Wandelaars ontdekken de stad Shawl als surprise zich uitdostj UIT THUIS EeidóaGowuwt MAANDAG 16 JANUARI 1989 PAGI1 O's r nehlo endin ri a (IC Belan, veren i rvoor (willig door Joke Forceville-Van Rosiafd< Fnaarr mma GLITTER fde b bnden De kaarsen branden mandarijnen. fr de Martinus Nijhoff Berlan j. DC fcrami bactie Jen te Mijn gang 1 s grauw, en lopro, de kamer. De adventL die een maand lang ver- jn tingsvol licht vooruit w/Ejer(jj afgehaakt. De kerstbooiienia{ glitter en schitter van ^«jurc en ballen, opgevrolijkt[gUr j mandarijnen, heb ik verj haald. Het stalletje, ne(lst v, tact gelaten totdat de drjhel c ningen hun datum en bek€ hadden bereikt in Bethli ,s^0 is met weemoed en zomlam{ verhuisd naar de zoldeLejjj( Kind is geboren en intu^^r weer gevlucht, van wek jn moordpartij van Herodtk W( ders is het weinig andeLjjij, winkelstraten doen on'fond aan. De soms oogverblinde, glanzende schoonheid e%ebi( van de kerstetalages is v^n Vi vaagd. Ik vraag me af widag rijkdom - voor zover n/eü Jq, kocht vóór de feestda^eren naar toe is getransportee Armenië kunnen ze er niets mee. En- volgenaP%T£ hier opnieuw uitstallen lijkt me moeilijk. Veel ff ierwets. Heb ik er moeiU.. tonen dat hij feest wil Hef ik een bezwerend, ber™" fend vingertje op naar rfu. nen die zich tegoed willen doen aan lekkersr?n, heerlijkheden die crer'. huisvrouwen op tafel hit getoverdOm de gezelli~a°' te dienen, de saam hors P en de vreugde (of de ili urj van het in vrede bij a„ ee zijn? Niets is mij, eerlij] onder de mensen te veii den, ook maar iets in de- te leggen. Ik hoop van dat adventsterren met licht, flonkerende kerstb schaars verlichte stalletjf welvoorziene tafels een i van vreugde om KerstnI veler harten hebben doel bloeien. Een gevoel f vreugde, van intimi tem vooral ook een bele verf inkeer in onszelf. KlateË moet mogen, denk ik Maar dan als uitdruk4 vorm, als symbool, van dieper onder verborgeii Schitter en glitter met mis waarin een ziel zitP dillemma waarin we diË leven in onze tijd: mag ir wel goed hebben, terwii ders mensen verhongT dakloos zijn, verdrinken komen door geweld wij het verwijt //jcassereM wij het eigen straatje vanI gemoedsrust schoonvegen te zeggen dat onze sob die anderen niet zal verlI van hun kwellingen en teV komen? Dat weiger ik T Het is niet wéér dat wif van het goede der aardel den mogen genieten, «T 1 omdat anderen dat niet 1»^ gund. Ik geloof van harti ik die tweeënvijftigste 6.17.; van het jaar in gloed en uf ma te mag zetten. Houd ikv De éénenvijftig weken over me sober, bescheiden, ir zekere mate van onthop fik op te stellen? Misschien 16 Plo één of andere lezer me rek dat die soberheid in het afr pen jaar in ons land echl\ ser tot uiting is gekomen. A Aei die enorm veel geld heb Wil opgeleverd bewijzen het:1 del gehandicaptensport, voor aardbeving en wat al ^je: meer. Als we ons in een c liair proces willen bezin zijn dit toch zeker duidt1 Ru' tekenen daarvan. Bevori we op zulke wijze, al is h uiterst bescheiden schaal, i Me mede de heelheid var schepping? Dat zou ik graag ontkennen. Maar 1 evident dat we met dergi bijdragen onze persoonlijk spanning niet hebben wenteld. Het plezierige, me gevoel van zelf volt heid dat we als Neder volk weer eens iets groots ben verricht, mag ons ni onze lauweren doen ri Natuurlijk kunnen we éénenvijftig weken lang goede doeleinden ofl Toch blijft het onze opdt ||^j aan de heelheid van de ping te werken. Maar st ping betekent óók: perst individuele schepselen. A overige weken staat hün heid op de agenda. Zij bl in het vizier: moeten dat. taai uithoudings- en dod tingsvermogen wordt daar Gel gevraagd. Iets spectacular er niet aan. De eenzame ya, man, de alleenstaande zlD int< de moeder van het gehfi Kui capte kind blijven in onze', middellijke omgeving, hadden het over glitter ziel. Het gaat door het dikwijls om ziel zonder gl Robert van der Veen: „Minstens zo interessant zijn wandelingen door de Bijlmer of door Almere". Een interessante trend binnen de wandeltrend is de stadswandeltrend. Deze stadswandeltrend behelst méér dan het klassieke kuieren langs Leidse hofjes en Delftse grachtenwandjes. Stads- wandelaar Robert van der Veen: „Excursies naar de Oude Delft, naar de Jordaan, maar de Grote Markt in Haarlem dat blijven plezierige uitjes. Maar minstens zo interessant is een wande ling door de Amsterdam se Bijlmermeer. Wat een groen, wat een sfeer, wat een schitterende archi tectuur! Neem alleen al het Bijlmerse kantoor van de Nederlandse Mid- denstandsbank met zijn typische torens en zijn organische vormgeving. Dan de vele schitterende flatgebouwen, in de vorm van een meander of een hoefijzer. En de moskeeën. Ten zuiden van de Hoogoorddreef wandel je zelf op het maaiveld, terwijl één hoog de lokale wegen lo pen en twee hoog de Rijksweg A9 langs raast. Door de uitlaatsgassen heen ruik je de bruine bonen, de roti, de rijst met kouseband. Ja, de Bijlmer is de meest exoti sche stadswijk van Ne derland. Zeer aan te be velen" De revival van het wandelen in het algemeen nam een aanvang rond het midden van de jaren zeventig. Waar bij als markering het jaar 1977 mag dienen, toen in Amsterdam de winkel „Pied Terre" werd geopend (hoofdstedelijk uitgesproken als Piet-a-ter), die een assor timent ging voeren dat be stond uit louter kaarten en gidsen voor wandelaars en klimmers. Deze wederople ving sloot aan bij de vooroor logse wandeltraditie, die ook in het eerste decennium na de oorlog nog stand hield, maar vervolgens sterk ver schraalde. Hoogstwaarschijn lijk als gevolg van de ver breiding van de automobiel. Bewust stappen Zo rond 1975 raakte een voorhoede van studenten en linkse intellectuelen uitgeke ken op het als duf ervaren auto-toeren, en herontdekte de charme van het bewuste stappen. Wat iets anders is dan de benen strekken. De benen strekt men met het oog op de bloedsomloop en met het doel om daarna weer met des te meer genoegen te kunnen zitten. Achter het stuur van de auto, achter een bureau, achter de televisie dat maakt niet uit. Het be wuste stappen is stappen om der wille van het stappen zelf. Om het genoegen van de stap-cadans, om de uniek-tra- ge snelheid waarmee men zich voortbeweegt en om de wondere pracht van een we reld, die zich dankzij die lage snelheid tot in details aan de stapper openbaart. De eerste stappers van de nieuwe wandelgolf stapten vrijwel uitsluitend de natuur in. En toonden daarbij een opmerkelijke voorkeur voor de lange afstand. Vermoede lijk om zich te bewijzen te genover de autorecreanten legden ze zich toe op tochten van .dertig, veertig kilometer per dag en wandelden dan in één zomervakantie gerust heen en terug naar de Vogezen. Sinds een jaar of drie, vier echter is er een duidelijke tendens waar te nemen naar het meer korte stappen. En dan niet in de natuur, maar in een stedelij ke omgeving, dicht bij huis. Van deze stadsstappers is de sociaal-geograaf Robert van der Veen, woonachtig in Go- rinchem, vrijgezel, 43 jaar oud, een uitgesproken expo nent Almere „Bij toeval raakte ik eens in gesprek met Brans Stassen, de stedebouwkundig ontwer per yan Almere. Dat dat Al mere van hem toch zo inter essant was en dat ik daar eens moest gaan kijken.Ik had mijn twijfels, maar op een dag ben ik toch maar ge gaan en, allemachtig, die man had gelijk! Prachtige promenades langs het water heb je daar, een Passage met indrukwekkende high-tech- architectuur, plus natuurlijk „De Fantasie". Dat laatste is een wijk voor experimentele woningbouw die in 1982 ont stond als resultaat van een prijsvraag. De enige eis waar aan de huizen moesten vol doen, was die van veiligheid tegen brand en instorting. Na een paar jaar, was de bedoe ling, zouden ze toch weer af gebroken worden. Maar het resultaat was zo aardig, en kennelijk ook zo solide, dat men het allemaal maar heeft laten staan. Een wandeling door De Fantasie is een feest. Maar heel Almere is boeiend doordat de infrastructuur weloverwogen is afgestemd op enerzijds lopen en ander zijds openbaar vervoer. Ner gens in die stad ben je verder dan vijf minuten van een bushalte verwijderd. En dan het idee dat je daar twintig jaar geleden nog met je voe ten in het water stond. Want zo kort is het nog maar gele den dat de Zuidelijke Flevo- polder droog viel". Middenbeemster Robert van der Veen maakt zijn wandelingen door de Bijlmer en door Almere, door de Rotterdamse haven en langs de Utrechtse stadswal len, maar bijvoorbeeld ook door Middenbeemster in Noord-Holland: „Midden beemster is zó fascinerend. Kijk je alleen naar de uitleg van de stad, dan moet je con cluderen: dit is zeer eigen tijds. Maar richt je je oog op de gevels van de huizen, dan zijn die stokoud. Zit ik nou in de 17e of in de 20e eeuw?, vraag je je af. Nóu, Midden beemster dateert inderdaad van 1625, maar heeft een stratenplan dat net zo recht- toe-recht-aan is als dat van een moderne stadswijk". Van beroep is Robert van der Veen redacteur en publicist. Van de vele tientallen stads wandelingen die hij de afge lopen jaren maakte, hield hij aantekeningen bij, en deze heeft hij nu bewerkt tot de „Wandelgids voor de Rand stad", die zojuist van de per sen is gerold. Een fraai werk stuk is het geworden, ruim 200 pagina's dik, dat mede aan de hand van duidelijke plattegronden en sfeervolle illustraties in totaal vijftig wandelingen beschrijft. Langs zowel het erkende als het nog onontdekte stads- schoon. Het mag dan ook een welkome aanvulling heten op het toch al ruime aanbod aan stadswandelgidsen dat sinds ongeveer 1985 op de markt is gekomen. Isy en Evy Zeer actief op dit gebied zijn immers ook de Leidse wan delende gebroeders Isy en Evy Zwolle, die vorige maand hun oeuvre verrijkten met een gidsje over de Am sterdamse Jordaan. De Am sterdammer Vladimir Mars beschreef recentelijk enkele wandelingen in de Amster damse en de Arnhemse regio, terwijl hij publicaties in voor bereiding heeft over de voet paden in en om Den Haag en Haarlem. Van de hand van de kunsthistorica Marga van den Brink is vorig jaar het boekje „Steden en hun Ver leden" uitgekomen, dat is ge baseerd op de gelijknamige Teleac-cursus. En zo kunnen we nog alinea's lang door gaan de stadswandeltrend is onmiskenbaar. Robert van der Veen: „Het wandelen is uit de sfeer van de freaks en de geitenbreiers geraakt. Zij het nóg niet bij iedereen. Mijn 'Wandelgids voor de Randstad', waarvan alle wandelingen beginnen en eindigen bij een station of een bushalte, wilde ik aan vankelijk door de ANWB la ten uitgeven. Daar was de re actie echter zeer afwijzend: „Dat is niks voor ons. Dat is iets voor spoorwegfanaten". Maar gelukkig zag uitgeverij Zomer Keuning er wel brood in. En bij Zomer- Keuning betalen ze ook gewoon een honorarium in plaats van het hongerari- um waartoe de meeste uitge vers zich beperken". WILLEM SCHEER N.a.v. Wandelgids voor de Randstad, door Robert van der Veen. Uitgeverij Zo mer Keuning. Prijs 26,50. De vele theorieën over Wiegedood Elk jaar overkomt het zo'n twee honderd ouders dat ze hun meestal heel jonge kind dood in de wieg aantreffen. De toegesnelde huisarts kan dan nog slechts de dood con stateren en troosten. Verder kan hij niets. Hij «kan zelfs niet uitleggen waaraan het kind gestorven is, want wiegedood is per definitie een raadselachtige dood: „Het plotse ling en onverwacht overlijden van een ogenschijnlijk gezonde zuige ling" Geen wonder dat toen de kinder arts H. Wierenga vorige week op een onderzoek van wiegedood pro moveerde, de verwachtingen mis schien wat al te hoog gespannen waren. Maar Wierenga's proef schrift heeft helaas geen praktisch nut, je kunt er bijvoorbeeld niet uit lezen wat je nu als ouder moet doen of laten om wiegedood te voorkomen. Wel bevat het een nieuwe theorie, en dat is al heel wat, want de theoretische kennis over de oorzaak van wiegedood is een ramp. Voordat we die theoretische puin hoop beklimmen, even wat cijfers en simpele feiten. Wiegedood heet ook wel SIDS, en dat is een afkor ting van Sudden Infant Death Syn drome dat zoiets betekent als het syndroom van de plotselinge kin derdood. Wiegedood, of SIDS dus, overkomt gemiddeld 200 van de 180.000 per jaar geboren kinderen, jongetjes iets meer dan meisjes, va ker 's nachts en vaker in de win ter, vooral in de eerste levens maanden met als piek de derde maand. Bij sectie vindt men slechts in hooguit 15 procent iets zodanig ab normaals dat het de dood van het kind zou kunnen verklaren. Stik ken in kussen, dekentje of dekje, zoveel is zeker, is nooit de oorzaak van dit plotselinge en dramatische overlijden, evenmin als de ligging, want SIDS-kinderen worden in ALLE liggingen buik, zij of rug aangetroffen. Ook is er niet zoiets als erfelijke aanleg. Goed. Nu bent u wat feiten en cijfers betreft volledig op de hoogte, want wat er voor de rest over wiegedood te we ten valt is voor het merendeel on bewezen theorie. Theorie Vooral de laatste tien jaar opperden onderzoekers zoveel nieuwe ideeën over wiegedood, dat een cynische waarnemer ooit repte van de „The- orie-van-de-maandclub". Niet ten onrechte. Vorig jaar november veegde het befaamde medische vakblad de British Medical Journal de belangrijkste theorieën over wiegedood bij elkaar in een over zichtsartikel. Het zijn er minimaal tien. Globaal laten de theoretici zich verdelen in twee richtingen. De eerste richting is er steeds meer van overtuigd dat er met deze kin deren van begin af aan iets mis was. Daar tegenover staat de opvat ting dat wiegedood „van buiten" komt en dus iets is dat in principe elk gezond kind kan overkomen. Zo bleek het gif van de Clostridium botulinumbacterie in Amerika 4 procent van de sterfgevallen te veroorzaken en in Zweden liefst 16 procent. De bacterie die het dode lijkste van alle giffen produceert, komt via de grond in de Ameri kaanse honing voor. Heel aardig is ook hoe twee verschillende theo rieën het feit annexeren dat wiege dood meer in de winter voorkomt. Dat komt, zegt de Temperatuur- theorie, omdat koude op zich dit dodelijk effect heeft, of omdat dan verkoudheden meer voorkomen. Welnee, aldus de Verlamd-van angst-theorie, kinderen hebben net als dieren een reflex waardoor ze verlamd kunnen raken van angst. Deze reflex, die vooral in het don ker en bij afwezigheid van de ou ders optreedt, vertraagt onder meer de hartslag en laat soms zelfs het hart stilstaan. En jawel. In de win ter, als de duistere nachten het langst duren, komt wiegedood het meest voor. Ietwat ingewikkelder, maar nog steeds uitgaande van het gezonde kind, zijn de crisistheorieën. Zo rond de derde maand lijkt het kind een kritische fase door te maken. Dan is het peil van zijn antistoffen tegen infectieziekten op zijn aller laagst, want wat het van zijn moe der heeft meegekregen is bijna op, terwijl het zelf nog weinig of geen antistoffen produceert. Bovendien werkt het hart dan juist het aller- traagst terwijl de ademhaling op zijn onregelmatigst is. Dat fcou de piek aan wiegedood rond de derde maand kunnen verklaren. De rest van de theorieën over de oorzaak van wiegedood gaat ervan uit dat er al wezenlijk iets met het kind mis is. Dat kan het hart zijn of het systeem dat de ademhaling re gelt, de longen zelf of een stofwis selingstoornis. Veel leverde boven staande niet op, in elk geval niets van praktisch belang. „Een theorie verzinnen is makkelijker dan een theorie bewijzen", merkte het tijd schrift wat zuur op. En dan het proefschrift van Wie renga. Vanaf 1983 volgen alle kin derartsen van Nederland alle kin deren die in dat jaar ten minste zes weken te vroeg geboren zijn; een uniek onderzoek. Wierenga was het opgevallen dat van de.duizend kinderen die uiteindelijk na de ge-1 boorte naar huis kondeh, in de loop J van de tijd liefst vijftien aan wiege dood waren overleden. Dat was on verwacht veel, in elk geval tien keer zoveel als je normaal zou mo gen verwachten. „Iets" moesten die kinderen gemeenschappelijk heb ben om dit hoge aantal te kunnen verklaren. Nu trof het, want door dat onderzoek waren alle mogelijke en onmogelijke medische feiten al van voor de geboorte nauwkeurig vastgelegd. Voor een onderzoeker is dat natuurlijk een buitenkansje. Gerookt Uit Wierenga's onderzoek bleek dat de kinderen die aan wiegedood wa ren overleden van andere kinderen waren te onderscheiden. Ze hadden moeders die op jongere leeftijd voor het eerst zwanger waren en die bovendien meer en langer had den gerookt tijdens de zwanger schap. Verder had het kind kort na de geboorte een periode van onder- temperatuur doorgemaakt en was het in het bezit van een minder dan normaal aantal witte bloedli chaampjes en - plaatjes. Wierenga kon na zoeken in de boeken maar één Grootste Gemene Deler voor deze verschijnselen vinden: „Ze maken waarschijnlijk dat met deze kinderen al iets aan de hand was tijdens de zwangerschap". Hij denkt aan een ernstig zuurstofte- kort over een lange periode van de r zwangerschap. Of dat zo is zal een f? vervolgonderzoek moeten uitwij- ;U1iZèn.'f - Cape-achtige vor men markeren het huidige win terseizoen. Een losjes om het hoofd gedrapeer de zwarte mousse line shawl geeft een vrouw dezelf de entree als het „kleine zwarte jurkje" (la petite robe noire) op een party waar ieder een tot de nek volzit mét strass of lovers. De scarf over het hoogge kapte hoofd, rond de schouders in zwierige val wordt in haar strenge lijnen - soms afgezet met zijdeachtige franje - graag door cou turiers bij hun mannequins op de shows toegepast. Ze vallen van de linkerschouder als een waterval om laag of ze worden om de heupen ge vouwen als een sjerp, die verder mag doen wat die wil: zich plooien in een strik of in twee slippen de weg naar de zoom vervolgen. De hit van het winterseizoen is de rechthoekige cashmere shawl in diepe, donkere kleuren als kobalt met bordeaux in een ingewikkeld dessin of in ivoor- kleur met twinke lende goud en lin degroen. De shawl gaat over de jas en leeft haar eigen leven, want de charme is gelegen in het feit dat ze met de bewegin gen meevloeit en er steeds anders uitziet. In de grote steden als bijvoorbeeld het Haagse chique wereldje zie je in de mooiste stra ten: Noordeinde, Hoogstraat, Lange Voorhout, de vrouwen met deze scarfs lopen. De shawl heeft te ma ken met „lifesty le" om eens een afgezaagde uit drukking te ge bruiken. Ze is van 98.- tot 400.- te koop bij alle wa renhuizen (Bijen korf, V D), bij de Bonneterie, bij Boutiques in de Lange Poten, bij kleine boetieks met grote spiegels en chroom werk, bij „Pauw", Laura Ashley, Burberry, Claudia St ra ter etc. Soms ook in de vorm van een ponchoachtige omslagdoek, afge zet met een ruche, of als grote drie kanten doek, waarop Liberty- bloempjes soms samengaan met geometrische randdessins. Ook komen kleurrijke jaquards voor met bonte, versierde balken en strepen. Zo'n shawl is niet bedoeld om je warm te houden. Louis Feraud voorzag een korte, zwarte cape van dubbele volants. Hij gaat losjes over de beide schouders of over een schouder. De bijpassende etagerok is ook zwart; het jasje zwart/rood. maar om je zwier te geven. Het is niet nodig er als een actrice op het toneel mee te pa raderen; zet hem bijvoorbeeld ge woon met een knoop op de schouder vast en laat de stof verder zijn gang gaan. De charme zit 'm in het draaien en het bewegen van de stof. Jago-shawls (o.a. Confectie Cen trum, Amsterdam) zal vanaf januari de consument ver blijden met een viscose „capes hawl", afgezet met een ruche („La Capa") in di verse voorjaar- stinten. Ze komen in de maat 80x80 cm. uit India en zullen zo'n f 150.- kosten. Inl. 020- 199805). Voorlopig is de scarf dus nog niet uit het mode beeld verdwenen. TINY FRANCIS Purperen jumpsuit van Lacroix met een capeachtige top, die over het hoofd wordt gedrapeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 8