Driehonderd jaar
Brits-Nederlandse
betrekkingen
"final*
ZATERDAG 2 JANUARI 1988
In juni 1688 werd in Londen een prinsje geboren. Of
kwam Jacobus Edward elders uit een to verhoed en
werd hij het paleis Saint James binnengesmokkeld
in een beddepan? De vraag is al bijna driehonderd
jaar oud en zal wel nooit bevredigend worden
beantwoord. Feit is dat de nieuwe Prins van Wales niet
echt welkom was en dat zijn kansen op het
koningschap van Engeland al waren verkeken voordat
hij pap kon zeggen. De geboorte was de laatste druppel
in de tot de rand gevulde emmer van de protestantse
adel in Engeland, die de fratsen van de katholieke
koning Jacobus II met steeds meer ergernis gadesloeg.
Tot dan toe had ze zich getroost met de gedachte dat de
vorst al 55 jaar was en dat hij met zijn gezondheid
kwakkelde. Zou hij komen te overlijden, dan zou alles
zich ten goede keren. Hij zou dan worden opgevolgd
door zijn protestantse dochter Mary II, die was gehuwd
met de Hollandse stadhouder Willem III. Het nieuwe
prinsje zette een streep door de rekening. De katholieke
erfopvolging leek gewaarborgd. Enkele prominente
edelen staken de koppen bij elkaar, schreven een brief
en lieten die door een als matroos uitgedoste zeeofficier
bezorgen bij Willem III. Het schrijven, in een geheim
cijferschrift, bevatte de regelrechte uitnodiging om met
een „toereikende" vloot en landmacht naar Engeland te
komen om er een onderzoek in te stellen naar klachten
over het bewind van Jacobus II en „geruchten over de
geboorte van de Prins van Wales". De vloot kwam,
maar het onderzoek was niet meer nodig. Jacobus
maakte zich - met „zoon" - spoorslags uit de voeten.
Een laatste poging om de geschiedenis terug te draaien
mislukte in de Slag aan de Boyne. Willem was toen al
koning van Engeland en zijn vrouw Mary koningin.
Het vertrek van stadhouder Willem III
uit Hellevoetsluis (boven) en zijn aan
komst in Torbay in Zuid-Engeland (on
der) als veelkleurig „beeldverhaal".
Vloot trok op naar
Engeland „for liberty
and protestant
religion"
LONDEN - In 1688 veijoeg de
protestantse Nederlandse stadhou
der Willem III in Engeland de ka
tholieke koning Jacobus II van de
troon. Hij en zijn vrouw Mary wer
den er koning en koningin. De
„Glorious Revolution", zoals de
omwenteling in Engeland wordt
genoemd, is één van die zeldzame
gebeurtenissen die de loop van de
wereldgeschiedenis zichtbaar heb
ben beïnvloed. Eén van de na
weeën is de bijna dagelijkse de
monstratie van historisch besef in
Noord-Ierland.
Door het bondgenootschap tussen Ne
derland en Engeland raakte Frankrijk
een potentiële bondgenoot kwijt. Lode-
wijk XIV, „de Zonnekoning", gold voor
koning Jacobus als hèt grote voorbeeld
en een verbond tussen de twee katholie
ke vorsten was verre van denkbeeldig.
Onderwerping of zelfs inlijving van een
aantal landen dreigde, met name van de
Republiek. Nu was het gevaar van een
door Frankrijk overheerst Europa voor
bij (al zou Napoleon nog komen). Ook
werd in Engeland tijdens de regeerperio
de van king William de basis gelegd
voor de parlementaire democratie. Om
excessen als onder Jacobus te voorko
men kwam de „Bill of Rights" tot stand,
een soort contract tussen vorst en volks
vertegenwoordiging, met in de wet ver
ankerde regelmatige verkiezingen voor
het parlement en garanties tegen vorste
lijke willekeur en onverdraagzaamheid.
Bovendien danken Nederland en Enge
land er hun straks driehonderd jaar oude
vriendschapsbanden aan - wat tijd zou
worden, met drie Nederlands-Engelse
oorlogen achter de rug. We zullen er in
alle toonaarden aan worden herinnerd.
„Willem en Mary" vormen in beide lan
den vanaf juni volgend jaar het middel
punt van een grote variëteit aan herden
kingsmanifestaties die een jaar gaan du-
Kindhuwelijk
Willem III werd in 1650 geboren, kort
na de dood van zijn vader Willem II.
Die was, in 1641, ook al met een telg uit
het huis Stuart getrouwd. Althans gekop
peld, want hij was toen veertien jaar en
Mary Henriette nog maar negen. Het
„kindhuwelijk" diende het staatsbelang
van Engeland en van de Nederlanden.
Het was bedoeld als een protestantse
Nederlands-Engelse barrière tegen
Spaanse pogingen tot overheersing van
Europa.
Aan die pogingen kwam een eind in
1648, toen tussen Spanje en de Repu
bliek de Vrede van Munster werd gete
kend. Tot ergernis van Willem II, die in
1647 zijn vader Frederik Hendrik als
stadhouder was opgevolgd, maar nu de
daaraan verbonden functie als kapitein-
generaal van het leger gekortwiekt zag.
Hij verzuchtte: „Ik wou dat ik alle
schurken die de vrede gesloten hebben,
de nek kon breken".
Willem II hoopte ook al op de Engelse
PRINS WILLEM GAF STARTSEIN VOOR DEMOCRATIE
zijn schoonvader, Karei
I, zou komen te overlijden. Maar Karei
raakte verwikkeld in een bloedige bur
geroorlog. Hij gaf zich aan de Schotten
over, die hem voor 200.000 pond aan
het parlement in Londen verkochten.
Hij werd in 1649 onthoofd en Cromwell
riep Engeland uit tot republiek.
Maar Cromwell stierf in 1558. In 1660
werd Engeland weer een koninkrijk. Ka-
rel II kwam op de troon, een neef van
zijn geëxecuteerde voorganger en een
oom van Willem III. de prins wiens op
voeding in 1666 ter hand was genomen
door de Staten van Holland. Die deden
dat om de zaak in de hand te houden,
want zij wilden geen stadhouder meer.
Om helemaal zeker te zijn werd boven
dien het „Eeuwig Edict" afgekondigd,
waarin werd bepaald dat Holland het
stadhouderschap voor altijd afschafte.
De „eeuwigheid" duurde zes jaar. In
1672 volgde „Het Rampjaar". De Repu
bliek werd aangevallen door Engeland,
Frankrijk. Keulen en Munster. Grote de
len van het land werden door de vijand
overrompeld. De „Oranjegezinden"
kwamen in opstand. IJlings werd het
Eeuwig Edict opgeheven. Willem III
werd stadhouder van Holland en Zee
land en kapitein-generaal van het leger.
De lafhartige moord op Jan en Cornelis
de Witt in Den Haag leverde hem een
eerste smet op het blazoen op - het blijft
onduidelijk of hij de lynchpartij wel kon
of wilde voorkomen.
Willem bereikte in 1674 vrede met En
geland, Munster en Keulen - de oorlog
met Frankrijk zou vier jaar langer du
ren. Voor Frankrijk misschien vier jaar
tè lang, want de stadhouder ging zich
steeds meer bezighouden met de Europe
se politiek. Hij concludeerde dat zijn
Franse neef Lodewijk XIV aspiraties
had om heel Europa onder de voet te lo
pen en wilde dat voorkomen. Hij richtte
het oog op Engeland, op een nichtje. Op
de vijftienjarige Mary Stuart, Mary II,
protestants, maar met een katholieke va
der.
Niets gevraagd
Aan Mary zelf werd niets gevraagd. De
dochter van Jacobus II hoefde alleen
maar te komen opdraven toen Willem
op 19 oktober 1677 in Londen arriveer
de. De jonge vrouw beviel hem wel,
maar niet tot elke prijs. Toen koning
Karei als voorwaarde stelde dat hij haar
hand kon krijgen als hij eerst vrede met
Frankrijk sloot liet Willem koeltjes we
ten dat hij ook wel weg wilde gaan - en
Karei zou hem dèn leren kennen als een
bittere vijand. De vorst ging overstag,
het huwelijk vond plaats en de bruid
was ontroostbaar. Karei II behoorde of
ficieel tot de anglicaanse kerk, maar hij
sympathiseerde openlijk met het katholi
cisme. Dat was in Engeland een zeer ge
voelig punt, want Karei was kinderloos
en zijn opvolger in eerste lijn zou Jaco
bus zijn, z'n fel-katholieke broer. Pogin
gen om Jacobus langs wettelijke weg van
opvolging uit te sluiten mislukten. In
1685 was het zover: Karei II stierf aan
een beroerte.
Jacobus II maakte onmiddellijk duide
lijk dat hij zonder inspraak van het par
lement zou regeren. Met veel vertoon
benoemde hij katholieken op sleutelposi
ties in het kabinet. Cambridge en Ox
ford. protestantse bolwerken, kregen je
zuïetencolleges.
Tegelijk zegde Lodewijk XIV in Frank
rijk de hugenoten de wacht aan. Kerken
van na 1598 moesten worden gesloopt,
synodes werden verboden, protestantse
gymnasia werden aan jezuieten gegeven,
hugenoten mochten hun doden alleen
's nachts begraven, hun kinderen wer
den aan het ouderlijk gezag onttrokken
en katholiek opgevoed en het uitoefenen
van vrije beroepen werd voor hen taboe.
Een half miljoen hugenoten werd katho
liek en een half miljoen vluchtte Frank
rijk uit, naar Nederland, Engeland, Zwit
serland, de Palts en Brandenburg. Lode
wijk ried z'n Engelse geloofsgenoot even
drastische maatregelen aan.
De Britse adel besloot geduld te oefenen.
Jacobus II had immers het eeuwige le
ven niet en opvolger in eerste linie zou
protestantse Mary zijn, wier echtgenoot
Willem door een deel van het buitenge
sloten parlement, de „Orange-Whigs",
eveneens als serieus kandidaat voor het
koningschap werd gezien. Er zijn duide
lijke aanwijzingen dat Willem al in 1687
met de voorbereidingen begon voor zijn
komst naar Engeland. In het najaar
startte de opbouw van een nieuwe oor
logsvloot, „want de piraterij vanuit Al
gerije was aan het opleven". In decem
ber lagen 21 oorlogsbodems startklaar
om uit te varen. Toen kwam echter het
bericht dat Maria d'Este, de tweede echt
genote van Jacobus, in verwachting was.
Op de vlucht
De kroonprins werd officieel geboren op
10 juni 1688, een maand te vroeg. Vol
gens pamfletten in Londen was echter el
ders een baby bemachtigd, die in een
beddepan het paleis werd ingesmokkeld.
De edelen schreven hun uitnodiging aan
Willem III. die hem op 7 juli werd over
handigd dóór zeeofficier Arthur Herbert.
De Staten-Generaal verleenden hun
goedkeuring aan het avontuur. Op 26
oktober stak Willem in zee, „for liberty
and protestant religion" (voor vrijheid
en de protestantse godsdienst). Met
11.000 man voetvolk en 4000 ruiters,
compleet met paarden en kanonnen, op
73 linie- en 400 transportschepen - de
grootste invasiemacht tot 6 juni 1944.
Onder Engels opperbevel, om staatkun
dige complicaties te voorkomen. Een he
vige zuidwesterstorm overviel de vloot
op weg naar Het Kanaal. Hij werd letter
lijk teruggeblazen. Maar een nieuwe po
ging, op 9 november, slaagde. Bij het af
scheid drukte Willem Mary op het hart
opnieuw te trouwen als hij de strijd niet
zou overleven, „maar niet met een
De vloot landde op 14 november bij
Torbay, aan de Engelse zuidkust. In
Londen vroeg koning Jacobus zijn troe
pen of hij op hen kon rekenen. „Ja, tot-
terdood", zo werd bevestigd, het luidst
door officier John Churchill. Die liep
vervolgens met vierhonderd man over.
Jacobus voelde zich in de steek gelaten
en vluchtte. Aan de kust werd hij gepakt
door vissers, die hem aanzagen voor een
jezuiet die de wijk wilde nemen. Hij
werd naar Londen gebracht, maar niet
gearresteerd. Willem wilde voorkomen
dat hij in de ogen van de katholieken
een soort martelaar zou worden. Jacobus
kreeg soldaten voor z'n deur, „om hem
te beschermen tegen de volkswoede".
Die keken de andere kant op, toen de
vorst opnieuw een vluchtpoging onder
nam. Zonder problemen bereikte hij
Frankrijk.
De wettige vorst had, mèt z'n troonop
volger, het land verlaten. Engeland zat
zonder koning. Willem maakte een
triomfantelijke entree. „Langs de wegen,
die wonderbaarlijk slecht zijn, stond
overal landvolk: vrouwen, mannen en
kinderen, die riepen: „God bless you",
schreef zijn secretaris, Constantijn Huy-
gens. „Te Londen reden wij door de
poort van het park van St. James, waar
door Zijne Hoogheid omstreeks drie uur
binnenkwam. Onder groot geschreeuw
van het volk, waaronder een grote me
nigte Oranjestrikken op haar hoeden had
en Oranje-appelen op stokjes droegen".
Mary, die een tijdlang in Holland had
gewoond, kwam over naar haar vader
land, wat tegelijk een definitief afscheid
van de Nederlanden betekende. Op 11
april 1689 werd het paar gekroond tot
koning en koningin van Engeland,
Schotland en Ierland.
Jacobus deed nog éénmaal een poging de
macht terug te krijgen, in Ierland. Op 10
juli 1690 lagen de legers van schoonzoon
en schoonvader tegenover elkaar in een
dal langs de rivier de Boyne. Een „ka
tholiek" schot schampte de nek van de
protestantse vorst en Willem stelde vast:
„Dat had niet nader moeten zijn". Ierse
waarnemers waren ervan overtuigd dat
hij was gedood en dat nieuws bereikte al
de volgende dag Parijs, waar grote fees
ten werden aangericht.
Maar intussen boekte het leger van Wil
lem een gemakkelijke overwinning. De
katholieke troepen sloegen op de vlucht
voordat het tot echte schermutselingen
kon komen. Jacobus zelf volgde zijn ne
King William verschijnt na zijn kroning
tot koning van Engeland in het Britse
parlement.
derlaag vanaf een veilige afstand. De
„Orangisten" in Noord-Ierland geven
nog bijna dagelijks blijk over een ijzer-
sterk geheugen te beschikken. Dat wordt
nog wat, als de „Slag aan de Boyne" in
1990 voor de driehonderdste keer wordt
herdacht.
Willem en mary
De festiviteiten die in voorbereiding zijn
ter gelegenheid van de straks drie eeu
wen oude banden tussen Nederland en
Engeland, getuigen van een bijna adem
loze verering voor het ideale vorstenpaar
Willem en Mary. Die kwalificatie lijkt
echter overdreven. Er zijn momenten ge
weest van liefde en van een onmisken
baar groot wederzijds respect, maar die
waren waarschijnlijk eerder uitzondering
dan regel. Het huwelijk werd niet uit
liefde gesloten, maar met een begerige
blik op de Engelse troon. Mary was
„koopwaar", in ruil voor een soort van
bondgenootschap. Ze had er niets over
te zeggen. Maar ze voelde zich in eerste
instantie nauwelijks aangetrokken tot de
27-jarige man. wiens gezicht al was gete
kend door ziekte en oververmoeidheid
en die in de omgang van weinig charme
en hoffelijkheid getuigde. Wel lieten
Willem-en Mary, door de bouw van een
reeks paleizen, tastbare voorbeelden na
van hun vooral bouwkundige smaak:
Soestdijk en Het Loo in Nederland;
Hampton Court in Engeland. Met prach
tige tuinen, in de stijl van Lodewijk XIV
- niet alleen vijand, maar ook trendset
ter in de 17e eeuw.
En Mary spande zich tot het uiterste in
toen een deel van het Engelse parlement
haar alleen tot koningin wilde laten kro
nen en Willem probeerde af te schepen
met een soort regentschap. Willem werd
volwaardig vorst, maar of dat hem veel
voldoening gaf is maar de vraag. Welis
waar wordt het feit dat hij zijn macht
beknot zag door wetten nü gezien als het
startsein voor de parlementaire demo
cratie, maar al die andere vorsten, die
maar konden doen waar ze zin in had
den, zullen hem wat zielig hebben ge
vonden.
Mary overleed, in 1695, 32 jaar oud, aan
verwaarloosde pokken. Willem toonde
zich radeloos, maar kon niet meer goed
maken wat hij jaren had verwaarloosd.
Hij ging liever op avontuur, aan het
hoofd van zijn leger. Of hij moest naar
Holland, om te regeren. Pas op haar
sterfbed zwoer hij haar zijn maïtresse
Betty Villiers, scheel maar geestig, niet
meer te zullen ontmoeten.
Hij hield die belofte, maar waarschijn
lijk taalde hij nauwelijks meer naar
vrouwen. Hij hechtte meer waarde aan
goede vrienden. Z'n gezelschap bestond
steeds vaker uit louter mannen. Er werd
zelfs gefluisterd dat hij een homoseksue
le relatie zou hebben, maar dat verhaal
klopt waarschijnlijk niet.
Zelf stierf hij in 1702, na een val van z'n
paard in Hampton Court. Het dier was
geschrokken van een molshoop en strui
kelde. Willem brak z'n sleutelbeen, maar
kreeg later vreemde zwellingen in rech-
ging heviger hoesten dan ooit, verloor
z'n eetlust en overleed op 19 maart.
Hij werd in Engeland opgevolgd door
z'n schoonzuster Anna. In Nederland
namen vijf gewesten geen nieuwe stad
houder. De episode Willem en Mary
leek als incident de geschiedenis in te
gaan. Dat het tegendeel waar is zal vol
gend jaar blijken.
ANDRÉ HORLINGS
door Jo Wijnen
UITWERPSELEN
Er zijn mensen die denken dat kranten
als The New York Times en The
Washington Post uitsluitend berichten
aangaande de hogere internationale
politiek bevatten. Dat is onjuist.
Eigenlijk gaat het hier om
provincialekranten die een goed
aeel van hun tijd. energie en
journalistieke vaardigheden investeren
in berichten over New York en
Washington zelf en dus over nieuw
geopende scholen, de corruptie van een
wijJcbestuurder, een dodelijk ongeval
het jubileum van een opmerkelijk
pastoor en wat dies meer zij. Het zijn
juist die berichten die het onthullendst
zijn, die soms een genadeloos licht op
de Amerikaanse samenleving werpen
en die de Amerikaanse mens in al zijn
volheid, zijn glorie maar ook ziin
zwakte aan ons argeloze buitenlanders
tonen.
Zo ben ik zelfdol op de wekelijks
terugkerende verslagen die de
Newyorkse warenkeuringsdienst in de
New York Times doet publiceren. Die
dienst bezoekt - net als de soortgelijke
dienst in Nederland - regelmatig
restaurants en andere huizen waar
eten wordt bereid, verstrekt en
genuttigd. De inspecteurs nemen dan
een kijkje in de keuken, de
voorraadkasten, de diepvriezers, naar
ook in kelders, op zolders en in
toiletten. En net als hun Nederlandse
collega 's doen ze soms verbijsterende
ontdekkingen. Waar sprake is van echt
rampzalige dingen, daar gaat de knip
op de deur. Bedrijven die anderszins
vies en vuil zijn. worden op de bon
geslingerd. En hun namen worden
doorgegeven aan de New York Times
die ze wekelijks opneemt in een
bericht, waarin ook alle feilen van de
betreffende restaurants staan vermeld.
Neem bijvoorbeeld Deli Express, een
huis voor vooral meeneem-etenswaar
dat is gevestigd aan Delancey Street
132 in New York. De
warenkeuringinspecteurs hadden over
Deli Express het volgende te melden:
..Veel voedsel niet afgedekt, het vorig
inspectierapport niet beschikbaar, geen
zeep in het personeelstoilet, dikke laag
stof op ventilator, oud meel in de
deegmolen, stof en etensresten op vloer,
sommige plafondtegels verdwenen,
uitwerpselen van muizen op schappen
in kelder, gaten in keldervloer, dozen
met etenswaar op vloer in plaats van
op schappen, geen geldige
vergunning".
Warm aanbevolen is ook Cookie
Express aan de 37e Straat. Over dit
bedrijf meldden de inspecteurs:
Uitwerpselen van muizen, stof, vuil en
etensresten op vloer, muren, bedorven
voedselresten op wanden van diepvries,
geen toilet voor klanten, slecht toilet
voor personeel nabij voedselbereiding,
voedsel afgedekt met krantepapier".
Tenslotte nog even het rapport over een
bakkerij op Broadway. Daarover wordt
gemeld: ..Geen kraan voor het wassen
van handen, uitwerpselen van ratten,
vliegenvangers boven plaatsen waar
voedsel wordt bereid, bedorven
voedselresten op deur van diepvries,
stof en vuil op schappen en vloer,
keukengerei op vloer".
Het laatste bericht in The New York
Times maakte melding van 34 van dit
soort in verregaande staat van
vervulling verkerende eet gelegenheden.
Twee restaurants (Benny's of New
York en Junction Pizza) waren zo
smerig dat ze prompt werden gesloten.
Dan was er nog sprake van ettelijke
restaurants die geen vergunning
hadden en die derhalve niet op de
lijsten van de warenkeuringsdienst
voorkwamen.
Ik geef deze waardevolle informatie
maar even door, niet zozeer omdat ik
denk dat iedereen die ooit in New York
is geweest daarom ook bij Junction
Pizza heeft gegeten, maar omdat het
mij als wijs en verstandig voorkomt
dat mensen die er op uit zijn hun
medemensen te vergiftigen, met naam
en toenaam in de krant worden
genoemd.
Bovendien gaat er iets moois van zulke
berichten uit, vooral als ze uit een
wereldstad als new York komen, in een
krant als de New York Times staan en
eet gelegenheden betreffen die naar
zulke exotische namen als „Caribbean
Creole Restaurant", „Cherry
Blossom", „Las Mananitas Mexican
Restaurant". „Daily Wok", „Nino's
Napoli" en „North Shore Dinner"
luisteren.
Tenslotte boezemen mij die berichten
ook een zekere vrees in. Want ook de
Amerikaanse warenkeuringsdienst
kampt met een tekort aan middelen en
mankracht. Zodat de vraag mag
worden gesteld wat er gaande is in de
keukens van vele duizenden
eetgelegenheden - al dan niet zonder
vergunning - die onbezocht blijven.
Tenslotte staan steden als New York
behalve om hun urbane wonderen, ook
bekend om hun grote hoeveelheden
ratten en muizen, verwilderde
huisdieren, krotten en illegale
vuilnisbelten. Properheid is daar een
geldverslindende en daarom niet
algemeen gepraktiseerde deugd. Zodat,
voor wat betreft het voedsel, het
allerergste móet worden gevreesd.
£eidóe@cHttCMitl