i 1 ,Gina" brengt eerlingwezen onder de aandacht Basisvorming wordt veel volmaakter dan hbs of mulo Eeidóe&xi/uMit „De grootste wens voor dit jaar is voor mij als staatssecretaris, dat de belangrijke plannen die Deetman en ik op de rails hebben gezet, voor elkaar komen. Ik hoop dat we, na zoveel jaren kibbelen over het voortgezet onderwijs, in 1987 ein delijk kunnen verzuchten: hè, hè, dat ligt achter ons, we weten einde lijk waar we aan toe zijn en daar gaan we gericht verder aan wer ken". Staatssecretaris drs. Nel Ginjaar-Maas, sinds november '82 de rechterhand van minister Deetman, hoeft niet lang na te denken over deze nieuwjaarswens. Er zal op vrijwel alle fronten worden be zuinigd en - anderzijds - staat het basis- en voortgezet onderwijs het nodige aan vernieuwingen te wachten. Zo zal samen met de invoering van de driejarige basis vorming in het voortgezet onderwijs, de basisschool mettertijd worden voorzien van een soort eindexamen. Het middel baar beroepsonderwijs, eveneens in de portefeuille van de staatssecretaris, wordt drastisch gereorganiseerd: de vele kleine mbo-scholen zullen samen met het kort-mbo opgaan in grote scholenge meenschappen, de sectorscholen. En dan liggen er ook nog de plannen om de eindexamens van havo en vwo te ver breden. De Tweede Kamer moet zich over deze vernieuwingen nog uitspreken, maar het is zeer de vraag of het allemaal binnen één jaar beklonken zal zijn. „Als het lukt mogen we bepaald niet ontevreden zijn", zegt Ginjaar breeduit lachend. Basisvorming Van de op handen zijnde vernieuwingen spreekt de basisvorming nog het meest tot de verbeelding. Maar liefst veertien vakken worden in de eerste drie jaar na de basisschool verplichte kost, zoals heel vroeger ook op hbs en mulo. Is dat niet enerzijds teruggrijpen naar het oude, brede en prestatiegerichte onderwijs, ter wijl anderzijds langs een achterdeur toch de middenschool wordt ingevoerd? „Dat laatste is zeker niét zo. Bij de mid denschool ging de discussie immers over een andere structuur van het onderwijs, terwijl het bij de basisvorming primair om de inhoud van het onderwijs gaat. De basisvorming wordt in de huidige schooltypen ondergebracht en er komt dus geen nieuwe onderwijsstructuur". Ook de vergelijking met de oude hbs of mulo is volgens Ginjaar niet terecht: „Het is op een andere manier breed dan het bij hbs en mulo was. Want het gaat niet alleen om de traditionele leervak ken, maar ook om bijvoorbeeld techniek en beeldende vorming. Het is eigenlijk veel volmaakter, omdat het een veelzij- diger vakkenpakket is". Nog een ander verschil met hbs en mulo: „Die opleidingen waren breed tot het eindexamenjaar toe. Nu gaat het al leen om de drie jaar basisvorming: dat wat iedereen gehaald moet hebben in het voorgezet onderwijs, voordat een ver volgopleiding wordt gekozen. Maar het jelangrijkste verschil is eigenlijk dat hbs :n mulo opleidingen waren voor de hap- )y few. Met de basisvorming willen we tu juist elk jong mens in Nederland het jasispakket meegeven, waar hij of zij nee verder kan. Mavoi Maakt de basisvorming scholen voor la- \er beroepsonderwijs en :omst niet overbodig? ,Nee hoor. Die blijven als schooltypen echt overeind. Eerst komt de algemene >asisvorming en daarna volgt nog eens le toespitsing op een bepaald mavo- of bo-diploma. Dat blijft gewoon zo". Maar is de kans niet levensgroot aanwe zig dal de basisvorming kwalitatief uit- yoed boven het huidige mavo- en lbo-ni- tr geloof ik niet in. Het is wèl zo lat, wanneer je in de basisvorming een [root deel van de veertien vakken op het pogste niveau hebt afgesloten, het wei- ig zinvol zou zijn alsnog een mavo-di- iloma te behalen. Die leerlingen moeten echtstreeks doorstromen naar het mid- elbaar beroepsonderwijs of de havo. >at zal lang niet iedereen lukken en oor die leerlingen is het heel goed dat ten alsnog een mavo- of lbo-diploma an behalen. Voor die leerlingen is dan pnieuw de kans geschapen naar het [lbo of het voortgezet onderwijs door te tromen. Ook het lbo blijft duidelijk een anvulling op het onderwijs, omdat de asisvorming immers geen beroepsge- chte vakken kent". och bestaat bij het lbo duidelijk de nei- ZATERDAG 17 JANUARI 1987 dat je een deel van de verspilling weg haalt. Bovendien zullen de grotere sec torscholen veel doelmatiger kunnen wer ken en ook dat levert een aanmerkelijke besparing op. Al met al verwacht ik dat die SVM-operatie vrijwel automatisch en pijnloos leidt tot minder uitgaven. In feite snijdt het mes dan aan twee kanten. Na de samenvoeging van mbo en kort- mbo in de sectorscholen zullen meer kinderen een opleiding kunnen volgen die toegesneden is op hun mogelijkhe den". Identiteit De door u gewenste samenvoeging van bijvoorbeeld verschillende technische mbo-opleidingen in een sectorschool heeft nogal wat onrust veroorzaakt onder de bijzondere scholen. Zij vrezen voor hun identiteit, als ze met bijvoorbeeld open bare scholen moeten samengaan. „Dat hoeft op zich zelf niet. Want de SVM-operatie hoeft niet per definitie te leiden tot scholen voor slechts één be roepssector. Het is ook best denkbaar dat mbo-opleidingen uit verschillende vakgebieden, maar van dezelfde identi teit samengaan. Dit zal vooral spelen op het platteland. Daar is het best mogelijk dat een klein meao-schooltje en een school voor dienstverlenend en gezond heidszorg-onderwijs, beide van protes tants christelijke signatuur, samengaan". „Als de scholen hechten aan hun eigen signatuur, dan bestaat voluit de moge lijkheid om die opleidingen in een mul- ti-sectorale school onder te brengen. Ik geloof niet dat de ontzuiling van het on derwijs hier een probleem zal gaan vor men. Multi-sectorale scholen, waar heel verschillende opleidingen bijeen zijn ge bracht, zijn op zich ook best interessant. Een combinatie van mto, meao en mdgo is niet alleen uit het oogpunt van eman cipatie interessant, maar ook omdat men gezamenlijk kan werken aan oplei dingen voor moderne beroepen. Neem nou zo'n mdgo-opleidingen, het middel baar dienstverlenend en gezondheidzorg onderwijs, zo'n beetje de zachte sector in het mbo. Denk je dat de techniek daar met een grote boog omheen gaat? Ver geet dat maar. Ga maar eens in een mo dern ziekenhuis kijken. Je staat verbaasd met hoeveel technische apparatuur daar tegenwoordig moet worden omgegaan". Noodzaak Nog een laatste onderwerp. Wiskunde wordt in de onderbouw van het voortge zet onderwijs voor iedereen een verplicht examenvak, voor jongens èn meisjes. Daar is nogal kritisch op gereageerd. U wilt dat meer meisjes in bèta-beroepen terechtkomen. Maar de maatregel zou weieens een averechts effect kunnen heb ben. als door een verplicht exact vak meer vrouwelijke leerlingen het niet zou den redden. „Ja, maar dat zullen we met leerplanver nieuwing kunnen voorkomen. Het vak wiskunde, zoals dat nu in de onderbouw van het voortgezet onderwijs wordt ge geven. is vaak heel abstract. Nu krijgt een kind in de eerste klas met moderne wiskunde al onmiddellijk „verzamelin gen" op zijn bord, met geheel eigen no taties en spelregels. Sommige leerlingen vinden dat reuzeleuk, maar anderen be grijpen er geen jota van". „Het wiskunde-onderwijs in de onder bouw zal daarom veel minder abstract moeten worden, begrijpelijker dus. Veel meer dan nu moet het worden toegesne den op dingen die leerlingen zelf al we ten, ervaren en kunnen begrijpen. Som mige scholen zijn daar al een tijd mee bezig en de resultaten hebben mij en thousiast gemaakt. Ik heb nu een werk groep opdracht gegeven om een speciaal wiskunde-programma te maken, dat door alle leerlingen in de onderbouw met succes gevolgd kan worden. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat elke leer ling, jongen of meisje, in staat is wiskun de te doen en het zelfs nog leuk te vin den ook". Denkt u dat het daadwerkelijk zal leiden tot een grotere deelname van vrouwen in beroepen die een bèta-opleiding vereisen? „Zeker. Nu laten vrouwen vrijwel geheel verstek gaan in beroepen die met tech nologie en informatica te maken hebben. En waarom? Omdat ze in hel voortgezet onderwijs veelal niet kiezen voor de exacte vakken. Als er iéts is waar we de komende jaren een schreeuwende be hoefte aan zullen hebben, dan is het aan mensen die verstand hebben van tech nologie en informatica. Een grotere kans voor meisjes is dus niet langer iets dat alleen met emancipatie te maken heeft. Nee, het wordt zelfs een maatschappelij ke noodzaak dat veel meer vrouwen in de technologische beroepen terechtko men". FRANS WEERTS teerlingen van vooral lbo en mavo loeten na hun school kiezen tus- >-^/ien verder leren of een beroep kie- Un. Er is echter de tussenweg van et leerlingwezen, die voor de jong- ten zelfs verplicht is. Dat houdt in at zij ten minste één dag in de veek naar school gaan en voor de [Cst werken. )m deze keuzemogelijkheid bij scholie- n onder de aandacht te brengen, is in xlracht van het ministerie van onder ijs en wetenschappen de korte video lm „Gina" gemaakt. Deze is niet opge- zet als een gebruikelijke voorlichtings film, maar als speelfilm. Dat is gedaan om de 16- en 17-jarige scholieren te boeien en zo op een prettige manier de boodschap over te brengen. Het verhaal gaat over drie jongeren, Gina, Karol en Evert. De 18-jarige Gina volgt een grafische opleiding in het leer lingwezen. Ze werkt vier dagen per week in een grafisch bedrijf en gaat één dag per week naar de grafische school. Karol is een 20-jarige jongen die ook in het leerlingwezen werkt, maar dan in het kappersvak. En dan is er de werkloze Evert die ze geregeld tegenkomen in een café, waar hij klusjes voor de barman Even meldt zich bij de grafische school en weet op die manier aan de examenopgaven voor Gina te komen. opknapt. Karol en Evert proberen bei den Gina's aandacht te trekken. Als Gina voor haar examen zit, geeft Evert zich op bij de grafische school en slaagt er zo in achter de examenopgaven te ko men. Karol weet ze hem echter te ont futselen. Evert vist dus achter het net, maar hij heeft zich niet voor niets inge spannen: hij gaat door met de grafische opleiding en zoekt een baan. Het leerlingwezen staat open voor men sen van 16 jaar en ouder. De opleiding duurt in de meeste gevallen twee jaar. Wie klaar is, kan ook nog een voortge zette opleiding van een of twee jaar vol gen. Er zijn meer dan 350 opleidingen mogelijk. „Gina" is gemaakt in samenwerking met het Centraal Orgaan Regionale Organen voor het leerlingwezen (CORO). Daarin werken de veertien regionale organen sa men die het contact tussen opleidings- en beroepsorganisaties in Nederland moeten bevorderen. Binnen die organen wordt door speciale consulenten voor lichting gegeven over het leerlingwezen aan schoolverlaters en decanen. Alle 150 consulenten kunnen bij hun voorlich- tingswerk van de videofilm gebruik ma ken. Verder kan de film worden gehuurd bij bijna alle openbare bibliotheken die videofilms uitlenen. Voor gebruik op de scholen is begeleidend materiaal ver krijgbaar. PETRA DE VRIES Dan zouden we een volk zijn van louter genieën STAATSSECRETARIS GINJAAR-MAAS: ging het lager beroepsonderwijs een face lift te geven, ook al om zich naast de ba sisvorming en de beroepsopleidingen te kunnen handhaven. „In het lbo bestaat inderdaad het stre ven om verder te gaan dan het beroeps voorbereidend onderwijs en de opleiding af te sluiten op een niveau van waaruit de leerlingen rechtstreeks naar de ar beidsmarkt kunnen doorstromen. Maar daarmee begeeft het lbo zich eigenlijk op het terrein van de mbo-sectorscholen. Ik denk niet dat dat goed is. Net als de mavo dient het lbo immers een voorbe reidende opleiding te zijn. Een face-lift voor het lbo, in de zin van: laten we er nog iets extra's op zetten... nee, die keu ze hebben we niet gemaakt". Pittig Even terug naar de basisvorming. Een jjakket van veertien vakken en dertien examenvakken is bepaald niet gering. „Nee, zeker niet", beaamt de staatssecre taris onmiddellijk: „Ik geef toe dat het I inderdaad een heel breed pakket is. Je vraagt behoorlijk veel van de leerlingen, dat is duidelijk. Maar dat realiseren we ons ook. Overigens hoeven in die drie jaar niet alle vakken tegelijkertijd aan bod te komen. De scholen zullen dat tot op zekere hoogte zelf kunnen plannen". „Die basisvorming zal dus zeker pittig zijn. Maa^ ons doel is ook: verhoging .van de kwaliteit van het onderwijs. Als je de leerlingen beter wilt toerusten dan moet er een behoorlijk zwaar pakket ko men. Men moet overigens niet vergeten, dat ook in het basisonderwijs het een en ander gaat veranderen. Ook daar zullen eindniveaus worden vastgesteld. De kwaliteitsverhoging begint dus in feite al iri de basisschool, zodat niet alle verzwa ring op die drie jaar basisvorming zal gaan drukken. We hopen dat het groot ste deel van de leerlingen de kans krijgt in die veertien vakken een van de twee niveaus te halen. Niet iedereen zal dat kunnen, hoor, dat realiseer ik me ook". Ontstaat daardoor niet eigenlijk een zelf standig schooltype, laten we net de bavo noemen, die een eigen status gaat ver werven? „Op zichzelf is het helemaal niet uitge sloten dat er een aparte school komt voor de basisvorming. Denkbaar is bij voorbeeld dat een lbo-school, die zo graag beroepskwalificerend onderwijs wil geven, gedurende de eerste drie leeijaren het karakter krijgt van een aparte school voor basisvorming en voor wat betreft het vierde en vijfde leerjaar mee gaat opereren in een van de sectorscholen". Louter genieën De basisvorming zou weieens kunnen uitstijgen boven lbo of mavo, in de zin van diploma-waardering. „Ja, maar dat zou betekenen dat je alle leerlingen in drie jaar voor vrijwel alle vakken kunt klaarstomen op het hoogste niveau. Dan zouden we wel een volk zijn van louter genieen! Dat zie ik toch echt niet gebeuren. Voor een deel van de leerlingen zal in drie jaar alleen het laag ste niveau haalbaar zijn en voor sommi gen zal dat niet eens mogelijk zijn". „Ik weet niet of de school voor basisvor ming een hoger maatschappelijk aanzien zal krijgen dan nu de mavo. Ik vind die discussie eigenlijk ook niet zo belangrijk. Waar het mij om gaat is, dat leerlingen een opleiding krijgen, waar ze wat aan hebben en waar ze wat mee kunnen. Niet alleen om een vervolgopleiding mo gelijk te maken, maar ook om hen iets mee te geven waar ze buiten school of werktijd ook nog iets aan hebben". „De huidige populatie van mavo en lbo zal drie jaar basisvorming echt geen di ploma op zak hebben, dat qua inhoud en niveau méér is dan het huidige mavo-diploma. Je moet goed bedenken, dat leerlingen op dit moment gemiddeld 4,5 jaar over een mavo of lbo-diploma doen. Het is natuurlijk een illusie te ver wachten dat ze dat straks ineens in drie jaar boven water kunntn fietsen". Dit jaar kunnen op veertig scholen expe rimenten worden gestart, waarbij de ba sisvorming in feite in de praktijk moet worden getest. Zijn die er alleen om er varing op te doen. of vormen ze nog een verkapte laatste test die moet uitwijzen oj de basisvorming eigenlijk wel in deze vorm moet worden ingevoerd? „Nee", zegt de staatssecretaris gedeci deerd: „Die basisvorming wordt in elk geval ingevoerd, dat staat vast. Zo heb ben we het afgesproken. Die experimen ten zijn duidelijk bedoeld om met de ba sisvorming aan de gang te gaan, als voortrekkers voor alle andere scholen". Verspild geluk Uw plannen staan bol van vernieuwing en kwaliteitsverbetering, terwijl ook nog eens fors moet worden bezuinigd in bij voorbeeld het middelbaar beroepsonder wijs. Valt het een wel met het ander te rijmen? Het wordt zelfs een maatschappe lijke noodzaak dat vee! meer vrouwen in de technologische beroepen terechtkomen „In zekere zin toch wel", zegt Ginjaar. „Laten we het huidige middelbaar be roepsonderwijs samen met het kort-mbo eens bij de kop nemen. Dat is in feite een zeer verbrokkelde sector, met vele kleine scholen, die daarom zeer ondoel matig functioneert. Een leerling wordt bijvoorbeeld toegelaten op het meao en valt op een gegeven moment uit de boot. Men probeert zo'n kind dan vast te hou den, dat lukt dan tóch niet en zo'n leer ling staat op straat. Daar zit een gewel dig element van verspilling in. Niet al leen verspilling van geld. maar ook van menselijk geluk en talent". „De gedachte achter de sectorvorming in het mbo, we noemen dat hier kortweg SVM, is het onderwijs zó in te richten dat die programma's van de korte en lange opleidingen beter in elkaar passen. Zodoende kan iemand die in een lange mbo-opleiding ineens niet verder komt, tussentijds gemakkelijk overstappen naar een soortgelijke korte opleiding". „Dat levert financieel voordeel op, om-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 31