Zes knappe verhalen over barbaarse gebeurtenissei
Het levenslot van
Multatuli's vrouw
Reisgids door de architectuur van ons land
5ï
Lezen en schrijven met de Atari ST
Tweemaal
de aarde
kleurrijk
te boek
BOEKEN
SYBREN POLET:JN DE ARENA
y
ROMANDEBUUT MET GOUDEN RANDJE
Chinese
wegen na;
gezondheii
Dorleijn doet te grote
concessie aan commercie
Saidt&Qowuvnt
VRIJDAG 26 JUNI 1987 PAGIN K
11
>ar
terd
Sybren Polet heeft een bundel De historische tijdstippen se verleden aan bod: de ge- iing weer aiierlei conflicten haal met een geheel andere is „Draumvitjanir", waarin de Door de gedachtekrachten van drukwekkend is de tas!24
mnnie verhalen samengesteld, waarop de verhalen van Polet schiedenis van de Oostindische eaande. Alles wordt od eruwe- schrijfstijl. „Thou art the man" gevreesde, reusachtige Viking mensen kunnen hun fanta- waarop Polet, steeds met otei
Sybren Polet heeft een bundel
mooie verhalen samengesteld.
De zes verhalen uit zijn nieu
we boek „In de arena", wor
den op een knappe manier aan
elkaar verbonden door inhou
delijke en thematische over
eenkomsten, terwijl ze toch
sterk uiteenlopen. Geen van
de verhalen speelt in het he
den, de meeste zijn historisch,
het ene science-fiction verhaal
dat in het boek voorkomt (het
titelverhaal) speelt weliswaar
in de toekomst, maar heeft al
lerlei verbindingen met het
verleden, de tijd van de Russi
sche revolutie.
De historische tijdstippen
waarop de verhalen van Polet
zich afspelen zijn verschillend,
evenals de decors. Zo speelt
een van de verhalen in het de
cadente oude Rome, tijdens het
bewind van Keizer Nero. Een
ander verhaal is gesitueerd in
de barbaarse wereld van de
oude Vikingen. Dat barbaarse
speelt door alle verhalen een
rol van beslissende betekenis,
in feite is dit het verbindende
thema, waardoor deze uiteen
lopende verhalen tot zo'n een
heid zijn gesmeed.
In een van de mooiste verha
len uit „In de Arena" komt
een episode uit het Nederland
se verleden aan bod: de
schiedenis van de Oostindische
Compagnie. Een Nederlandse
koopvaardijvloot, begeleid
door enkele oorlogsbodems,
vaart rond Afrika naar de
Oost. Op 27 oktober 1628 is het
eskader, waarvan de „Batavia"
het vlaggeschip is, van de rede
van Texel vertrokken. Tijdens
de reis wordt muiterij voorbe
reid die op een gunstig mo
ment wordt uitgevoerd. De
muiters komen op een paar ei
landen terecht, waar zij een
soort kolonie stichten, die zij
het Nieuwe Amsterdam noe
men. Zij bouwen zelfs de rijke
koopmans-huizen na. Intussen
zijn tussen de muiters onder
ling weer allerlei conflicten
gaande. Alles wordt op gruwe
lijke manier uitgevochten, op
een leven wordt niet gekeken,
elke menselijkheid is zoek, fol
teringen en verschrikkelijke
straffen zijn aan de orde van
de dag. Beter dan beesten zijn
de mensen in dit verhaal niet.
Op een koele, bijna zakelijke
manier, die herinnert aan het
zeventiende-eeuwse scheeps
journaal, wordt over al deze
afschuwelijke gebeurtenissen
verteld.
Dit openingsverhaal van de
bundel, „De nachtmerrie van
het Nieuwe Amsterdam",
wordt gevolgd door een ver
haal met een geheel andere
schrijfstijl. „Thou art the man"
speelt in Londen, vorige eeuw.
De verteller verhaalt hoe zijn
geniale vriend, de detective
Perdie Lockshire een onbegrij
pelijke massamoord onder
zoekt: in een fabriek zijn alle
personeelsleden tijdens het
werk kennelijk allemaal tege
lijk om het leven gekomen of
gebracht. Ze zijn niet eens aan
vluchten toegekomen. Dit alles
geheel in de stijl van de verha
len over Sherlock Holmes,
waarbij zelfs de typische En
gelse zinswendingen ziin toe
gepast. Heel vermakelijk.
Een ander verhaal over oude,
gruwelijke en barbaarse tijden
is „Draumvitjanir", waarin de
gevreesde, reusachtige Viking
Ekil moordend, brandend,
plunderend en vechtend rond
trekt. Zonder enig respect
voor het leven van anderen
gaat hij zijn gang, rooft wat hij
roven kan en moordt er onge
stoord op los. Geen enkel pro
bleem. Het verhaal wordt ver
teld door een man aan het ein
de van zijn mogelijkheden, „de
laatste Groenlander", die door
te vertellen over dit barbaarse
geweld zichzelf in leven pro
beert te houden.
„In de Arena" is een echt
science-fiction verhaal, met
een boeiend uitgangspunt
Door de gedachtekrachten van
mensen kunnen hun fanta
sieën geconcretiseerd worden
ih werkelijke dingen of men
sen. Het voetbalveld, waar het
verhaal begint, bevat uitslui
tend toeschouwers, maar om
dat zij zich concentreren ver
schijnen in het speelveld de
beroemde voetbalhelden, die
zij in hun gedachten nemen.
Daarna wordt de wedstrijd ge
speeld door technici, die deze
concretiseringen kunnen „stu
ren". Daarmee blijken de pro
blemen die mensen met al hun
agressiviteit oproepen toch
niet te vermijden.
Zes knappe verhalen. Heel in
drukwekkend is de fna
waarop Polet, steeds met
andere hantering van defet
het verleden tot leven bn »e>c
zoals de tocht van een paartoi
leerden, aan het einde vai opk
Middeleeuwen, begin Ren i in
sance, door een gebied waa d<
pest heerst; uitermate so unk
heel concreet geschreven,
daardoor van een grote i
gestieve kracht. In elk verl
is die suggestie van een j
welijke werkelijkheid - dii
genlijk niet verschilt van
onze - voortdurend aanwe
JAN VERSTAPI
Sybren Polet: „In de
verhalen. Uitgave De
Bij. Prijs 34,50.
nwei
rAP]
De aarde is een reusachtige
machine, die eindeloos door
draait: continenten eroderen
langzaam weg, de overblijfse
len worden uiteindelijk weer
in lagen samengedrukt, zetten
uit door de aardwarmte en
worden weer opgeheven; een
eeuwigdurende cyclus. Dat is
de geologische benadering van
de aarde, zoals wordt beschre
ven in „De Aarde" door de
Brit Peter J. Smith.
Een fraai ogend boek, verluch
tigd met veel kleurenfoto's,
grafiekjes en statistieken Het
is zonder meer een boek dat
antwoord geeft op talloze vra
gen over de ontstaanstheorie,
over de wetenschappers die
2ich daar het hoofd over bo
gen, over vulkanisme, groei
van de continenten, grondstof
fen, kenmerken van land
schappen en het voorspellen
van natuurrampen.
Er kleeft echter een grote
„maar" aan het boek: al vanaf
de eerste bladzijde van hoofd
stuk 1 wordt de lezer gecon
fronteerd met termen als ero
sie, hypothese, catastrofenleer
en uniformitarianisme. En dat
is maar het begin, want slechts
weinig vaktaal wordt uitge
legd; laat staan dat eenvoudi-
fer woorden van gelijke bete-
enis worden gezocht. Het
vreemde-woordenboek moet
dus, irritant genoeg, onder
handbereik blijven, zelfs voor
wie aardrijkskunde in het
vakkenpakket had.
Eén aarde
De landgenoot van de aardwe
tenschapper Smith, Loyd Tim-
berlake beschreef onze planeet
in „Er is maar een aarde" van
uit een andere invalshoek, de
sociaaleconomische en geogra
fische. In het voorwoord staat:
Men zegt dat de aarde sterven
de is: vruchtbaar land wordt
verdrongen door woestijn, bos
sen vallen ten offer aan bijlen
en zure regens. Er komen ie
der jaar meer hongérende
mensen op aarde. Toch zijn er
bij al die rampen hoopgevende
tekenen die erop wijzen dat
mensen leren de natuurlijke
rijkdommen van de aarde te
gebruiken zonder komende
generaties te kort te doen.
Timberlake, voormalig journa
list, weet in tegenstelling tot
de wetenschapper Smith in
klare taal de grootste wereld
problemen uit te leggen, zoals
vervuiling van het milieu,
hongersnood in Afrika, water
huishouding en dakloosheid.
Al doorbladerend lijkt het
boekje meer foto's dan tekst te
bieden, maar dat blijkt bij le
zing een misvatting: heel com
pact en heel direct doorloopt
Timberlake de grote risico's
waaraan de mensheid de aarde
blootstelt en omgekeerd. Een
uitstekend gedocumenteerd
.Crisis in Afrika".
JOOS PERSOON
werk van de journalist, die
eerder veel lof oogstte met
Peter J. Smith: „De Aarde".
Uitgeverij Elsevier. Prijs
72,50.
Loyd Timberlake: „Er is
maar een aarde". Uitgeverij
Wereldvenster. Prijs 24,90.
Het romandebuut van Nelleke
Noordervliet is er een met een
gouden randje. In „Tine of De
dalen waar het leven woont"
beschrijft ze met overtuigings
kracht het levenslot van Ever-
dine van Wijnbergen, de eer
ste vrouw van Eduard Douwes
Dekker. Het is een bronnen
fictie: een verzonnen verhaal
wordt als waar gepresenteerd.
De lezer lijkt hierdoor een in
tieme kijk te worden gegund
in haar leven. Vooral over Ti
ne's gevoelens voor Eduard
Douwes Dekker, beter bekend
als Multatuli, de wereldbe
roemde schrijver van de Max
Havelaar. Tot op de dag van
vandaag, na het Achterhuis
van Anne Frank, het meest
vertaalde Nederlandse boek.
In Venetië, haar zelfgekozen
ballingsoord, kijkt Tine van
Wijnbergen terug op haar le
ven met „Dek", zoals ze haar
echtgenoot meestal liefkozend
noemt. Haar kinderen houden
haar gezelschap, en ook onder
vindt ze veel steun van een
hartsvriendin. Toch worden
haar gedachten beheerst door
haar grenzeloos grote liefde
voor Dek, die zijn leven is
gaan delen met Mimi. Vanach
ter haar schrijftafel gaan haar
gedachten terug naar de dagen
die ze samen deelden.
Ze leren elkaar kennen in Ba
tavia, waar hij haar eerste
stappen in de oost chaperon
neert. Ze valt voor zijn on
tbreidelde energiestroom, en
trekt zich niets aan van de
kritiek die in de Nederlandse
gemeenschap overheerst op
zijn vrije levenswandel. „Toen
we trouwden op 10 april 1846
had ik hem alles bijeen mis
schien acht weken geregeld
gezien en gesproken, de overi
ge zeven maanden waren een
schriftelijke cursus Douwes
Dekker geweest". Haar ver
wachtingen van de huwelijkse
staat worden bewaarheid. En
kele jaren leeft ze met Dek op
het hoogtepunt. Na Dek s
langzame verwijdering van
Eefje, zoals hij haar in die ja
ren noemt, blijft Tine's diepste
gevoel voor hem vrijwel on
veranderd. Haar kinderen
verwijten haar deze houding,
die zij als slaafs betitelen, maar
zij zegt niet anders te kunnen,
want ze begrijpt hem. „Tra
gisch is het door de droom die
hij najaagt. Die als een flard in
de ochtend aanwezig blijft en
waarnaar de ziel haakt en
reikt. Een droom die zich
steeds weer aan het leven ont
trekt (...).De machteloosheid
en de voortdurend inspannin
gen de droom te formuleren
en tot leven te brengen maken
boos en verdrietig en maken
Dek tot een zoeker, een schrij
ver... een minnaar. Ik heb het
vuur gezien dat in hem
brandt, smeulend, laaiend. Ik
weet dat hij niet anders kan
en dat hij meer lijdt dan wij...
ik ken zijn grootheid... en hij
heeft mij gekozen om... in zijn
beert zij zich tegenover haar
zoon te verduidelijken.
leven aanwezig te zijn", pro-
hé
liil
Nelleke Noordervliet's doel is
begrip te kweken voor Tine's
motieven. Een verwarrend
pleidooi als men bedenkt dat
de schrijfster deze motieven
zelf bepaald heeft. Maar als le
zer laat je je graag mee voeren
in deze schijnrealiteit. De
strijd van Tine voor de zuiver
heid, of minstens oprechtheid
van haar gevoelens voor Dek,
verovert ieders begrip. Wie
leefde het zuiverste volgens
zijn eigen beginselen? Is het
Tine „femme de poète, die
zijn geleide en zijn houvast is
in de prozaïsche dalen waar
het leven woont", of is het
Dek, de briljante schrijver en
nonconformistische vrijden
ker?". Een onmogelijke vraag
want je kunt appels niet met
peren vergelijken. De poging
van Nelleke Noordervliet om
Tine recht te doen heeft ech
ter wel geleid tot een prachtig
boek.
ALEX ENGBERS
Nelleke Noordervliet: „Tine,
of de dalen waar het leven
woont". Uitgever Meulen-
hoff. Prijs ƒ29,50
Je zou het, met de perikelen
rondom de bouw van een
nieuw Haagse stadhuis nog
vers in het geheugen, niet zeg
gen maar over het algemeen is
de bouwkunst in ons land een
stiefkind dat bovendien moet
lijden onder de terreur van de
grauwe middelmaat. Het bou
wen mag niet veel kosten en
moet voldoen aan tal van
voorschriften. Nederland gaat
ook niet echt prat op wat er
dan nog wel aan bouwkunst
tot stand komt. Het komt zel
den voordat op gebouwen de
naam van de verantwoordelij
ke architecten) te vinden is.
Gebruikers van gebouwen we
ten doorgaans ook al niet wie
de bouwmeester is. Zelfs op
erkende oude en hedendaagse
monumenten ontbreekt vrij
wel altijd de naam van de ont
werper.
Parijs is wat dat betreft een
schitterend voorbeeld van hoe
het wèl kan en eigenlijk moet.
Op zowat alle gebouwen van
enige betekenis staat daar dui
delijk publiekelijk zichtbaar de
naam van de architect.
Uitgeverij 010 in Rotterdam
heeft een eerste schuchtere po
ging gedaan om deze anonimi
teit te doorbreken. In opdracht
van deze uitgeverij hebben de
auteurs Paul Groenendijk en
Piet Vollaard in samenwer
king met fotograaf Piet Rook
de tweetalige (Engels en Ne
derlands) Gids voor moderne
architectuur in Nederland sa
mengesteld. Een handzaam
boekje, zij het dat het gekozen
lettertype wel erg klein is.
Vooral waar het duidelijk de
bedoeling van de gids is om
hem mee te nemen op zoek
naar bouwkunst. Rustig aan
tafel zittend bij onder gunstig
licht zijn de kleine letters (1
mm hoog) al niet goed meer te
lezen, laat staan onder minder
gunstige omstandigheden tij
dens een stadswandeling.
Voor het overige is het een
gisse gids. Op in diapositief
(wit op zwart) uitgevoerde
plattegronden zijn belangwek
kende bouwobjecten aangege
ven die op de volgende pagi
na's worden beschreven. Goed
uitgewerkte stadsplattegron
den van steden en dorpen en
een goede wegenatlas zijn
naast de gids nodig, want de
gidskaarten geven slechts de
globale ligging van de objecten
aan. Maar men kan zich uiter
aard ook behelpen met open
bare stadsplattegronden, voor
zover die nog onbeschadigd
aanwezig en dus bruikbaar
zijn. De samenstellers beschrij
ven de objecten in een zekere
wandelvolgorde.
Het boek meet 15 x 22 cm (lig
gend formaat) en past dus niet
in jas- en broekzakken. Het is
in plastic gekaft, weegt ruim
een pond en telt ruim 300 pa-
gina s. De meeste van de be
schreven objecten zijn door
middel van foto's in beeld ge
bracht. Het boek is verrijkt
met naam- en trefwoordenre
gisters. Ook is er een rang
schikking naar gebruik van
gebouwen. De architecten zijn
in een alfabetische lijst opge
nomen met korte vermelding
van hun oeuvre. Berlage,
Blom, Van den Broek en Ba-
kema, Dudok, Duiker, Van
Eyck, Herzberger, Kramer,
Maaskant, Merkelbach, Oud,
Quist, Van Ravesteyn, Riet
veld, Staal, Kropholler, Stam
en Wijdeveld zijn blijkens dat
laatste register de beeldbepa
lende architecten in ons land
gedurende de laatste eeuw.
Bij het lezen van de literatuur
over de Nederlandse architec
tuur valt het op dat boeken en
afbeeldingen ondanks de ver
scheidenheid van auteurs tot
voor kort allemaal eindigen bij
Een ontwerp
tekening van
architect Ri-
cardo Bofill
voor woning
bouw op het
Haagse Burge
meester De
Monchyplein.
het begin van de negentiende
eeuw. Daarmee wordt tekort
gedaan aan de jongere archi
tectuur. Deze architectuurreis
gids is een waardevolle hand
reiking naar het publiek om
eens op speurtocht te gaan
naar bouwkunst in ons land.
GE TOL
Het boek „Chinese wegen J
gezondheid" is een ga
handleiding om op geman
lijke wijze thuis oefeningen
bamboemassages te leren.
zijn handelingen uit hetl
yin (het yin-pad of ook I
het zachte pad) waarvan!
t'ai chi een uitvloeisel is.
Over t'ai chi, de Chinese I
spannings- en bewegingsl
die in ons land steeds meei
opkomst is, staan ook inttfl
santé gegevens en oefening
Het boek is geschreven i
Dominique de Wespin die
enige tijd in China verb
Op begrijpelijke wijze geel
uitleg. Heel belangrijk is
zij een selectie oefenia
heeft samengesteld die
echt uit een boek zijn te le
Een uitkomst voor jach
mensen en mensen die op
andere manier onder <r
staan. Voor velen zal de i
sages met een dunne bambl
tok van anderhalve ml
lengte een nieuwe wereld i
nen, omdat men hiermee!
delen van het lichaam, ool|
rug, zelf kan masseren.
Ook staan er klopmassagei
Bij het lezen zal men er f_
steld van staan dat men op|
;ebied van massages een néva
zelf kan doen.
Er staan ook oefeningen
voor de ruggegraat, die
Chinezen beschouwen als
levensboom en de „stengel
alles draagt'. Er wordt
aandacht besteed aan de en fl0
giebanen. ga:
„Chinese wegen naar de Jtei
zondheid' is in korte tijd #pn
van de vele boeken die han
len over Chinese gezondh1^
soefeningen. Er bestaat ii
veel belangstelling voor
technieken en de zienswijzetëlc
de gezondheid. De Chinwln
kunnen op dit gebied bogen L(
een lange ervaring; zo is i p,
punctuur ruim 4000 jaar o
tao yin waarschijnlijk ook J"'
t'ai chi zeker ook al meer i
2000 jaar oud. he
De oefeningen en massi 1
worden op een zachte rusl
manier uitgevoerd waai
het fysiologisch effect effec
ver is en doordringt tot i
delen in het lichaam. Hetl
zondere van deze Chinese!
feningen is dat ze ook nog}
hoge leeftijd beoefend ki
worden.
Met het boek „Chinese i
naar gezondheid' kan mei
een verantwoorde wijze de
taliteit en gezondheid ver
gen en ook preventief b t
Zljn' JAN KRA W
en
Dominique de Wespin: „C
nese wegen naar gezo
heid". Uitgeverij La Rivi
en Voorhoeve, Kamp
Prijs ƒ27,50.
ENKHUIZEN „Zuiderzeevisserij in beeld', het nieuwste boek
van Peter Dorleijn, is „wel aardig', maar daarmee is dan ook
meteen alles gezegd. Dorleijn is bekend geworden door zijn stan
daardwerk „Van gaand en staand want', waarin hij nauwgezet
met woord en tekeningen verhaalt van de visserijgeschiedenis.
Gemikt wordt nu op een breder publiek; op mensen die de
schrijver/tekenaar niet kennen van zijn andere (en veel duurde
re) boeken.
Met dit boekie, dat voornamelijk bestaat uit tekeningen die al
eerder gepubliceerd zijn, loopt hij niet alleen het risico dat bij
veel mensen een verkeerd beeld van hem en zijn manier van
werken ontstaat, maar mist hij ook elke mogelijke doelgroep.
Voor een (matig) geiltresseerde bevat „Zuiderzeevisserij in
beeld' te weinig informatie, terwijl er voor de „platenboekko
pers' teveel technische tekeningen in staan.
Dorleijn had er beter aan gedaan het boek helemaal niet in deze
vorm uit te geven. Hij had er een écht platenboek van moeten
maken. Op een groter formaat afdrukken is dan een eerste ver
eiste en bovendien hadden de platen, net als de omslag, inge
kleurd moeten worden. Dan was de sfeer van de (uitstekende)
tekeningen beter uitgekomen en was het niet, zoals nu, een kil
aandoend en slap aftreksel van zijn kwaliteitsboeken geworden.
Pieter Dorleijn: „Zuiderzeevisserij in beeld". 144 pagina's.
Uitgeverij Walburg Pers. Prijs 29,50.
id
De Atari ST-computers heb
ben zich na de introductie,
amper anderhalf jaar geleden,
in een warme belangstelling
van het computerminnende
publiek mogen verheugen. De
uitgebreide mogelijkheden van
deze zogenaamde 16 bits-com
puters en de relatief lage prijs
hebben daartoe in belangrijke
mate bijgedragen. Atari-eige-
naar Jack Tramiel lijkt zijn re
clamekreet „Power without
the price", oftewel computer-
kracht voor een lage prijs,
steeds opnieuw te willen waar
maken. De mogelijkheden van
de ST-computers worden
voortdurend uitgebreid en de
prijs blijft zakken: in de goed
koopste uitvoering kost het ap
paraat op dit moment rond de
1500 gulden.
De ST heeft er in belangrijke
mate voor gezorgd dat de
scheidslijn tussen de huiscom
puter en de personal computer
is weggevallen. Aan de ene
kant neeft de machine alle
muzikale, programmeer- en
spelmogelijkheden die de hob
byist zich maar kan wensen,
aan de andere kant is er spra
ke van een zeer snelle compu
ter met een enorm intern ge
heugen die uitermate geschikt
is voor zakelijke toepassingen.
De „gouden norm" van de zo
genaamde MS-DOS-machines,
de zakelijke computers die de
markt voor de personal com-
fiuters nog altijd voor een be-
angrijk deel beheersen, is in
middels wat verbleekt door de
opkomst van de „16-bitters",
die informatie veel sneller
kunnen vervoeren en veel
makkelijker met grote geheu
gens om kunnen gaan dan de
„8-bitters". De ST is gebaseerd
op dezelfde microprocessor als
de befaamde Apple Macintosh
en beschikt eveneens over het
fraaie, haarscherpe plaatje dat
de Apple biedt. Ook de Atari
blinkt uit in gebruikersvrien
delijkheid door middel van het
gebruik van de muis, een ap
paraatje waarmee plaatjes, zo
als een tekeningetje van een
prullebak, op het beeldscherm
kunnen worden aangewezen,
waarna de computer de op
dracht, in dit geval het weg
gooien van een stuk, uitvoert.
Hoe gebruikersvriendelijk de
computer ook is, ook voor de
ST-computers geldt dat de om
gang ermee geleerd zal moeten
worden. De handleiding die bij
de computer geleverd wordt is
erg summier en geeft slechts
beperkte informatie voor de
gebruiker. Het „Gebruikers-
handboek Atari ST" is daarom
voor de ST-gebruiker een wel
kome aanvulling, met name
als hij of zij meer inzicht wil
krijgen in de werking en de
mogelijkheden van de machi
ne. Wie bijvoorbeeld alleen
maar wil tekstverwerken zal
weinig belangstelling hebben
voor de uitgebreide aandacht
die in het boek aan program
meren wordt geschonken. Er
nuttig zijn dan niettemin de
eerste hoofdstukken, waarin
de omgang met de muis, de
ikonen (de plaatjes die met de
muis worden aangewezen) en
de menu's (de mogelijkheden,
die als de blaadjes van een
boek worden omgeslagen)
wordt uiteengezet Auteur
Marcel van Valen verklaart
vervolgens ook de werking
van het zogenaamde TOS
(Tramiel Operating System)-
besturingssysteem.
Uitgebreide aandacht, zoals
gezegd, voor het programme
ren. Daarbij met name aan
dacht voor ST-Basic, de pro
grammeertaal die met de com
puter wordt meegeleverd. ST-
Basic is geschikt voor de be-
finnende programmeur en
omt in grote lijnen overeen
met het alom verbreide Micro
soft-Basic. Zoals bij elk Basic-
dialect zijn er echter toch weer
kleine verschillen die door
Marcel van Valen worden toe
gelicht. Verder aandacht voor
de programmeertaal „C", die
erg dicht bij de machine sta^t:
het bedrijfssysteem van de ST
is in „C" geschreven. Pro
grammeren in „C" komt daar
om praktisch neer op het pro
grammeren in machinetaal,
hetgeen een zeer directe ma
nier van werken is. Aan de
hand van voorbeelden laat de
a
auteur zien hoe de tiental
ingebouwde routines kunn en
worden toegepast in de eij w,
programma's. Het boek einc
met een demonstratieprogra
ma voor de ST dat de le
zelf kan intikken. Daarvoor
wel zeer veel geduld en pre
sie vereist, want er moeten
kele duizenden getallen W
den ingetikt. »i.
Al met al is het „Gebruikei e
handboek Atari ST" een re ft
nuttig boekwerk voor de S n
gebruiker, met name voor i iQi
genen die ook willen progra ét
meren.
FRANK BUURMJ
Gebruikershandboek Ab
ST. Door Marcel van Vak
Uitgeverij Kluwer Techi e'
sche Boeken BV, Devenk
Prijs: ƒ39,50.