De werkelijkheid van schorpioen en krokodil Mysterieus scheepsongeluk houdt Wenen in zijn greep „Geen sneeuw in Oostenrijk? Dat is één grote leugen!" WINTERSPORTLANDEN KLAAR VOOR JAARLIJKSE INVASIE ^r^UITENLAND CeidócSouocmt DONDERDAG 2 FEBRUARI 1989 PAGINA 7 K3RCHBERG/DEN HAAG Voor Christian Aigner kan deze winter niet meer kapot. Dat kan die eigenlijk nooit. Want wat het weer ook doet, zijn café „The Londoner" in het centrum van de -Oostenrijkse wintersport- jplaats Kirchberg zit in het jskiseizoen altijd bomvol. 'Van vier uur 's middags tot vier uur 's nachts. Komend weekeinde, duizenden Nederlanders hun intrek nemen in het sfeerrijke dorp, zal er in Aigners café toch nog een beetje verder moeten worden ingeschikt. Want wie naar Kirchberg gaat, gaat ook naar The Lon doner. Loopt mee in de polo naise en zingt uit volle borst het Hollands populair mee. Kirchberg is een van de vele (vooral Oostenrijkse) winter sportplaatsen die zich opma ken voor de komst van dui zenden (krokus)vakantiegan- gers. Alleen al vanuit Neder land gaan volgens een schat ting van de ANWB zo'n 350.000 tot 400.000 mensen op wintersport. De meesten gaan per eigen auto naar Oostenrijk. Op de route naar de Alpenlan den voegen zij zich vanaf van avond in een stroom van dui zenden auto's en honderden bussen. Want ook onze ooster en zuiderburen nemen de ge legenheid van het carnaval te baat om er een weekje tussen uit te gaan, bij voorkeur op de Oostenrijkse berghellingen. Navraag bij Nederlandse tour operators doet vermoeden dat Frankrijk in elk geval bij de georganiseerd reizende win tersporters wat uit de gratie is. Zeker in de krokusvakantie, wanneer de toch al niet lage prijzen tot astronomische hoogten stijgen. En noord-Ita- lië kan de komende week maar beter gemeden worden, want daar ligt nog helemaal geen Sneeuwhoogten en -condities zijn dezer dagen het gesprek van de dag onder de winter- sportgangers. De meest gele zen Teletekst-pagina is 712, waarop de ANWB de dikte van de witte dekens in de be langrijkste wintersportplaatsen weergeeft. Daaruit blijkt dat de situatie in Frankrijk, Voral- berg, Tirol en Salzburgerland over het algemeen goed is. Overal elders is het minder goed tot ronduit slecht, zodat Oostenrijkgangers die bijvoor beeld van plan zijn naar plaat sen als Schladming, Bad Kleinkircheim of Zeil am Zil- ler te reizen, beter een gezel schapsspel kunnen inpakken dan ski's. De voortdurende hoge lucht druk boven midden-Europa, bij ons de oorzaak van dikke mist, houdt verse sneeuw voorlopig op grote afstand van het Alpenmassief. Sommige plaatsen hebben sinds begin december alleen zon gezien. „Geen verse sneeuw. Ver slechterende condities en ijzige pistes", is dan ook al enige tijd de onheilstijding van de Ne derlandse weermannen, als zij hun licht over de Alpen laten schijnen. Maar niet overal zijn de condi ties zo slecht als zij doen gelo ven. Christian Aigner in Kirchberg: „Ik geef toe, elders in Zillertal is de toestand niet geweldig. Mensen die met de bus of de auto komen vragen zich beneden angstig af, of er wel sneeuw ligt. Maar hier in de omgeving van Kirchberg en Kitzbühl is het ronduit fan tastisch. Het verhaal dat ik uit Nederland hoor, als zou er in Oostenrijk helemaal geen sneeuw liggen, is één grote leugen. Als ik naar buiten kijk zie ik op de daken zeker 25 centimeter sneeuw liggen. De skipistes zijn goed bedekt en prima onderhouden. Het is een ropwinter. De mensen komen opgetogen van de hellingen. En dat is natuurlijk weer goed voor mijn omzet". Hotels in populaire bestem mingen als St. Johan in Tirol („perfect"), Westendorf („veel sneeuw") en Ehrwald („meer gasten") bevestigen het ijzer- sterke optimisme van Christi an Aigner. Dat is natuurlijk niet zo vreemd, want de win tersport is de voornaamste bron van inkomsten voor hon derdduizenden Oostenrijkers. Elk negatief geluid kan toeris ten ertoe brengen hun vakan tie uit- of af te stellen. Toch klinkt in de reacties door, dat een laagje verse sneeuw zo langzamerhand zeer welkom is. Aigner: „Het is nu eigenlijk heel rustig op de pistes. De mensen zitten vooral in de zon. Op straat lo pen allemaal mensen met zon verbrande hoofden. Maar als de krokusdrukte losbarst, zou den we wel weer wat sneeuw, kunnen gebruiken". Mevrouw Toos Leitler, in Kirchberg de chef-hostess van Arke-Reizen, beaamt de woorden van Aigner. Dat de ondanks de dagelijkse felle zon zo lang goed blijft, komt volgens haar door de koude nachten. Want zodra de zon achter de hellingen is ver dwenen, daalt het kwik in Ti- rol snel tot ver beneden het vriespunt. Behalve de Oostenrijkse win tersport-industrie zouden ook de Nederlandse hulpverleners- voor-toeristen-in-moeilijkhe- den graag zien, dat het sneeuwdek in de Alpen wordt opgehoogd tot normale winter se proporties. Minder beschik bare pistes leiden immers tot grotere drukte op die plaatsen waar wel geskied kan worden. Dat leidt weer tot snel ver slechterende omstandigheden. En samen staan zij garant voor nog meer ongelukken, terwijl zowel de ANWB-Alarmcentra- le als de SOS-centrale dit sei zoen toch al veel meer onge lukken hebben binnengekre gen dan over de vergelijkbare periode van het vorige jaar. De vliegtuigen voor de gipsvluch- ten zijn al gereserveerd. De eerste problemen tijdens de record-uittocht naar de win tersportgebieden zullen zich naar verwachting morgen reeds voordoen, wanneer de honderdduizenden zich op weg begeven naar de sneeuw. Ook als het weer niet tegenzit - geen mist, geen sneeuw - moet vooral voor de grens overgangen naar Oostenrijk gerekend worden op kilome ters lange files en urenlange vertragingen. De verwachte drukte is voor de reiswereld reden om nog eens aan te dringen op een spreiding van de krokusva kantie over een langere perio de. Doordat nu alles vol zit, worden de prijzen opgedreven. Ook de verkeersveiligheid is met een betere spreiding ge diend. Verdeling van „de krokus" over bijvoorbeeld drie weken zou ook het milieu in de Alpen ten goede komen. Die ene ab solute topweek vormt een enorme belasting voor het berglandschap, omdat de in frastructuur en veel accom modaties op die piek worden afgestemd. De ANWB, de Nederlandse Ski Vereniging (NSV) en de Nederlandse Milieugroep Al pen (NMG) hebben voor het begin van deze winter een aantal gedragsregels opgesteld voor toeristen, die moeten hel pen de Alpen te beschermen tegen verdergaande aantas ting. Zij adviseren de winter sporter gebruik te maken van het openbaar vervoer, zich niet buiten aangelegde paden en pistes te begeven en vooral niet op die pistes te skiën waar de sneeuwlaag zo dun is dat de planten eronder te zien zijn. Wie morgen of overmorgen uren in de file staat, daarna lang moet wachten voor een skilift, overvolle pistes treft, in de sneeuw uitglijdt over een achteloos weggegooid bierblik je en 's middags de overvolle „Londoner" niet meer in kan, zal moeten erkennen dat het zo eigenlijk niet langer gaat. In het zuiden van Sudan woedt een hevige burgeroorlog, die de Nederlandse regering er al toe heeft gebracht te dreigen de ontwikkelingshulp aan het Afrikaanse land te staken, als de regering geen ernst maakt met het streven naar vrede. Onze verslaggever Paul de Schipper reisde rond in Zuid-Sudan en sprak onder anderen met een van de weinige Nederlanders die er nog verblijven. JUBA We zitten tegen een boom aan de oever van de Nijl bij Juba in Zuid-Sudan. Vrouwen dragen water, weg, de kruiken op hun hoofd. Anderen wassen kleren. Een paar jongens spelen in een boomstamkano tus sen de biezen. Verderop ligt de zwaarbewaakte Nijlbrug, ooit gebouwd door de Nederlandse Rijkswaterstaat. Soms schieten de soldaten vanaf de brug op Nijlpaarden. Uit verveling of als ze dron ken zijn. In die Nijl zwom ooit .de krokodil met op z'n rug de 'schorpioen. De schorpioen stak 'de krokodil. Ze zonken samen -en zo ging Zuid-Sudan dood. Op het oog is Ido Jacobs on verstoorbaar kalm, een fleg matieke Nederlander in Afri ka. Iemand die, door jaren er varing, geschoold is in wach ten en in tegenslag. Toch zijn er ook voor hem grenzen. Ido Jacobs vond na zijn studie sociologie dat hij best wat goeds voor de wereld kon gaan doen. In dienst van Cebemo, een Nederlandse organisatie voor de financiering van ont wikkelingsprojecten, trok hij naar Afrika. „Het is leuk om wat van de wereld te zien. Maar het is ook leuk om werk te doen waarvan je weet, dat, als jij er niet bent, het niet ge beurt". Idealen? Hij aarzelt even, kijkt naar de rook die aan de over kant opstijgt uit de bush en zegt: „Toen? Jazeker. Maar 't is nu minder". Hij werkte van af 1975 in Etiopiè, in Burkina Fasso en nu dus in Sudan, maar hij is het beu: de oorlog, de afbraak, de uitzichtloos heid. „Ik houd er mee op. Vijf jaar hier is genoeg. Je bloedt dood, je ideeën raken op en de oor log doet geen goea aan je moti vatie. Mijn territorium is lang zamerhand heel klein gewor den. In 1983 begon de burger oorlog. Toen kon je nog overal komen. Nu heb ik alleen nog Juba en de mijnen. Ik heb hier pas nog geholpen bij het gra ven van drie nieuwe water putten. Twee zijn er al buiten gebruik, want er liggen smij- nen omheen". Een presentje van de guerrilla (SPLA) die in het zuiden van Sudan vecht tegen het islamitische noor den. Een strijd, waarvan de bevolking de prijs betaalt. Met het idealisme van begin 'jaren '70 ging Jacobs destijds in Afrika aan de slag; zwarte mensen helpen. De ervaring veranderde zijn inzichten. Het ideaal bereiken bleek geen zaak van even de Nederlandse schouders eronder zetten. In hulp frustreren. De vooruit gang van het continent is net een springprocessie: een paar stappen vooruit en dan weer terug. Prik in de rug Ido: „Hoe je mijn houding nu kan omschrijven? Noem het scepsis, twijfel over de zin van wat je hier nog kunt doen. Een heleboel dingen worden onder je handen afgebroken. Hier zijn machten aan het werk waar niet tegen op valt te roei- Zuid-Sudan is ook het verhaal van de schorpioen en de kro kodil, die samen aan de oever van de Nijl zitten. De schorpi oen vraagt aan de krokodil: „Kun je me naar de overkant brengen?". De krokodil zegt: „Ik ben niet gek. Als je me dan in m'n rug prikt verzuip ik". „Nee", verzekert de schor pioen „dat doe ik niet sufferd, want dan verdrink ik ook". „Goed", antwoordt de kroko dil. Met de schorpioen op z'n rug begint hij te zwemmen. Midden op de rivier doet de schorpioen „prik". Terwijl schorpioen en krokodil samen wegzinken kermt de krokodil: „Waarom deed je dat nou?". Dat zijn de Sudanezen zeggen waarnemers. Ze weten dat het misgaat en toch doen ze het. Sudan is een land waar de be woners lachend, elkaar tege lijk bestrijdend en helpend, in ogenschijnlijke zinloosheid hun ondergang tegemoet gaan. Een noodlot. Ido kent het ver haal, maar waarschuwt: „Pas op, want sommige Sudanezen zullen zich in hun trots ge raakt voelen". Pitlatrines Toch is het de Sudanese prak tijk, de burgeroorlog, die hem nöodzaakte om zijn ideaal aan te passen aan de werkelijkheid van de krokodil en de schorpi oen. „Vroeger dacht ik nog: ont wikkelingswerk maakt men sen gelukkig. Dat idee is ver anderd. Nu denk ik: ontwik kelingshulp geeft meer men sen kansen. In de bush kan best de Nobelprijs voor de lite ratuur rondlopen, alleen het beroerde is dat niemand het ooit zal weten want hij is een kansloze". In Juba werkt Ido als adviseur van Sudanaid, maar hij wordt betaald door Cebemo. Een van z'n recente jobs is de bouw van pitlatrines, een toiletvoorzie ning waarbij faeces niet met water worden weggespoeld maar met zand worden bedekt zodat er uiteindelijk compost ontstaat, terwijl alle ziektekie men doodgaan. Het is slechts een klein succes in het schijnbaar hopeloze gevecht tegen typhus en diar ree. „Net zo schoon als een Ne derlands spoeltoilet", zo prijst Ido de pitlatrine. „We moeten het idee wel aan de mensen verkopen, want zelf moeten ze 250 Sudanese ponden bijdra gen in de kosten. Als het kar wei klaar is begeleiden we vrijwilligers, die later de ande ren weer leren om naar de wc te gaan. Mijn taak is alleen te zorgen dat de mensen zelf de power krijgen om iets te doen. Dus je stelt de vraag: hoe kun nen we het toiletprobleem op lossen? Dan krijg je vijf on werkbare oplossingen en dan probeër ik ze vragenderwijs bij een praktische mogelijkheid te brengen". Een verkoelende wind laat de Nijl rimpelen en jaagt de vlie gen weg. Het barst hier van de vliegen. Ze komen op de men selijke uitwerpselen af die hier Een schooltje in het zuiden van Sudan. Maar door de burgeroorlog komt van het onderwijs niet veel meer terecht. FOTO: PAUL DE SCHIPPER overal liggen. Een zwart jon getje staat voor ons, steekt drie vingers in de mond en zegt "I'm hunger". Ploegscharen. Ido negeert het kind, kijkt in de verte, waar een konvooi militairen de Nijlbrug passeert en zegt: „De oorlog is overal". In zijn vijf jaar in Zuid-Sudan heeft Ido Jacobs voor tiental len miljoenen aan Nederlandse ontwikkelingshulp verloren zien gaan. Een van onze duur ste projecten in dit deel van Afrika was een grootschalig landbouwproject in de buurt van de stad Bor, noordelijk van Juba. Nederlandse ont wikkelingsexperts leefden er op een welvaartseiland in hui zen met aircondition, terwijl 's avonds de Franse wijn op ta fel stond en het vlees vanuit Nairobi werd aangevlogen. Ido heeft daar wel begrip voor: „Iedereen heeft z'n prijs. Je hebt technische jongens no dig, bruggenbouwers bijvoor beeld. En niet iedereen is be reid zijn levensstijl van thuis op te geven. Maar ga je aan landbouw doen, dan werk je met Sudanezen, met eenvoudi ge mensen. Dat kun je niet doen met gekoeld bier op ta fel". Al in 1984 en 1985 is het pro ject Bor door de Nederlanders geëvacueerd. Machines, bull dozers en trucks zijn toen on klaar gemaakt. Anno 1989 ligt het project Bor in puin. Tientallen miljoenen guldens voor niets? Voor Ido is het een gewone Afrikaanse werkelijk heid. Hij haalt z'n schouders op en zegt: „Nou ja, pech ge had". Wat er voor Ido rest is Juba en de mensen die er wonen. Men sen, die, zoals hij zegt „uit ar moe bijna onvermijdelijk cor rupt zijn" en die geregeerd worden door een regering in Khartoum, die in het zuiden helemaal geen ontwikkeling lijkt te willen. Die daarom een gouverneur benoemt die aan toonbaar dom en corrupt is, een man die whisky en salades serveert terwijl in dezelfde stad mensen vlees uit gebak ken rat pulken om nog iets te eten. „Ontwikkelingshulp moet uit de mensen zelf komen. De re gering heeft die wil niet. De scholen in Juba zijn dicht, maar boven de stad vliegen de MiGs. Per dag geven ze een paar miljoen aan de oorlog uit, een school van vier klassen bouwen kost hier 100.000 gul den, maar dat lukt niet omdat de wil ontbreekt". Een paar dagen na het gesprek aan de Nijl is Ido zichtbaar boos. Het is een Afrikaanse vorm van bureaucratische per fectie die hem kwaad heeft ge maakt. Vroeger had hij er mis schien om kunnen lachen. Ei genlijk is dat een signaal, een onderstreping van wat hij eerder zei: „Ik hou er mee op". Ido: „Kom ik vanochtend op het kantoor, staan er ineens keurige houten bordjes op de bureaus. Ook bij mij, ik ben 'advisor' staat erop...een stad in oorlog... mensen gaan elke dag dood...en zij denken alleen aan status en bordjes...of ze niks beters te doen hebben". PAUL DE SCHIPPER WENEN Een geheim zinnig scheepsongeluk, twaalf jaar geleden mid den op de oceaan, op dui zenden kilometers van het aan alle kanten door land omgeven Oostenrijk, zorgt in Wenen voor schokgol ven die een bedreiging vormen voor de socialisti sche partij, de grootste partij in de regerende coa litie. De „zaak-Lucona", één van de grootste schandalen in de na oorlogse geschiedenis van Oos tenrijk, heeft al geleid tot het aftreden van twee vooraan staande socialistische politici. Zij kan ernstige schade aan de partij berokkenen bij in maart te houden plaatselijke verkie zingen. In een parlementair onderzoek naar de affaire, dat nog door loopt, zijn verdenkingen opge worpen van corruptie, politie ke beïnvloeding en achter baksheid op hoge niveaus. De zaak bracht een verbitterde columnist tot het commentaar: „Het enige verschil tussen Oostenrijk en een typische ba nanenrepubliek is, dat je er déór niet achter komt wat er aan de hand is. Hier vormen de media in ieder geval nog een waarborg dat ten minste een deel van de wangedroch ten aan de oppervlakte komt". Vrachtschip Het verhaal begint in 1977 als het 12.000 ton metende vracht schip Lucona, dat naar ver luidt materiaal voor de ver werking van uranium van Chioggia in de buurt van Ve netië naar Hongkong vervoert, zinkt. Zes opvarenden vinden de verdrinkingsdood. Overle venden maken gewag van een explosie kort voordat de Luco na naar de kelder ging, waar op een achterdochtige verze keringsmaatschappij weigert vijftig miljoen dollar uit te be talen. Veeleer neemt die een particuliere detective in de arm om kritisch naar de zaak te kijken. De lading was georganiseerd door een Zwitsers bedrijf dat eigendom is van Udo Proksch, een kleurrijke vroegere zwij- nehoeder, die toen uitbater was van Wenens bekendste koffiehuis en traiterie Demel. Proksch was nauw bevriend met toonaangevende socialisti sche politici en andere promi nente leden van een exclusie ve politieke club, die regelma tig vergaderde in een boven kamer van zijn café. De politie heeft jaren gewerkt aan het natrekken van aanwijzingen dat Proksch het scheepsonge luk had geënscèneerd. Schroot Na berichten dat het schip met schroot geladen was en niet met nucleair materiaal, en dat Proksch via een contact explo sieven van het Oostenrijkse le ger in handen had gekregen, werd hij in 1985 voor onder vraging aangehouden. Maar na twee dagen moest de politie hem laten gaan. Vorig jaar maart, na de publi- katie van een boek over de af faire dat in politieke kring als een bom insloeg, verdween Proksch. Zijn laatst bekende verblijfplaats is de Filipijnen, een Aziatisch land dat geen uitleveringsverdrag met Oos tenrijk heeft. „Hij kan zich overal bevinden tussen Japan en Latijns-Ame- rika", zei minister van binnen- landfe zaken Karl Blecha eind vorig jaar. In januari 1988 moest Blecha aftreden nadat het vermoeden was gerezen dat hij geprobeerd had het on derzoek naar de zaak te beïn vloeden. Enkele dagen later kondigde ex-minister van buitenlandse zaken Leopold Gratz aan, dat hij aftrad als voorzitter van de Nationale Assemblée, de Tweede Kamer van het parle ment in Wenen. Gratz werd er van beschuldigd dat hij docu menten uit Roemenië aan zijn dikke vriend Proksch gegeven had, die de indruk wekten dat de lading materiaal voor de verwerking van uranium was. Later bleken de documenten vervalst te zijn. Overleden Zowel Blecha als Gratz ver klaren dat zij niets misdaan hebben. Naar hun zeggen stap pen zij op om hun naam van elke blaam te zuiveren. Een onopgehelderd feit is dat ex- minister van defensie Karl Lutgendorf, die aandelen had in het bedrijf van Proksch, in 1981 onder geheimzinnige om standigheden is overleden. De zaak-Lucona is het jongste in een reeks schandalen die de Oostenrijkse socialisten schokt op een moment, dat die zich voorbereiden op de plaatselij ke verkiezingen die in' maart in drie van de negen provin cies van het land gehouden worden. De socialisten, die alleen of in coalitieverband met slechts één onderbreking sinds de Tweede Wereldoorlog in We nen aan de macht zijn, daalden in december met vier procent in de populariteit van de kie zers, naaat twee hoge partij functionarissen zich gedwon gen hadden gezien hun biezen te pakken vanwege fiscale on regelmatigheden. Het toonaangevende weekblad Profil voorspelde dat de zaak- Lucona een vergelijkbaar ef fect op de aanhang van de par tij zal hebben, om er toe te voegen: „De verkiezingen van maart worden voor de socialis- terïjde slechtste in jaren".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 7