Zes knappe verhalen over barbaarse gebeurtenissei Het levenslot van Multatuli's vrouw Reisgids door de architectuur van ons land 5ï Lezen en schrijven met de Atari ST Tweemaal de aarde kleurrijk te boek BOEKEN SYBREN POLET:JN DE ARENA y ROMANDEBUUT MET GOUDEN RANDJE Chinese wegen na; gezondheii Dorleijn doet te grote concessie aan commercie Saidt&Qowuvnt VRIJDAG 26 JUNI 1987 PAGIN K 11 >ar terd Sybren Polet heeft een bundel De historische tijdstippen se verleden aan bod: de ge- iing weer aiierlei conflicten haal met een geheel andere is „Draumvitjanir", waarin de Door de gedachtekrachten van drukwekkend is de tas!24 mnnie verhalen samengesteld, waarop de verhalen van Polet schiedenis van de Oostindische eaande. Alles wordt od eruwe- schrijfstijl. „Thou art the man" gevreesde, reusachtige Viking mensen kunnen hun fanta- waarop Polet, steeds met otei Sybren Polet heeft een bundel mooie verhalen samengesteld. De zes verhalen uit zijn nieu we boek „In de arena", wor den op een knappe manier aan elkaar verbonden door inhou delijke en thematische over eenkomsten, terwijl ze toch sterk uiteenlopen. Geen van de verhalen speelt in het he den, de meeste zijn historisch, het ene science-fiction verhaal dat in het boek voorkomt (het titelverhaal) speelt weliswaar in de toekomst, maar heeft al lerlei verbindingen met het verleden, de tijd van de Russi sche revolutie. De historische tijdstippen waarop de verhalen van Polet zich afspelen zijn verschillend, evenals de decors. Zo speelt een van de verhalen in het de cadente oude Rome, tijdens het bewind van Keizer Nero. Een ander verhaal is gesitueerd in de barbaarse wereld van de oude Vikingen. Dat barbaarse speelt door alle verhalen een rol van beslissende betekenis, in feite is dit het verbindende thema, waardoor deze uiteen lopende verhalen tot zo'n een heid zijn gesmeed. In een van de mooiste verha len uit „In de Arena" komt een episode uit het Nederland se verleden aan bod: de schiedenis van de Oostindische Compagnie. Een Nederlandse koopvaardijvloot, begeleid door enkele oorlogsbodems, vaart rond Afrika naar de Oost. Op 27 oktober 1628 is het eskader, waarvan de „Batavia" het vlaggeschip is, van de rede van Texel vertrokken. Tijdens de reis wordt muiterij voorbe reid die op een gunstig mo ment wordt uitgevoerd. De muiters komen op een paar ei landen terecht, waar zij een soort kolonie stichten, die zij het Nieuwe Amsterdam noe men. Zij bouwen zelfs de rijke koopmans-huizen na. Intussen zijn tussen de muiters onder ling weer allerlei conflicten gaande. Alles wordt op gruwe lijke manier uitgevochten, op een leven wordt niet gekeken, elke menselijkheid is zoek, fol teringen en verschrikkelijke straffen zijn aan de orde van de dag. Beter dan beesten zijn de mensen in dit verhaal niet. Op een koele, bijna zakelijke manier, die herinnert aan het zeventiende-eeuwse scheeps journaal, wordt over al deze afschuwelijke gebeurtenissen verteld. Dit openingsverhaal van de bundel, „De nachtmerrie van het Nieuwe Amsterdam", wordt gevolgd door een ver haal met een geheel andere schrijfstijl. „Thou art the man" speelt in Londen, vorige eeuw. De verteller verhaalt hoe zijn geniale vriend, de detective Perdie Lockshire een onbegrij pelijke massamoord onder zoekt: in een fabriek zijn alle personeelsleden tijdens het werk kennelijk allemaal tege lijk om het leven gekomen of gebracht. Ze zijn niet eens aan vluchten toegekomen. Dit alles geheel in de stijl van de verha len over Sherlock Holmes, waarbij zelfs de typische En gelse zinswendingen ziin toe gepast. Heel vermakelijk. Een ander verhaal over oude, gruwelijke en barbaarse tijden is „Draumvitjanir", waarin de gevreesde, reusachtige Viking Ekil moordend, brandend, plunderend en vechtend rond trekt. Zonder enig respect voor het leven van anderen gaat hij zijn gang, rooft wat hij roven kan en moordt er onge stoord op los. Geen enkel pro bleem. Het verhaal wordt ver teld door een man aan het ein de van zijn mogelijkheden, „de laatste Groenlander", die door te vertellen over dit barbaarse geweld zichzelf in leven pro beert te houden. „In de Arena" is een echt science-fiction verhaal, met een boeiend uitgangspunt Door de gedachtekrachten van mensen kunnen hun fanta sieën geconcretiseerd worden ih werkelijke dingen of men sen. Het voetbalveld, waar het verhaal begint, bevat uitslui tend toeschouwers, maar om dat zij zich concentreren ver schijnen in het speelveld de beroemde voetbalhelden, die zij in hun gedachten nemen. Daarna wordt de wedstrijd ge speeld door technici, die deze concretiseringen kunnen „stu ren". Daarmee blijken de pro blemen die mensen met al hun agressiviteit oproepen toch niet te vermijden. Zes knappe verhalen. Heel in drukwekkend is de fna waarop Polet, steeds met andere hantering van defet het verleden tot leven bn »e>c zoals de tocht van een paartoi leerden, aan het einde vai opk Middeleeuwen, begin Ren i in sance, door een gebied waa d< pest heerst; uitermate so unk heel concreet geschreven, daardoor van een grote i gestieve kracht. In elk verl is die suggestie van een j welijke werkelijkheid - dii genlijk niet verschilt van onze - voortdurend aanwe JAN VERSTAPI Sybren Polet: „In de verhalen. Uitgave De Bij. Prijs 34,50. nwei rAP] De aarde is een reusachtige machine, die eindeloos door draait: continenten eroderen langzaam weg, de overblijfse len worden uiteindelijk weer in lagen samengedrukt, zetten uit door de aardwarmte en worden weer opgeheven; een eeuwigdurende cyclus. Dat is de geologische benadering van de aarde, zoals wordt beschre ven in „De Aarde" door de Brit Peter J. Smith. Een fraai ogend boek, verluch tigd met veel kleurenfoto's, grafiekjes en statistieken Het is zonder meer een boek dat antwoord geeft op talloze vra gen over de ontstaanstheorie, over de wetenschappers die 2ich daar het hoofd over bo gen, over vulkanisme, groei van de continenten, grondstof fen, kenmerken van land schappen en het voorspellen van natuurrampen. Er kleeft echter een grote „maar" aan het boek: al vanaf de eerste bladzijde van hoofd stuk 1 wordt de lezer gecon fronteerd met termen als ero sie, hypothese, catastrofenleer en uniformitarianisme. En dat is maar het begin, want slechts weinig vaktaal wordt uitge legd; laat staan dat eenvoudi- fer woorden van gelijke bete- enis worden gezocht. Het vreemde-woordenboek moet dus, irritant genoeg, onder handbereik blijven, zelfs voor wie aardrijkskunde in het vakkenpakket had. Eén aarde De landgenoot van de aardwe tenschapper Smith, Loyd Tim- berlake beschreef onze planeet in „Er is maar een aarde" van uit een andere invalshoek, de sociaaleconomische en geogra fische. In het voorwoord staat: Men zegt dat de aarde sterven de is: vruchtbaar land wordt verdrongen door woestijn, bos sen vallen ten offer aan bijlen en zure regens. Er komen ie der jaar meer hongérende mensen op aarde. Toch zijn er bij al die rampen hoopgevende tekenen die erop wijzen dat mensen leren de natuurlijke rijkdommen van de aarde te gebruiken zonder komende generaties te kort te doen. Timberlake, voormalig journa list, weet in tegenstelling tot de wetenschapper Smith in klare taal de grootste wereld problemen uit te leggen, zoals vervuiling van het milieu, hongersnood in Afrika, water huishouding en dakloosheid. Al doorbladerend lijkt het boekje meer foto's dan tekst te bieden, maar dat blijkt bij le zing een misvatting: heel com pact en heel direct doorloopt Timberlake de grote risico's waaraan de mensheid de aarde blootstelt en omgekeerd. Een uitstekend gedocumenteerd .Crisis in Afrika". JOOS PERSOON werk van de journalist, die eerder veel lof oogstte met Peter J. Smith: „De Aarde". Uitgeverij Elsevier. Prijs 72,50. Loyd Timberlake: „Er is maar een aarde". Uitgeverij Wereldvenster. Prijs 24,90. Het romandebuut van Nelleke Noordervliet is er een met een gouden randje. In „Tine of De dalen waar het leven woont" beschrijft ze met overtuigings kracht het levenslot van Ever- dine van Wijnbergen, de eer ste vrouw van Eduard Douwes Dekker. Het is een bronnen fictie: een verzonnen verhaal wordt als waar gepresenteerd. De lezer lijkt hierdoor een in tieme kijk te worden gegund in haar leven. Vooral over Ti ne's gevoelens voor Eduard Douwes Dekker, beter bekend als Multatuli, de wereldbe roemde schrijver van de Max Havelaar. Tot op de dag van vandaag, na het Achterhuis van Anne Frank, het meest vertaalde Nederlandse boek. In Venetië, haar zelfgekozen ballingsoord, kijkt Tine van Wijnbergen terug op haar le ven met „Dek", zoals ze haar echtgenoot meestal liefkozend noemt. Haar kinderen houden haar gezelschap, en ook onder vindt ze veel steun van een hartsvriendin. Toch worden haar gedachten beheerst door haar grenzeloos grote liefde voor Dek, die zijn leven is gaan delen met Mimi. Vanach ter haar schrijftafel gaan haar gedachten terug naar de dagen die ze samen deelden. Ze leren elkaar kennen in Ba tavia, waar hij haar eerste stappen in de oost chaperon neert. Ze valt voor zijn on tbreidelde energiestroom, en trekt zich niets aan van de kritiek die in de Nederlandse gemeenschap overheerst op zijn vrije levenswandel. „Toen we trouwden op 10 april 1846 had ik hem alles bijeen mis schien acht weken geregeld gezien en gesproken, de overi ge zeven maanden waren een schriftelijke cursus Douwes Dekker geweest". Haar ver wachtingen van de huwelijkse staat worden bewaarheid. En kele jaren leeft ze met Dek op het hoogtepunt. Na Dek s langzame verwijdering van Eefje, zoals hij haar in die ja ren noemt, blijft Tine's diepste gevoel voor hem vrijwel on veranderd. Haar kinderen verwijten haar deze houding, die zij als slaafs betitelen, maar zij zegt niet anders te kunnen, want ze begrijpt hem. „Tra gisch is het door de droom die hij najaagt. Die als een flard in de ochtend aanwezig blijft en waarnaar de ziel haakt en reikt. Een droom die zich steeds weer aan het leven ont trekt (...).De machteloosheid en de voortdurend inspannin gen de droom te formuleren en tot leven te brengen maken boos en verdrietig en maken Dek tot een zoeker, een schrij ver... een minnaar. Ik heb het vuur gezien dat in hem brandt, smeulend, laaiend. Ik weet dat hij niet anders kan en dat hij meer lijdt dan wij... ik ken zijn grootheid... en hij heeft mij gekozen om... in zijn beert zij zich tegenover haar zoon te verduidelijken. leven aanwezig te zijn", pro- hé liil Nelleke Noordervliet's doel is begrip te kweken voor Tine's motieven. Een verwarrend pleidooi als men bedenkt dat de schrijfster deze motieven zelf bepaald heeft. Maar als le zer laat je je graag mee voeren in deze schijnrealiteit. De strijd van Tine voor de zuiver heid, of minstens oprechtheid van haar gevoelens voor Dek, verovert ieders begrip. Wie leefde het zuiverste volgens zijn eigen beginselen? Is het Tine „femme de poète, die zijn geleide en zijn houvast is in de prozaïsche dalen waar het leven woont", of is het Dek, de briljante schrijver en nonconformistische vrijden ker?". Een onmogelijke vraag want je kunt appels niet met peren vergelijken. De poging van Nelleke Noordervliet om Tine recht te doen heeft ech ter wel geleid tot een prachtig boek. ALEX ENGBERS Nelleke Noordervliet: „Tine, of de dalen waar het leven woont". Uitgever Meulen- hoff. Prijs ƒ29,50 Je zou het, met de perikelen rondom de bouw van een nieuw Haagse stadhuis nog vers in het geheugen, niet zeg gen maar over het algemeen is de bouwkunst in ons land een stiefkind dat bovendien moet lijden onder de terreur van de grauwe middelmaat. Het bou wen mag niet veel kosten en moet voldoen aan tal van voorschriften. Nederland gaat ook niet echt prat op wat er dan nog wel aan bouwkunst tot stand komt. Het komt zel den voordat op gebouwen de naam van de verantwoordelij ke architecten) te vinden is. Gebruikers van gebouwen we ten doorgaans ook al niet wie de bouwmeester is. Zelfs op erkende oude en hedendaagse monumenten ontbreekt vrij wel altijd de naam van de ont werper. Parijs is wat dat betreft een schitterend voorbeeld van hoe het wèl kan en eigenlijk moet. Op zowat alle gebouwen van enige betekenis staat daar dui delijk publiekelijk zichtbaar de naam van de architect. Uitgeverij 010 in Rotterdam heeft een eerste schuchtere po ging gedaan om deze anonimi teit te doorbreken. In opdracht van deze uitgeverij hebben de auteurs Paul Groenendijk en Piet Vollaard in samenwer king met fotograaf Piet Rook de tweetalige (Engels en Ne derlands) Gids voor moderne architectuur in Nederland sa mengesteld. Een handzaam boekje, zij het dat het gekozen lettertype wel erg klein is. Vooral waar het duidelijk de bedoeling van de gids is om hem mee te nemen op zoek naar bouwkunst. Rustig aan tafel zittend bij onder gunstig licht zijn de kleine letters (1 mm hoog) al niet goed meer te lezen, laat staan onder minder gunstige omstandigheden tij dens een stadswandeling. Voor het overige is het een gisse gids. Op in diapositief (wit op zwart) uitgevoerde plattegronden zijn belangwek kende bouwobjecten aangege ven die op de volgende pagi na's worden beschreven. Goed uitgewerkte stadsplattegron den van steden en dorpen en een goede wegenatlas zijn naast de gids nodig, want de gidskaarten geven slechts de globale ligging van de objecten aan. Maar men kan zich uiter aard ook behelpen met open bare stadsplattegronden, voor zover die nog onbeschadigd aanwezig en dus bruikbaar zijn. De samenstellers beschrij ven de objecten in een zekere wandelvolgorde. Het boek meet 15 x 22 cm (lig gend formaat) en past dus niet in jas- en broekzakken. Het is in plastic gekaft, weegt ruim een pond en telt ruim 300 pa- gina s. De meeste van de be schreven objecten zijn door middel van foto's in beeld ge bracht. Het boek is verrijkt met naam- en trefwoordenre gisters. Ook is er een rang schikking naar gebruik van gebouwen. De architecten zijn in een alfabetische lijst opge nomen met korte vermelding van hun oeuvre. Berlage, Blom, Van den Broek en Ba- kema, Dudok, Duiker, Van Eyck, Herzberger, Kramer, Maaskant, Merkelbach, Oud, Quist, Van Ravesteyn, Riet veld, Staal, Kropholler, Stam en Wijdeveld zijn blijkens dat laatste register de beeldbepa lende architecten in ons land gedurende de laatste eeuw. Bij het lezen van de literatuur over de Nederlandse architec tuur valt het op dat boeken en afbeeldingen ondanks de ver scheidenheid van auteurs tot voor kort allemaal eindigen bij Een ontwerp tekening van architect Ri- cardo Bofill voor woning bouw op het Haagse Burge meester De Monchyplein. het begin van de negentiende eeuw. Daarmee wordt tekort gedaan aan de jongere archi tectuur. Deze architectuurreis gids is een waardevolle hand reiking naar het publiek om eens op speurtocht te gaan naar bouwkunst in ons land. GE TOL Het boek „Chinese wegen J gezondheid" is een ga handleiding om op geman lijke wijze thuis oefeningen bamboemassages te leren. zijn handelingen uit hetl yin (het yin-pad of ook I het zachte pad) waarvan! t'ai chi een uitvloeisel is. Over t'ai chi, de Chinese I spannings- en bewegingsl die in ons land steeds meei opkomst is, staan ook inttfl santé gegevens en oefening Het boek is geschreven i Dominique de Wespin die enige tijd in China verb Op begrijpelijke wijze geel uitleg. Heel belangrijk is zij een selectie oefenia heeft samengesteld die echt uit een boek zijn te le Een uitkomst voor jach mensen en mensen die op andere manier onder <r staan. Voor velen zal de i sages met een dunne bambl tok van anderhalve ml lengte een nieuwe wereld i nen, omdat men hiermee! delen van het lichaam, ool| rug, zelf kan masseren. Ook staan er klopmassagei Bij het lezen zal men er f_ steld van staan dat men op| ;ebied van massages een néva zelf kan doen. Er staan ook oefeningen voor de ruggegraat, die Chinezen beschouwen als levensboom en de „stengel alles draagt'. Er wordt aandacht besteed aan de en fl0 giebanen. ga: „Chinese wegen naar de Jtei zondheid' is in korte tijd #pn van de vele boeken die han len over Chinese gezondh1^ soefeningen. Er bestaat ii veel belangstelling voor technieken en de zienswijzetëlc de gezondheid. De Chinwln kunnen op dit gebied bogen L( een lange ervaring; zo is i p, punctuur ruim 4000 jaar o tao yin waarschijnlijk ook J"' t'ai chi zeker ook al meer i 2000 jaar oud. he De oefeningen en massi 1 worden op een zachte rusl manier uitgevoerd waai het fysiologisch effect effec ver is en doordringt tot i delen in het lichaam. Hetl zondere van deze Chinese! feningen is dat ze ook nog} hoge leeftijd beoefend ki worden. Met het boek „Chinese i naar gezondheid' kan mei een verantwoorde wijze de taliteit en gezondheid ver gen en ook preventief b t Zljn' JAN KRA W en Dominique de Wespin: „C nese wegen naar gezo heid". Uitgeverij La Rivi en Voorhoeve, Kamp Prijs ƒ27,50. ENKHUIZEN „Zuiderzeevisserij in beeld', het nieuwste boek van Peter Dorleijn, is „wel aardig', maar daarmee is dan ook meteen alles gezegd. Dorleijn is bekend geworden door zijn stan daardwerk „Van gaand en staand want', waarin hij nauwgezet met woord en tekeningen verhaalt van de visserijgeschiedenis. Gemikt wordt nu op een breder publiek; op mensen die de schrijver/tekenaar niet kennen van zijn andere (en veel duurde re) boeken. Met dit boekie, dat voornamelijk bestaat uit tekeningen die al eerder gepubliceerd zijn, loopt hij niet alleen het risico dat bij veel mensen een verkeerd beeld van hem en zijn manier van werken ontstaat, maar mist hij ook elke mogelijke doelgroep. Voor een (matig) geiltresseerde bevat „Zuiderzeevisserij in beeld' te weinig informatie, terwijl er voor de „platenboekko pers' teveel technische tekeningen in staan. Dorleijn had er beter aan gedaan het boek helemaal niet in deze vorm uit te geven. Hij had er een écht platenboek van moeten maken. Op een groter formaat afdrukken is dan een eerste ver eiste en bovendien hadden de platen, net als de omslag, inge kleurd moeten worden. Dan was de sfeer van de (uitstekende) tekeningen beter uitgekomen en was het niet, zoals nu, een kil aandoend en slap aftreksel van zijn kwaliteitsboeken geworden. Pieter Dorleijn: „Zuiderzeevisserij in beeld". 144 pagina's. Uitgeverij Walburg Pers. Prijs 29,50. id De Atari ST-computers heb ben zich na de introductie, amper anderhalf jaar geleden, in een warme belangstelling van het computerminnende publiek mogen verheugen. De uitgebreide mogelijkheden van deze zogenaamde 16 bits-com puters en de relatief lage prijs hebben daartoe in belangrijke mate bijgedragen. Atari-eige- naar Jack Tramiel lijkt zijn re clamekreet „Power without the price", oftewel computer- kracht voor een lage prijs, steeds opnieuw te willen waar maken. De mogelijkheden van de ST-computers worden voortdurend uitgebreid en de prijs blijft zakken: in de goed koopste uitvoering kost het ap paraat op dit moment rond de 1500 gulden. De ST heeft er in belangrijke mate voor gezorgd dat de scheidslijn tussen de huiscom puter en de personal computer is weggevallen. Aan de ene kant neeft de machine alle muzikale, programmeer- en spelmogelijkheden die de hob byist zich maar kan wensen, aan de andere kant is er spra ke van een zeer snelle compu ter met een enorm intern ge heugen die uitermate geschikt is voor zakelijke toepassingen. De „gouden norm" van de zo genaamde MS-DOS-machines, de zakelijke computers die de markt voor de personal com- fiuters nog altijd voor een be- angrijk deel beheersen, is in middels wat verbleekt door de opkomst van de „16-bitters", die informatie veel sneller kunnen vervoeren en veel makkelijker met grote geheu gens om kunnen gaan dan de „8-bitters". De ST is gebaseerd op dezelfde microprocessor als de befaamde Apple Macintosh en beschikt eveneens over het fraaie, haarscherpe plaatje dat de Apple biedt. Ook de Atari blinkt uit in gebruikersvrien delijkheid door middel van het gebruik van de muis, een ap paraatje waarmee plaatjes, zo als een tekeningetje van een prullebak, op het beeldscherm kunnen worden aangewezen, waarna de computer de op dracht, in dit geval het weg gooien van een stuk, uitvoert. Hoe gebruikersvriendelijk de computer ook is, ook voor de ST-computers geldt dat de om gang ermee geleerd zal moeten worden. De handleiding die bij de computer geleverd wordt is erg summier en geeft slechts beperkte informatie voor de gebruiker. Het „Gebruikers- handboek Atari ST" is daarom voor de ST-gebruiker een wel kome aanvulling, met name als hij of zij meer inzicht wil krijgen in de werking en de mogelijkheden van de machi ne. Wie bijvoorbeeld alleen maar wil tekstverwerken zal weinig belangstelling hebben voor de uitgebreide aandacht die in het boek aan program meren wordt geschonken. Er nuttig zijn dan niettemin de eerste hoofdstukken, waarin de omgang met de muis, de ikonen (de plaatjes die met de muis worden aangewezen) en de menu's (de mogelijkheden, die als de blaadjes van een boek worden omgeslagen) wordt uiteengezet Auteur Marcel van Valen verklaart vervolgens ook de werking van het zogenaamde TOS (Tramiel Operating System)- besturingssysteem. Uitgebreide aandacht, zoals gezegd, voor het programme ren. Daarbij met name aan dacht voor ST-Basic, de pro grammeertaal die met de com puter wordt meegeleverd. ST- Basic is geschikt voor de be- finnende programmeur en omt in grote lijnen overeen met het alom verbreide Micro soft-Basic. Zoals bij elk Basic- dialect zijn er echter toch weer kleine verschillen die door Marcel van Valen worden toe gelicht. Verder aandacht voor de programmeertaal „C", die erg dicht bij de machine sta^t: het bedrijfssysteem van de ST is in „C" geschreven. Pro grammeren in „C" komt daar om praktisch neer op het pro grammeren in machinetaal, hetgeen een zeer directe ma nier van werken is. Aan de hand van voorbeelden laat de a auteur zien hoe de tiental ingebouwde routines kunn en worden toegepast in de eij w, programma's. Het boek einc met een demonstratieprogra ma voor de ST dat de le zelf kan intikken. Daarvoor wel zeer veel geduld en pre sie vereist, want er moeten kele duizenden getallen W den ingetikt. »i. Al met al is het „Gebruikei e handboek Atari ST" een re ft nuttig boekwerk voor de S n gebruiker, met name voor i iQi genen die ook willen progra ét meren. FRANK BUURMJ Gebruikershandboek Ab ST. Door Marcel van Vak Uitgeverij Kluwer Techi e' sche Boeken BV, Devenk Prijs: ƒ39,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 8