Dubrovnik herrijst uit puin inal Ie Op lie de Beauté voor elk wat wils Corsica koestert heiligen en helden ZATERDAG 4 FEBRUARI 1989 PAGINA 31 Elk jaar op 22 mei trekken duizenden Corsicanen naar het noorden van hun schitterende eiland. Daar, halverwege het schiereiland Cap Corse dat als een priemende vinger richting Frankrijk wijst, ligt het plaatsje Nonza. Hier wordt de heilige Julia vereerd, de patrones van heel Corsica. Op 22 mei worden de relikwieën van „Sainte Julie" getoond aan de gelovigen, die dan vervolgens in processie door het dorp trekken. Daarna is het eiland weer, en elk jaar steeds meer, het domein van de toeristen. Het „Ile de Beauté", zoals Corsica ook genoemd wordt, heeft zelfs de meest verwende vakantieganger veel te bieden. Je hebt er honderden kilo meters aan stranden. Het klimaat beantwoordt van juni tot half september aan de wensen van de echte zonzoekers en is in het voor- en najaar rond uit mild. Maar wat Corsica vooral zo aantrekkelijk maakt is de gevarieerd heid van het landschap op een relatief kleine onderlinge afstand. Bergland schappen, bossen, meren en levendige stadjes. Vooral sportievelingen (wandelaars, kanovaarders en fietsers) komen op Corsica aan hun trekken. In het regionale park, dat vrijwel het gehele „hart" van het eiland beslaat, is enkele jaren geleden een wandeltocht van ongeveer 200 kilometer uitge zet, bekend als de GR 20 de Grande Randonée. 's Avonds slapen de wan delaars bij herders of in oude kloosters en soms in het open veld. Getrainde fietsers kunnén het hele eiland over trekken, mits ze over de nodige stuurmanskunst beschikken, want de vangrail moet op de bergweg- getjes nog worden aangebracht zo dat al ooit gebeurt. Kanotrektochten over wilde rivieren, en langs de kusten zijn een andere mogelijkheid voor een sportieve vakantie. Met name de reisorganisatie France Individuelle in Amsterdam heeft sinds enige tijd een uitgebreid programma voor sportie ve vakanties op Corsica. Voor meer informatie: Frans Verkeersbureau, Prinsengracht 670, 1017 KX Amsterdam, tel. 020-247534 NONZA - Sainte Julie is de patro nes van Corsica, maar in het kerkje van Nonza worden maar enkele beenderen en een deel van de sche del van deze heilige bewaard. Het merendeel van haar resten bevindt zich in de Italiaanse steden Brescia en Livorno. Ze werden daar naar toe gebracht in 734, het jaar dat de Saracenen Corsica weer eens teis terden en alle kerken en verdere ui terlijkheden van het christendom onbarmhartig vernielden. Het verhaal van Sainte Julie is, zoals het hoort, wonderbaarlijk. Julia was een jong meisje, dat in het begin van de vier de eeuw in Nonza woonde en dat zich bekeerd had tot het christendom. In deze tijd was de vervolging van de chris tenen nog enorm. Corsica was bezet door de Romeinen, die hun eigen goden vereerden en de eilandbewoners dwon gen deze te aanbidden. In Cap Corse, in het noorden van Corsi ca, regeerde in die tijd landvoogd Barba- rus, in opdracht van keizer Diocletianus, met harde hand. In de lente van het jaar 303 liet Barbarus de inwoners van Non za aantreden voor een, in hun ogen, hei dens feest. De jonge Julia weigerde mee te doen, waarop Barbarus in woede ont stak en zijn soldaten opdracht gaf haar te martelen en te doden.' Sommige verhalen willen dat haar bor sten werden afgesneden en dat op de plek waar deze beneden aan de rots te recht kwamen, spontaan twee fonteinen ontsprongen. Anderen beweren dat de bronnen bij Nonza ontstonden op de plek waar Julia'gemarteld werd. Eeuwige rust Nadat de Romeinen verdreven waren, werd Julia als een heilige vereerd. In Nonza verrees een kerk, waarin haar stoffelijke resten werden bewaard. Maar ook na haar dood vond Julia niet de eeuwige rust. Corsica kende door de eeu wen heen vele bezetters, van wie de Sa racenen (die zich in het begin van de achtste eeuw aandienden) zich ontpop ten als ware beeldenstormers. Ook de kerk van Sainte Julie werd niet ontzien, maar de inwoners van Nonza hadden het gevaar zien aankomen en verscheep ten de resten van hun patroonheilige op tijd naar het Italiaanse vasteland. Toen de Saracenen verdreven waren ging men op zoek naar die resten. Die bleken inmiddels vereerd te worden in Brescia en Livorno, slechts enkele rugge- wervels en een deel van de schedel kon den mee teruggenomen worden naar Corsica, waar uiteraard weer een nieuwe kerk werd gebouwd. Die kerk is de plaats van samenkomst elk jaar op 22 mei. Van daaruit trekt de stoet pelgrims naar de plek waar Sainte Julie werd ge marteld en waar de heilige bronnen zijn. Het spreekt vanzelf dat ook op die plek een kapel is gebouwd. Helden Maar Julia is niet de enige heilige die op Corsica vereerd wordt. Het eiland koes tert zijn heiligen en zijn helden. Van die laatsten kende het eiland er vele, van wie Napoleon Bonaparte waarschijnlijk de bekendste is. Ze worden in aantal echter ruimschoots overtroffen door de heiligen. Elke stad, elk dorp, elke vlek op de kaart heeft zijn eigen patroonheili ge. Boven het belangrijkste kruispunt van de hoofdstad Ajaccio hangt nog steeds een kroon van lampen. Het is een laatste restant van de viering van de 200e ge boortedag van Napoleon, wiens geboor tehuis als museum is ingericht en wiens standbeeld met fontein 's avonds feeste lijk verlicht is. De keizer mag dan voor de buitenwereld de meest bekende Corsicaan zijn, de ei landbewoners zelf hebben meer respect voor Pascal Paoli, de enige die ooit (zij het kort) de onafhankelijkheid bewerk stelligde en die nu uitgebeeld als veld heer het stadscentrum van de oude hoofdstad Corte beheerst. Er is nog een historisch bekend figuur van wie de Cor sicanen beweren dat hij op hun eiland is geboren: Christoffel Columbus, de ont dekker van Amerika. De twijfel over de juistheid van die bewering is echter le vensgroot aanwezig. Columbus was Ge- nuees van geboorte, Corsica was inder tijd in Genuese handen, dus het zou best kunnen dat Vestingstad Helemaal op de zuidpunt van Corsica ligt Bonifacio, een vestingstad bij uitstek die door de eeuwen heen werd belegerd, ingenomen en weer verlaten door legers van allerlei nationaliteiten. Die belege ringen duurden soms maanden, maar meestal jaren, want de inwoners van Bo nifacio staan bekend als bijzonder hard nekkig als het er om gaat hun stad tegen indringers te verdedigen. Opmerkelijk is dat alle verhalen steeds ook reppen over de dapperheid van de vrouwen van Bonifacio, die zij aan zij met de mannen vochten tegen de indrin gers. Zij wisten zich beschermd door Saint Barthelemy, de heilige Bartholo- meus, naar wie een bron is genoemd, honderden meters onder Bonifacio en welke bron alleen toegankelijk is via een heel bijzondere trap, langs de krijtrotsen waarop de stad is gebouwd. De trap staat bekend als „L'escalier dit du Roy d'Aragon" omdat hij volgens de legende in het jaar 1420 door de solda ten van Alphonse d'Aragon in één nacht zou zijn gebouwd. Via die trap wilden de soldaten Bonifacio binnenvallen na dat een beleg, dat al enkele maanden duurde, weinig effect had gehad. De oplettendheid van (opnieuw) een vrouwelijke inwoner van Bonifacio voorkwam dat deze list slaagde. Natuur lijk werd ook Sint Bartholomeus uitge breid bedankt, zeker toen enkele weken later de Spaanse belegeraars onverrichter zake afdropen naar hun vaderland. Het is volgens geschiedkundigen niet waarschijnlijk dat de soldaten die trap, zoals de overlevering wil, in één nacht uithakten. De rotsen zijn daarvoor veel te hard. Veel waarschijnlijker is het dat ze gebruik maakten van treden die in de loop der eeuwen door verschillende ge neraties waren gemaakt. Bron De trap leidt overigens niet helemaal tot aan de zee, maar buigt enkele tientallen meters van onderen af naar binnen en leidt dan naar een grot, waar zich de bron van Sint Bartholomeus bevindt. Het is op zijn minst opmerkelijk dat deze bron zoet water bevat. Z$ bevindt zich namelijk op geringe afstand van de zee. Het bronwater heeft de inwoners van Bonifacio in de loop der geschiede nis geregeld gered als er weer eens een belegering plaatsvond en honger en dorst de Corsicanen kwelden, 's Nachts daal den dan dapperen via de trap van de ko ning van Aragon af naar de grot om wa ter uit de bron van Sint Bartholomeus te halen. Ook werd de trap veel gebruikt door kleine en grote criminelen die, op de vlucht voor de justitie, zich uit de voe ten maakten door de bijna tweehonderd treden naar beneden te nemen en vanaf het strand naar Sardiniè te vluchten. Sinds echter de marines van Frankrijk en Italië de zeeéngte regelmatig controle ren is de vluchtweg veel minder populair geworden. JOS KNAAP in 1979 grotendeels verwoest door aardbeving DUBROVNIK - De duiven op de Pred Dvorum en de Placa in Du brovnik schrikken al Wg niet meer op van het plotse gedreun van de drilboren, en ook de toeris ten hebben zich neergelegd bij het overal opwaaierende stof, het ge klop van hamers en de hijskranen en steigers, die het onmogelijk ma ken mooie vergezichten of histori sche panden op de gevoelige plaat vast te leggen zonder dat die ont sierd worden door hedendaagse werktuigen. Al bijna tien jaar lang is Dubrovnik, het grootste toeristische centrum van Joego slavië (met meer dan een half miljoen toeristen en 3,5 miljoen overnachtingen in '87), een bouwplaats. De „onneemba re vesting" met zijn metersdikke muren werd immers in april '79 - precies in het jaar dat de stad door de Unesco werd erkend als historisch monument - door zo'n krachtige aardbeving getrof fen, dat de gevolgen daarvan over twin tig jaar nog niet zullen zijn uitgewist. Dubrovnik heeft in zijn lange geschiede nis met aardbevingen leren leven. Reeds toen het als stad-republiek in de 14e en 15e eeuw, samen met de grote „vijand" of concurrent Venetië, hét economisch en cultureel centrum aan de Middelland se Zee was, werd Dubrovnik herhaalde lijk door elkaar geschud. Om de 28 jaar komt in de stad een aardtrilling voor, en om de driehonderd jaar een echte aard beving. Een van die zware aardbevingen deed zich voor in 1667: toen bleef nauwelijks één steen op de andere. Dank zij het sterke historische gevoel, dat al in de 17e eeuw in Joegoslavië aanwezig was, werd de stad volgens de oorspronkelijke urba nisatieplannen van 1272 nauwkeurig heropgebouwd. Op 15 april 1979 was het echter weer zo ver: de aardbeving (met een kracht van 8 tot 9 op de schaal van Richter) die toen de zuidelijke Joegoslavische repu bliek Montenegro trof (er vielen 87 do den en een aantal kustplaatsen werd zo goed als van de kaart geveegd), trof ook Dubrovnik. Het epicentrum lag in de Adriatische Zee, een paar honderd kilo meter ten zuiden van de historische stad. Slachtoffers waren er in Dubrovnik niet te betreuren, maar van de 1376 ge klasseerde monumenten in de „stari grad" (oude stad) werden er 1071 ernstig beschadigd. De schade werd (in '86) ge raamd op 220 miljoen dollar. Deze „stari grad", met een oppervlakte van 350.000 vierkante meter, heeft tot vandaag de dag haar middeleeuwse structuur bewaard. Nergens ter wereld vind je zoveel historische gebouwen per vierkante meter als hier. De twee kilo meter lange metersdikke stadswal, het franciscaner- en dominicanerklooster, de oudste apotheek van Europa (14e eeuw), Dubrovnik zoals het was voordat de aardbeving verwoestend toesloeg, en zoals het er over tien jaar weer moet uitzien. FOTO: PR de Sint Blasiuskathedraal en het Recto renpaleis - om er maar enkele te noe men - zijn wereldberoemd. Titanenwerk De restauratie van deze verwoeste stad is dan ook een titanenwerk. Onmiddel lijk na de aardschok van april '79 be loofden de republiek Kroatië en de stad Dubrovnik dat er voldoende financiële middelen ter beschikking zouden wor den gesteld om met de restauratie te kunnen beginnen. Onmiddellijk werd ook een speciale commissie in het leven geroepen die als opdracht meekreeg de restauratie van de historische monu menten van de stad in goede banen te leiden. Het Instituut voor de Restauratie van Dubrovnik werd opgericht, niet al leen om de restauratiewerkzaamheden te organiseren, maar ook om de oude stadskern nieuw leven in te blazen en de historische monumenten een actieve rol in het culturele en maatschappelijke le ven van het hedendaagse Dubrovnik te geven. Er werd een twintigjarenplan (1979/ 1999) opgesteld om de eerste fase van de heropbouw te verwezenlijken. Zaja Fa- bijan, een innemende vijftiger, is al tien jaar lang public relations officer van de restauratiewerken van de stad, want Du brovnik heeft van de nood een deugd ge maakt, en van de restauratiewerken toe ristische attracties gemaakt. Dertig historici leiden in de stad zelf de restauratiewerken in samenwerking met een aantal Unesco-experts. Elke maand wordt er vergaderd met alle grote restau rateurs van Joegoslavië: met architecten uit Zagreb en Ljubljana, met professoren van het seismografisch instituut van Skopje enzovoort. „De restauratiewerken hebben in de praktijk met heel wat praktische proble men af te rekenen", vertelt Zaja Fabijan ons, terwijl hij ons rondleidt in de kathe draal. „Zo is de kans reèel dat Dubrovnik vóór het einde van de eerste restauratiefase opnieuw door een lichte aardschok wordt getroffen, maar het grootste; pro bleem vormen de inwoners van de „stari grad" zelf. De oude stadskern is immers een levende stad met 4300 inwoners, en die willen niet zomaar voor jaren hun huis uit". Aan de andere kant valt er tijdens de aan gang zijnde restauratiewerkzaamhe den veel te leren en doen de restaura teurs vaak onverwachte en interessante ontdekkingen. Zo werd niet alleen onder en naast de bestaande kathedraal een Romaanse kerk uit de 12e eeuw ontdekt, maar men stuitte ook op de resten van een oude Byzantijnse kerk uit de 5e of 6e eeuw. Metselwerk „Bij de bouw van de Romaanse kerk ge bruikte de toenmalige bevolking bouw technieken uit de scheepvaart, die duide lijk aantonen dat de bevolking ook toen al vertrouwd was met aardbevingen, legt Zaja Fabijan uit. „Rond. de stenen brachten de mensen „kretj" aan, een soort vloeistof. De stenen lieten zij drie dagen in het vuur liggen tot er zich as had gevormd. Als ze daarna water tus sen de stenen goten, kregen ze een bouwwerk dat zo sterk was als beton. Nu spuiten we in alle funderingen, in de dragende elementen (zuilen, muren) en in sommige plafonds gewapend beton. Het ligt in onze bedoeling om alle geres taureerde gebouwen bestand te maken tegen aardbevingen tot 10 op de schaal van Richter". De interessante ontdekkingen die men bij en in de omgeving van de kathedraal heeft gedaan tijdens de voorbije jaren, wil men nu in de nabije toekomst ver werken tot een gloednieuw „kathedraal museum", waarin onder meer een kerk hof van drie verdiepingen met middel eeuwse graven te zien zal zijn, de platte gronden en voorwerpen van de Byzan tijnse en Romaanse Kerk (die volgens een inmiddels achterhaalde legende werd gebouwd in opdracht van Richard Leeu wenhart, uit dankbaarheid omdat hij tij dens de terugkeer van zijn derde kruis tocht een schipbreuk overleefde), een baptisterium, en vooral ook een aantal prachtige fresco's, die eeuwenlang onder gronds onder water hebben gestaan, maar juist daarom zo goed bewaard zijn gebleven. Rectorenpaleis Een pareltje van schitterende restauratie kunst is het Rectorenpaleis (15e eeuw), dat er nu mooier uitziet dan vóór de aardbeving. De schade na de schok was enorm: de muren waren volledig losge komen van het plafond, de steunbogen en de prachtige ramen waren zo goed als helemaal vernield. De restauratie duurde drie volle jaren, maar het resultaat mag gezien worden. De binnenhof met de monumentale trap wordt tegenwoordig opnieuw veel ge bruikt voor stemmige concerten. In de kamers op de eerste verdieping werd verwarming geïnstalleerd en letterlijk al les - van het behang tot de luchters en het luisterrijke meubilair - werd minu tieus gerestaureerd in zijn oorspronkelij ke staat. Tussen de binten in de muren werd gewapend beton aangebracht en ook de zuilengaanderij bij de hoofdin gang werd zodanig versterkt dat ze een volgende aardschok moeiteloos moet kunnen doorstaan. Alle restauratiewerken samen slorpen tot nu toe 25 miljoen dollar - een tiende van het totale budget - op. De werken worden voornamelijk gefinancierd door de stad Dubrovnik en de Staat, die, zo als algemeen bekend is, op de rand van het faillissement staat. De stad tracht voor de historische restauratie de nodige fondsen te verzamelen door tien procent extra belasting te heffen op souvenirs. Daarnaast kan Dubrovnik rekenen op een kleine steun van de Unesco, voorna melijk in de vorm van het ter beschik king stellen van exporten en aangepaste computerprogramma's. Bijna vier jaar lang werd de eerste res tauratiefase voorbereid. De eigenlijke werken begonnen in 1982, nadat men drie jaar lang uitsluitend puin had ge ruimd. De voornaamste historische ge bouwen zijn op dit ogenblik bijna klaar, maar nog ten minste vijftien jaar zullen de inwoners van de „stari grad" en de duizenden toeristen die Dubrovnik be zoeken moeten leven met drilboren en hijskranen, stof en plankbruggen. LIESBETH COOYMANS ■CeidócSouAOiat De beroemdste zoon van Corsica is Napoleon Bonaparte. Uitgedost als een Romeinse keizer staat hij nu versteend op een plein in Ajaccio. FOTO: PR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 31