fSnaii
De universiteit:
blokkendoos
of supermarkt?
Een
kosmisch
eierjubileum
in
Den Haag
Tienduizend
beschilderde
eieren uit
voorraad
leverbaar
ZATERDAG 5 MAART 1988
AAN STUDEREN
PER „KNIPKAART"
KLEVEN GROTE BEZWAREN
DEN HAAG - Een vouchersysteem, populair gezegd het studeren per
knipkaart. Dat heeft onderwijsminister Deetman de toekomstige studen
tenlichtingen (al vanaf augustus 1990) in het vooruitzicht gesteld. Een
pakketje waardebonnen, dat iedereen bij de aanvang van zijn studie krijgt
en waarmee de student het verder moet doen als het gaat om het studeren
op overwegend staatskosten. Wie snel afstudeert kan nog rekenen op enke
le „premies" in de vorm van een tweede knipkaart, maar dan is de bron
ook geheel opgedroogd. Verder studeren blijft wel mogelijk, maar wordt
een kostbare aangelegenheid.
Minister Deetman (Onderwijs) heeft
zich sinds kort in het hoofd gezet, dat
het hem moet lukken om zo'n omwente
ling in de bekostiging van het hoger on
derwijs binnen dik anderhalf jaar gerea
liseerd te krijgen. In het onlangs vrijge
geven voorontwerp van de Wet op het
Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs
(WHW) heeft de bewindsman zijn idee-
én over zo'n landelijk knipkaart systeem
nader uitgewerkt. Eerder repte hij er al
over in zijn „toekomstschets" en in het
Hoger Onderwijs en Onderzoeksplan,
dat als bijlage bij de begroting '88 ver
scheen.
De discussies over de knipkaart van „de
Deet" zijn inmiddels losgebrand en nu
al kan worden vastgesteld, dat er aan de
plannen van de minister zóveel haken
en ogen zitten dat rekenen op invoering
per 1 augustus 1990 wel érg optimistisch
lijkt. Want ook van degenen die het
vouchersysteem op zich wel zien zitten,
hebben velen nogal wat bezwaren tegen
de wijze waarop de minister het wil in
voeren.
Alvorens te kunnen ingaan op de bezwa
ren, moet in grote lijnen worden ge
schetst hoe Deetman het vouchersys
teem in het hoger onderwijs wil inpas
sen. Overigens spreekt de minister in de
WHW ineens niet meer over vouchers
(Engels voor toegangsbewijs of bon)
maar over „inschrijvingspunten". Die
punten vertegenwoordigen het recht op
inschrijving bij een instelling voor hoger
onderwijs (hoger beroeps- of weten
schappelijk onderwijs) tegen een tarief
van 16 procent van de gemiddelde kos
ten per student. Dat tarief komt neer op
1600 gulden per studiejaar, gelijk aan de
hoogte van het collegegeld voor het
nieuwe studiejaar. Inschrijvingspunten
worden door de student ingeleverd in
ruil voor de onderwijseenheden (modu
len), die hij wenst te consumeren. De
unversiteit of hogeschool declareert de
inschrijvingspunten vervolgens bij het
ministerie van O en W en krijgt dien
overeenkomstig betaald.
Aan het begin van de studie krijgt iedere
student 189 inschrijvingspunten uitge
reikt, hetgeen overeenkomt met 4,5 jaar
volledige studie. Elk punt komt overeen
met een studiepunt, ofwel de onderwijs-
last van een week van veertig uur; 168
studiepunten komen overeen met een
cursus hoger onderwijs van vier jaar; de
resterende 21 punten kunnen worden ge
bruikt voor extra vakken. Iedereen die
binnen vier jaar een diploma weten
schappelijk onderwijs (WO) of hoger be
roepsonderwijs (HBO) haalt krijgt 63 ex
tra inschrijvingspunten, binnen vijf jaar
zijn dat nog maar 21 extra punten. Ook
studenten die na de propedeuse voor een
andere studie kiezen, krijgen 21 punten
extra, zodat ze weer voldoende punten
hebben (168) om een cursus hoger on
derwijs volledig af te ronden. De punten
zijn weliswaar twaalf jaar geldig, recht
op studiefinanciering heeft men slechts
voor maximaal zes jaar. Naast het be
drag op basis van het aantal inschrij
vingspunten krijgt de instelling een op
slag per afgestudeerde student.
zoals Deetman zich dat voorstelt, niet
onredelijk in elkaar te steken. De gevol
gen voor student en instelling zijn
niettemin ingrijpend. Zo wordt het recht
op inschrijving op een nogal subtiele
manier beperkt via het maximum aan
studiepunten. De mogelijkheden om tus
sentijds van studie te veranderen en tot
het volgen van extra vakken, worden er
drastisch door beperkt. Verder is er de
opslagpremie, waarop een instelling kan
rekenen voor elke student die zijn diplo
ma haalt. Een universiteit of hogeschool
zal het dan wel uit zijn hoofd laten om
studieprogramma's te verzwaren of te
verrijken met extra vakken. Deskundi
gen vrezen dan ook dat het niveau van
het hoger onderwijs door de bekostiging
op basis van concrete studieresultaten
onder druk komt te staan. Ook vreest
men dat het aantal keuzemogelijkheden
om „markttechnische" redenen op uni
versiteiten en hogescholen zal worden
beperkt.
Het stelsel van studiepunten wordt daar
entegen juist aangeprezen als middel tot
vergroting van de, invloed van de stu
dent als consument van het hoger onder
wijs. De student kan immers zijn eigen
studieprogramma samenstellen door het
kiezen van afgeronde onderwijseenhe
den. Dat verplicht de universiteit ertoe
elke studie op te delen in kleine blokjes,
maar dan wel zo, dat die precies in en
op elkaar passen. De student is overi-
elkaar zwaar genoeg zijn om als examen
programma te kunnen gelden. Volgens
minister Deetman moet die opzet een
barrière opwerpen tegen het schrikbeeld
van de universiteit als „supermarkt",
waar de klanten met interessante aanbie
dingen en pretmodules worden binnen
gelokt en binnengehouden.
Toch zal in het door Deetman voorge
stane model een vorm van concurrentie
ontstaan, die veel macht bij de student
als onderwijsconsument legt. Intern
worden de vakgroepen binnen de uni
versiteit immers sterk afhankelijk van de
interesse die studenten voor hun „blok
ken" aan de dag leggen. En ook tussen
de universiteiten onderling ontstaat een
andere verhouding, omdat de hoeveel
heid en aantrekkelijkheid (de sortering
onderwijsmodules) een grote rol gaat
spelen.
Het gevolg van het knipkaartmodel is,
dat de bestaande onderwijsprogramma's
in het wetenschappelijk onderwijs sterk
worden versnipperd. Iedereen kan dan
zijn eigen nieuwe studieprogramma gaan
bepalen, dwars door de faculteiten en
vakgroepen heen. Het is maar zeer de
vraag of dat de kwaliteit van de studie
programma's ten goede zal komen. Feit
is, dat minister Deetman het hoger on
derwijs nu in een richting duwt, die bij
het voortgezet onderwijs juist wordt ver
laten. Terwijl in het voortgezet onder
wijs met de basisvorming en meer exa
menvakken het aantal verplichte vakken
weer wordt opgeschroefd, staat in het
hoger onderwijs het tegenovergestelde te
gebeuren.
FRANS WEERTS
'CeidócSouAont
DEN HAAG - Al twee decennia
organiseert de Haagse mevrouw
Riet van Koert paaseieren-tentoon-
stellingen. Vandaag gaat haar 20e
editie van start. En laat ze nou
voor deze jubileum-expositie de
hand hebben gelegd op niet één en
niet twee, maar drie Kosmische Ei
eren! Geschapen in massief natuur
steen door de Hindoe-god Shiva
zelf, en door hem miljoenen jaren
geleden verborgen in het Indiase
landschap. Als teken van zijn aan
wezigheid, zo wil de traditie, en als
symbool van de eeuwig durende
scheppende kracht.
van de vele invloedrijke vrienden die
mevrouw Van Koert in de loop van haar
75-jarige leven aan zich heeft weten te
binden, had de tien a vijftien centimeter
hoge eivormige stenen uit India meege
bracht ten behoeve van een museum.
„Maar zo'n museum is natuurlijk mijn
zorg niet", aldus de even innemende als
kordate kunst-winkelierster. „Ik heb te
maken met mijn paaseieren-tentoonstel-
ling. Dus ik heb gezegd: dat museum
wacht maar op een volgende keer. Die
kosmische eieren zijn voor mij".
Met als gevolg dat de drie „Lingams",
zoals de stenen eieren in de mythische
literatuur worden genoemd, nu de kroon
vormen op twintig jaar paaseieren in het
Haagse Statenkwartier.
Want daar, aan de Frederik Hendriklaan
71. is de unieke winkel gevestigd, waar
telkenjare in de aanloop naar Pasen het
symbool van nieuw leven in duizenden
verschillende varianten te kijk en te
koop is. Kippeèieren, ganzeëieren,
struisvogeleieren. Eitjes van papegaaien,
hennen en kwartels. Houten, keramie-
ken en papieren eieren - alles wat ook
maar enigszins ei is, heeft mevrouw Van
Koert in het vroege voorjaar in huis. In
alle mogelijke kleurvarianten en voor
zien van alle denkbare decoraties. In to
taal ruim tienduizend stuks. En de prij
zen? Vallen mee! Een eenvoudig Oosteu
ropees kippeêitje is er al voor vijf gul
den. Het duurste ei gaat de deur uit voor
550 gulden.
Volkskunst
Mevrouw Van Koert: „Mijn man, die
drie jaar geleden is overleden, was van
beroep ontwerper van meubelen. Hij en
ik hebben dit pand vlak na de oorlog be
trokken. Geleidelijk aan hebben we onze
bedoening uitgebreid met de verkoop
van van allerlei voorwerpen uit de sfeer
van de volkskunst en de folklore. En zo
zijn we bij de paaseieren terecht geko-
„De allereerste aanzet werd gegeven
door een meisje hier uit de buurt. Een
jong ding nog, dat de eieren inkraste. Ze
nam gewoon kippeèieren, kookte die in
een aftreksel van rode kool, en kraste
daar dan afbeeldingen in met een in
chloor gedoopte naald. Het resultaat was
zo aardig, dat ik dacht: ik moet meer
mensen stimuleren om met eieren aan
de slag te gaan. Dat is gelukt en binnen
de kortste keren had ik voldoende exem
plaren om mijn eerste tentoonstelling te
kunnen openen".
De techniek waarbij de eieren eerst
worden gekookt en dan bewerkt, resul
teert uiteraard in een produkt dat niet
eindeloos houdbaar is. Vandaar dat de
meeste decorateurs van (dierlijke) eieren
er de voorkeur aan geven om, door bla
zen of zuigen, de struif uit de schaal van
het ei te verwijderen. Daarna gaan ze
met de penseel aan het werk - om tot
de meest verbluffende resultaten te ko-
In de winkel van mevrouw Van Koert
zijn eieren te zien met abstract-sferische
afbeeldingen, maar ook met minutieus
uitgewerkte figuratieve kunst. In de laat
ste categorie bijvoorbeeld: struisvogelei-
eren waarop 17e eeuwse driemasters met
volle zeilen door de wereldzeeën jagen.
Kippeeieren die tot in detail getrouwe
scènes laten zien uit bijna vergeten Zwit
serse sprookjes. Of minuscule pape-
gaaieëitjes met nauwelijks zichtbare stil
levens.
Vrijwel van stonde af aan exposeerde
mevrouw Van Koert niet alleen binnen
landse, maar ook buitenlandse eieren.
De gave van een haast dwingende over
tuigingskracht wendde ze aan om aller
hande reislustige dames en heren voor
haar karretje te spannen en hen ertoe te
brengen uit de verste uithoeken van de
wereld gedecoreerde eieren mee te bren
gen. Op die manier bouwde ze langzaam
maar zeker een eier-contactnet op dat
alle werelddelen omspant. Waardoor een
rondgang door haar winkel, althans op
ei-gebied, inmiddels een heuse wereld
reis vertegenwoordigt.
Henneëitjes
Zo zijn er eieren uit Korea, Japan, Chi
na en Rusland. Maar ook uit Noord-
Amerika, waar een traditie bestaat om
henneëitjes van boven te versieren met
parmantige broodfiguurtje. Mexicaanse
Indianen hebben aan de expositie bijge
dragen met in keramiek uitgevoerde eie
ren die de lente en de vrede uitbeelden.
Ook uit Mexico afkomstig is een reeks
interessante papier-maché-eieren. Ter
wijl Egypte aan de Frederik Hendriklaan
vertegenwoordigd is met een beschilderd
tare decoraties
struisvogelei. En Israël met ganzeëieren
waarvan de schalen - razend knap - in
bepaalde figuren zijn opengesneden.
Via Turkse eieren leidt de bezichtiging
naar eieren uit Albanië, Bulgarije, Joego
slavië, een reeks Westeuropese landen,
en dan naar een fraaie verzameling uit
Polen.
Mevrouw Van Koert: „Via via hoorde ik
van een Poolse eierschilder. Een ambte
naar uit Krakau, die kippeèieren beschil
derde met figuren in Poolse kleder
dracht. Ik heb die jongen. Jan Kozubal,
laten weten: als je mij tweehonderd van
die eieren komt brengen, betaal ik je
reiskosten naar Den Haag en zorg ik
voor drie weken onderdak. Dat heeft
Jan gedaan. En tot wederzijds genoegen.
Behalve kippeèieren is hij ook struisvo
geleieren gaan beschilderen - hij doet
veel zeilschepen - en dit jaar is hij voor
de derde keer op bezoek. Net als Iwona
Napiorkowska, die ook een Poolse is.
Beiden geven ze, zolang de expositie
loopt, in de middaguren demonstraties
van hun kunst".
Nog een derde schilderes, afkomstig uit
de Franse Vogezen, komt vanaf volgen
de week demonstraties geven: Louise Le
Lahn, die op ganzeëieren de meest sfeer
volle eenden, meeuwen en zwanen weer
geeft.
Eitje bakken
En als een soort surprise ter gelegenheid
van het vierde lustrum is er dan ook nog
Fransje van Unnik. Een schilderes die
wel eens een eitje bakt, maar verder eer
lijk gezegd niet zo veel met het feno
meen van doen heeft. Zij hoort echter
tot de vriendenkring van mevrouw van
Koert en zij zet de jubileum-expositie
extra luister bij met een reeks van tien
aquarellen waarin ze de Indiaas-rpligieu-
ze verwijzingen van het Kosmische Ei in
beeld heeft gebracht. Zo is er een aquarel
waarop door een nevel heen de Boeddha
zich manifesteert en neerkijkt op een in
tweeën gebroken ei waaruit zojuist zes
tien heilige olifanten zijn geboren.
Over de rand van de aquarel heen houdt
diezelfde Boeddha tegelijkertijd al die
duizenden andere eieren in het oog. Al
lemaal tekens van nieuw leven. En te
midden van dat duizendvoudig herhaal
de symbool: Riet van Koert-Lippmann.
Vijfenzeventig jaar oud, maar nog zo vi-
iaal als een kuiken. Er schijnt toch een
kracht van uit te gaan - van die eieren.
WILLEM SCHEER
De tentoonstelling ,.Het Kosmische Ei",
aan de Frederik Hendriklaan 71 in Den
Haag loopt van 5 maart tot en met 6
april. De openingstijden zijn dinsdag tot
en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur.
Zondag 6, 13, 20 en 27 maart alsmede
Tweede Paasdag van 11.00 tot 17.00 uur.
Op Eerste Paasdag is de expositie geslo
ten.
Het Kosmische Ei, miljoenen jaren geleden door de Hindoe-god Shiva verborgen in het Indiase landschap en thans de kroon op
twee decennia paaseieren aan de Haagse Frederik Hendriklaan. FOTO'S: CEES VERKERK