleen nog oudere zieken op j bedevaart. Af en toe krijg je praktisch een half bejaarden huis mee. Niet dat ik het brancardierswerk daarom minder leuk zou vinden, maar het is wel een opvallen de verandering. Zoals ook opvallend is dat hetaantal gebedsbijeenkomsten in Lourdes waaraan de zieken nu mógen deelnemen veel la ger is dan het aantal waaraan Ze vroeger mee móesten doen". Inmiddels heeft Cees Schnei ders zijn jubileum-bedevaart naar Lourdes alweer geruime tijd achter de rug en begint hij zich te verheugen op zijn 26e trip. Op naar de bevorde ring tot het commandeur schap in de Cees Schneiders Orde voor buitengewone ver diensten die Jules, Joost, Monique en Monty hem in het vooruitzicht hebben ge steld bij voltooiing van zijn dertigste bedevaart in 1993. veel aantrekkelijker dan een Pro Ecclesia. mm -■ -- i.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 10