g Directeur Peter Holm als engelbewaarder van Zandvoort-circuit Hans Sonneveld, talentenspeurder uit liefde voor eeuw oud Sparta Silooy waarschuwt Ajax voor Marseille -£eidóc (Boma/nt ZANDVOORT - In elk geval in één opzicht wijkt Peter J.G. Holm, zo meldt hij, af van veel van zijn collega's: hij beschikt niet over „het bekende Nederlandse vinger tje". De nieuwe directeur van het 'ircuit Park Zandvoort vertikt het om z'n voorgangers aan te wijzen als schuldigen in het vele episodes lange drama van de Noordholland se autoracebaan. „Ik ben ervan overtuigd dat iedereen naar eer en geweten heeft gehandeld", verkon digt Holm. Met de paasraces die aanstaande maandag op zijn circuit worden gehouden, begint voor de 36-jarige Holm het echte werk. Maar ook hij verkeert nog steeds in onzekerheid over het voortbestaan van het Zandvoortse circuit. „Ambtelijke traagheid", weet Holm heel zeker. Het wachten is op de keuze van staatsse cretaris Dees. In de dossierkasten van de sportbewindsman bevinden zich twee plannen met betrekking tot autosportcir cuits: Zandvoort en Moerdijk. In de mappen zit onder meer een overlevings plan onder de titel „De volgende veertig jaar", waarmee Peter Holm alvast een klinkklaar voorschot heeft genomen op het te verwachten besluit. Circuit Park Zandvoort viert dit jaar de veertigste verjaardag en Holm is er, zo blijkt, van overtuigd dat er nog veertig bij kunnen. Maar in zijn ambt als commissaris van de koningin in Brabant verzon ex-pre mier Van Agt dat het braakliggende Moerdijk-gebied weieens zou kunnen worden aangewend voor de aanleg van een volledig nieuw circuit. Het voorne men daar een kerncentrale neer te zetten is immers van de baan en de omliggende gemeenten zitten nu te springen om een andere bron van inkomsten. En Van Agt zit inmiddels hoog en droog in Japan. Slapeloos Precies twee maanden en twee dagen ge leden presenteerde Peter Holm zijn plan aan het ministerie van WVC. Bij die ge legenheid zegde ambtenaar Wagemaker, directeur sportzaken bij WVC en aanwe zig namens staatssecretaris Dees, „een besluit binnefi zes tot acht weken" toe. Die termijn is nu dus verstreken, maar in Zandvoort noch Moerdijk is bekend waar men aan toe is. „Ik heb er soms slapeloze nachten van", bekent Holm. „Ze kunnen maar niet kiezen". „De pro cedure is gewijzigd", heet het in ministe riële voorlichtingstaai. Een woordvoer ster van WVC verklaart plechtig: „Aan vankelijk zou er een adviescommissie worden gevormd, maar daarvoor kon den geen geschikte kandidaten worden gevonden. In plaats daarvan is er nu een interdepartementale werkgroep. Het streven is dat deze werkgroep binnen en kele weken een advies geeft en vrij kort daarop wordt een besluit van de staats secretaris verwacht". In de werkgroep zetelen ambtenaren van WVC, EZ, VROM en Landbouw en Vis serij. Zandvoort-directeur Holm heeft er een hard hoofd in. „Ik heb de laatste maanden veel gesprekken gevoerd met ambtenaren. Het probleem is dat ze het steeds roerend met me eens zijn, maar ZATERDAG 2 APRIL 1988 Zandvoort-directeur Peter Holm: Alles is betaald en alles draait". FOTO'S: CEES VERKERK NOG STEEDS ONZEKERHEID OVER VOORTBESTAAN dan later onze afspraken toch niet nako men. Ik begrijp er soms echt niets van. Je mag best opschrijven dat ik vind dat ze ontzettend onzorgvuldig werken". Het grootste probleem voor Holm is dat het overreden van de broodnodige spon sors een wel erg hachelijke klus is zolang de toekomst van „Zandvoort" niet vast staat. Toch kan hij melden nergens voor ook.maar een dubbeltje in het krijt te staan. „Alles is betaald en alles draait". En op het circuit, waar talloze mobielen dagelijks hun trainingsrondjes scheuren, worden de oude gebouwen zelfs driftig gesloopt. Want ondanks de twijfels wordt „fase 1" van „de volgende veertig jaar" gewoon uitgevoerd. In de door Holm „neergelegde" visie kost zijn cir cuit, inclusief vernieuwingen, achttien miljoen gulden. Moerdijk, zo rekent hij voor, vergt een investering van ongeveer 140 miljoen. „Het is onzin verder nog lang moeilijk te doen". Drammen Ondanks zijn lobby in de Tweede Ka mer („Vooral VVD'er Keja zit te dram men") heeft Holm de landelijke politiek in elk geval nog niet merkbaar achter zich. Dat in tegenstelling tot in Zand voort zelf, waar de grootste politieke te genstrever - de PvdA - al in 1983 defi nitief door de bocht ging. Met de komst van de nieuwe burgemeester M.R. van der Heijden (die per 16 april het Gro ningse gehucht Leens verruilt voor Zandvoort) hopen Holm en zijn vijftien medewerkers er nog meer op vooruit te gaan. „Het economisch belang van het circuit is enorm groot", heeft de nieuwe burgervader tot opluchting van Holm al onderkend. In zekere zin wordt burgemeester Van der Heijden de nieuwe baas van de cir cuit-directeur. De stichting NAC (Nieu we Accommodatie Circuit) valt immers onder B W van Zandvoort. „Ik ben hier komen werken op verzoek van de gemeente", vertelt Holm. In zijn pas poort staat „organisatie-adviseur", maar zelf omschrijft hij zijn werk het liefst als „crisis-management". De in Geleen ge boren workaholic drijft een „eenmansbe drijfje" en heeft zich gespecialiseerd in „vastgelopen klussen". Zo stortte hij zich twee jaar geleden op de met gelde lijke zorgen kampende stichting die (ver geefse) pogingen deed de Spelen van '92 naar Amsterdam te halen. „Ik heb toen onder meer de donateurskaartenactie opgezet". Rechtzetten „In de tien jaar dat ik zelfstandig werk, heb ik me bijvoorbeeld ook beziggehou den met horecabedrijven die in de pro blemen zaten. Rechtzetten is mijn vak. Hier op Zandvoort gaat het mij dan ook meer om het bedrijf dan om de sport". Holm („Ik heb vijf jaar rally's gereden") wijkt van zijn principe af en vervolgt: „Dat is het verschil met het verleden. Toen stond de sport voorop en ging er toevallig ook geld om". Het door de naar de Rotterdamse Kuip vertrokken Jim Vermeulen gevoerde beleid leidde vorig jaar mei tot een onontkoombaar faillissement, een maand nadat Holm was aangetreden. Maar tot en met het eind van het seizoen (september) werd onder Vermeulen nog genaced en vervol gens kon Peter Holm met een schone lei beginnen. „Ik heb een jaarcontract en een principe-afspraak voor vijf jaar". Over zijn eerste werkdagen zegt Holm: „Ik moest alles weer kopen van de cura tor. Ook de fiscus moest worden afge kocht. Hoewel ik geen budget had mee gekregen, kon alles worden betaald. Om dat er toch al sponsors zijn die ik heb kunnen overtuigen". Daarnaast komen via het verhuren van het circuit (300 da gen per jaar) ook de nodige gelden bin nen en vanaf dit weekeinde kunnen ook weer toeschouwers worden verwelkomd. Terwijl buiten het circuit de toegangswe gen grondig worden verbeterd, maakt Holm zich ook al op voor andere dan autosportevenementen. Waar in het ver leden weieens een mislukte poging met een bobslee-trainingsbaan werd gedaan, wordt nu gegokt op bijvoorbeeld atle- tiek-wedstnjden. Op 17 april aanstaande wordt de eerste „Circuit van Zandvoort- loop" gehouden. Nog dit jaar kunnen ook wielrenners en skeelers op de race baan terecht; op dit laatste onderdeel is zelfs al een demonstratie van Yvonne van Gennip gepland. Toch is Holm niet van plan zijn circuit voor alles open te stellen. Letterlijk hals brekende escapades zoals die vorig jaar het leven kostte aan een stuntman, kos ten Zandvoort te veel van de goede naam en zijn dus niet meer welkom. Want het Circuit Park is nog steeds in de markt voor de Grand Prix-formule I, die daar in 1985 voor het laatst werd ge houden. Holm: „Zo'n Grand Prix kost eigenlijk alleen maar geld. Maar we zijn in gesprek voor 1989, waarbij onder meer wordt gedacht aan een cyclus met België en West-Duitsland. We zouden het de Grand Prix van de Lage Landen kunnen noemen", bedenkt hij spontaan. Peter Holm heeft er het volste vertrou wen in ook in die opzet te zullen slagen. „Het werk dat ik aanpak, lukt steeds. Al les komt altijd weer op z'n pootje te recht, al moet ik daar wel héél veel ener gie in steken. Het geluk ligt op straat, maar je moet het wel oprapen. Ik schijn een soort engelbewaarder te hebben waardoor alles goed gaat. Toen ik laatst op het circuit met een wagen over de kop sloeg, had ik alleen een scheurtje in m'n lip. Belachelijk, maar kennelijk hoort dat bij mij". ROB LANGEVELD ROTTERDAM - In Het Kasteel, het unieke thuishonk van het al even unieke Sparta, is het die woensdagmiddag een drukte van belang. De spelers van de Rotter damse eredivisieclub prepareren zich voor een training onder lei ding van de wat vroeger dan ge pland binnengehaalde Rob Baan; bestuursleden en aanverwanten op hun beurt bereiden zich voor op de 's avonds te houden buitengewone algemene ledenvergadering. De meeste energie verbruiken evenwel toch de aanwezige werklieden. Ze zijn inmiddels klaar met de ingrij pende renovatie van de traditierijke percelen en thans werken ze hard aan de nieuwbouw van een luxueu ze skybox. Van waaruit straks de sponsors een riante blik op het sportieve gebeuren vlak voor hen kunnen werpen. „Met een goed glas whiskey in de hand. Als ze maar geld meebrengen, daar kun nen wij misschien weer nieuwe spelers van kopen", lacht Hans Sonneveld, de aimabele „chief-scout" (vrij vertaald ta lentenspeurder) die de rondleiding ver zorgt en vervolgens in een van de talrij ke, duimendik onder het stof verscholen zaaltjes op zijn praatstoel (met rood zwarte kussens, vanzelfsprekend) plaats neemt. Uit zijn enthousiaste relaas wordt al spoedig duidelijk dat het sjieke Sparta, vandaag welgeteld een eeuw en één dag oud, weer alle vertrouwen op een veilige toekomst bezit. Nu volgt een beknopte, in een monoloog verpakte sa menvatting van ruim vijftig jaar, in bij na drie uur uitgesproken clubliefde. „Ik ben met dat scouten begonnen in 1963, met louter oud-spelers om me heen, allemaal met een Sparta-hart. Toen stonden we er nog veel beroerder voor dan nu, het elftal was al half gede gradeerd, de toekomst zag er somber uit. Nu, vijfentwintig jaar later, wordt hier nog steeds voetbal gespeeld en nota bene in de eredivisie, dubbel mooi. Na Ajax, Feyenoord en PSV staan we op de rang lijst aller tijden van het betaalde voetbal op de vierde plaats. En dat met zulke be perkte middelen, dat is, geloof ik, best een prestatie om trots op te mogen zijn. Dat is dan de voldoening die je aan al die jaren hard werken over hebt gehou den". Organisatie „Omdat er geen geld was om grote in vesteringen te doen, moesten we het noodgedwongen wel zoeken in goede amateurs en het opleiden van de eigen jeugd. Dat vergt een hechte organisatie. Ik was dan de man die de knopen moest doorhakken. In de loop der jaren heb ik natuurlijk x-duizenden rapporten bin nengekregen, goed of slecht, uit binnen- en buitenland, ik heb ze nog allemaal in m'n archief. Het ene talent redde het wel, het andere brak niet door, zoiets kan gebeuren, moet je ook wat geluk mee hebben. Wanneer zo'n jongen tot het eerste elftal doorbrak, al was het misschien maar voor één keer, dan was ik al tevreden". „Ik voel me bij het doorlezen van die rapporten soms net een jurylid bij het kunstrijden. Het hoogste en het laagste cijfer weglaten, want niet één rapport is hetzelfde. Zet Israël, Van Hanegem, Cruijff en desnoods Doijee, Hiddink en Hughes bij elkaar en laat ze eens een willekeurige speler beoordelen, je komt er niet uit, allemaal verschillende me ningen. Dus moet iemand de knoop doorhakken, alleen zo kom je tot een goed geheel, een goed samenspel. Jantje, zegt hij, is snel. Pietje, zegt hij, kan goed met een bal omgaan. Het kan ook niet dat iemand de ene week een acht en de andere week een drie krijgt. Moet dus wat achter zitten, uitzoeken, alle tips die we binnen krijgen nemen we trouwens serieus, er wordt wat mee gedaan". Opvang „Soms klikt het meteen, soms volgen we een bepaalde speler wat langer. Jan van Hans Sonneveld: Vijftig jaar clubliefde. Beveren, Jörgen Kristensen, voor hen was één rapport voldoende. Juul Eller- man, heb ik zelf niet gezien, drie rappor ten, een schriel ventje, zouden we aan vankelijk laten lopen. Maar in een vol gende wedstrijd liet hij even wat zien, zeg. Gerald Sandel, komt uit Den Haag, van VCS, heeft nu twee wedstrijden in het eerste meegespeeld. Heb ik zesen twintig rapporten van liggen. Paar keer mee gepraat, zijn studie vond-ie ook wel belangrijk. Nou, dat kan bij Sparta best worden geregeld. Misschien daarom ook dat veel ouders hun kind liever naar Sparta sturen dan naar een andere vere niging. We vangen zo'n jonge jongen hier zo goed mogelijk op en bovendien maken ze veelal een goede kans om snel in het eerste elftal terecht te komen". „Onze grootste ontdekking? Dat waren er wel meer, maar meestal hebben we ze niet gekregen. Het allereerste rapport, in 1963, nummer A-l, was van Willy Dul- lens, was te duur, twee jaar later wel in het Nederlands elftal. Jan Mulder, speel de bij WW, onze toenmalige trainer Thompson vond 'm maar niks. Van der Kuylen, Pahlplatz, Rensenbrink, Ricky Hill, Woodcock, Bongartz, Burgsmüller. Maar Sparta komt zelden alleen en als er meer kapers op de kust waren, tja, dan trokken we natuurlijk met onze moge lijkheden snel aan het kortste eind. Voetballers denken vaak slechts op de korte termijn. Snel veel geld verdienen, een mooie auto, een grote club. Dom, zo werkt dat in negen van de tien gevallen niet". Uit het niets „Sparta heeft talloze spelers uit het niets gehaald, vervolgens zelf goed opgeleid en later veel geld voor hen kunnen van gen. Dat is het allermooiste, spelers scouten die andere clubs niet zo zien zit ten. Van Beveren, Kristensen, Kreuz, Valke, Van Tiggelen, noem maar op, in hen zagen we toch bepaalde eigenschap pen, die later prima ontwikkeld konden worden. Kijk, Gullit heb ik gezien op z'n veertiende. Van Basten op z'n zestiende. Spelers aan wie iedereen kan zien dat ze veel in hun mars hebben. Gerrie Müh- ren speelde bij Volendam linksbuiten, Sparta wilde hem hebben als linkshalf, maar Ajax was sneller. Een half jaar la ter stelde Michels hem als linkshalf op, dan vind ik dat toch leuk". „Sparta trekt helaas hoe langer hoe min der toeschouwers. Een gegeven dat ook ik met zeer grote tegenzin heb moeten 'accepteren. En ik zie jammer genoeg niet FOTO'S: CEES VERKERK in hoe we dat ooit nog zouden kunnen verbeteren. De komst van enkele nieuwe sponsors betekent een stap in de goede richting, nu hoeft het bestuur tenminste niet elk jaar één of meer spelers te ver kopen om een financieel tekort aan te vullen. Maar als je toch ziet wie er in de loop der jaren allemaal vertrokken zijn. Verschrikkelijk. Als dat niet nodig was geweest, dan bezaten we een stevig elftal en waar had Sparta dan nu gestaan?". „Binnenkort stop ik met dit werk, of lie ver gezegd deze hobby natuurlijk. Mocht er ooit nog eens iemand aankloppen voor een advies, dan ben en blijf ik al tijd bereid, maar je moet toch eens stop pen. Ik twijfel er geen moment aan dat het apparaat goed zal blijven functione ren. Nee, makkelijk wordt het niet om er straks afstand van te nemen. Mijn vrouw zegt wel eens, je weet nergens wat van, maar van voetbal weet je alles. En zo is het ook. Als iemand mij naar de weg vraagt, al is het direct bij mij om de hoek, ik zou het echt niet weten. Is wel eens hinderlijk, hoor. Maar ik zeg maar zo, een mens heeft maar een beperkt aanta| hersenen, de onbelangrijke zaken haal ik eruit, des te meer ruimte voor die dingen die mij interesseren". DICK KJERS Sonny Silooy, tegenwoordig spelend voor het Franse Matra, weet uit ervaring hoe goed Ajax' tegenstander Marseille in vorm is. FOTO: ANP RUEIL-MALMAÏSON - „Ajax moet komende woensdag heel goed oppassen, want Marseille is de laat ste tijd goed in vorm". Sonny Si looy (24) spreekt uit eigen ervaring. De Nederlandse international in dienst van Matra Racing Club de Paris speelde onlangs een slopende competitiewedstrijd tegen de aan staande Europa-Cuptegenstander van zijn oude vereniging. Matra, toch derde in de Franse competitie, had in Marseille geen schijn van kans tegen een ontketende thuis club. Dat het sléchts 2-0 werd dankten de Parijzenaars aan hun uitstekende keeper Olmeta. In het spelershome van Matra voorspelt Silooy zijn oud-ploeggenoten een zwaar Cup-avondje voor een uitzinnig Frans publiek. „Het middenveld van Marseille met Giresse en Ghengini is heel sterk. Giresse is nog steeds de spil waar alles om draait. Voorin zijn Papin en Allofs gevaarlijk. Die Papin is een mafketel. Een soort Nico Jansen, maar dan wat kleiner. Hij gaat door twee muren heen. Allofs moet je echt geen centimeter ruimte geven. Dat is een wereldvoetbal ler. Hij neemt de bal meestal zo aan dat hij meteen in schietpositie is. De verde diging van Marseille vind ik sterker dan vaak wordt gezegd. Het is allemaal erg fysiek. Alleen als Ajax in Marseille over eind blijft geef ik ze nog een kans thuis". De in Rotterdam geboren maar in de Zaanstreek opgegroeide ex-Ajacied heeft inmiddels twintig wedstrijden voor Ma tra gespeeld. Anders dan de in Lyon wegkwijnende Michel Valke zegt hij het in Frankrijk uitstekend naar zijn zin te hebben. „Het Franse leven bevalt me prima, alleen eet ik hier zo veel. Veel meer dan in Holland. Het is ook alle maal zo lekker". Na twee maanden op de achttiende verdieping van een hotel in Parijs te hebben gezeten bewoont Si looy tegenwoordig een appartement in het deftige Maisons-Lafïtte, 20 kilometer ten westen van Parijs. „Mijn vriendin en ik gaan vaak naar Parijs. Daar is zoveel te zien. Op Montmartre hebben we laatst wat aquarellen gekocht. Heel mooi, ongeveer dezelfde kleuren die ik in mijn bankstel heb. Verder komen we graag in Les Halles, waar al die boetiek jes zijn". Sterker Sonny Silooy vindt het Franse voetbal in de breedte sterker dan bij ons. „Nan tes heeft dit weekeinde van de onderste verloren. Ik zie DS '79 nog niet zo gauw van FC Den Bosch winnen. Er lopen hier een heleboel goede voetballers rond, maar ze spelen niet altijd even efficiènt. Bij Ajax probeerden we altijd snel en simpel te spelen. Hier willen ze het graag mooi doen. Ook de mentaliteit is wat anders dan bij ons. In Amsterdam kon je op de training lekker tegen elkaar schoppen. Franse voetballers kunnen daar absoluut niet tegen. Ze worden boos en gaan schreeuwen of zelfs huilen. Behalve Luis Fernandez, die kan wel een stootje hebben". De veel opkomende back zegt een kleine inzinking te boven te zijn. Een enkel blessure bezorgde hem veel hinder. Maar nu gaat het beter, al valt dat aan de resultaten van zijn club niet te mer ken. Uit de laatste drie wedstrijden haal de Matra slechts één punt. „We spelen niet slecht. Het zit alleen tegen. Zaterdag werden twee van onze spelers uit het veld gestuurd. Er werd toen zoveel ge wisseld dat het wel een zaalvoetbalwed strijd leek. We stonden heel goed, nu moeten we weer knokken voor een Eu- ropa-Cupplaats. Ik hoop dat we het ha len, want het volgend seizoen krijgen we er weer een paar goede spelers bijik kan niet zeggen wie dat zijn, maar er zit geen Nederlander bij". Sonny Silooy denkt dat hij zijn contract bij Matra uit zal dienen. „Nog drie jaar en dan ben ik transfervrij. Ik hoop dan nog een goede klapper te maken. Ik zal dus wel naar PSV gaan, want dat is de club van oud-Ajaxspelers", zegt Silooy lachend BOB VAN HUËT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 27