naie Ei inspireert tot bizarre wereldrecords iA r I f I itvsFja. -sir SCHARRELKIP KAKELT VICTORIE 'CcldócSomatit' fi '.jr.1* M- M i *S ZATERDAG 18 APRIL 1987 ■R f 'vrsi t i r i^BARNEVELD - De veelvraat die de komende paasdagen het tien jaar oude wereldrecord eieren-eten jivil verbeteren, moet in het krijt ^treden tegen ene Peter DowdesweÜ. 1 Die Britse Holle Bolle Gijs werkte veertien hardgekookte eieren in precies 58 seconden achter de kie zen. Met zachtgekookte had hij pog minder moeite: 38 in 75 se- t tonden. De schrokop lustte ze ook rauw: dertien in op de kop af één Seconde. Die zwelgpartij is in het Epuinness-recordboek keurig netjes genoteerd onder het kopje „mense lijke prestaties". Er staat niet bij of ude wereldrecordhouder zich na af loop van de onsmakelijke klus kip lekker voelde. ■Het naar binnen werken van 65 eieren Kwaarmee de wereldkampioen voorlopig gebakken zit, kost de doorsnee-Neder lander al gauw een maand of vier. Ons Ijgemiddelde ligt namelijk op 190 per njaar, all in. Omdat we daarmee eivol zit ten, vervingen de reclamemakers de té ^optimistische slogan „Eenmaal per et maal een eimaal" maar liever door het ■kat neutralere „Iedereen kan toveren "met een eitje". srtUit de toverdoos komen op paasmorgen l ial lang niét meer de indrukwekkende pi- ii/ramides van eieren tevoorschijn die jpvroeger traditiegetrouw de eettafels sier den. „Het was toen toch heel normaal als je tien eieren of zelfs meer at", herin- innert directeur T. Borggreven van Eive- V|ba/Eiveko zich. Dit bedrijf is een van de tote coöperaties in de eierbranche. Jaar- _ks zet het anderhalf miljard eieren af op de veiling van Barneveld. „Maar de tijd van veel eieren eten met Pasen is ^voorbij". Hij zoekt de oorzaak van die i imatiging niet alleen bij onze gewijzigde eieetgewoontes. „Ons hele leefpatroon is sterk veranderd. Vroeger zaten de men- 3isen tijdens de paasdagen thuis en aten 0(ieieren. Maar tegenwoordig trekken ze er op uit, de natuur in of naar een pret- ijpark. En daar eet je geen eieren, maar ^patat-mét". ''Ook de waarschuwingen dat het eten van te veel eieren slecht is voor hart en bloedvaten, omdat de dooier veel cho lesterol bevat, drukken een stempel op de consumptie. Borggreven neemt die berichten met een korreltje zout. Hij geeft toe dat hij bevooroordeeld is. Maar tegelijkertijd constateert hij dat ook de geleerden het er niet over eens zijn of je van eieren nu wel of geen vet hart krijgt. „Je hoort pro en contra's. Je ziet dat ook op andere terreinen. Neem suikerziekte. Vroeger werd gezegd dat zoet slecht is voor diabetici. Maar tegenwoordig gaat men er van uit dat suiker - mits gedo seerd - geen kwaad kan. Al die berich ten over cholesterol of over restanten van entstoffen in eieren vind ik over trokken. Als je vijf jaar lang tien eieren per dag eet kan dat best schadelijk zijn. Maar de praktijk is anders. Niemand eet er zoveel. Natuurlijk is het goed dat er groepen zijn die een waakzaam oog voor onze gezondheid hebben. Maar men moet niet overdrijven. Als je luistert naar al die verhalen wat slecht voor je is, kun je maar beter onder een boom gaan zitten en niks meer eten. Je bereikt dan alleen maar dat je eerder doodgaat". De eierproducenten en -handelaren heb ben geleerd met kritiek te leven. Ze luis teren er ook naar, verzekert Borggreven. Neem bijvoorbeeld de storm van kritiek die over de bio-industrie raast. De acties van onder meer Lekker Dier en de Die renbescherming hebben er toe geleid dat in ons land steeds meer scharrelkippen victorie kraaien. Die dieren leven welis waar niet in vrijheid, blijheid op een boerenerf, maar genieten wel een iets grotere vrijheid dan de batterij kippen die in hoog opgestapelde ijzeren corset- ten met een gaasvloertje geen poot kun nen verzetten en degraderen tot bewe gingloze, stressgevoehge eiermachines. Scharrelkippen daarentegen rennen rond in reusachtige schuren, hebben iets meer bewegingsruimte en deponeren hun eie ren in legnesten. Die scharreleieren zijn duurder, maar steeds meer consumenten zijn bereid voor het welzijn van de kip pen een paar centen extra neer te tellen. Nederland produceert nu ongeveer 300 miljoen scharreleieren per jaar. Dat is ongeveer drie procent van de totale va derlandse produktie van tien miljard ka kelverse eieren. Voor die produktie zor gen 36 miljoen hennen. Drie miljard eie ren zijn bestemd voor binnenlands ge bruik. Een flink deel ervan belandt in voedings- en genotmiddelen en in een scala van andere produkten, van zang zaad tot eiershampoo. De resterende ze ven miljard eieren gaan de grens over. Grootste afnemers zijn Duitsland, Frankrijk, Italië, Engeland en Zwitser land. Die uitvoer legt ons land geen win deieren. De pluimveeindustrie neemt vijf procent van de totale agrarische ex port voor zijn rekening. Controle Borggreven verwacht dat het aandeel van de scharreleieren de komende jaren nog flink zal stijgen. Maar hij acht het uitgesloten dat in de verre toekomst alle legbatterijen worden opgedoekt, om plaats te maken voor scharrelschuren of reusachtige volières. „Dat is gewoon té duur. We zouden ook allemaal heel graag een handgemaakte auto hebben. Dat heft dan in één klap ook de werk loosheid op. Maar we zijn niet bij mach te dat te betalen". In het verleden kwam het wel voor dat eieren uit legbatterijen onder het mom van diervriendelijke scharreleieren wer den verkocht. Borggreven verzekert dat sjoemelen tegenwoordig is uitgesloten. „Daar zorgt de Stichting Scharrelei-con- trole voor. Die zit je voortdurend op je nek en valt op de meest onverwachte momenten binnen om te kijken of je aan alle strenge voorwaarden voldoet. En te recht. Je mag op een Mazda ook geen Mercedes-ster plakken. Omdat Neder land de naam heeft dat er niet met scharreleieren wordt gescharreld, neemt de belangstelling ervoor uit het buiten land toe; vooral uit Duitsland". Nu is het niet zo dat de toename van het aantal scharrelkippen uitsluitend en al leen is toe te schrijven aan acties van dierenvrienden en de bereidheid van on geveer tien procent van de consumenten om uit medelijden met het gekwelde kippevolkje méér voor een „welzijnsei" neer te tellen. De medaille heeft heel duidelijk ook een economische kant. Het gaat de eierhandel weliswaar iets beter dan een aantal jaren geleden, maar het dal is nog steeds niet verlaten. Sommige bedrijven kiezen daarom voor scharrel kippen, boven reusachtige investeringen in nieuwe legbatterijen. De legbatterijen met hun felbediscus- sieerde plus- en minpunten voorzagen de pluimvee-industrie in ons land van nieuwe energie. Het betekende het einde van de kleinschaligheid. Voordien had den ook boeren en particulieren die als bijverdienste een paar honderd kippen hielden, een niet onbelangrijk deel van de eiermarkt in handen. Voerleveran- ciers of kruideniers die toch aan de deur kwamen, namen als retourvracht en pas sant de eieren mee en leverden die in kleine porties af bij handelaren. Dat veranderde toen zo'n 25 jaar gele den een integratie tot stand kwam tussen de veevoederhandel, de „kuikenbroe ders", de opfokbedrijven - die de leg hennen de eerste achttien weken onder hun hoede houden - en de eierhandel. Dat kwartet trok in eendrachtige samen werking de boer op. Daarbij beperkte de veevoerderhandel zich niet uitsluitend tot de levering van zogenaamd legmeel, maar zorgde ook voor uitgebreide voor lichting over bijvoorbeeld hokkenbouw, ziektebestrijding, financiering. „Het doel was te komen tot een kwaliteitsei, dat niet alleen verser, maar door het unifor me voer ook uniform van smaak was. Schaalvergroting, rationalisatie, efficien cy en de legbatterijen zorgden er voor dat de kostprijs laag bleef. Eieren zijn niet duurder geworden. Sterker nog. Er zijn periodes vlak na de oorlog geweest, waann je voor een ei méér betaalde dan tegenwoordig". Tolmuren Voortgestuwd op de golven van de ver nieuwing groeide ons land uit tot de grootste eierexporteur van Europa en re latief gezien tot de grootste producent van de wereld. Maar in de beginjaren van de Europese Gemeenschap leverde die vetgemeste kip toch niet de gouden eieren op die de Nederlandse pluim vee-industrie gehoopt had te kunnen ra pen binnen de veilige bescherming van de Europese tolmuren. Integendeel. An dere EG-landen wierpen met protectio nistische maatregelen drempels op. Borggreven: „De gedachte achter de hele EG is dat er daar geproduceerd moet worden, waar het 't goedkoopst is. Bij voorbeeld druiven in het warme Frank rijk en Italië en dus niet in het koude Nederland". Maar onder meer op het ge bied van de eierproduktie - waar ons land de beste ijzers in het vuur had - vertoonde dat nobele streven naar speci alisatie lelijke barsten. „In de EG vecht elk land voor zijn eigen hachje. Dat uit zich bijvoorbeeld in verscherpte controle aan de grenzen. Vooral de Italianen zijn daar heel sterk in. Ook de Franse boeren zijn heel gauw bereid om uit protest te gen buitenlandse invoer wegen te blok keren. Er worden wel eens maatregelen genomen die niet legaal meer zijn". Borggreven noemt als voorbeeld de be schermende maatregelen waarmee onze oosterburen indertijd voor tegenwind zorgden. „In Duitsland moest een im- port-ei gestempeld zijn. Daarmee wilde men de indruk wekken dat het om een fabrieksei ging. Zo'n „bulk-ei" zou slecht smaken en ouder zijn dan Duitse eie ren". Duitse boeren en grootwinkelbe drijven stookten dat nationalistisch vuurtje flink op. „Maar blinde testen on der Duitse huisvrouwen tonen aan dat de consument niet proeft of het om een Duits of een Nederlands ei gaat. De con sument verlangt maar drie dingen: eie ren mogen niét oud zijn, niet stinken en geen vuile schaal hebben". Een toene mend aantal consumenten in binnen- en buitenland vult dat lijstje tegenwoordig aan met de eis dat eieren beslist niet uit legbatterijen mogen komen. Ook. zijn er mensen die een uitgesproken voorkeur hebben voor witte of bruine eieren. „Dat is zuiver psychologisch. De smaak van een ei wordt bepaald door het voer. Je kunt proeven of kippen met mais of met tapiocameel zijn gevoerd. De kleur zegt dus niets. Een bruin ei heeft de naam iets sterker te zijn dan een wit. Boven dien zie je minder op de schaal". Eierworst Maar die crisis is alweer geruime tijd achter de rug. De eierbranche struikelt nu over de strengere milieuwetten die onder meer bepalen dat de hoeveelheid mest niet mag toenemen. Koortsachtig wordt naar oplossingen gezocht, zoals het indrogen van de mest. De pluim veeindustrie broedt ook op andere plan nen. Borggreven: „Een ei is een kaal pro- dukt. Je kunt het produceren, verwerken en transporteren. Er zit dus weinig toe gevoegde waarde aan. Omdat bovendien de consument niet méér eieren gaat eten, Bij de foto: Tegen Pasen maken de fabrieken het ook de mensen gemakkelijk die een broertje dood hebben aan geklieder met verf Reusachtige hoeveelheden eieren worden gekookt, vrolijk gekleurd en van een beschermend laklaagje voorzien. zoeken we naar andere produkten ten einde een betere winstmarge te realise ren". Zo worden er bijvoorbeeld fa brieksmatig eieren gekookt en gepeld ten behoeve van saladefabrikanten. Voor koks die ter garnering oogstrelende ko gelronde plakjes ei met een vriendelijk knipogende dooier prefereren boven armzalige „eierkontjes" zijn de zoge naamde eierworsten in de handel ge bracht: voorgekookte eieren samenge perst in de vorm van een leverworst. Ook worden aan de lopende band eieren machinaal gescheiden: het geel gaat naar bijvoorbeeld advocaatfabrieken, het wit naar bakkerijen en de deegwarenindus- trie. Tegen Pasen maken de fabrieken het ook de mensen gemakkelijk die een broertje dood hebben aan geklieder met verf. Reusachtige hoeveelheden eieren worden gekookt, vrolijk gekleurd en van een beschermend laklaagie voorzien. Het blijkt een goede gooi te zijn. Over gooien gesproken. Wie er niets voor voelt een aanval te doen op het eet- record van de Britse veelvraat Peter Dowdeswell, maar de komende vrije da gen toch wil benutten om naar een eer volle vermelding in het Guinness-boek te hengelen, kan zich misschien vastbij ten in een van die andere bizarre eierre- cords. Bijvoorbeeld dat van twee Finnen die een rauw kippeéi zonder te breken over een afstand van 96,90 meter naar elkaar wierpen. In Japan zocht men het hogerop. Daar liet iemand een rauw ei van 198 meter hoogte uit een helicopter op een golfbaan vallen. Het bleef heel. En voor sporters is deze uitsmijter: pre cies tien jaar geleden liep een Amerikaan op z'n paasbest de marathon in 4 uur en 34 minuten met een rauw ei op een le pel. AAD STRUIJS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 23