Logeren in
een
antiekpakhuis
,Geld verdienen",
de obsessie van
Afrikaanse jeugd?
CHILSTONPARK:
Dure
nostalgie
in een
chic
landhuis
CcidócGoutarit
ZATERDAG 21 JANUARI 1989 PAGINA
LENHAM - Geweerschoten ver
storen de serene rust van een zater
dagmiddag in Kent. Vogels in een
nabijgelegen bos vliegen geschrok
ken op, maar de schoten waren
niet voor hen bedoeld; gelach
klinkt van de schietbaan, waar ca
sual geklede Londense dertigers
hun vaardigheden testen in het
kleiduivenschieten. Het echtpaar
dat gealarmeerd uit het leren bank
stel was opgerezen, laat zich weer
zakken voor het knapperende
haardvuur. Buiten het Chilston
Park Country House staan Bent-
leys, Ferrari's en een enkele Mase-
rati op het grind van de oprijlaan.
Het rustige winterweer doet een
dun condenslaagje op de ramen
ontstaan.
Chilston Park Country House in Len-
ham bij Ashford in Kent, ongeveer hal
verwege de M20 tussen Folkestone (bij
Dover) en Londen verkeert in een ont
spannen, half-slaperige weekendtoe
stand. Het enorme zeventiende-eeuwse
landhuis midden in wat de Tuin van En
geland wordt genoemd is een bijzonder
soort hotel, hoewel het management van
Chilston Park het liever geen hotel
noemt. Weliswaar zijn er 42 schitterende
kamers, maar het is de bedoeling dat je
je werkelijk te gast en „onder ons" voelt
in de entourage van Chilston Park. Daar
is alles aan gedaan. Voorbij de schapen
die langs de oprijlaan hun grasje mee
pikken is het welkom, niet eens in
woorden, uiterst warm.
Overal in het huis tikken oude klokken
en branden open haarden. Een hond ligt
voor een van die vuren op een dik wol
lig kleed te dromen van de jacht op een
mals haasje. De klok slaat drie en bood
schapt daarmee de komst van de butler,
met in zijn kielzog een „Saartje" in het
zwart met schortje. Authentiek, dat is
het woord dat je het eerst te binnen
schiet. De schemering begint al vroeg in
te vallen, het moment waarop je beseft
dat Chilston Park nooit een hoge elektri
citeitsrekening gepresenteerd zal krijgen.
Het duurt even voordat het karwei ge
klaard is, maar dan branden ook alle
250 kaarsen in de kleine en grote kroon
luchters van het huis.
Vorsten
De British Tourist Authority koos Chil
ston Park vorig jaar tot „Het Meest Ro
mantische Country House Hotel". Een
tje dat als zodanig al ontdekt is door
grote en kleine burgers. Europese rege
Op haar trektocht langs de Ni
ger, die door een aantal West-
afrikaanse landen stroomt, is
onze verslaggeefster Joos Per-
soon inmiddels gevorderd tot j
Burkina Faso. Daar ontmoette
zij onder anderen Karim, een
jongen die in het kielzog van
zijn oudere broer de hoofdstad
Ouagadougou verliet om zich
op het platteland te vestigen.
Opmerkelijk in een land waar
de meeste jongelui juist het
platteland verlaten om hun ge
luk in de stad te beproeven.
OUAGADOUGOU De bus i
heeft nog zo'n honderdtwintig ki
lometer over zoevend asfalt te
gaan, maar Karim zit al met zijn
neus tegen het raam gedrukt of
er iets te zien is van de Burkinese
hoofdstad Ouagadougou. Is hij
dan zo verschrikkelijk blij het
platteland achter zich te laten en
zich in het drukke stadsleven te
storten? Nee, dat is het niet, ant
woordt hij, zijn oudere broer
heeft hem erop uit gestuurd om
uit te zoeken wat een nieuwe
tractor kost. Als hij daar achter is,
keert hij weer snel terug naar zijn
dorpje in het oosten van het land.
Het moet een opmerkelijk man zijn, die
broer van Karim. Want hij werd gebo
ren in Ouaga, maar keerde zes jaar gele
den de stad de rug toe om een boerderij
te beginnen. Karim zelf, nu 23 jaar volg
de na enig aarzelen. „Het leek mij niks
om met kippevoer te gaan rondstrooien
of in de grond te gaan wroeten. Maar in
Ouaga had ik ook geen leuk werk en ik
hield niet van de stad; veel te stoffig, ik
liep er altijd te hoesten. Ik mis de disco
theken wel eens; op het platteland is het
vaak saai 's avonds. Toch is het wel
goed om voedsel te verbouwen. Mijn fa
milie vond het maar gek dat ik en mijn
broer het land gingen bewerken; de
meeste mensen willen juist liever in de
stad werken. Maar als het nu tijd is om
te oogsten, staan al mijn familieleden uit
de stad te dringen om te komen helpen".
Koude kermis
Het succes van Karims overstap is niet
alleen bijzonder omdat het ingaat tegen
de aantrekkingskracht van de stad. Het
platteland van Westafrikaanse landen
loopt leeg, omdat door de groeiende be
volking een tekort aan goede gronden is
ontstaan. De droogte helpt daar ook nog
eens een handje aan mee. Maar veel jon
gelui, die hun geluk in de stad beproe
ven, komen van een koude kermis thuis.
Terrence bijvoorbeeld, 22 jaar, van
beroep: schoenpoetser.
„Ik was naar Ouaga gekomen om naar.
de technische school te gaan, maar er
bleek geen plaats te zijn. Volgend jaar
laat ik me weer inschrijven en tot die
antiek door gasten gestolen. Daar zorge
de inventarislijsten in de kamers, zogi
naamd bedoeld als voorlichting aan d
geïnteresseerde gast, wel voor. Overigei
zijn alle kamers uitgerust met ope
haard, die uiteraard door het zeer gi
dienstige personeel wordt aangestokei
wie het in het imposante hemelbed (oo
antiek) dat in een van de kamers sta:
nog koud heeft, kan een warmwate
kruik krijgen.
Chilston Park Country House organ
seert leuke dingen voor de mens, zoa
een sfeervol tweedaags oudejaarsfeest b
haardvuur, met galadiner, lunch, ee
beetje kleiduivenschieten en vissen vo<
bijna 700 gulden per persoon. Voer vo<
yuppen derhalve. Of een „sportir
lunch" van tien tot drie met koffi
lunch, vissen, kleiduiven- en boogschii
ten voor een gulden of tweehonderd.
Peanuts voor de jongelingen die vrolij
kwebbelend en met een blos op de wai
gen de Marble Hall van het landhu
binnenkomen. De punch voor de spo
tieve, maar wat luidruchtige heren won
vanuit kristallen glazen beschaafd naa
binnen genipt. „Good shot, I dare say'
kaart het wat kakkineuze clubje nog n:
de blik begerig gericht op een door hi
huis beschikbaar gestelde trophee. Ch<
vermaak, en om het helemaal exclusid
te maken regelt het country house oo
ballonvaarten, met cocktails voor en n
en een vijfgangendiner, alles inclusiJ
voor het lieve sommetje van 925 guide
voor twee personen. Maar niet alleen d
prijzen, het antiek en de omgeving ma
ken Chilston Park bijzonder. Het zijn dj
kleine dingen die de klasse van dit hui
aangeven; zoals de dagelijkse verkleed
partij van het personeel van een eind-né
gentiende-eeuws dag- naar een avond
uniform: de oude beleefdheidsregej
waaraan de butlers, stewards en footmel
zich houden, hebben uitwerking op a
service aan de eenvoudige gast. De „pa^
lour maid" zoals het nog op z'n Victor)
aans heet, heeft het toilet bij de Drawin
Room voorzien van een keur aan Brits
literatuur. Op verzoek verstrekt ze vod
een wat langer bezoek Shaws „Candida»
Er komt nog net geen zilveren dienblal
aan te pas om het mee aan te reiken, h
Boven: Chilston Park
Country House in volle
glorie.
Links: Een voorbeeld
van de warme, unieke
aankleding van dit land
huis. De houten panelen
boven de vrijwel altijd
brandende haard in deze
Renaissance Hall zijn
handgesneden Tudor.
FOTO'S:
ARJEN VAN DER SAR
ringsleiders, vorsten, vorstinnen, bank
directeuren, popsterren en andere ver
mogende lieden huren het complete huis
met personeel af voor minimaal 37.000
gulden per dag. En als je je het kunt ver
oorloven is er natuurlijk wel wat voor te
zeggen om je voor pakweg 330 tot 610
gulden per nacht voor een tweepersoons
kamer te laten verwennen in een knus
landhuis, zoals er in Engeland zo veel
zijn.
Heel wat landhuizen in deze categorie
hebben moeite de exploitatie van het ge
bouw en het bijbehorende landgoed ge
zond te houden, maar Chilston Park
moet daarop een uitzondering vormen.
Van de ontvangsthal tot de gangen op de
eerste verdieping, van de tot restaurant
omgebouwde stallen tot de meest be
scheiden maar nog altijd zeer luxe zol
derkamer staat het complex vol met het
allerkostbaarste antiek. Luxe mahonie-
en notenhouten kasten sieren de wan
den, het aantal schilderijen van scholen
van weleer is niet te tellen. Alle vloerkle
den, de boeken in de bibliotheek, de
schemerlampen, hemelbedden en zelfs
het zilveren servies, het is allemaal
uniek en antiek. In de enorm rijke in
boedel van Chilston Park iS de hand
zichtbaar van de eigenaar, onroerend-
goedhandelaar Martin Miller maar voor
al van zijn vrouw Judith. Zij zijn tevens
de krachten achter de onder Nederland
se antiquairs en veilingbezoekers zeer
gerespecteerde „Miller's Antiques Price
Guide" een handboek voor wie geen
miskoop wil doen.
Miskopen zijn zeldzaam in Chilston
Park, dat min of meer als pakhuis dient
voor het uit aankoopgrillen van het
echtpaar ontstane bezit. Een museum is
wellicht een beter woord. Manager Ro
ger Maslen, juist wijzend op een enorm
olieverfschilderij dat een dag eerder door
Sotheby's uit Londen is bezorgd: „We
hebben zo langzamerhand zóveel antiek
staan, ik weet niet meer waar we die
„damned stuff' moeten laten", lacht
Maslen voordat hij plaatsneemt aan een
stokoud orgel in een van de zitkamers.
Objets d'art
Chilston Park is door de eigenaars dus
niet als hotel, maar ook weer niet als
tijd poets ik schoenen. Het is geen ver
velend werk; vaak kan ik onderwijl lek
ker met mensen kletsen, hoewel je er
ook bij hebt, die me behandelen als oud
vuil. Per paar verdien ik zo'n honderd
cfa (is ongeveer 70 cent) en er zijn dagen
dat ik wel twintig paar of meer poets.
Veel hou ik er niet aan over. Ik huur een
kamertje van drieduizend cfa (ruim
twintig gulden) en 's avonds koop ik een
fles bier; die drink ik dan samen met een
vriend op".
Die vriend van Terrence, Paul komt uit
het zuidelijker gelegen buurland Togo.
Hij is een van die ontelbaar vele jonge
ren, die het geluk buiten het vaderland
zoeken in de hoop dat „elders" ook „be
ter" betekent. „Weet je, ik ben toch al
vijfentwintig jaar, maar kan nog steeds
niet trouwen. Ik wil graag een vrouw,
maar niet voordat ik eerst geld heb ge
spaard en een vaste woonplek heb".
Hij laat een prachtige kora zien, een
Afrikaanse gitaar, gemaakt van kalebas,
runderleer en snaren van kameelhaar.
„Ik heb er twee dagen over gedaan deze
te maken en misschien dat ik het kan
verkopen voor vijfduizend cfa. Dat kan
natuurlijk ook nog dagen duren en dan
moet ik weer extra zuinig leven, 's Och
tends koop ik voor honderd cfa brood
én koffie; 's avonds voor eenzelfde be
drag rijst met wat groente of stukjes
vlees. Ik zorg wel dat ik genoeg overhou
voor een cola of een flesje bier. De bio
scoop kost tweehonderd cfa en daar ga
ik dan een keer in de twee weken naar
toe".
Kleren koopt Paul alleen tweedehands;
uit zijn T-shirt prijkt een Hema-etiketje
en zijn colbertjasje draagt het kenmerk
van „echt zuiver scheerwol". „Wat ik
het liefste zou doen?". Hij staat warem
pel voor twee seconden stil op zijn afge
trapte gympen. „Ik kan de kora goed be
spelen. Als ik genoeg geld heb, ga ik naar
Parijs, dan word ik de nieuwe Mori
Kante".
Naar de magische lichtstad wil ook Ibra
him wel. Dagelijks is hij te vinden bij de
ingang van het postkantoor, waar hij
briefkaarten en enveloppen verkoopt.
Het gaat slecht met de zaken; er zijn te
veel concurrenten met de kreet: Cartes
postales, madame, monsieur, en per
kaart verdient hij maar enkele centen.
„Ik heb al geen maanden een bioscoop
van binnen gezien, ^laar ik spaar dan
ook voor een te gekke cassetterecorder,
dan kan ik alle avonden naar muziek
luisteren. Daar wil ik ook het ontbijt nog
wel voor uitsparen. Ondertussen wacht
ik al maanden op een brief van een
vriend. Die woont in Parijs en wil een
antiekzaak in Westafrikaanse spullen be
ginnen. Dan ga ik voor hem naar het
Pays de Dogon (een streek in Mali, fa-
ifieus om zijn houtsnijwerk) en koop
oude deuren en maskers op. Als die zaak
in Parijs eenmaal loopt, ga ik er ook
heen. Dan ga ik daar mijn geld verdie
nen". En weg sjouwt hij weer met zijn
vettige plastic zak vol briefkaarten en
enveloppen. Bij een tweede ontmoeting
op straat, zou hij zijn bezorgdheid uit
spreken over die vriend in Parijs; „Hij
zal me toch zeker wel schrijven? We
hebben toch afgesproken dat we die an
tiekzaak met z'n tweeën gaan runnen.
Hij zal me toch zeker hier niet Iaterwit-
ten?".
Dromen
Zoveel jongeren, zoveel ambities en dro
men. Gedeeltelijk aangemoedigd door de
winkels die vol liggen met televisies, ge
luidsapparatuur, video en elektronische
muziekinstrumenten, proberen zij met
honderdduizenden de dagelijkse kost te
verdienen door sigaretten, sinaasappelen
en postkaarten te verkopen, door fietsen
te repareren, vracht te versjouwen, twee
dehands spullen te versjacheren. Maar
het harde werken en het creatieve den
ken doen de droom van het grote geld
meestal niet uitkomen. „Ik blijf hopen",
bromt Patrick, kromt zijn rug om een
zware kar met hout over een heuveltje te
trekken en rijdt daarbij prompt het tafel
tje van een pinda verkoopster omver.
Voor Fanta, nu 17 jaar, bestaat er geen
droom naar Europa te trekken. „Ik ga
vast snel trouwen. Mijn ouders hebben
denk ik al een man uitgezocht. Maar als
het niet de man is die ik op het oog heb,
loop ik weg. Ik kan best voor mezelf zor
gen, want ik kan een beetje lezen en
schrijven. Maar ik wil graag trouwen en
twee of drie kinderen krijgen. Niet méér,
want dan moeten ze net als ik op straat
gaan zitten venten om genoeg geld voor
de familie te verdienen. Het liefst wil ik
een man die voor de overheid werkt; als
ambtenaar heb je altijd geld en dan kun
nen mijn kinderen studeren en kleren
kopen".
Maïmou op haar beurt is helemaal niet
van plan te zitten wachten totdat een
man voor haar komt zorgen. Inmiddels
de rug heb of een man die dronken uit
zijn werk komt en wil eten".
„Lekker leven" zijn voor de 17-jarige
Umar volslagen vreemde woorden. Zijn
bruine trouwe-hondeogen taxeren voort
durend voorbijgangers of zij mogelijk
een toeareg-zwaard willen kopen. Hij
trekt zijn smetteloos witte tulband nog
eens strakker over zijn neus en vertelt
zachtjes hoe hij met zijn familie uit het
noorden is gekomen, uit de buurt van
Timboektoe, waar in 1982 alle vee stierf
bij gebrek aan water. Hij haat zijn eigen
geleur met „het echte leer, het echte zil
veren smeedwerk, het echte handge
maakte kruis van Timboektoe, de echti
traditionele koranhouder". „Nou goe(
dan, misschien ben ik trots, voel ik mi
te goed voor dit werk. Ik ben een vee
houder; mijn hele familie bestaat ui
veehouders, niet uit souvenirverkopers
Maar ik moest mee met mijn vader, die
zei dat we anders van de honger zoudei
omkomen. Ik wil terug naar de woestijn,
naar de vlakten en de bergen. Als mijl
vader sterft ga ik weer naar het noorden
met of zonder koeien".
JOOS PERSOOI*
museum bedoeld. De Millers, die overi
gens zelf niet vaak „thuis" zijn, willen
dat de gasten alles kunnen bewonderen,
maar ook gebruiken. Alle kamers heb
ben behalve de gebruikelijke gemakken
daarom een boekenkast en ettelijke et
sen, olie- en waterverfschilderijen en an
dere objets d'art die de Millers op veilin
gen op de kop hebben getikt. Dat is nog
eens iets anders dan de standaard-meu
beltjes en stillevens in de moderne ho
tels van deze tijd.
Dat Chilston Park niet echt van deze
tijd is mag volgens manager Maslen ook
blijken uit het feit dat de kamers niet
zijn uitgerust met een slot. Hij laat eerst
een minzaam lachje los over de imperti
nente vraag, maar nee, er wordt nooit
26 jaar en nog niet getrouwd, knipt zij
haar geld als kapster bij elkaar. „Ieder
een vindt mij gek dat ik nog geen man
heb. Maar ik wil eerst lekker leven; ik
hou van mooie kleren, van dansen en
van parfums. Nou, als ik zelf werk, mag
ik toch zeker ook mijn geld zelf uitge
ven. Sparen komt later wel. Dan vinden
mensen mij maar raar, dat kan me niet
schelen. Trouwen en kinderen krijgen is
voor de meeste vrouwen hier het belang
rijkste. Wie niet heeft gebaard, is geen
vrouw. Maar ik denk dat veel vrouwen
jaloers op mij zijn dat ik geen kind op
Van het
platteland naar
de stad, daar
proberen je
brood te
verdienen en
onderwijl
dromen van een
rijk bestaan in
Parijs.