Gasspuiter beschadigt leven van discomeisje inal Ie DE LIJDENSWEG NA EEN AVONDJE DANSEN Paddestoelen zelf kweken ZATERDAG 28 JANUARI 1989 PAGINA 22 De politie heeft de speurtocht stopgezet naar de man die het „gasincident" in een Amersfoortse disco op zijn geweten heeft. Een van de slachtoffers was de achttienjarige Irma van Drie. Zij belandde in de nacht van zaterdag 12 op zondag 13 november vorig jaar in het ziekenhuis, nadat ze bedwelmd was geraakt door een onbekend gas dat door een even onbekende dader tijdens een ruzie de disco werd ingespoten. Irma verloor het bewustzijn. Zij werd per ambulance naar een ziekenhuis gebracht en behandeld op de afdeling intensive care. Irma en haar familie zijn pijnlijk verrast door het afbreken van het onderzoek. Want met Irma is het nog steeds niet in orde. Zij en haar moeder Jannie vertellen hun verhaal. Een verhaal dat tegenwoordig helaas in veel steden kan worden afgestoken. De „zomaar"-misdrijven nemen hand over hand toe. Zonder dat de daders er bij stilstaan hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn voor de slachtoffers. AMERSFOORT - „Irma is platge schoten". Dat verstond moeder Jannie 's nachts om kwart voor twee. Zoon Jan belde dat Irma per ambulance was afgevoerd. „Kom snel naar het ziekenhuis", schreeuwde hij zijn moeder toe. „Het begin van een lijdensweg", zegt de moeder van Irma. Het heeft haar en haar dochter veel moeite gekost voordat ze genoeg moed hadden verzameld om hun verhaal te vertellen. Maar: „Misschien kunnen we gasspuiters tot inkeer brengen". Het Verdriet over wat haar dochter is aangédaan is van het gezicht van Jannie af te lezen. Het jonge lichaam van Irma is inmiddels volgestopt en gespoten met raediciinen. De levenslustige, gezonde Ëeid is veranderd in een voorzich- eus meisje dat het liefst dicht te- r moeder aankruipt. zaterdagavond 12 november als sluit met haar vriendin naar de Amersfoörtse binnenstad te gaan. Dat doen ze geregeldi Discotheek De Zwer ver staat trouw op hun uitgaanskalender. Zo ook dat weekeinde. Als Irma haar eerste cola heeft besteld klinkt „Tear drops" van Womack and Womack, haar lievelingsplaat. Ze sleurt haar vriendin mfee de dansvloer op en swingt op de reggae-achtige klanken van het Ameri kaanse duo. Plotseling voelt ze prikke lingen in haar ogen en neus. Irma: „Mijn ogen en neus prikkelden en het rook naar peper en mosterd. Ik voelde dat ik niet goed werd. Ik kreeg het benauwd en wilde naar buiten om met een taxi naar huis te gaan. Na dat moment kan ik me niets meer herinneren". Broer Jan en zijn vriendin Brenda waren ook in de disco en zagen dat Irma onwel werd. Brenda 18): „Ik ging Irma achter na en kon haar nog net opvangen voor dat ze in elkaar zakte. Met Jan heb ik haar naar buiten gesleept, zodat ze frisse lucht kreeg". Te voet surveillerende politiemensen waren in de buurt en snelden toe. Bin nen ontstond paniek toen bleek dat meer jongelui last hadden van een gaslucht en nog drie meisjes ernstig problemen ble ken te hebben. Met een ambulance wer den Irma en de drie andere meisjes naar het ziekenhuis gebracht. Irma: „Dat is me verteld. Zelf weet ik nergens meer In het ziekenhuis constateerden artsen dat het viertal last had van long-spas men, oftewel krampaanvallen. Ze hyper ventileerden en raakten buiten bewust zijn. Volgens artsen wees dat erop dat het gas via de longen in het bloed was opgenomen en naar de hersenen was ge transporteerd. De specialisten zaten met de handen in het haar omdat niet duide lijk was met welk gas er was gespoten. Traangas? Zenuwgas? Mosterdgas? De symptomen deden het ergste vermoe den. Niet uitgesloten werd dat de meis jes blijvend schadelijke gevolgen zouden ondervinden van de gasaanval. Gespoten Toen dit zich allemaal afspeelde, had moeder Jannie zich net gedoucht en ze keek in nachthemd nog even naar de nachtfilm. De politieradio achter de bank stond aan. Jannie: „Ik hoorde dat er weer wat loos was in de binnenstad en dacht nog aan mijn kinderen. Als zij uit zijn ril ik elke keer als er een ambulance uitrukt". Het duurde niet lang of de tele foon rinkelde. Zoon Jan belde. Jannie: „Hij klonk heel opgewonden en ik ver stond dat hij zei dat Irma was platge schoten. Ik wist niet wat ik hoorde. Alle maal gegil en geschreeuw op de achter grond. Ik vroeg nog: „Jan ben je dron ken?". „Nee", schreeuwde hij. „Kom snel naar het ziekenhuis". Op weg naar het ziekenhuis hield Jannie er al rekening mee dat ze haar dochter dood zou aantreffen. Vlak voor het zie kenhuis zag ze haar zoon Jan. Jannie: „Ik vroeg direct: waar is Irma geraakt of is ze al dood? Jan begreep het niet en zei dat er gespoten was, niet geschoten. Ik begreep er niets van. Gespoten? Met een spuit? Met een drugsnaald?". „Nee", zei Jan, „met gas". Jannie was aanvankelijk opgelucht. De klap kwam echter hard aan toen ze bij Irma en de andere meisjes aan het bed kwam. Jannie: „Het leek wel oorlog in het ziekenhuis. De meisjes maakten zo veel krampachtige bewegingen dat de bedden aan alle kanten schudden en klapperden. Hun ogen rolden door hun hoofden. Vreselijk. Ik dacht dat ze dood gingen". Jannie wilde het liefst hard wegrennen. Weg van dat vreselijke, angstaanjagende tafereel. Haar dochter was er het beroerdst aan toe. Zij bleef lang buiten bewustzijn. Terwijl de ande re drie meisjes hun naam weer konden noemen, lag Irma nog met hevige stuip trekkingen op de intensive care. Pas rond een uur of zes in de ochtend kwam ze bij. Iraia: „Het eerste dat ik zei was: ik heb zin in patat. Ik had honger". Zwartgat Van wat er gebeurd was, wist ze niets. „Een groot zwart gat", zegt ze. Jannie was naar huis gegaan om wat te gaan slapen, maar kreeg zondagochtend een telefoontje dat ze Irma kon ophalen. Irma kon echter zelf niet lopen, zakte in een en belandde weer onder strenge be waking. Toch ging ze die zondag naar huis. Ze moest „onder de dekens en maandag terugkomen voor controle". Het ging niet goed thuis. Irma: „Ik zat er als een junk bij. Mijn huisarts gaf me veel slaaptabletten. Ik moest me twee dagen afzonderen op mijn kamer, mocht niemand spreken en mocht alleen mijn bed uit voor een bezoek aan het toilet". Dinsdagmiddag ging het opnieuw fout. Irma raakte opnieuw buiten bewustzijn en werd opgehaald door een ziekenauto. Nu duurde haar bezoek aan het zieken huis vijf weken. Jannie: „De eerste week mocht niemand met haar over het inci dent praten. Ze mocht er niet mee wor den geconfronteerd. Rond haar bed hin gen na een paar dagen 54 kaarten". De bezoekjes aan het ziekenhuis kostten Irma's moeder enorm veel energie. Jan nie: „Elke dag was die spanning er: hoe zal ze er nu bij liggen? Ze kreeg vaak een aanval. Dan verkrampte haar hele li chaam en kreeg ze weer spuiten. Het tril len ging de hele dag door. Dan moest ik denken aan de oorlog in Vietnam. Op de televisie zag je dan die soldaten aan het front liggen, gewond, trillend. Het was echt verschrikkelijk". Irma bracht de feestdagen bij haar moe der en broer door. Thuis. Na vijf weken ziekenhuis. Vermoeid, maar blij dat ze thuis was. Maar wel met een doos vol medicijnen. Rechercheur Van de Berg van de Amersfoortse politie begeleidde Jannie en Irma. Jannie: „Een hartstikke goeie kerel. Hij stond bij het bed vhn Irma toen ze een van die aanvallen kreeg. Hij schrok er geweldig van. Komt dat door mij, vroeg hij bedeesd". Elke minuut Het is dan ook geen wonder dat Jannie boos werd toen ze onlangs in een week blad een verhaal las over een Ameri kaanse vrouw die een busje met gas bij zich droeg om zich te kunnen verdedi gen in geval van nood. Jannie, fel: „Als je weet wat de gevolgen zijn van dat rot- gas, dan laat je het wel uit je hoofd om met zo'n busje op straat te lopen. Er stond nog een foto van dat mens bij Want Irma wordt nog elke minuut van de dag geconfronteerd met het gasinci dent. Ze durft niet meer uit te gaan in het weekeinde. Maar dat niet alleen. Ze durft 's nachts nauwelijks te gaan sla pen. Bang als ze is weer een aanval te krijgen. De deur van haar slaapkamer blijft open. Zodat Jannie haar hoort als er iets gebeurt. Sinds enige tijd mag ze weer werken. Als winkelmeisje in een supermarkt in de buurt. Maar ze mag niet in de buurt komen van de snijma chine op de vleeswarenafdeling. Irma: „Ik moet gewoon bij alles rekening hou den met het feit dat ik nog zware medi cijnen slik. En hoe lang nog? Eind febru ari krijg ik een nieuw onderzoek. Als de uitslag goed is, mag ik misschien minde ren met mijn medicijnen". Bewusteloos Even is het stil. Jannie zegt dat ze het wel aankan met haar dochter. Jannie is sterk. Op dat moment valt Irma. Jannie vliegt op: „Daar heb je het weer. Zie je nou wat ik bedoel?". Irma is van de wereld. Ze ligt op haar rug, met haar hoofd achterover. Ze raakt buiten bewustzijn en haar lichaam be gint hevig te schokken. Ik voel me schul dig aan de aanval. De reconstructie van de gebeurtenissen was te veel voor Irma. Haar gezicht is lijkbleek, haar ogen dicht en haar mond nauwelijks geopend. Haar schouders trekken zich spastisch samen, ze slaat en schopt met armen en benen en haar middenrif beweegt zich met hef tige schokken op en neer. Jannie staat er machteloos bij. Dikke tranen rollen over haar wangen. „Blijf ademen Irma", smeekt ze. „Blijf ademen meisje, net als in het ziekenhuis". Irma reageert niet. Ze blijft heftige bewegin gen maken, krampachtige bewegingen. Het is verschrikkelijk om te zien. Jannie is radeloos. Ik voel me zes keer te veel in de kleine huiskamer. Een glas water helpt niet. Praten helpt niet. Aanraken helpt niet. Irma is weg, ver weg. Het drama duurt meer dan een kwartier. Jan stormt binnen en vraagt wat er is ge beurd. Maar ook hij moet lijdzaam toe zien hoe zijn zusje wanhopig probeert de aanval te pareren. Het lijkt uren te duren voordat Irma haar ogen opent. Ja knikt als Jannie blijft smeken dat ze goed moet in- en uitademen. Ze richt zich langzaam op, neemt een slok water en een sigaret. Haar hoofd is nu rood. Ze ziet er dood moe uit. Lijkt hulpeloos. Ik durf nauwe lijks te vragen hoe het met haar is. „Het gaat wel weer", mompelt ze. Goed Even later wordt haar baas gebeld. „Irma komt wat later, ze is niet goed ge worden, je weet wel". Later aan de deur zegt Jannie: „De jongens die met gas hebben gespoten, weten niet wat ze ons gezin hebben aangedaan. Daarom be grijp ik niet waarom het onderzoek is stopgezet. Het is misschien goed dat je zo'n aanval van Irma hebt meegemaakt. Dan weet je hoe verschrikkelijk het is. En dan kunnen die jongens dat ook le- Uren na het interview spookt de aanval van Irma nog door mijn hoofd, 's A- vonds besluit ik haar te bellen. Langs gaan durf ik niet. Bang dat een nieuw bezoek een nieuwe aanval kan beteke nen. Irma klinkt rustig door de telefoon. Ze is wel gaan werken, maar haar baas stuurde haar weer naar huis. Ook hij is begaan met het lot van zijn werkneem ster. Irma weet niet zo goed raad met de situatie. Ze vindt het zelfs nodig zich te verontschuldigen. Irma: „Het gaat wel weer. Sorry dat ik vanmiddag zo raar deed. Maar ik kon er echt niets aan doen". WILLEM MEULEMAN binnen de perken Het vooijaar komt onontkoombaar nader en daar horen tuingidsen bij met nieuwe zaden en vers plant goed. Daarvan kunnen we al een deel aanschaffen maar veel van dat nieuwe spul kan nog niet de grond in. Hoewel de winter tot nu toe voortsukkelt als een vriendelijke oude man die gesteld is op zijn rust, kan de kou nog komen. Dus niet te overhaast in de aarde gaan wroeten. Bij de nieuwe aanbiedingen zien we de laatste jaren steeds vaker een groeiende keus in paddestoelen. Daarvan kan.de kweek in veel gevallen al wel begonnen worden. Want paddestoelen willen ook heel goed groeien in een donkere kast of in de kelder. En het aardige is dat de teelt van deze nieuwigheden eigenlijk niet kan mislukken als de aanwijzingen een beetje redelijk worden opgevolgd. De bekendste en meest gegeten padde stoel in ons land is de champignon. We eten er per hoofd van de bevolking 2,7 kilogram per jaar van. Veel mensen den ken dat de paddestoel alleen in donkere kelders en bunkers kan worden geteeld. Niet juist. De champignon wil groeien in de bijkeuken, kelder, schuur of stal, maar ook in een kas of in de tuin. Be langrijk zijn temperatuur, frisse lucht en luchtvochtigheid. En een goede kweek bodem. Wie zich eens aan dit avontuur wil wa gen kan heel makkelijk beginnen met een kant-en-klaar pakket voor kamercul tuur. De schimmels waaruit de padde stoel groeit, worden geleverd in een pas sende voedingsbodem en het enige wat de amateur-kweker nog moet doen is water geven en oogsten. Van een pakket ter grootte van 7,5 liter kunnen in de loop van zes weken twee tot drie kilo verse champignons geoogst worden. Een redelijke nieuwkomer op het gebied van de gekweekte paddestoelen is de stropharia. Rood-bruin van kleur lijkt deze soort als ze jong is op het eekr hoorntjesbrood. Bij het ouder worden vervormt de half bolvormige hoed tot vlak. De doorsnee daarvan kan uitgroei en van acht tot twintig centimeter. Het vlees is wit en heeft een milde noten- smaak. De stropharia kan gebakken wor den of gekookt, is goed te bewaren door wecken, invriezen of drogen en kan in talloos veel gerechten zorgen voor een lekkere en gezonde toevoeging. De sporen waaruit deze paddestoel groeit, worden door de zaadhandelaar geleverd in een strobaaltje van tien liter. Geschikt voor buitenteelt omdat de na tuurlijke groeiplaats van de stropharia weilanden, braakliggende gronden of houtopslag is. Maar ook al weer in de schuur, bijkeuken, kas en kelder wil deze soort prima gedijen. En voor de teelt is echt niet veel ruimte nodig: in een bak op het balkon komt de strobaal met spo ren ook tot leven. De oogsttijd van een baaltje met broed beloopt ongeveer drie tot vijf maanden. Jarenlang werd de strophana aangezien voor een champignonsoort. Boeren die op een in onbruik geraakte renbaan voor paarden aardappels inkuilden, merkten na verloop van tijd dat de inmiddels leeggehaalde kuilen nieuw leven gingen vertonen. Forse paddestoelen groeiden uit het mengsel van stro en aarde dat in de kuilen was achtergebleven. Jarenlang verrijkten ze als champignons het dage lijks menu van de bewoners van de landstreek. Totdat een paddestoelkenner zich op een dag over deze forse „cham pignon" boog. Hij ontdekte dat de soort in het wild tamelijk zeldzaam is. De naam ervan is ontleend aan de Duitse champignonkwekerij „Stropharia" waar de soort voor het eerst bewust werd ge kweekt. Van oorsprong een Japanse paddestoel is de shii-take. Tot voor enkele jaren konden wij daarvan alleen genieten door de uit Japan ingevoerde gedroogde pad destoelen in ruim water te weken en daarna te verwerken in ons voedsel. De soort was in Japan al voor het begin van onze jaartelling bekend en aan de teelt ervan is in al die jaren nauwelijks iets veranderd. Nu worden shii-takes in rui me mate in ons land geteeld en de ama teurtuinier kan ze ook zelf vers uit zijn eigen kweek oogsten. Shii-takes groeien op houtblokken die het best in de grond gezet kunnen worden om de vochtig heidsgraad op peil te houden. Met be hulp van een natuurlijke kweekmethode kan in veel gevallen al geoogst worden na acht dagen. De zaadhandelaar levert een boomstammetje waar vier tot zes keer een flinke portie van geplukt kan worden. De Japanners geloven dat deze paddestoel een geneeskrachtige werking heeft. Ze zou de bloeddruk en het cho lesterolgehalte in het menselijk lichaam kunnen verlagen. Vast staat dat ze uiter mate smakelijk is en goed combineert met het aroma van room, boter, wijn, wild en vis. De hoed van de shii-take is licht- tot donkerbruin van kleur, de steel is wit en de gehele paddestoel bevat wei nig vocht waardoor ze makkelijk te be reiden is. Voor sommige liefhebbers is de oester zwam (ook wel kalfsoester-paddestoel, schelpzwam of beukenzwam genoemd) het neusje van de zalm. De jonge exem plaren zijn donker van kleur, de steel is wit of lichtgrijs. Inmiddels zijn er al ver schillende variëteiten: 's zomers is er een lichtgrijze soort, in de wintermaan den wordt een soort gekweekt die naar het lichtpaarse neigt. Oesterzwammen groeien ook op hout en de zaadhandel levert een doos met hout of houtsnip pers, waarin het broed van de zwammen is aangebracht. Zo'n verpakking kan na veertien dagen licht en vocht al resulta ten leveren. Oesterzwammen smaken uitstekend bij fijne vlees- en vissoorten en slinken nauwelijks bij het bakken. De kant-en-klare kweekpaketten voor paddestoelen die in ons land te koop zijn, bevatten allemaal een duidelijke handleiding. Ze kunnen een leuke op stap zijn naar het geheel zelfstandig kwe ken van eetbare paddestoelen. JAN VAN KOOTEN CcidócSouAont

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 22