WK hoofddoel voor Marianne Vlasveld 1 mal Ie DIOK: driemaal is scheeps recht Danny Heister en zijn utopie CeidócSomxmt TA ZATERDAG 21 JANUARI 1989 PAGINA OUD ADE - Nftarianne Vlasveld heeft nauwelijks tijd om de was te doen. Net terug van een trainings stage in Noorwegen wordt de auto al weer volgeladen en gaat de reis naar het Oostenrijkse Altenmarkt. Na een blubberige Pauernlauf volgt een week later in Inzel een supe rieure overwinning in de wintertri- athlon. Dit alles ter voorbereiding op de Wereldkampioenschappen langlaufen, die eind februari in het Finse Lahti plaatsvinden en waar Vlasveld dit jaar haar zinnen op heeft gezet. De voorbereiding verliep tot op heden nog niet optimaal. Zo leverde de stage in Noorwegen niet die resultaten op die er van verwacht werden. Weinig sneeuw beperkte Vlasvelds mogelijkheden om te skiën aanzienlijk. „Normaal sta je toch bijna de hele dag in de sneeuw, nu was dat veel minder". Bij aankomst in het Oostenrijkse Alten- markt bleek dat sneeuw ook daar nog een luxe was. De jaarlijkse Pauernlauf waarin Vlasveld als derde eindigde, werd voor een belangrijk deel door de blubber en slechts voor een klein deel door de sneeuw afgelegd. Na de wedstrijd in Oostenrijk kreeg de sponsor de skies om ze in optimale conditie te brengen voor de wintertriathlon van Inzeil. Een uit drie onderdelen bestaande wedstrijd - lopen, langlaufen en schaatsen - die Ma rianne Vlasveld afgelopen weekeinde een schitterende zege opleverde. Niet al leen bleef zij haar eerste 'concurrente' zo'n anderhalf uur voor, ook slaagde zij erin zich tussen de herentop te nestelen door in totaal als zevende te finishen. Vlasveld over het fenomeen triathlon: „Ik vind alle drie de onderdelen leuk, maar het langlaufen is toch wel mijn beste onderdeel. In de trainingsopbouw komt het goed uit om een keer bijna vijf uur bezig zijn op wedstrijdniveau. Met het lopen als een stuk algemene conditie en het schaatsen als een nuttige tech niektraining". In het moderne langlau fen wordt de schaatsmethode steeds va ker toegepast en zijn er minder wedstrij den waarbij uitsluitend de klassieke techniek toegestaan is. Evenementen Toch was die wintertriathlon niet het be langrijkste doel voor Marianne Vlasveld. Het wedstrijdprogramma kent vele top- evenementen voor de kleine Oud Adese. Eerst de nationale titelstrijd (6-12 febru ari), dan eventueel de wereldkampioen schappen in Lahti in Finland (17-26 fe bruari), gevolgd door het kampioen schap van de Lowlanders (5-12 maart) in Griekenland. Tijdens diezelfde Low- landerstrijd vindt overigens in het Bul gaarse Sofia ook de Universiade plaats. En voor de studente bewegingsweten schappen aan de VU in Amsterdam is dat een aardig evenement. Leuker dan de Lowlanders waar op voorhand de En gelsen en de Denen (die voor enige te genstand kunnen zorgen) al ernstige twijfels hebben geuit over de kwaliteit van de Griekse organisatie. „Niemand weet hoe de Grieken langlaufen, laat staan hoe ze zo'n kampioenschap orga niseren. De Universiade is daarnaast van een hoger niveau, omdat daar ook Russen en Scandinaviérs komen". Zoals in zoveel sporten speelt geld een belang rijke rol in de beslissing van Vlasveld en haar medestrijders om voor Griekenland te kiezen. Nationale instanties als NSF, NOC en Sport Support komen wel met een bijdrage voor Griekenland, maar niet voör Bulgarije. Zonder die bijdrage wordt het reisje naar de Universiade wel heel erg duur. En dat terwijl het bedrij ven van de sport alleen al stevige offers vergt. Niet waar het de uitrusting betreft. Een paar wedstrijdskies zoals Vlasveld heeft, kosten rond de 460 gulden. „Die krijg ik gelukkig van een bekend ski- merk. Maar er gaat wel veel geld in het reizen zitten". In het wedstrijdseizoen (januari tot april) wordt er regelmatig een weekeindje Sauerland of Ardennen gepakt, maar meestal vertoeft de familie Vlasveld in Zwitserland, Oostenrijk of Zuid-Duitsland. „We hebben nu een maal een landje waar je bijna nooit op de skies kan staan dus moetje wel. Al in augustus gaan we regelmatig naar de sneeuw om een week lang het gevoel te houden. Rolskies blijven nu eenmaal een vervangingsmiddel". Lof Gelukkig staan vader en moeder Vlas veld achter hun dochter. „Ze heeft nu haar rijbewijs. In het begin moesten we haar overal naar toe brengen en afhalen en dat was nu nooit eens lekker dichtbij. Maar ach, ze vindt het leuk en ze doet het nog goed ook", aldus haar ouders. Marian is dan ook vol lof over haar ou ders, die haar altijd de kans boden om de sport te beoefenen die ze leuk vond. „Echt, zonder die twee had ik nooit kun nen sporten zoals ik nu doe. Dwingen deden ze me niet, aleen maar ondersteu nen, klasse". Sinds ze vijf jaar geleden het langlaufen ontdekte, is het snel gegaan met de Oud Adese. Al gauw was ze de absolute al leenheerseres bij de junioren en spoedig Marianne Vlasveld: „Bondscoach Teeling pronkt met de veren die George Jeremic toekomen". FOTO: HENK SNA TERSE daarop legde ze als junior ook de senio ren haar wil op. Twee jaar geleden kwa lificeerde ze zich als eerste Nederlandse voor een WK. Tussen de beste junioren van de wereld werd ze 54e. Een prestatie die zij dit jaar niet denkt te herhalen. „Laten we eerst maar eens proberen naar de WK uitgezonden te worden". Met 'we' bedoelt Vlasveld de nationale estafetteploeg die een goede kans op deelname heeft. Er zal op de diverse se lectiewedstrijden dan wel redelijk ge presteerd moeten worden. „We eindigen dan vermoedelijk als laatste ben ik bang, maar wie weet. Langlaufen is in ons land per slot van rekening een sport in op komst". Zodra dan de naam van de huidige bondscoach Sidney Teeling genoemd wordt schieten de bruine ogen even vuur. Hoewel niemand zoveel voor het langlaufen gedaan lijkt te hebben als Teeling, is de bondscoach in vaste dienst te druk met het regelen van allerhande zaken om nog aan trainen toe te komen. De trainer van Vlasveld, George Jere mic, heeft haar vanaf het prille begin be geleid en was vroeger de technische trai ner van de langlaufafdeling van de na tionale ski vereniging. „Hij is een paar jaar geleden door de familie Teeling weggestuurd en sindsdien traint hij uit sluitend nog een aantal toppers. Als per soonlijk trainer van die toppers mag hij niet mee op een trainingsstage van de bond. Sidney gaat dan mee, liefst met een tv-ploeg, zodat hij met de veren kan pronken die eigenlijk George toeko men". GERT VELTHUIZEN LEIDEN - Voor de derde maal in drie jaar lonken de rugbyers van DIOK naar de landstitel. Voor de derde maal op rij ook dient, alvo rens de champagneflessen kunnen worden ontkurkt, nog één zware hindernis te worden genomen. En voor de derde maal achtereen ook is het regerend titelhouder Castri- cum dat het tot nu toe ongeslagen DIOK nog van het kampioenschap kan afhouden. Desondanks mogen de omstandigheden, waar het DIOK betreft, ideaal genoemd worden. En coach Theo Snijders is zich bewust van de kansrijke situa tie van de ploeg die de laatste twee jaar net misgreep. „We staan twee punten los van Castricum (punten die de club thuis tegen DIOK ver loor - red.) en ontmoeten deze club nu in een thuiswedstrijd. Daarna wacht ons nog een aantal wedstrijden tegen minder sterke clubs - onder anderen Hilversum, AAC, Delft en Eemond - die ge wonnen moeten kunnen worden". Een optimistische Snijders, die tevens de nationale selectie onder zijn hoede heeft en vanuit die functie de kracht van Cas tricum maar al te goed kent, is zich er ondanks de goede vooruitzichten van bewust dat een kampioenschap niet zo maar komt aanvliegen. „Om kampioen te worden heb je geluk nodig, dient er discipline te zijn en moeten je spelers over kwaliteit beschikken", weet hij. Aan die laatste twee factoren twijfelt de oefenmeester niet, maar het geluk laat hem zo vlak voor deze belangrijke ont moeting toch wel in de steek. Enkele we ken geleden moest fly-half Mark Mi- chielse tijdens een competitieduel het veld met een zware enkelblessure verla ten, zodat Snijders nu geen beroep op hem kan doen. „En dat is een belangrij ke aderlating. Hij vormt een van de schakels in het veld waar omheen veel gebeurt. Daarnaast nam Michielse ook de conversie voor zijn rekening". Voor die conversie diende zich spoedig een oplossing - Gottfried Bos - aan, maar de positie van fly-half bezorgt Snijders nog steeds hoofdbrekens. Met name omdat Rob Kamp afgelopen zondag in de 'ge nerale' tegen The Bassets niet kon over tuigen. „De fly-half is er voor het verde len van de wedstrijd. Daar is routine voor nodig en die ontbreekt op dit mo ment". Toch zal waarschijnlijk tegen Castricum de keus op Rob Kamp vallen. „Ik heb heel weinig alternatieven. Er is een aantal mogelijkheden, maar een di recte verbetering zie ik niet. In principe speelt Kamp dan ook. Het team moet hem zelfvertrouwen geven. De fly-half dient niet name support te krijgen van de derde rij en wat dat betreft, beschik ken wij over de beste derde lijn van Ne derland". Het wegvallen van Michielse vormt voor Snijders echter niet de enige disso nant. Zo kan de Haagse rugbyfanaat, die tussen alle verplichtingen door nog tijd heeft gevonden om Delftse studenten te trainen, ook geen beroep doen op Dik Berghout. Deze vanuit Rotterdam over gekomen speler heeft last van een knie blessure. Wanhopen doet Snijders echter niet, want de wedstrijd tegen The Bas- Theo Snijders: „DIOK is, qua spel, zo verbeterd dat ik bijna van mijn eigen team kan gaan genieten". FOTO: HENK SNA TERSE sets kende ook zijn goede kanten. „Er was toen een bepaalde balans in het team zichtbaar, waarbij de driekwarten en de voorwaartsen evenredig veel scoorden". Totaalrugby Een proces waaraan Snijders nu al voor het derde jaar (en tevens laatste, want de bondscoach verlaat DIOK aan het eind van dit seizoen) bouwt. „DIOK speelt totaalrugby. Getracht is de statische mensen snel te maken". Het rugby, zoals DIOK dat laat zien, is volgens Snijders het meest te vergelijken met de Engelse speelstijl. „DIOK is momenteel kwalita tief gezien de beste ploeg en kan zich nu wellicht meten met sterke buitenlandse teams. DIOK is, qua spel, zo verbeterd dat ik bijna van mijn eigen team kan gaan genieten". Dat genieten zal de scheidende coach nog even moeten uit stellen tot na dit weekeinde. Voordeel voor Snijders is dat hij, als bondscoach, als weinig anderen de speelstijl van Cas tricum kent. „Castricum probeert veelal een goede uitgangspositie te verkrijgen door veelvuldig naar voren te kicken en ook collectief is het team sterk. Daarbij is het systeem er volledig op gericht Bernd Verhofstad vrij te spelen. Hij is supersnel, groot en Castricums meest scorende rugbyer". Snijders denkt er dan ook aan om Verhofstad mandekking te geven. Diederik de Renardel lijkt hier voor de aangewezen persoon. „Maar, we proberen uit te blijven gaan van onze ei gen kracht, waarbij we bij balbezit snel heid op de wing moeten maken, zodat Verhofstad dan achter ons aanloopt". Over een prognose hoeft de coach van DIOK niet lang na te denken. Het kam pioenschap gaat dit seizoen wel naar Leiden. „We winnen morgen gewoon. En anders winnen we aan het eind van het seizoen het beslissingsduel wel". Bij winst is, zoals reeds gememoreerd, het kampioenschap zo goed als zeker. Volgens Snijders niet alleen een vèrdien- ste van het team en de trainer, maar ze ker ook van het bestuur: „Het bestuur heeft mij altijd optimaal gesteund. Dan werk je met plezier en dat plezier geef je dan weer door aan de spelersgroep". PETER VAN DER HULST DIDAM - Jaloers op de volleybal lers van Arie Selinger. Dat is Dan ny Heister, de winnaar van de ju nioren Top Twaalf. De 17-jarige. voor Scylla spelende Achterhoeker wil na zijn Havo-opleiding, die hij in juni hoopt af te ronden, twee jaar de wereld rondtrekken als pro fessioneel tafeltennisser. Volgens het volleybal-concept: op kosten van de bond zoveel mogelijk bui tenlandse toernooien spelen. Doel van die inspanningen: aansluiting krijgen met Europese topspelers als de Pool Andrei Grubba en de Zweed Jan Ove Waldner. Maar Heister is realist genoeg om te be seffen, dat de financiële mogelijk heden van de NTTB armzalig af steken bij die van de NeVoBo. Twee jaar lang onbekommerd kun nen tafeltennissen is slechts een utopie, een nimmer te verwezenlij ken droom. De scholier uit Didam zal zelf bronnen van inkomsten moeten aanboren. In West-Duits- land bijvoorbeeld. Daar kunnen getalenteerde pingpongers een dik belegde boterham verdienen. En daar liggen ook ongekende sportie ve mogelijkheden in één van de sterkste competities van Europa. De naam van Danny Heister is reeds be kend in ons buurland. Hij bereidde zich bij Borussia^ Düsseldorf, dat op het punt staat om de zoveelste titel in de Bundes- liga in de wacht te slepen, voor op de Top Twaalf die twee weken terug in het Zwitserse Wadenswill werd verspeeld. Een harde en leerzame leerschool, die, in combinatie met het speciaal'door bonds coach Jan Vlieg voor hem belegde trai ningskamp in Zoetermeer, het beoogde doel niet miste. Na een droomstart (acht uit acht) kreeg Heyster weliswaar met een terugval te maken, maar door zelf in de laatste wedstrijd van de Rus Goesev te winnen en door de zege van de West duitser Wosik op de Belg Saive werd de 'nooit verwachte' Top Twaalfwinst een feit. Die overwinning in de junioren Top Twaalf vormt voor Heister de voorlopi ge bekroning van een ijzersterk seizoen. De pas 17-jarige Achterhoeker is in 1988 in één keer doorgestoten naar de Neder landse seniorentop. In de competitie verloor hij slechts vijf van de in totaal 44 partijen en op het Nederlands kampi oenschap werd hij pas in de halve finales uitgeschakeld door de latere kampioen Paul Haldan. Prestaties, die het regel rechte gevolg waren van de overgang van het landelijke Gaanderen (Pelgrim) naar het mondaine Leiden (Scylla). In Leiden kwam Danny Heister met Mirjam Kloppenburg, die Pelgrim even eens inruilde voor Scylla, onder de hoe de te staan van Frits Kantebeen. Hij maakte van Heister een wat avontuurlij ker en meer' volwassen tafeltennisser. Met zichtbare resultaten. „Van Kanten been hoef ik in een partij niet steeds van vaste spelpatronen uit te gaan. Puur op intüïte mag ik ook onverwachte dingen doen. Dat vind ik leuk. Iets doen wat de tegenstander niet verwacht. Bij Scvlla heb ik die vrijheid. Eigen initiatief in een partij wordt door Kantebeen erg op prijs gesteld. Dat is mijn prestaties dui delijk ten goede gekomen.' Toch dient er nog het nodige verbeterd te worden. Heister is allrounder, goed in de rally, maar gaat nog te vaak in de fout onmiddellijk na zijn eigen service of die van de tegenstander. Juist die eer ste twee ballen zijn doorslaggevend in het hedendaagse top-tafeltennis. Zeker op mondiaal niveau. De Didammer kent zijn tekortkomingen. „De grote jongens spelen zelden lange rally's. Alles hangt van die eerste twee ballen af. Daar moet ik zeker nog aan gaan schaven. Maar eerst wil ik mijn Havo-diploma halen. Als het een beetje meezit, ben ik in juni klaar met school. Dan kan ik eindelijk meer gaan trainen. Nu kom ik hooguit aan vijftien uur in de week. Dat is veel te weinig. Na school wil ik het liefst twee jaar aan de slag als professional. Echt het onderste uit de kan proberen te halen. Het lijkt me fantastisch om met bijvoor beeld Mirjam Kloppenburg en Paul Hal dan over de hele wereld aan toernooien en trainingsstages mee te doen. Net als die volleyballers. Dat is pas leerzaam. Maar ik ben bang, dat de NTTB daar geen geld voor heeft. Het zal wel behel pen worden'. Onder redactie van Gert-Jan Onvlee en Peter van der Hulst. Stop Een tiental spreekwoorden maakt het duidelijk. Als het in januari niet vriest, gaat de celcius-teller in april zeker on der nul In dat geval zou de voetbal-winterstop dit seizoen dus echt uiterst matig ge pland zijn. Bank 'De kracht van de bank bepaalt de kracht van het team'. Als die stelling in één sport opgaat, is dat wel bij het basketbal. Met de 'star- ting-five', met de basis alleen kom je er niet, je moet een aantal gelijkwaardige wisselspelers aan de kant hebben. Luba Leiden wil graag kampioen wor den en begon dit seizoen derhalve met een versterkte spelersgroep aan de competitie. Maar de bewoners van de Vijf Meihal lieten het daar niet bij. De dub wenste op zeker te spelen en stelde in de personen van Paul Rossdorf en Michiel van der Meer maar direct twee trainer-coaches aan. Vervolgens werd even later ook nog Rudi van Eyck als derde binnengehaald, want je kan na tuurlijk nooit weten. Welnu, het basketbalseizoen is halver wege en de Leidse basketbalclub die vroeger als Parker en Elmex op het hoogste niveau furore maakte, leidt de promotiedans in de eerste divisie A. Het bestuur heeft knap 'ingeslagen', dat is duidelijk. Bank (2) Maar, zo ben je als buitenstaander ge neigd hardop te denken, geeft het dan nooit problemen, drie kapiteins op de bank van een basketbalschip? In de praktijk blijkt dat dat niet het geval is. De nog door een matige 'side-line- show' geplaagde hoofdcoach Paul Rossdorf leert graag hoe het wel moet van de officieel als assistent naast hem op de bank gedirigeerde Michiel van der Meer (bij een wissel niet meer wij zen naar een speler, maar knippen met je vingers; niet meer coachen vanaf je stoel, maar korte sprintjes langs de zij lijn), terwijl Rudi van Eyck zich in de loop van de jaargang heeft ontpopt tot ideale man op de achtergrond. Zoals hij ook afgelopen weekeinde weer eens bewees dat drie, in tegenstelling tot wat in een bekend toneelstuk wordt be weerd, bij Leiden bepaald niet teveel is. Exact op tijd kwam Van Eyck tijdens dat toptrefjen tussen Luba en ASVU de tribune af om de opvang te regelen van de even 'doorgedraaide' Leiase num mer tien. Rossdorf en Van der Meer konden derhalve rustig doorcoachen en Luba klopte ASVU. De kracht van de tribune bepaalt de kracht van het team. We zeiden het al.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 27