Groen Spanje vraagt om meer dan een vluchtige verkenning Als zelfs de weerman naar Frankrijk gaat 'finale DORDOGNE ONDANKS ZOMERSE DRUKTE ONWEERSTAANBAAR Ccldóc 000001x1' ZATERDAG 4 FEBRUARI 1989 PAGINA 29 Een reis door Spanje en Portugal zorgt constant voor verrassingen. Kathedralen in elke zichzelf respecterende stad, felgele zonnebloemvelden, besneeuwde berg toppen en Oostenrijks aandoende groene heuvels met in het dal kleine dorpjes. En steeds is daar weer de kust met rijke badplaatsen en slaperige vissersdorpjes. Er is veel te genieten in beide landen, zeker voor wie de moeite neemt zich naast de gebaande wegen van het massatoerisme te begeven. PORTO - Startpunt is Biarritz, het eindstation van de autoslaaptrein. De tolweg naar Spanje links laten liggen, want er is tijd genoeg. Over prachtige bergpassen door de Spaanse Pyreneeën naar de hoog- bouwstad Pamplona, waar buiten de jaarlijkse stierenfeesten niets lijkt te gebeuren. Daar pakken we een stuk van de pelgrimsweg naar het bedevaartsoord Santiago de Compostela op. Arme pelgrims: op hier en daar een bordje na, lijken voorzieningen voor de gedreven wandelaars geheel te ontbreken. Burgos en Salamanca zijn de eerste tus senstops. Steden met een verleden, dat blijkt uit alles. In Burgos trekt de kathe draal Santo Domingo de Silos alle aan dacht. Maar misschien nog veel leuker zijn de pleinen en de parkachtige boule vards langs de Rio Arlanzón. Prachtig uitgedost paraderen de Spaanse gezinne tjes 's avonds door de straten van Bur gos en schuiven aan op een van de vele terrasjes. In Salamanca hebben ze maar liefst twee kathedralen naast elkaar, waar op zater dagavonden aan de .lopende band wordt getrouwd: in een half uur vier bruids stoeten gezien. De Plaza Mayor schijnt het mooiste plein van Spanje te zijn. We hebben ze niet allemaal gezien, maar ge loven de boeken onmiddellijk. Geen al legaartje van oude panden, maar een echte eenheid met in het stralend mid delpunt het gemeentehuis. Onder de ga lerijen zijn tal van sjieke winkels en res taurantjes. Het traject van Salamanca via Caceres naar het Portugese Evora leidt langs zon nebloemvelden, kurk- en olijfbomen, bergdorpjes en een enorm verstild meer, midden m de Extremadua. Evora is een ommuurd middeleeuws stadje met enke le bijzondere bezienswaardigheden, zoals een Griekse tempel midden in het cen trum. Maar het meest in het oog sprin gend is de lugubere kapel bij het Sint- Franciscusklooster. Ooit bedacht een abt dat de mensheid zich maar eens zijn sterfelijkheid moest realiseren. Dus haalde hij het plaatselij ke kerkhof van' het klooster leeg, legde botje bij botje en schedeltje bij schedel- tje. Van die „bouwstenen' liet hij mon niken een kapel maken met het opschrift „Onze botten wachten op die van jul lie". Van Evora naar Lissabon is het nog maar een klein stukje. Via een stukje tol weg komen we de hoofdstad binnen. Eerst zien we het enorme Christusbeeld en de rode Ponte 25 de Abril, en dan een magnifiek overzicht van de havenstad met boven op de heuvel het Castelo de San Jorge. Een enorme gemeentelijke camping, midden in het „Parque flores- tal de Monsanto" biedt prima onderdak. Op de weg naar de binnenstad rijden we langs moderne flatgebouwen met vlak daarvoor krotjes van hout en golfplaat. „Lies", zoals de Portugezen hun hoofd stad noemen, is indrukwekkend. Brede avenues, mooie panorama's, overal drukke pleinen met in het midden weer een van *s lands helden op een sokkel. En veel bezienswaardigheden, zoals het werkelijk prachtige Mosteiro dos Jeróni- mos, het moderne monument van Hen drik de Veroveraar aan de oever van de Taag, de botanische tuinen, de bijzonde re lift van ontwerper Gustave Eiffel mid den in het winkelgebied, de volkswijk Alfama en het reeds genoemde Castelo de San Jorge. De kust van Portugal met een van die vele slaperige vissersdorpen. Op donderdag 25 augustus, een dag waarop wij in Lissabon verbleven, bood dat kasteel wel een heel uniek uitzicht over de stad: op dat moment brandde de historische winkelwijk Chiado af. De dag ervoor hadden we de mengelmoes van elegante theesalons, dure juweliers- zaken en warenhuizen vol oude glorie nog gezien. vissersdorpjes Onze tocht leidde verder in noordelijke richting langs de kust. Peniche is de twee na grootste vissersplaats van Portugal en dat is aan het menu van de restaurantjes te merken: overal vis op de barbecue. Vanuit Peniche is het mogelijk een ex cursie te maken naar de Berlenga-eilan- den, een natuurreservaat. Maar twee uur in de rij staan is nog geen garantie voor een kaartje voor de boot. Het is een kwestie van geluk hebben. Echt aangeraden is een bezoek aan het middeleeuwse stadje Obidos, 25 kilome ter landinwaarts. Het is een prachtig be waarde vesting met een Chinese muur op een wat kleinere schaal. Een wande ling over de trans van de muur is een hele tippel, maar wel de moeite waard. En binnen de vesting wordt de bezoeker vergast op smalle steegjes, bloeiende struiken, kleine kerkjes, betegelde huizen en het tot hotel verbouwde kasteel. Universiteitsstad Coimbra is na alle pracht van de voorgaande dagen toch een kleine tegenvaller. Alleen het univer siteitsgebouw en de Romeinse opgravin gen in het nabijgelegen Conimbraga zijn de moeite van een bezoek waard. Weer verder noordwaarts komen we in het prachtig aangelegde bos van Bucaco terecht, met boven op de heuvel een kitscherig maar toch leuk paleis. Voor rijke jonggehuwden is het een favoriet lustoord, zo schijnt het. In het bos staan honderden soorten bomen uit de hele wereld bij elkaar, afgewisseld met water partijen. Porto, aan de monding van de Douro, is een stad vol charme. Voor het eerst tref fen we gezellige restaurantjes aan, die vooral in het havenkwartier zijn gelegen. Zoals overal in Portugal kun je voor minder dan een tientje uitgebreid eten en drinken. En de gratis portproeverijen aan de andere kant van de rivier (over steken via een Eiffel-brug) vallen bij toe risten erg in de smaak. In Porto zijn veel gebouwen voorzien van tegelwanden met daarop historische voorstellingen. Groen spanje Via een uitloper van het nationaal park Peneda-Gerês rijden we Spanje weer in. Het bedevaartsoord Santiago de Com postela is indrukwekkend. De kerk is ge wijd aan de heilige Jacobus eri trekt elk jaar weer tienduizenden pelgrims. Op het plein voor de kathedraal waan je je even een paar eeuwen terug als een in traditionele dracht gestoken student een fluit aan zijn mond zet en oude melo dieën nieuw leven inblaast. Wereldser is de buurt om de kerk heen: het zit er vol met leuke restaurantjes en mooie win kels. De tijd begint te dringen (drie weken blijken toch maar kort) en de tocht door de provincies Galicia, Asturias, Canta- bria en Vasco (Baskenland) gaat veel te snel naar onze zin. Ook al omdat de At lantische Oceaan aan de Cantabrische kust véél beter op temperatuur is dan in Portugal. En omdat dat groene deel van Spanje gewoon vraagt om meer dan een vluchtige verkenning van het gebied. Spanje is meer dan alleen maar drukke stranden met flatkolossen op de achter grond, dat hebben we nu wel in de ga ten. Een ideetje voor een volgende reis: op de heenweg de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela volgen en terug langs de noordkust. Want terug komen WCJACQUELINE KRONENBURG Voor meer informatie: Spaans Verkeersbureau, Laan van Meer den oort 8, 2517 AJ Den Haag, tel. 070- 465900. Portugees Nationaal Verkeersbureau, Stadhouderskade 57, Amsterdam, tel. 020-750301. ST. CYBRANET - Als zelfs de weerman naar Frankrijk gaat, om dat hij z'n profetieën ook eens een keer wil zien uitkomen, dan zegt dat toch wel iets. De liefhebbers van dit land, dat alles heeft wat een toerist kan boeien, spreken niet voor niks van „la douce France". Het leeft zo lekker weg als de altijd aan wezige zon vriendelijk toekijkt hoe jij 's morgens voor de tent een vers stok- broodje verorbert en zelfs aan het een voudigste regionale wijntje de smaak geeft van een grand cru. Vorige zomer ging weerman Henk van Dorp (en wij in zijn voetspoor) naar de Dordogne. Naar een-camping in St. Cy- branet, een klein dorp aan het kristalhel dere riviertje de Céou. Vanuit ons land een dikke duizend kilometer. Geen af stand om van te schrikken, vooral niet als na Parijs het mooie weer zich aan dient. Maar waarom in één ruk verder? Niét ver voorbij Orléans ligt het plaatsje La Motte Beuvron (zo'n moeilijke naam gaat na een keer stampen nooit meer uit het geheugen), dat beschikt over een pri ma motel. Een uitstekende tweepersoons kamer met douche kost nog geen vijfen dertig gulden per nacht. De prijs van de voortreffelijke „plat du jour", inclusief een alleszins acceptabele fles Loire-wijn, is navenant. Ganzelever Dordogne. Het land van de loofbossen, de kastelen, de historische stadjes, de wijn en niet te vergeten de vette ganzele- vers, de foie gras. Overal wordt de toe rist vriendelijk doch dringend verzocht de lekkernij van de streek te kopen. Ze ker, het smaakt prima, maar de kritische vakantieganger heeft wat moeite met deze specialiteit. Hij hoeft maar te kij ken naar de alom verkrijgbare prenten waarop een oud vrouwtje een gans voert met gemalen mais en de twijfel groeit of de behandeling van het beest wel geheel volgens de normen van de actiegroep „Lekker Dier" geschiedt. Maar de toerist wordt verzocht zijn kri tische instelling bij de douane in te leve ren. Wat bijvoorbeeld te zeggen van de forellenvangerij als entertainment? In een kweekvijver mogen campingbezoe kers naar hartelust de beesten vangen, als ze maar betalen. Veel subtiliteit komt De burgers van Sar lat, het centrum van de Dordogne, beschouwen hun stad als een geschenk van het verleden dat zo gaaf mogelijk moet worden overgedragen aan de vol gende generatie. FOTO: PR er niet aan te pas. Na de vangst worden ze met een paar stevige meppen barbe cue-rijp gemaakt. Een soortgelijk gevoel als zo'n vis onder gaat, overmant degenen die op een ver keerde fiets proberen de Dordogne te be- fietsen. Als je een goede fiets hebt en de hellingen vermijdt kan het nog wel. Maar sommige huurvehikels hebben he laas een zadel dat nauwelijks verschilt van een betonnen staaf. Wie er zo een treft is de sigaar. Alternatief Wandelen is daarom een goed alterna tief. Een mooie route is snel gevonden. Welke je ook neemt, de schoonheid van de omgeving imponeert steeds. Opval lend is de weelderige plantengroei. De sterk geurende mirte, de rozemarijn, de gele adonis, de stengelloze silene, de wil de maijolein de bonte mengeling van bloemen is een blijvende verrukking voor het oog. De eeuwig „zingende" kre kels en de plotseling wegschietende libel len geven de wandelaar bovendien het gevoel, dat de „soleil" zich voorgoed in de Dordogne heeft gevestigd. Maar ook daar laat de zon het wel eens afweten. Plotseling kan het zwerk dicht trekken, al duurt de grauwheid nooit lang. Geen nood, zo'n weer is bij uitstek geschikt voor autotochtjes door de streek. De wat grotere plaatsjes zijn stuk voor stuk de moeite waard. Om te be ginnen het karakteristieke Domme, een middeleeuws stadje op de punt van een berg. Wandelen door de sfeerrijke straat jes doe je nooit alleen. Horden toeristen uit vooral Nederland en Groot-Brittan- niè strijken er neer. E>e grootste attractie is het schitterende uitzicht op de vallei van de Dordogne. De bruine rivier slingert zich door een fantastisch landschap, waaraan verspreid staande populieren extra schoonheid verlenen. Loze praat De geschiedenis is in dit deel van Frank rijk nadrukkelijk aanwezig. De burgers van Sarlat, het centrum van de streek, en vooral Bergerac, beschouwen hun stad als een geschenk van het verleden dat zo gaaf mogelijk moet worden over gedragen aan de volgende generatie. In beide plaatsen rijgen de sfeerrijke plein tjes, straatjes en doorkijkjes zich aaneen tot een doolhof waarin de toerist graag verdwaalt. In Bergerac staat het stand beeld van de legendarische Cyrano, de held in het nog steeds over de hele we reld gespeelde stuk van de toneelschrij ver Rostand. Hij, de aartslelijke slimme Dordogne: het land van de kastelen, historische stadjes, wijn en niet te vergeten de vette ganzelevers. rik, laat een knappe, maar leeghoofdige sukkel de woorden zeggen, waartegen mooie vrouwen niet zijn bestand. De monsterachtige neus van Cyrano heeft in zijn stenen gelijkenis de vorm van een kleerhaak. Inderdaad, geen gezicht. Tot vermeldenswaardige historie be hoort ook het nog goed bewaard geble ven kasteel van Milandes. Het bewijst de stelling dat Frankrijk niet alleen won derlijk mooi is, maar dat er ook nog wonderlijke dingen gebeuren. De kas teelheer was zó'n bewonderaar van wij len Josephine Baker, dat hij met een gul gebaar zijn „stulpje" aan haar afstond. Zijn verering gold niet enkel de benen van de revuester of haar mooie dansen in het bananenrokje, maar vooral haar daadwerkelijke belangstelling voor men sen. Baker haalde kansarme kinderen uit diverse landen biieen en voedde ze op in^ Milandes. Ze wilde zo het bewijs leve ren, dat verschillende nationaliteiten best met elkaar kunnen samenleven. Te veel frans De wetenswaardigheden zijn alle leuk en aardig, vaak meer dan dat. Het prehisto risch museum in Les Eyzies bijvoor beeld is een „must". Het prachtig inge richte gebouw met daarvoor het stand beeld van de Cro-Magnon-mens wordt terecht dagelijks bezocht door drommen nieuwsgierigen uit binnen- en buiten land. Onbegrijpelijk daarom dat de voorlichting alleen in de Franse taal is gesteld. Het is met het Frans net als met ons wetboek. Iedereen wordt geacht dat te kennen, maar de werkelijkheid leert anders. Menige bezoeker stond met de mond vol tanden en z'n ogen vol vraag tekens. De eerlijkheid gebiedt op te merken dat het gezegde „de klant is koning" ook in het land van Marianne begint door te dringen. In het zeer interessante aqua- risch museum in Sarlat kregen we een gids in onze moerstaal in de handen ge drukt. Heel merkwaardig dan weer dat een voorlichtingsfilm over de geschiede nis van de Dordogne alleen voor de Fransen leek te zijn gemaakt. Frankrijk, je "valt er van de ene verba zing in de andere. Nergens anders dan daar plaatsen werknemers uit dankbaar heid voor hun baas, die hen immers aan arbeid heeft geholpen, eens per jaar een paal met aan de top een lauwerkrans on der een wimpel in de nationale drie kleur. „Honneur au patron", meldt een bordje. Kom daar bij ons eens om! Van de patron wordt dan wel verwacht dat hij breed uitpakt. En in de regel gebeurt dat ook. JOS BOUTEN Voor meer informatie: Frans 1 'erkeersbu- reau. Prinsengracht 670. 1017 KX Am sterdam. tel. 020-247534.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 29