Geen enkele reden om het buitenland te vertrouwen
4
'£eicUc0owuvnt'
final
Ie
P
ALBANIË
Winst
37»
ZATERDAG 18 APRIL 1987
en muis en een olifant wan
den over een brug. Zegt de
luis: wat stampen we lekker,
t? Dit grapje werd tien jaar
•leden nog weieens door
hinezen gemaakt als de
riendschap tussen het kleine
ibanië en het machtige Chi-
ter sprake kwam. Maar
tk China deugde niet in Al-
inese ogen. Het landje be-
oot zijn boontjes voortaan
■heel alleen te doppen,
wee jaar geleden overleed
architect van dit Albanese
olationisme, Enver Hoxha.
f is nog weinig veranderd,
e muis brult nog steeds.
Alleen
[;.iede boulevard in de Albanese hoofdstad Tirana. Veel auto's rijden er niet.
wereld
f/jRANA - Het land ziet zich om-
cigd door tal van vijanden, de
herenigde Staten, de Sovjet-Unie
i China voorop. Het hele grond-
ibied is volgebouwd met kleine
inkers om weerstand te bieden
1 gen de aanval die elk moment te
irwachten is. Maar het gevaar
>mt ook van binnenuit: de pre-
e ier werd, toen hij al bijna dertig
iM aan de macht was, ontmaskerd
s een spion met meer dan veertig
enstjaren.
ïlfs de godsdienst is er afgeschaft. De
•vjet-Unie en China, die niet recht ble-
n in de leer, zijn onbarmhartig de
Air uitgegooid. De rond drie miljoen
%anezen staan alleen in de wereld,
aar ze hebben één troost: ze hebben
ijk. En ze laten dat blijken ook. Op 1
iruari gingen alle 1.830.653 stemge-
htende Albanezen naar de stembus,
hen brachten er 1.830.652 vol over-
iging hun stem uit op de kandidaten
in de Partij van de Arbeid. De ene ont-
ekende stem was niet tegen, maar on-
- Idig. Misschien was de uitslag nog iets
iders geweest als ook de zes Albanezen
de Italiaanse ambassade in Tirana
Jdden mogen kiezen. Ze verblijven er
ids december 1985 en vroegen asiel,
t is in principe toegestaan, maar de
naar de vrijheid voert - Klaas de
jinge in Zuid-Afrika kent het dilem-
a - over Albanees grondgebied. De
jbep - vier zusters en twee broers van
p-ssen de 40 en 60 jaar oud - is ge
hemd in de ambassade te sterven of,
tgens desértie, voor een Albanees
iurpeloton.
r "J*
t<
An t
?/L
ilGENWUS
ads Albaniè tien jaar geleden de
^jendschapsbanden met China door
bed, is het isolement compleet. Het
lid heeft besloten de eigen boontjes te
'ippen, welke prijs dat ook kost. Alba
nië is het enige land zonder buitenlandse
kredieten. Luxe ontbreekt er nagenoeg.
Van de bevolking wordt een keiharde in
zet verlangd.
Albaniè beschouwt zijn eigen commu
nistische variant als alleenzaligmakend
en roept dat dagelijks, in zeventien ta
len, via radio-Tirana, rond de wereld.
Echter, de wereld wil maar niet luiste
ren.
Vorige week was het twee jaar geleden
dat de man overleed die 41 jaar lang een
nadrukkelijk stempel drukte op de Alba
nese politiek, partijleider Enver Hoxha.
Dat sindsdien in het land wezenlijke
veranderingen hebben plaatsgevonden
kan niet worden gezegd. Hooguit is het
kiertje naar het buitenland iets groter ge
worden. De betrekkingen met de Oost
bloklanden - uitgezonderd de verguisde
Sovjet-Unie - zijn redelijk. Tussen Joe
goslavië en Albaniè rijden sinds vorig
jaar treinen. Een recent incident met Ita
liaanse vissers die in Albanese territoria
le wateren terecht waren gekomen, werd
diplomatiek afgehandeld, ondanks de
slepende zaak van de vluchtelingen in de
ambassade. De jaarlijkse verzoeningspo
ging vanuit Moskou - ditmaal een
gelukstelegram ter gelegenheid van de
onafhankelijkheidsdag - werd traditio
neel hard afgeslagen. „Moskou wil Alba
niè maken tot een strijdtoneel voor im
perialistische expansie. Maar de commu
nistische partij van de Sovjet-Unie is af
geweken van de principes van het mar-
xisme-leninisme. Niets kan ons land af
brengen van onze lijn", gaf Hoxha's op
volger, Ramiz Alia, in november te ken
nen.
Spion
Wezenlijke veranderingen waren ook
nauwelijks te verwachten. Nog in 1982
haalde Hoxha de bezem door zijn rege
ring en verwijderde alle in zijn ogen on
betrouwbare elementen. Onbetrouwbaar
was iedereen die kon worden gezien als
medestander van premier Mehmet She-
hu, die veertig jaar lang had gespioneerd
voor Russen, Amerikanen en Joegosla-
ven. Dat is althans de officiële Albanese
lezing. Want als daar iemand van z'n
voetstuk wordt gestoten, gaat dat meteen
van dik hout zaagt men planken. In de
cember 1981 werd bekendgemaakt dat
Shehu zelfmoord had gepleegd en het
was toen al opvallend dat elke loftuiting
aan het adres van de gestorvene uitbleef.
Shehu was immers niet de eerste de bes
te. In de Tweede Wereldoorlog had hij
zij aan zij met Hoxha de Duitsers be
vochten. Veertig jaar lang was hij diens
trouwste en loyaalste medewerker. She
hu - bijgenaamd „de slager" - was de
architect van de Albanese „harde lijn",
die kracht werd bijgezet met bijltjesda
gen, executies, concentratiekampen. Zijn
„segurimi" - de geheime politie - be
hoedt de bevolking nog steeds voor ont
sporingen. De zonde van Shehu was
waarschijnlijk het pleidooi dat hij een
maand voor zijn dood hield voor een
economische en ideologische versoepe
ling van het straffe beleid, onder meer
door uitbreiding van het toerisme. Hij
raakte daardoor in conflict met de .jon
ge garde", voorstanders van een onge
wijzigd isolement. Die opvolgers, de dis-
Religie
Eén van de prestaties waarop Albaniè
zich laat voorstaan is dat het land de
enige atheïstische staat ter wereld is. Op
6 februari 1967 liet Hoxha de schoolkin-
dertjes in z'n land alle 2169 kerken en
moskeeèn bezetten. De priesters en mul
lahs werden uit hun huizen gezet, door
de straten gejaagd en veroordeeld tot
„produktieve arbeid". De godshuizen
werden veranderd in danszalen, musea,
pakhuizen of veestallen. De noordelijke
stad Shkodra kreeg een Atheïstisch Mu
seum. De uitspraak van Karl Marx, be
wust verkracht, siert de ingang: „Gods
dienst is opium voor het volk" (Marx
zei echter: opium van het volk). En zoals
in het hasj museum in Amsterdam de
bakjes wiet, bestaat de inventaris er uit
Op de kerken in Albanië is het kruis
vervangen door de in communistische
landen populaire rode ster.
de „ingrediënten" waarmee godsdienst
wordt beleden: bijbels, beelden, bidpren
tjes, collectebussen. Alleen maar naar
kijken. Aankomen niet.
Een uitvloeisel van het staatsatheïsme is
het dringende verzoek de kinderen geen
godsdienstige namen meer te geven.
Aanstaande ouders hebben een ruime
keus uit een speciaal daartoe vervaar-
digd boekwerk met drieduizend namen.
Toch lijkt het niet zo goed te gaan. Een
artikel in het maandblad van de partij,
Rruga e Partise, in maart vorig jaar, was
tamelijk onthullend. Godsdienstideoloog
prof. Hulusi Hako klaagde erin dat er
nog steeds „overblijfselen en manifesta
ties" van de oude religies waarneembaar
waren. De anti-religieuze campagne on
dervond moeilijkheden. Maar, stelde hij
vast, alle voorwaarden waren geschapen
om de atheïstische staat te bereiken".
Die was kortom, ondanks alle propagan
da, na negentien jaar nog steeds geen
feit. En het museum is, althans voor bui
tenlandse bezoekers, alweer enige jaren
gesloten.
Toerisme
Het zelfgekozen isolement van Albaniè,
het wantrouwen tegen alles wat buiten
land is en het principe dat alles in het
land op eigen kracht dient te geschieden
- dus ook zonder de elders zo gewilde
deviezen - brengt met zich mee dat het
toerisme in het land aan strikte regels
gebonden is. Individuele reizigers heb
ben geen toegang. Alleen groepen mogen
het land binnen. De bezoekers moeten
correct zijn gekapt - baarden en snorren
zijn verboden ondanks de portretten van
de wild behaarde Marx en Engels overal
in het land. De kleding mag niet uitda
gend zijn; mini- en maxi-rokken en
t-shirts zijn verboden. Geestelijken en
journalisten zijn so-wie-so niet welkom.
Dergelijke groepen worden gedurende
hun gehele verblijf druk beziggehouden.
Er is een uitgebreid programma vol ex
cursies ontwikkeld waarin alle facetten
van de Albanese maatschappij aan de
orde komen: het natuurschoon, fabrie
ken, politieke manifestaties. Alles onder
de hoede van gidsen, die hun „klanten"
geen moment uit het oog verliezen.
ÏRANA - In het noordelijk berg-
Jbied van Albanië zijn de oude
oerderijen gebouwd als haast on-
eembare vestingen. Dat was nodig
ok, omdat bloedwraak er tot de
.Dlkstradities behoorde. De dood
an familieleden, al dan niet met
r<pzet veroorzaakt, moest gewroken
orden. Enzovoort. Het was daar
in veiliger in vestingen te wonen,
A betekende dat dan een onvermij-
elijk isolement. En dat is altijd zo
ïbleven.
°ibaniè - eigenlijk Shqipnia (Land van
f Adelaars) - bestaat als natie pas
nds 1912. Voor die tijd raasden bij
°{>ortduring allerlei volkeren over het
bndgebied. Romeinen, Bulgaren en
intijnen speelden er de baas. Fran-
vestigden er een soort hertogdom,
inetianen besprongen het land vanuit
En van 1501 tot 1912 maakten Tur
in er de dienst uit. Die overheersing
Wam ten einde tijdens een algemene
bstand. Een nationale vergadering van
flfeevaardigden uit het land verklaarde
Ibanië op 28 november 1912 onafhan-
'flijk. Maar daarmee was het laatste
oord nog niet gezegd. Er meldden zich
van gegadigden voor een stukje Alba-
tes grondgebied. Italië wenste het land
,fll annexeren. Griekenland eiste het zui-
tn - „Noord-Epirus" - op. Rusland
wilde Albanië opdelen tussen de Balkan-
staten. De Balkanstaten wilden niet dat
.de republiek Servië direct toegang kreeg
tot de zee. Onenigheid alom. Het com
promis werd gevonden in het stellen van
Albanië onder een internationale contro
lecommissie. De Duitse prins Wilhelm
von Wied werd aangesteld als vorst over
het land. Eén van zijn belangrijkste me
dewerkers was de Nederlandse overste
L.W.J.K. Thomson. Von Wied kwam er
echter al gauw achter dat het wilde Alba
nese volk niet te temmen was. Voor
Thomson kwam dat inzicht te laat. Hij
sneuvelde er, op 15 juni 1914.
Intussen brak de wereldoorlog uit en be
leefde Rusland zijn revolutie. Albanië
werd bezet door Italianen, die in 1920
weer vertrokken. Ene Ahmed Zog maak
te een opmerkelijke promotie in de Al
banese hiërarchie. Als minister van bin
nenlandse zaken sloeg hij in 1922 een
opstand neer. In december 1924, voor
dat een veelzeggende uitslag van nieuwe
verkiezingen bekend werd, pleegde hij
een staatsgreep en riep zichzelf uit tot
president. In september 1928 maakte hij
van zijn land een koninkrijk met Zog I
als koning. De bodemschatten, het bank
wezen en het handelsverkeer vertrouwde
hij toe aan buitenlandse ondernemingen.
Het klooster van Sveti Naum, aan het
meer van Ohrid, werd door hem aan
Joegoslavië verkwanseld, in een poging
de sympathie van de grote buurman te
winnen. Europa smulde van de verhalen
over de verkwistende koning Zog en zijn
lichtzinnige dochters. Maar zodra - als
voorspel tot Wereldoorlog II - Italiaan
se troepen op 7 april 1939 landden in
Dürres, was Zog vertrokken. Naar het
buitenland. Een kleinzoon probeert er
nog steeds hardnekkig steun te verwer
ven voor een terugkeer naar zijn vader
land.
Kosovo
Het „Albanese" grondgebied is veel gro
ter dan de officiële 28.748 vierkante ki
lometers van de Albanese Volksrepu
bliek. In Joegoslavië bevindt zich de
provincie Kosovo, waar nog eens ander
half miljoen Albanezen wonen. Kosovo
maakt deel uit van de autonome repu
bliek Servië. De scheiding met het echte
Shqipinia is puur politiek. En dat weten
de „Joegoslavische" Albanezen hun re
geringsleiders bij voortduring in te pepe
ren. Niet omdat ze zo graag herenigd
willen worden met Albanië, maar omdat
ze af willen van de overmacht van de
Serviërs. Sinds 1981 is het uitermate on
rustig in Kosovo.
Heel even heeft het er naar uit gezien
dat het Albanese volk binnen zijn geo
grafische grenzen zou worden herenigd.
Na de verovering door Italië in 1939
werden Kosovo, West-Macedonië en
Zuid-Montenegro, samen met Albanië,
verzameld in één Albanese staat. Nadat
de Italianen in 1943 waren verdreven en
Duitsland de controle kreeg over het ge
bied, werd deze politiek voortgezet.
Maar na de oorlog werden de oude gren
zen opnieuw getrokken.
De machtige buurman in Joegoslavië,
Josif Broz Tito, ontwikkelde groot
scheepse plannen voor de stichting van
een Balkan-federatie met Bulgarije, Roe
menië en een opnieuw verenigd Albanië.
Enver Hoxha, de leider van de commu
nistische partij die in Albanië op 8 no
vember 1941 in het geheim werd opge
richt, had daar aanvankelijk wel oren
naar. Maar Stalin vreesde dat Joegosla
vië te machtig zou gaan worden. Hij ver
weet Tito van Joegoslavië een „bourge-
ois-staat" te maken en gooide het land
uit de communistische gemeenschap. Al
banië, gehoorzaam, wenste op slag ook
niets meer met de „terrorist" Tito te
maken te hebben. Plotseling werd Alba
nië voor Stalin belangrijk omdat het nog
het enige land aan de Middellandse Zee
was dat onder Sovjet-invloed stond.
Kroetsjov
Albanië voelde zich bedreigd toen zijn
twee buurlanden, Joegoslavië en Grie
kenland, in 1953 met Turkije een
vriendschaps- en samenwerkingsverdrag
sloten, het „Balkan-pact". Een maand
later overleed Stalin, de trouwe bondge
noot. De economische hulp uit de Sov
jet-Unie verminderde. In 1956 rekende
de Russische partijleider af met de my
thes rond Stalin en zette hij de destalini
satie in. Het kwam voor het puriteins-
-communistische Albanië neer op gods
lastering. Enver Hoxha reisde af naar
China en vond er een nieuwe bondge
noot. In 1959 - de betrekkingen tussen
de Sovjet-Unie en China waren ziende
rogen bekoeld - bracht Kroetsjov een
langdurig bezoek aan Albanië, in een po
ging het land van nauwe betrekkingen
met de - plotselinge vijand te weerhou
den. Dat lukte niet. Hoxha gaf te ken
nen: „Zevenhonderdtwee miljoen vijan
den staan tegenover u". De olifant en de
muis.
De wraak van Kroetsjov was zoet. Hij
zette de graanleveranties aan Albanië
stop, juist toen het land geplaagd werd
door misoogsten, aardbevingen en over
stromingen. In 1961 kwam het tot de de
finitieve breuk.
De Russen gingen, de Chinezen kwa
men. In negentien jaar pompte de Chi
nese Volksrepubliek naar eigen opgave
vijf miljard dollar in de economie van
Albanië. Maar ook China bleek niet
recht in de leer. Het bezoek van de
Amerikaanse president Nixon aan het
land, in 1972, betekende het begin van
het einde. Tirana oefende steeds openlij
ker kritiek op de machtige bondgenoot.
Peking verminderde de hulp. In 1976
overleed partijleider Mao. Twee jaar la
ter vertrokken de honderden Chinese
adviseurs definitief naar huis.
Albaniè was weer alleen op de wereld.
ANDRE HORLINGS
door Piet Snoeren
De bevriende psycholoog zette zijn
kleindochtertje waarmee hij de dezer
dagen verplicht gestelde BMR-cocktail
was gaan halen en dat deswege
getroost moest worden, terug in de box,
schonk zichzelf iets van geheel andere
orde in en nam plaats op zijn
praatstoel. Hij wist het allemaal ook
niet meer. Voortreffelijk natuurlijk, dat
nieuwe inentingsprogramma van de
consultatiebureaus voor
jeugdgezondheidszorg. Naast de al
gebruikelijke DKTP-prik tegen difterie,
kinkhoest, tetanus en polio nu ook zo'n
gecombineerd vaccin tegen bof,
mazelen en rode hond. Zeven vliegen
in één klap. Alle kinderziektes
uitgebannen en daarmee de kans op
iiselijke complicaties als
hersenvliesontsteking en inflammatie
van de zaadbal, om van afwijkingen
bij zwangerschappen later in het leven
maar te zwijgen. Een grote
vooruitgang, dat zag hij echt wel in.
En toch
Zijn twijfel bleek te worden ingegeven
door het feit dat er zoiets bestaat als
secundaire ziektewinst. „Ik bedoel
daarmee dit. De onaangename kant
van de medaille - het ziek zijn - heeft
de aangename keerzijde dat je
verzorgd wordt of anderszins aandacht
krijgt. Het begrip secundaire
ziektewinst is in de jaren zestig
uitgevonden door mijn collegae Kanfer
en Saslow en ze gaven er aardige
voorbeelden bij. Truus wordt 's avonds
altijd overvallen door hevige migraine.
Waarom? Het is voor haar de enige
manier om van haar man wat attentie
te krijgen. Haar hoofdpijn wordt
beloond; daar zit de winst. Of Jan.
Zodra zijn kinderen op bezoek komen,
begint hij te lijden aan duizelingen.
Wat zou er gebeuren als hij niet
duizelig wasr Zou hij dan misschien
een vervelend klusje moeten
opknappen of een gesprek moeten
voeren dat toch weer op ruzie uit zou
lopen? De duizeligheid levert hem
winst op".
Zulke voorbeelden van secundaire
ziektewinst hebben iets negatiefs, zo
van: de patiënt misbruikt zijn kwaal
om zijn omgeving te manipuleren.
„Maar", mijmerde de bevriende
psycholoog verder, „ziekte kan wel
degelijk ook secundaire winst in
positieve zin opleveren. En daar zit
mijn twijfel. Neem nou mezelf. Ik heb
als kind difterie gehad. In de oorlog
was dat. Mijn vader had - de hemel
mag weten waarom - twee jutezakken
met rozijnen gehamsterd. Ik kwam in
het kamertje te liggen waar hij die had
verstopt en omdat daar vanwege het
besmettingsgevaar niemand binnen
mocht komen, heb ik die zakken
prinsheerlijk alleen leeg kunnen
snoepen. Winst. Maar belangrijker
was de eerste nacht van mijn ziekte. Ik
werd wakker met hoge koorts en daar
rees in het schijnsel van het nachtpitje
opeens een volle maan uit boven de rug
van de leunstoel naast mijn bed. Ik
gilde van de schrik, maar toen de volle
maan zich omdraaide en het kale
hoofd bleek te zijn van mijn vader die
bij me zat te waken, doorstroomde me
een van de warmste, veiligste gevoelens
die ik ooit in mijn leven heb gehad. Ik
vraag me af of ik van mijn vader zou
hebben kunnen houden zoals ik
fedaan heb, wanneer ik geen difterie
ad gehad".
Winst. „Later, toen ik een jaar of
vijftien was, kreeg ik roodvonk",
vervolgde de bevriende psycholoog.
„Het was de maand waarin de
honderdste sterfdag van Chopin werd
herdacht. Ik moest weer alleen in dat
kamertje en kon weinig anders dan
naar de radio luisteren. Naar Chopin
dus, want popzenders had je toen nog
niet. Zou ik ooit zo'n liefhebber vah
klassieke muziek zijn geworden als ik
niet die roodvonk had gehad? De
afscheidswals. Het beeld van de rode
roos die achterblijft op de piano. De
gekwelde romance met de Franse
schrijfster George Sand. Dat was winst
in het kwadraat, want door Chopin
kwam ik op George Sand en door haar
op de Franse literatuur. Zou ik ooit
zoveel boeken verslonden hebben
wanneer ik geen roodvonk had gehad?
Vandaar mijn twijfel. Met het
uitbannen van de kinderziektes ban je
ook dit soort pluspunten uit.
Schoolziek, dat is alles wat er
overblijft. Tel uit je secundaire winst".