f
I
mal
Ie
De vrede
Snoep en avontuur op
een onbekend eiland
11f
van een vergeten vesting
Ccidóc Sou/temt'
W apengekletter
KRISKRAS DOOR SARDINIË:
Vis
ZATERDAG 7 JANUARI 1989 PAGINA 25
NIEUWPOORT - Weinigen die er
niet wonen of werken, zullen het
op hun weg vinden. Maar gebeurt
zulks en is men in het gezelschap
van een schoolgaand kind, dan
komt, vaste prik, de vraag: „Pap
pie, mammie, is hier nou die slag
bij Nieuwpoort geweest?" Nee dus,
want overal dijk maar nergens
duin.
De fameuze veldslag op 2 juli van het
jaar 1600 werd door de Nederlanders ge
wonnen doordat de Spanjaarden tegen
de wind in nloesten vechten. Er stond
die dag een straffe bries uit het westen
waardoor de troepen van landvoogdes
Isabella voortdurend hinderlijk duin
zand in de ogen geblazen kregen. Dit
Nieuwpoort ligt aan de Vlaamse kust,
daar waar de IJzer uitmondt in zee, en
de veldtocht van prins Maurits was be
doeld om Oostende te ontzetten en de
piraten van Duinkerken mores te leren.
Het hier beoogde Nieuwpoort echter
moet men veel noordelijker zoeken, in
de Alblasserwaard, dat land van de man
nenbroeders. En de vele wegblijvers heb
ben ongelijk. Lees maar wat de dichter
en levenskunstenaar Werumeus Buning
noteerde: „In het midden van deze mi
niatuur-stad, aan een miniatuur-plein,
staat een lief raadhuisje met aanzienlijke
wapens en het jaartal 1697. Er is, aan
den achterkant van dit schone raadhuis,
een beminnelijk lindengrachtje dat de
Nieuwpoorters de haven noemen. Als ge
langs den schoonen gevelsteen In de
Arke Noachs de wallen gaat bewandelen,
ziet ge achter de gespaarde watergrach
ten een nagenoeg ongeschonden oude
vesting in haar wallen liggen. Ik geef toe:
men moet er van houden. Maar als men
eens een middag in het eeuwig groene
gras wil zitten, naar water en bomen wil
kijken en verder niets, dan beveel ik u
de vrede van deze vergeten vesting aan.
Als ge de wijsheid van den waren wan
delaar bezit, dan vliet de tijd hier snel en
stil als de Lek waaraan het stadje ligt".
De vrede van een vergeten vesting. Hoe
mooi gezegd. En hoe geschiedsgetrouw.
Anders dan in het Belgische Nieuwpoort
hoort de dagjesmens hier niet de echo
van historisch wapengekletter tussen het
hoge geboomte hangen. Zeker, er zijn de
nodige robbertjes gevochten, maar in
een grijs verleden was dat toen de ves
ting nog lang niet zijn huidige vorm had
gekregen, en het betrof louter lokale
twisten. Jan XVI, heer van Arkel, vocht
er een onenigheid met de bisschop van
Utrecht uit. De poorters van Dordrecht,
aangevoerd door Cornelis van Bleyen-
berg, vernielden na een beleg de toenma
lige verdedigingswerken. Achtereenvol
Sardinië, het op één na grootste eiland in de Middellandse Zee, is veel minder
bekend dan zijn „broertje" Sicilië en leent zich dan ook uitstekend voor een
avontuurlijke vakantie.
In de elfde eeuw werd Sardiniè veroverd door de republieken Genua en Pisa, om
vervolgens, tussen de dertiende en veertiende eeuw, in handen van Spanje te val
len. Deze overheersing duurde tot begin 1700. Na korte tijd onder Oostenrijkse
heerschappij te hebben gestaan viel het eiland het Huis Savoye toe. Zo ontstond
het koninkrijk Sardiniè-Piemonte. Dit bleef zo tot het ontstaan van het konink
rijk Italië in 1861. Tot de dag van vandaag is het eiland een regio met zelfbestuur
binnen de Italiaanse republiek.
Al die. verschillende volkeren hebben hun sporen achtergelaten. De meest speci
fieke bouwsels zijn de nuraghes, bouwwerken van op elkaar gestapelde stenen.
Mogelijk dienden zij ooit als vesting of woning. Andere sporen die mensen uit het
bronzen tijdperk hebben achtergelaten zijn de „domus de janas", bekend als wo
ningen van feeén en heksen.
Boven: Beeld van
vroeger: kerk en
krotten in Cagliari,
de hoofdstad van
Sardinië.
Rechts: De historie
van het manden
maken gaat in
Sardinië ver terug.
FOTO'S: ARCHIEF
SANTA TERESA Dl GALLURA
- De eetzaal staat op zijn kop; bo
vendien ruikt het in plaats van
naar lekker eten naar verf. Hoewel
het hotel nog niet helemaal klaar is
om de eerste (zomer)gasten te ont
vangen, verwelkomt Giovanni Spa-
no ons met open armen. Zijn hele
familie wordt ingezet om het de
toerist naar de zin te maken.
Een blik uit het raam geeft zicht op zee.
Het strandje is nog verlaten, zodat het
net een privéstrand lijkt. Over een paar
maanden, als er meer toeristen op het
eiland zijn, zal het er wel anders uitzien.
Maar er zijn zoveel kleine baaitjes, dat
je hier ook in het hoogseizoen nog stille
plekjes kunt vinden en je op een onbe
woond eiland kunt wanen.
Weer terug in de bewoonde wereld
wachten de altijd gastvrije mensen van
het plaatsje waar het traditionele plein,
het centrale ontmoetingspunt van de
mannen, natuurlijk niet ontbreekt. In de
talrijke bars van het dorp is het een ko
men en gaan van werklui die hun arbeid
even onderbreken om te genieten van'
een kopje gloeiend hete espresso, ijskou
de aqua minerale of liever nog een mirto
of grappa. Al vroeg in de morgen wordt
hier met smaak heel wat alcohol door
dorstige kelen gegoten. De man achter
de bar laat zich daarbij niet onbetuigd.
In de winkels is volop keus uit de duur
ste horloges, sieraden en elektrische ap
paratuur. En - het kan niet anders -
espresso-apparaten in allerlei afmetingen
en kleuren evenals ijsmachines voor gro
te en kleine porties ontbreken niet.
Zigzaggend
Niet alleen op één van de talrijke zand-
strandjes waan je je op een onbewoond
eiland. Ook op de weg vraag je je soms
af waar iedereen is gebleven. Tientallen
kilometers kun je hier afleggen zonder
een sterveling tegen te komen. Over die
tientallen kilometers heb je dan ook nog
- naar onze maatstaven - behoorlijk
lang gedaan, want een recht stuk weg is
in grote delen van Sardiniè een uitzon
dering. Om de paar meter volgt een
bocht, zodat je werkelijk zigzaggend over
het eiland gaat. Ook vanwege de kuilen
in de weg is extra oplettendheid gebo
den. Maar waar je thuis zou klagen over
het gebrek aan onderhoud van de wegen,
zo heeft dat hier zijn charme. Waar ab
soluut niet over te klagen valt is de be
wegwijzering. Verdwalen doe je niet, ook
al is het gezochte dorpje nog zo klein.
Jammer alleen dat het op Sardinië een
sport lijkt te zijn de punten van de bor
den af te breken. Maar wie daardoor één
of tweemaal fout is gereden, is hier at
tent op en laat zich niet nogmaals de
verkeerde kant opsturen.
Mirto
Santa Teresa di Gallura ligt helemaal in
het noorden van het eiland en telt zo'n
vierduizend inwoners. Veel van de be
woners zijn voor hun inkomsten afhan
kelijk van de visvangst. Visliethebbers
kunnen hier dan ook hun hart ophalen.
Een verser vismaal dan je op Sardinië
krijgt voorgeschoteld, kun je je niet wen
sen.
Glamour
Voor de slanke lijn moet je hier niet ko
men. Tweemaal per dag wordt er zoveel
lekkers voorgezet, dat het wel heel moei
lijk wordt iets te weigeren. Het afslaan
van een dessert is haast onbeleefd: de
kok is zelf zo gek op zijn nagerechten,
dat hij ze met alle superlatieven de he
mel in prijst. Zo'n dessert is hier meestal
zoet, zoals een gerecht van bloem en
kaas, dat wordt gefrituurd zodat je een
heerlijk ruikend ballonvormig gerecht op
je bord krijgt, dat rijkelijk met honing is
overgoten. En alsof, dit al niet zoet ge
noeg is, komt er ook nog „Mirto" op ta
fel. De Sardijnen zijn gek op deze likeur
van hun eiland. In Santa Teresa di Gal
lura is de sfeer heel wat vriendelijker
dan aan de noordoostelijk gelegen be
kende Costa Smeralda. In dit in de jaren
vijftig door de Aga Khan voor het toe
risme ontdekte gebied, speelt de com
mercie een veel grotere rol. Een droom
gebied voor wie van glamour houdt. De
prijzen zijn er dan ook naar, zeker in
Porto Cervo, waar de meest luxueuze
boten zijn aangemeerd.
De natuur op het eiland kent vele ge
zichten. Zo is de weg naar Cala Gonone,
aan de oostkust, heel anders dan ver
moed: de weg wordt hoe langer hoe stei
ler. Langzaam maar zeker krijg je het ge
voel in de onbewoonde wereld terecht te
komen. Tientallen kilometers lang is er
niemand te bekennen. Geen mensen,
geen dieren, geen huizen. Eindelijk komt
de zee weer in zicht en wordt alle moeite
beloond met een adembenemend uit
zicht. In de verte, tegen de bergen aange
plakt, ligt Cala Gonone. De grote trek
pleister van dit dorpje is de Grotte di
Bue Marino.
Mandjes
De Sardijnen zijn trots op hun eiland,
niet alleen op de natuur, maar ook op
hun gebruiken. In het zuiden, niet ver
van de hoofdstad Cagliari af, ligt Sinnai.
Ook in dit plaatsje met zijn 13.000 in-v
woners zijn nog veel oude Sardijnse ge
bruiken bewaard gebleven. Als er ook
maar enige aanleiding toe is, komen de
kostuums uit de kast. Bij de folk-group
van Sinnai gebeurt dat regelmatig. Deze
jonge mensen beschikken over een twee
honderd jaar oud huis met een binnen
plaatsje waar zij Sardijnse dansen uit
voeren en eten en drinken ronddelen.
Wie wil weten hoe de Sardijnse manden
worden gemaakt, kan in Sinnai terecht
bij Anna Timpanari. Deze 70-jarige
vrouw werkt nog dagelijks met veel ple
zier aan haar mandjes. Een hobby waar
voor zij veel geduld moet opbrengen:
over een schaal met een doorsnede van
circa dertig centimeter doet zij twee
maanden. Het resultaat is dan ook wel
heel anders dan de mandjes die in de
ook hier niet ontbrekende souvenirwin
keltjes worden verkocht.
Giovanna Sirigu, eveneens in Sinnai,
houdt zich bezig met een andere specia
liteit. Zij maakt de hier overal verkrijg
bare „Dolci Sardi". Van fabriekswerk is
geen sprake: alle lekkernijen worden met
de hand gemaakt. Giovanna doet dat
voor bruiloften, heilige communies of
andere feesten in haar eigen keuken. Met
veel liefde boetseert zij van de eigenge
maakte amandelspijs de mooiste figuur
tjes. Uit een plukje amandelspijs groeit
onder haar vingers in luttele seconden
een hondje, een krokodil of een aardbei.
Nadat de spijs wit is geworden, wordt
hij geglazuurd en gaan de figuurtjes de
oven in. Een likje „verf' en het karwei
is geklaard. De zalig smakende „Dolci"
zijn eigenlijk te mooi om op te eten.
In het midden van het eiland wacht een
nieuwe verrassende kant van „Sardeg-
na". In de ongerepte natuur van de om
geving van het plaatsje Aritzo leven zo'n
duizend wilde paarden. Bijvoederen is
niet nodig: de natuur heeft volop voed
sel te bieden.
Ook de mens zou hier niet van honger
omkomen: in de riviertjes en meertjes is
voldoende vis te vinden. Maar ook zon
der vis is in de natuur een volledig maal
te vinden: wilde vruchten als peren,
pniimen. appels, maar ook hazelnoten,
wilde kastanjes, vijgen, druiven en di
verse andere eetbare zaken hangen voor
het grijpen.
Zowel de toerist die van mondaine bad
plaatsen houdt als de echte natuurlief
hebber kan zijn hart ophalen op Sardi
niè.
ELISE WAGNER
Wie na een wandeling over de Nieuwpoorter wallen zijn be
langstelling gewekt voelt, zal veel wetenswaardigs over de ge
schiedenis vinden in de reeks boekjes die onder de naam
„De Stede Nieuwpoort" gepubliceerd zijn door de Histori
sche Kring Nieuwpoort. De plaatselijke boekhandel heeft ze
in voorraad. Daar is ook een beschrijving van de vesting
wandeling verkrijgbaar. Voor een huurfiets kan men terecht
bij Verstoep (tel. 01843-2421). Wie geluk heeft komt een
ooievaar tegen. In het ooievaarsdorp „Het Liesveld" bij
Nieuwpoort zijn op het ogenblik zo'n 200 ooievaars, waar
van er 60 vrij rondvliegen in de omgeving. Ook 's winters,
want ze missen het trekinstinct. Wie meer inlichtingen wil
over de omgeving van Nieuwpoort, kan zich wenden tot de
VVV Dordrecht, tel. 078-132800.
gens de Hollandse en de Gelderse troe
pen belegerden het. Maar in 1524 maak
ten Karei van Gelder en zijn benden een
einde aan het gekrakeel dat overigens,
dit in tegenstelling tot vestingen als
Naarden of Den Briel, nooit tot ijselijke
bloedbaden onder de Nieuwpoorters
heeft geleid. „De interesse om Nieuw
poort weer te plunderen, was daarna
blijkbaar over", vermelden de kronieken
droogjes.
Bolwerk
Karei V verleende de burgerij vrijstelling
van belastingen en dank zij deze groot-'
moedigheid kon de stad in zijn intieme
glorie worden herbouwd. Zelfs het ramp
jaar, 1672, met de Franse zonnekoning
Lodewijk XIV rammelend aan menige
poort van de vesting Holland, liet
Nieuwpoort ongemoeid. Maar wel dankt
het er zijn huidige, ongemeen gaaf be
waard gebleven omwalling aan. Schoon
hoven dreigde te vallen, de belangrijke
stad die tegenover Nieuwpoort aan de
Lek ligt. Zo kreeg men oog voor de stra
tegische waarde van het plaatsje en werd
besloten er een vesting van te maken in
de trant van Menno van Coehoorn -
een zogenaamde gebastioneerde recht
hoek met op elke hoek een scherp ge
punt bolwerk en op het snijpunt met de
Lekdijk enkele stompe bastions. „Ter
verdediging van de godsdienst en de
vrijheid des lands is deze stad met
grachten en wallen omringd in 1673",
kwam er te staan op de stadspoort naar
de zijde van de Alblasserwaard die ech
ter, net als alle poorten van Nieuwpoort,
ten prooi zou vallen aan de sloopwoede
van de 19de eeuw.
Lyrisch
Maar er is ook veel bewaard gebleven.
Het raadhuisje met name dat Werumeus
Buning zo lyrisch stemde. Compleet met
zijn geheim. Aangezien Nieuwpoort in
1672 werd opgenomen in de Hollandse
Waterlinie, diende men het achterliggen
de land te kunnen inunderen. Dus kwam
er een inlaatsluis voor het Lekwater. Nu
hadden de boeren uit die dagen er een
gruwelijke hekel aan dat hun~grond om
de haverklap uit krijgskundige overwe
gingen onder water werd gezet. Ze sabo
teerden de daartoe aangelegde kunstwer
ken waar ze maar konden, zo erg dat er
zelfs even de doodstraf kwam te staan
op dit vergrijp.
De Nieuwpoorters vonden een meer ele
gante oplossing. Ze overkluisden de sluis
en bouwden er dat sierlijke raadhuisje
op, aldus de sluis voor boze boeren on
zichtbaar en onbereikbaar makend. Dit
verklaart waarom het architectonische
juweeltje schrijlings over een gracht lijkt
neergezet.
Nieuwpoort is het kleinste vestingstadje
van Nederland. Niet meer dan tweehon
derdveertig meter breed en driehonderd
vijftig meter lang. Het is juist deze
schaal die een bezoek de moeite waard
maakt. Vanaf de wallen ziet men tussen
de bomen door steeds weer het raadhuis
koepeltje en menige plek biedt een fraai
panorama op het karaktervaste stadje.
Vooral de uitzichten vanaf het Lange-
rakse bolwerk en het Kattebolwerk kun
nen niet genoeg geprezen worden. Dit
zijn de aangewezen plekjes om te over-
mijmeren hoe weinig het heeft gescheeld
of de puur Nederlandse schoonheid van
Nieuwpoort was voor eeuwig verloren
gegaan. Pas in 1973 namelijk viel het be
sluit om van de vesting een beschermd
stadsgezicht te maken in de zin der Mo
numentenwet. „Het lag er toen verkom
merd bij", schetst Kees Benschop, amb
tenaar Algemene Zaken en behartiger
van het stadsherstel. „De woningen wa
ren er kwalitatief bijzonder slecht aan
toe. Waarbij kwam dat de ambachtelijke
bedrijven die van oudsher binnen de
wallen lagen, steeds meer huizen opslok
ten om te kunnen uitbreiden. Welnu,
krachtens het bestemmingsplan dat uit
de status van beschermd stadsgezicht
voortvloeide, moest de woonfunctie van
Nieuwpoort worden hersteld, maar daar
waren lang niet alle 1100 inwoners blij
mee. Men ervoer het als een enorme be
dreiging. Het begrip monumentenzorg
leefde nauwelijks. Slopen die oude rot
zooi en nieuwbouw plegen, dat wilde
men".
Ruzie
De ruzie liep zo hoog op dat er zelfs een
nieuwe politieke partij uit geboren werd,
„Algemeen Belang" geheten, die het be
stemmingsplan moest torpederen. Bij de
eerstvolgende gemeenteraadsverkiezin
gen was het kantje boord. „Algemeen
Belang" sleepte net niet de helft van alle
stemmen in de wacht en onder veel ge
mor kon het stadsherstel worden aange
vat. „Nu, vijftien jaar later, is Nieuw
poort af', aldus Benschop. „Klaar. En
Nieuwpoort is het
kleinste vestingstadje
van Nederland. Niet
meer dan
tweehonderdveertig
meter breed en
driehonderd vijftig
meter lang. Het is
juist deze schaal die
een bezoek de moeite
waard maakt.
FOTO: SP
het blijkt achteraf de harten van zijn
burgers gestolen te hebben. De wethou
der die Algemeen Belang na zijn verkie
zingssucces mocht leveren, heeft zich
vierkant tot het stadsherstel bekeerd en
is tegenwoordig voorzitter van onze His
torische Kring. Dat zegt genoeg".
En lopen de toeristen nu te hoop naar
Nieuwpoort, dat aan de Lek- en Linge-
route van de ANWB ligt? Benschop hui
vert bij deze gedachte. Hij ziet de parel
onder de vestingsteden liever gereser
veerd voor de oprechte fijnproevers.
„Daarom wil het gemeentebestuur hier
bijvoorbeeld ook geen museum. Er is in
Nieuwpoort weinig te doen en daar zijn
we eigenlijk wel blij mee. Dat willen we
zo houden. Als je naar Bourtange kijkt,
naar Buren, naar Heusden, ook allemaal
prachtig opgeknapte vestingstadjes, dan
zie je daar de autobussen elkaar verdrin
gen. Vooral op zondag. En al die dagjes
mensen maar door de ramen naar bin
nen gluren. Misschien ligt het aan de cal
vinistische inslag van deze streek, maar
dat zouden we hier niet willen. Voor
geen goud. Onze pluspunten zijn, behal
ve de kleinschaligheid, de overzichtelijk
heid, juist de rust en de stilte. De eigen
heid, de sfeer waarvan we hier zeggen:
het is niet steeds, het is niet dorps, het is
Nieuwpoorts".
PIET SNOEREN