Werkweek in een eeuw
van 100 naar 3 8 uur
k
A rbeidsinspectie
werd honderd jaar
geleden geboren
binnen de perken
Volgend jaar (1990) is
het precies honderd jaar
geleden dat de
Arbeidsinspectie werd
opgericht. Het besluit tot
instelling van deze
overheidsdienst werd
echter al in 1889
genomen, toen de
Arbeidswet in werking
trad. Deze wet schreef
voor dat kinderen jonger
dan zestien jaar en ook
vrouwen niet langer dan
elf uur per dag mochten
werken en dat hun
arbeid onderbroken
moest worden door ten
minste één schaft.
Nachtarbeid werd
eveneens verboden. De
Arbeidsinspectie die op 1
maart 1890 met drie
inspeijteurs van start
ging, hield zich bezig
met controle op de
naleving van de wet.
Nu, bijna honderd jaar
later, is het werkterrein
van de moderne
Arbeidsinspectie (een
speciale dienst van het
ministerie van sociale
zaken en
werkgelegenheid,
bestaande uit 340
inspecteurs) aanzienlijk
groter. Toezicht houden
op de arbeidstijden
maakt nog altijd deel uit
van de werkzaamheden.
„Samenvattend kun je
zeggen dat we waken
over veiligheid,
gezondheid en welzijn
van de werknemer", zegt
ir. A.J. de Roos,
directeur-generaal van de
Arbeid en sedert dertien
jaar de baas van de
Arbeidsinspectie.
Honderd jaar
Arbeidswet. Hoe het was
en hoe het is;
DEN HAAG - Het is een willekeu
rige doordeweekse dag in 1886, vijf
uur in de morgen. Buiten is het
nog donker als de „morgenwek
ker" (iemand die arbeiders tegen
betaling wakker maakt) roept dat
het tijd is om op te staan. Het is
zes uur als de arbeiders zich bij de
fabriekspoort melden. Een lange
werkdag is begonnen.
Op maandagavond zijn de werkers vroeg
klaar, zo tegen half acht. Dinsdag klinkt
echter pas om tien uur 's avonds de fa-
brieksfluit ten teken dat het werk erop
zit. Op woensdag wordt vaak de hele
nacht doorgewerkt, met slechts een korte
onderbreking om enkele uren op de fa-
brieksvloer te slapen. Donderdags mo
gen de arbeiders om elf uur 's avonds
naar huis en op zaterdag kunnen ze al
om zes uur weg. De zondag is een vrije
dag. Een gemiddelde werkweek van hon
derd uur is geen uitzondering. Wordt er
korter dan 100 uur gewerkt, dan spreekt
men van „slappe tijden".
Een kantoorklerk uit die tijd heeft het
gemakkelijker. Zijn werkweek bedraagt
..maar" 70 uur en ook hij is op zondag
in principe vrij. Het arbeidsreglement
van een willekeurig kantoor uit die tijd
zegt over de zondag: „De Zondag dient
voor de kerkgang, maar mocht iemand
goed van node hebben dan zullen de
klerken op Zondag ten burele werken".
Een andere passage uit het reglement:
..De klerken mogen het vertrek niet ver
laten zonder toestemming. Het is even
wel toegestaan de natuurlijke drang te
volgen, waarvoor de klerken de tuin ach
ter de tweede poort kunnen gebrui
ken...".
Over de elf-urige werkdag zegt het regle
ment: „Nu de kantooruren drastisch ver
minderd zijn, en wel tot elf uren per dag,
is het tot zich nemen van voedsel toege
staan tussen half twaalf en twaalf uren,
maar het werk mag onder geen enkele
voorwaarde onderbroken worden".
Kinderwetje
Op initiatief van het liberale kamerlid
mr. Samuel van Houten komt op 5 mei
1874 de Wet op de Kinderarbeid tot
stand. Deze wet maakt een einde aan ar
beid van kinderen beneden de 12 jaar in
fabrieken en werkplaatsen. Het verbod
geldt overigens niet voor kinderen werk
zaam in het boerenbedrijf en de huis
houding.
In 1889 wordt het kinderwetje van Van
Houten verder uitgebreid met onder
meer een beperking van industriële ar-
met vrachtwagens die tot diep in Europa
rijden. De werktijden voor vrachtwagen
chauffeurs zijn, als je niet uitkijkt, veel
bedreigender dan vroeger. Het trillen
van een vrachtwagen tijdens het rijden
kan op den duur de rug beschadigen.
Daar had men vroeger geen last van".
Arbeidsomstandigheden hebben van
daag de dag te maken met veiligheid, ge
zondheid en welzijn. De veiligheid trekt
veelal de aandacht bij actuele gebeurte
nissen zoals een ontploffing in een kruit
fabriek. Gezondheid is een ander belang
rijk aspect. Bijvoorbeeld geluid waarvan
je langzaam doof wordt of giftige stoffen,
zoals asbest, die heel geleidelijk de ge
zondheid bedreigen en moeilijke werk
houdingen die slecht zijn voor de rug.
Daarnaast is er nog het zogeheten socia
le arbeidsbeleid dat betrekking heeft op
de kwaliteit van de arbeid en de werktij
den.
Er ontstaan volgens De Roos steeds
nieuwe werkterreinen voor de arbeidsin
spectie. „Neem de „ergonomie" als on
derdeel van de kwaliteit van de arbeid.
Daarmee wordt bedoeld dat de attribu
ten in de werkomgeving „gebruikers
vriendelijk" moeten zijn.
Berekend
Ondanks het feit dat de arbeidsinspectie
steeds vaker met nieuwe situaties te ma
ken krijgt is de dienst met 340 inspec
teurs goed op zijn taak berekend. „We
moeten steeds aandacht besteden aan de
kwaliteit van onze mensen. Daarom is
er doorlopend een opleidings- en trai
ningsprogramma. Zo zijn we bijvoor
beeld op dit moment bezig om de kennis
op het terrein van de gezondheid van al
onze medewerkers in de buitendienst op
peil te brengen".
Zet je het aantal inspecteurs af tegen de
beroepsbevolking, dan is de verhouding
één inspecteur op 15.000 werknemers.
Volgens De Roos kan het aantal ambte
naren zo klein zijn omdat de nieuwe Ar
beidsomstandighedenwet in principe de
verantwoordelijkheid legt bij werkgevers
en werknemers op de werkvloer en in de
bedrijven. „De sociale partners brengen,
voordat er beleid wordt ontwikkeld, op
landelijk niveau in de Arboraad advies
uit. Doordat meestal unaniem wordt ge
adviseerd hebben zij een behoorlijke in
vloed. Ook is er sprake van een groeien
de overtuiging in het bedrijfsleven dat
de kwaliteit van de onderneming in hoge
mate afhangt van de kwaliteit van het
personeel en dus van de kwaliteit van de
arbeidsomstandigheden. De bescher
ming die wordt aangebracht heeft alles
te maken met de opbrengst voor de on
derneming. Als het voor de eigen organi
satie gunstig is dan gaat men zich van
zelf interesseren voor de kwaliteit van
de arbeid".
Dat neemt volgens De Roos niet weg dat
er nog steeds sprake is van fysiek zware
arbeid. Jaarlijks belanden 70.000 men
sen in de wao omdat de verhouding tus
sen het werk dat ze moeten doen en hun
lichamelijke situatie hen niet meer in
staat stelt te werken. „In ruim 20.000 ge
vallen is de oorzaak gelegen in een ver
keerde werkhouding en/of zwaar werk.
Het aantal mensen dat jaarlijks op grond
van psychische problemen wordt afge
keurd ligt in dezelfde orde van grootte.
Daarnaast worden er jaarlijks zo'n
60.000 ongevallen gemeld".
Kinderarbeid
Ruim een eeuw geleden werdéêrfTegin
gemaakt met het aan banden leggen van
de kinderarbeid. Toch werken er volgens
De Roos nog altijd veel kinderen. Uit
een recent onderzoek blijkt dat van de
13-jarigep bijna 70 procent wel eens
werkt. In meer dan de helft van de ge
vallen gaat het om verboden kinderar
beid. Dit lijkt overigens schokkender
dan het is, zegt De Roos. „Het zijn vol
gens de Arbeidswet van 1919 (die nu
nog steeds van kracht is) wel overtredin
gen, maar in feite loopt de wet achter op
de situatie. In 1919 kon niet worden
voorzien dat kinderen in hun buurt au
to's zouden wassen. Vroeger werkten
kinderen omdat ze hun steentje moesten
bijdragen aan het gezinsinkomen. Tegen
woordig doen ze het om een zakcentje
bij te verdienen. Wat dat betreft zou je
iets coulanter kunnen zijn".
Toch worden er jaarlijks nog altijd enke
le tientallen processen-verbaal opge
maakt tegen verboden kinderarbeid. Het
gaat om kinderen van 13, 14 jaar die bij
voorbeeld in een fabriek inpakwerk zit
ten te doen terwijl ze op school behoren
te zijn. „Nou, en dat mag niet", zegt De
Roos.
Ook het optreden van kinderen op tv in
shows of reclamespots is aan regels ge
bonden. Zo mogen ze 's avonds niet
„live" optreden. „Dit soort kinderarbeid
is onderworpen aan een vergunningen
stelsel. Zo wordt er nagegaan of de kin
deren goed opgevangen worden, of er
geen sprake is van overbelasting en of er
een „speelelement" aanwezig is. Onder
die voorwaarden wordt het toegestaan.
Is er sprake van stervorming dan wor
den we al aanzienlijk voorzichtiger.
Goed, de één noemt het betutteling, wij
zeggen: het gaat om bescherming. We
zijn tenslotte geen club van amateurs of
idealisten, maar een dienst die gehouden
is de wet te hanteren; en dat doen we
met gezond verstand".
MARGA RIJERSE
beid door vrouwen. Zware arbeid en
nachtarbeid worden verboden. Ook mo
gen vrouwen niet langer dan elf uur per
dag werken. De sociale wetgeving gaat
uit van bescherming van vrouwen en
kinderen, de toenmalige zwakken in de
samenleving. Over mannen wordt niet
gesproken. Men gaat er vanuit dat man
nelijke arbeiders wel voor zichzelf kun
nen opkomen.
Deze „bescherming" van de vrouw geeft
jarenlang aanleiding tot felle dicussies
tussen „feministen" en socialisten. De
feministen zien de beperking als een ver
dere achterstelling van de vrouw. De
vrouw aan het einde van de vorige eeuw
wordt immers op vele terreinen, zowel
maatschappelijk als politiek, gediscrimi
neerd. Zo heeft zij geen kiesrecht en is
zij uitgesloten van allerlei hogere be
roepsopleidingen en betrekkingen.
Dc Arbeidswet heeft bovendien in de
praktijk een averechts effect. Vrouwen,
werkzaam in een relatief goedbezoldigd,
erkend beroep, worden „wegbeschermd"
naar banen waar zowel de arbeidsom
standigheden als de betaling slechter
zijn. Zo mag een bloembindster geen
avondwerk meer doen maar wèl de hele
dag tot de aankomst van de laatste trein
juffrouw van de stationsretirade zijn.
Bovendien wordt het uit de beperking
van de arbeidstijd voortvloeiende lagere
inkomen op geen enkele wijze gecom
penseerd. In 1890 gaan fabrieksarbeid
sters in Groningen tegen de wet in sta
king. Zij eisen dat de loonsverlaging die
het gevolg is van de wettèlijk verplichte
kortere arbeidsdag wordt ingetrokken.
Tevergeefs. Na drie weken moeten de
staaksters het opgeven.
In 1919 wordt voor het eerst de weke
lijkse arbeidsduur bij wet geregeld. Er
komt een 8-urige werkweek, een vrije
zondag en een vrije zaterdagmiddag. Het
blijft vrouwen verboden nachtarbeid te
verrichten, een verbod dat overigens pas
dit jaar definitief uit de wet zal verdwij
nen.
Als de Arbeidswet in 1919 door de
Tweede Kamer wordt aangenomen loopt
de emotie, bij het bekend worden van de
uitslag van de stemming, dusdanig hoog
op dat spontaan een aantal socialistische
kamerleden de Internationale aanheft.
Een gezang dat echter direct wordt over
stemd door een groter aantal kamerle
den dat het Wilhelmus inzet.
In 1922 wordt vanwege de verslechte
rende economische situatie de arbeids
tijd verlengd naar 48 uur. In 1959 komt
er een wettelijke regeling van de vrije za
terdag en wordt de 45-urige werkweek
per wet geregeld. Pas in de jaren zeven
tig is de 40-urige werkweek overal ge
meengoed. In 1983 wordt in de meeste
cao's de wekelijkse arbeidstijd verkort
tot 38 uur.
Kwaliteit
,,De kwaliteit van de arbeidsomstandig
heden is over het algemeen sterk verbe
terd, hoewel er natuurlijk uitzonderin
gen blijven", zegt de directeur-generaal
van de Arbeid, de heer De Roos. „Vlak
voor de eeuwwisseling schreef Domela
Nieuwenhuis ter gelegenheid van de kro
ning van koningin Wilhelmina een
boekje over werkomstandigheden. Veel
is veranderd, maar als je leest hoe de
bakkers toen moesten werken, dan is dat
op dit moment nog niet veel anders. Ze
werken nog altijd 's nachts omdat wij zo
graag ons warme kadetje bij het ontbijt
willen hebben".
Maar de voortschrijdende technologie en
toenemende welvaart brachten ook on
gezondere omstandigheden met zich
mee. „Ging vroeger het vervoer met
paard en wagen, tegenwoordig gaat het
ZATERDAG 7 JANUARI 1989 PAGINA 20
Over de elf-urige werkdag zei het reglement: „Het tot zich nemen van voedsel is toegestaan tussen half twaalf en
twaalf uren, maar het werk mag onder geen enkele voorwaarde onderbroken worden".
In de vorige eeuw waren de werkers vroeg klaar, zo tegen half acht.
Dinsdag klonk echter pas om tien uur 's avonds de fluit ten teken
dat het werk erop zat.
FOTO'S: SP
Orchideeën kweken
nu prachtige hobby
Het weer in de laatste weken van 1988
deed meer denken aan een zachte herfst
dan aan hartje winter. Veel mensen heb
ben tijdens de kerst nog op een beschut
te plaats buiten in de zon gezeten. Oud-
jaarsavond bood de beste eigenschappen
voor het afsteken van vuurwerk en dat
is dan ook gebeurd op een manier die
nog niet eerder was vertoond in ons
land. Voor meer dan 33 miljoen gulden
is er verknald. Stel je voor hoeveel
bloembollen je voor dat bedrag kunt
aanschaffen en hoeveel kleurigheid dat
in de komende maanden in de tuinen
had kunnen opleveren. Het enige dat
tuinbezitters nu aan de oudjaarsnacht
overhouden is een extra schoonmaak
beurt.
Wie daarmee bezig is zal overigens ont
dekken dat het zachte weer al verschil
lende bollensoorten en ook vaste planten
ertoe gebracht heeft voortijdig de kop
boven de grond te steken of te ontbot
ten. Bij de vorst die toch nog onvermij
delijk komt, kan dat vervelende gevol
gen hebben. Het beste dat tegen bevrie
zing van deze overijlde en lichtzinnige
vrienden gedaan kan worden is ze te be
schutten met wat turfmolm of stro. Giet
daaroverheen bij kans op nachtvorst een
scheutje water. Turf en stro vriezen dan
vast en kunnen niet wegwaaien. Onder
het beschermende laagje kan de grond
nog dagenlang dooi blijven omdat de
aardkorst door de aanhoudende zachte
temperaturen nog voldoende warmte op
geslagen heeft.
Kas of serre
Behalve voor de mensen met groene
vingers die beschikken over een kasje
valt er voor tuinliefhebbers niet veel te
doen in deze tijd van het jaar. Een kas
of verwarmde serre verlengt het tuinier
seizoen tot een jaar rond. Tot de meest
dankbare planten om te telen in een kas
behoren de orchideeén. Voor ons heb
ben orchideeën nog steeds iets myste
rieus hoewel meer dan tien procent van
alle bloeiende planten op de wereld tot
deze familie behoort.
Niet alleen het kweken van deze bloe
men is boeiend, er over lezen ook. Zeker
in deze donkere dagen, waarin we wat
kunstmatige kleur en fleur best kunnen
gebruiken om het humeur op peil te
houden tot de eerste zonnestralen van
de lente weer echte warmte brengen.
Bestuiving
In „De mooiste orchideeën voor kamer
en kas" geeft K. Graebner een prachtig
overzicht van deze plantenverzameling.
Het boek is zojuist uitgekomen in de
Groenboekerij van Zomer Keuning.
En uit de talloze kleurenfoto's waarmee
het geïllustreerd is, blijkt wel dat orchi
deeën het hoogtepunt vormen in de ont
wikkeling van bloeiende planten. Geen
andere familie uit het plantenrijk is zo
veelzijdig: er zijn meer dan 25.000 ver
schillende .soorten.
Nergens vinden we slimmere manieren
van bestuiving om het voortbestaan van
deze planten te garanderen. De stuif
meelklompjes blijven aan de bezoekende
insecten vastkleven. De bezoekers wor
den vervolgens in een ketelvormige val
gelokt en tijdelijk bedwelmd zodat er
alle tijd is om het stuifmeel achter te la
ten. Andere soorten hebben de vorm,
kleur en zelfs de lokkende geur van een
tot paring bereid wijfje om op die ma
nier de insektenmannetjes tot een be
zoek te verleiden.
Deze sprookjesfeeèn onder de bloemen
hebben als bijkomende gunstige eigen
schap dat ze bijzonder sterk zijn waar
door de exotische pracht lang blijft. Op
een vaas kunnen orchideeën na vier of
vijf weken nog net zo fris ogen als op de
eerste dag dat ze gesneden werden. Deze
planten behoren tot de weinige families
die nog volop in ontwikkeling zijn. Er
ontstaan niet alleen nog steeds plaatselij
ke variëteiten van bepaalde soorten
maar ook komen er nog regelmatig wilde
kruisingen voor.
Nog veel meer kruisingen dan in de na
tuur worden er door orchideeènkwekers
tot stand gebracht. Zij produceren steeds
mooiere hybriden met grotere bloemen
die langer houdbaar en makkelijk te ver
zorgen zijn. In veel gevallen gebruiken
die kwekers daarvoor drie of vier ver
schillende geslachten. Van al die varië
teiten worden alleen de vormen geregi
streerd die bijzonder waardevol zijn. En
dat zijn er tot nu toe al meer dan 45.000.
De meeste orchideeënsoorten komen uit
de tropen, maar ook bij ons komt geluk
kig nog een aantal soorten in de vrije na
tuur voor. Zij dreigen echter uit te ster
ven en daarom zijn ze beschermd. Pluk
ken of uitgraven is verboden en boven
dien zinloos. Van hun natuurlijke stand
plaats meegenomen exemplaren gaan
onherroepelijk dood en zelfs de in kwe
kerijen voorgekweekte inheemse soorten
geven niet altijd het verwachte resultaat.
Bij tropische soorten die heel anders
groeien, geeft het kweken in kas of zelfs
op de vensterbank geen enkel probleem.
Wel moet met een aantal eisen van de
planten rekening gehouden worden. De
tijd dat het kweken van orchideeén gold
als een dure liefhebberij van rijke zon
derlingen ligt al lang achter ons. Dat
laatste blijkt duidelijk uit het nog steeds
groeiende aantal leden van de verschil
lende orchideeénverenigingen in Neder
land en België.
Graebner geeft in zijn boek praktisch ge
richte informatie. Met aandacht voor de
oorsprong van de planten, de voeding,
en het wetenschappelijk onderzoek.
Daarnaast is er een bouwtekening van
een kasje, maar ook van een venster
bank die met behulp van een tweede
glas aan de binnenkant herschapen kan
worden in een orchideeënraam. Deze
planten hebben namelijk een zeer hoge
luchtvochtigheid nodig en die kan alleen
bereikt worden als hun verblijfplaats in
de kamer van de rest van de ruimte is
afgesloten. Met behulp van kunstlicht
kunnen orchideeën ook gekweekt wor
den in niet voor de hand liggende ruim
tes als kelders en zolders.
Graebners prachtige boek is in de don
kere januaridagen een waardevolle gids
voor hen die overwegen orchideeën te
gaan kweken of daar al mee bezig zijn.
Het boek kost 55 gulden.
JAN VAN KOOTEN
Ccidóc SouACUit