Arthur van Dedem
rijdt niet voor
het klassement
„Selinger is net Bhagwan"
Andussen
De oud-papierman of kringloopspecia
list, vroeger lorrenboer genaamd, heeft
de laatste maanden een goeie aan mij.
Naast de vele dagbladen die ik dage
lijks consumeer, net vele ongevraagde
drukwerk en de huis-aan-huisbladen
waar ik ook al niet om verlegen zit
kan ik tegenwoordig bij hem bijna we
kelijks een proefschrift over voetbalvan
dalisme op de weegschaal deponeren.
Niet alleen de media stortten zich met
graagte op dit toch zo kleine deel van
het totale destructieve gebeuren, ook de
wetenschappers hebben het terrein in
middels ontdekt. Iedere doctorandus
die nog een onderwerpje zocht om het
fel begeerde doctor voor zijn naam te
kunnen zetten kon daar tot dusver wel
terecht.
Ik heb echter de stellige indruk dat dit
deel van de proefschriftmarkt verza
digd begint te raken. En begrijpelijk.
Want zo'n flinterdun themaatje is na
tuurlijk snel uitgemolken. En iedere
professor die de doctorandus waardig
moet achten een sportje hoger op de
aanzien-ladder te klimmen, zal zich er
steeds meer voor hoeden zo'n gestu
deerde vandalismedeskundige behulp
zaam te zijn bij diens promotie. Want
elke promotie (van een doctorandus)
heeft degradatie (van het onderwerp)
tot gevolg.
Vele ambitieuze „andussen'' kunnen
inmiddels het nagestreefde voorvoegsel
ter prest igevergroling vergeten. Zij
zien, inmiddels al een stuk op streek
met hun studie over voetbalvandalis
me. de markt overstroomd. En daar
mee wordt hun bijdrage aan de biblio
theek waardeloos.
Eind vorige/begin deze week bereikte
de promotiekoorts over voetbalvanda
lisme zijn hoogtepunt. Eerst betoogde
een zekere Van der Brug dat voetbal
vandalisme vanzelf uitsterft. Vervol
gens kwam ene Van der Meer met het
idee dat de vandalen maar eigenaar
van de clubs moeten worden. Dal zijn
aardige, maar nauwelijks meer serieus
te nemen verhalen.
Eerst even over die meneer Van der
Brug. dr. Van der Brug dus inmiddels.
Vanzelf uitstervend voetbalvandalisme,
het is een theorie die te mooi is om
waar te kunnen zijn. Hij is dan ook
niet waar. In zijn eigen proefschrift on
dergraaft Van der Brug zijn eigen op
vattingen door zelfs al in 1880 de eer
ste daad van vandalisme op te voeren.
En nu, inmiddels ruim een eeuw later,
woedt het fenomeen nog in alle hevig
heid.
Als er ooit sprake is van een zeer lang
zame dood, dan is dat in het onderha
vige geval zo. Je zou bijna overwegen
o f euthanasie in dit geval niet wense
lijk is. Want alle in tweeledig opzicht
gezochte verbanden van Van der Brug
ten spijt lijkt de „stervende" patiënt
mij nog alleszins levendig toe.
Ik denk niet dat er een brede maat
schappelijke discussie behoeft te wor
den gevoerd om in dit geval tot een in
ventarisatie van meningen te komen.
Meneer Van der Brug kan voortaan
maar beter zijn mond houden.
En dan die Van der Meer. Die is an-
dragoog. Hij komt met het spectaculai
re voorstel de harde kern van de sup
port ersgroepen een aandeel te laten ko
pen. Niet zoals je in een eerste opwel
ling zou denken in aannemers- en re
paratiebedrijven, die gesloopte stadions
en vernielde treinen moeten repareren.
Dat zijn tegenwoordig toch florerende
ondernemingen. Nee, de vandalen
moeten aandelen kunnen kopen in hun
club. Dat schept een band. vindt Van
der Meer, die uitgaat van verantwoor-
delijksgevoel bij deze lui. Als ze mede
eigenaar zijn van een voetbalbedrijf
zullen ze er wel voor waken hun eigen
dom in gevaar te brengen door de beest
■uit te hangen, meent Van der Meer.
Dit nu is een van de meest ontroerenae
staaltjes kinderlijkheid, die in alle pu-
blikaties over voetbalvandalisme tot
dusver zijn opgeschreven. Kijk, dat je
in een bui van ongekende neerslachtig
heid of in een staat van door alcoholge
bruik beïnvloede argeloosheid bepaalde
ideetjes bedenkt duid ik niemand eu
vel. Iedereen heeft wel eens een zwak
moment. Maar dat je dit soort zolder
kamergedachten dan ook nog eens op
papier zet en ze naar builen brengt ge
tuigt van een overmoedigheid die zijn
weerga niet kent.
Want als je ergens niet op moet specu
leren bij voetbalvandalen is het wel
hun verantwoordelijkheidsgevoel. Die
lui hebben slechts één gevoel, dat voor
publiciteit. Maar dat is niets nieuws.
Vandaar dat de heren onderzoekers
met steeds andere en steeds onwaar
schijnlijker oplossingen komen voor
een probleem dat onoplosbaar is. En
bovendien zo marginaal, als tenminste
de schade van voetbalvandalen wordt
afgezet tegen die van de normaalvan
dalen.
Geen zinnig mens zal bedenken dat je
normaalvandalen aandelen moet laten
kopen in allerlei maatschappelijke ge
ledingen, die met hun activiteiten in
verband kunnen worden gebracht.
Want Van der Meer mag dan wel beto
gen dat het financieel interessant is
voor clubs ais driehonderd man een
aandeel koopt van tweehonderd gul
den, dat levert slechts het luttele bearag
van zestig mille op. Een druppel op een
gloeiende plaat voor clubs die voor
deze procedure in aanmerking komen.
Kijk, voor een club als Heracles is het
een aardig idee. Maar Heracles heeft
geen driehonderd vandalen in ziin ge
lederen, hooguit een stuk of twaalf. Los
daarvan, hoe denkt meneer Van der
Meer dat die harde kernen hun aan
deel gaan financieren. Zitten die lui zo
goed in de slappe was dat ze zo'n be
drag allemaal kunnen ophoestenVol
gens Van der Meer wel. Maar hij zegt
er niet bij welke bronnen bedoelde lui
aanboren.
Misschien is dat een thema(atje) voor
een volgende promotie. Maar die mag
dan wat mij betreft de laatste zijn in
een toch al veel te lange reeks.
BUYS
De Nederlandse ploegen die deelne
men aan Parijs-Dakar zien er als
volgt uit:
Toyota: Jim Vermeulen (Ha-
zerswoude), Bernie Hutchinson
(Groot-Brittannië), Huub Vermeu
len (Den Haag), Peter Hemmes
(Den Haag), Maarten Bottelier
(Amsterdam), Jille de Kleine
(Utrecht), Arthur van Dedem
(Voorburg), Ido van Ingen (Amster
dam), Leon de Galan (Zandvoort).
Daihatsu: Bert Moritz (Am
sterdam), Ben Elenbaas (Muiden),
Maarten van Eijk (Linschoten), At-
tie Does wijk (Oude water), Ad Zijl
stra (Montfoort), Geke Kastelein
(Linschoten).
DAF: Jan de Rooy (Son en
Breugel), Yvo Geusens (België),
Theo van de Rijt (Sint Oedenrode),
Peter Vanmaris (Well), Kees van
Loevenzijn (Eindhoven), Hugo
Duisters (België), Leon Dieker
(Hoogeloon), Martin Ketelaars
(Boxtel), Tony Tessens ((België).
Drum Store: Pierre Karsma-
kers (Waalre), Toon Karsmakers
(Waalre), Anne Kies (Appelscha),
Albert Graafstra (Oosterwolde),
Henk Vercoelen (Bergeijk).
visvoer zich nog. „Het was een drama.
Alles scheurde en trilde kapot. Voor de
versnellingsbak hebben we op een gege
ven moment zelfs bouten uit het chassis
moeten gebruiken".
Behalve het imago slechts een door de
woestijn trekkende reclame-karavaan te
zijn, staan de deelnemers aan Parijs-Da
kar ook bloot aan andere kritiek. Van
Dedem realiseert zich dat, maar weer
legt: „Er wordt wel gescholden dat we
misbruik maken van de arme landen
waar we doorheen rijden. Maar neem
van mij aan dat er andersom van ons
wordt geprofiteerd. Toen we na de boot
tocht in Algerije begonnen, betaalden we
ongeveer vijftig cent per liter benzine.
Hoe verder we kwamen, hoe duurder
het werd. Tot zes gulden aan toe. En er
wordt gestolen als de raven. Bij de
's nachts gezamenlijk ingerichte kam
pen, moeten door de plaatselijke politie
soms complete razzia's worden gehou
den. En als je uren achtereen eenzaam
door de woestijn rijdt zie je werkelijk
geen sterveling. Maar zodra je met pan
ne komt stil te staan, verschijnen er
mensen. Je snapt werkelijk niet waar ze
vandaan komen. Ik heb het meegemaakt
dat we midden in de woestijn stonden te
sleutelen. In de wijde omgeving was nie
mand te bekennen. Maar ineens ver
scheen er een bruin handje tussen mijn
benen door. Om een aansteker van de
grond te pikken".
Spoor bijster
De ervaringen van Van Dedëm, overi
gens bepaald geen aanleiding zelfs maar
te overwegen van een tweede poging af
te zien, halen het natuurlijk niet bij die
van motorcoureur Aijan Brouwer. De
Nijkerker was vorig jaar in het nie
mandsland twee dagen lang het spoor
volledig bijster. Hij was spoorloos. En
toen verscheen er niemand.
„De motorrijders, van wie er trouwens
misschien nog eentje aan ons team
wordt toegevoegd, hebben het veruit het
zwaarst. Die moeten echt een supercon
ditie hebben. Maar in de vrachtwagens
hebben we zo'n beetje de dubbele tijd
nodig. De volledig aangepaste „special",,
waarin onder anderen Jim Vermeulen
rijdt, heeft misschien acht tot tien uur
per dag nodig. Maar wij doen er twee
maal zolang over".
De tweekoppige bemanning hanteert het
stuurwiel zolang het kan. Van tachome
ters is geen sprake, maar een truck door
zand en over rotsen jagen is dan ook ab
soluut niet te vergelijken met wat een
beroepschauffeur op de Nederlandse we
gen moet presteren, vindt Van Dedem.
Strooptocht
„Natuurlijk krijgen wij het zwaar. Maar
op de weg is het eentonig en heb je te
maken met tegenliggers. Parijs-Dakar is
voor vrachtwagens minder gevaarlijk
dan een rit van Den Haag naar Gronin
gen. Ik heb trouwens bewust voor het
rijden van een vrachtwagen gekozen.
Daarin ben je het minst kwetsbaar". De
gegevens van vorig jaar onderstrepen
zijn stelling. Toen verongelukten twee
motorcoureurs en raakte Nederlander
Gerard Rond gewond tijdens de tocht
over 15.000 kilometer.
Dit jaar is het minimum aantal kilome
ters bepaald op 12.000. „Maar denk
maar niet dat dat betekent dat het er
eenvoudiger op wordt. Integendeel. We
zijn er nu echter beter op voorbereid. De
vrachtwagen, die trouwens bijna een half
miljoen waard is, is veel comfortabeler.
Vooral vanwege de vering. En vorig jaar
hebben we ook iets geleerd voor wat be
treft de samenstelling van de teams. We
hebben nu een prima groep".
Een groep die op pad gaat met een bud
get van 875.000 gulden. „Het was gigan
tisch arbeidsintensief om voldoende
sponsors te vinden". Waarbij het echec
van vorig jaar de strooptocht naar gul
dens nog eens extra ingewikkeld maakte.
Bij de onlangs gehouden perspresentatie
van het team, waarmee vorig jaar nog
was samengewerkt, werd „gefluisterd"
over hoge schulden van Vermeulen en
de zijnen. „Ons team heeft de sponsors
nooit belazerd", repliceert Van Dedem.
„Natuurlijk waren er hoge rekeningen,
maar dat is in de loop van het jaar alle
maal rechtgetrokken. Jim Vermeulen en
Lee van Dam (de man achter de TT van
Assen, red.) hebben er beiden privé zo'n
anderhalve ton ingestoken. „We hadden
ook de stichting kunnen laten klappen,
maar zo zijn we niet. En we houden ook
niet van vuilspuiterij. We houden het
positief en als we Nederlanders van Dai
hatsu onderweg met problemen zien
staan, zullen we ze heus helpen. Ik vraag
me alleen af of ze dat omgekeerd ook
zullen doen".
ROB LANGEVELD
Foto: MILAN KONVALINKA
VOORBURGER AAN STUUR VAN
VRACHTWAGEN IN PARIJS - DAKAR
VOORBURG - Als op 1 januari
het startschot wordt gegeven voor
de negende aflevering van de mon-
stertocht voor auto's en motorfiet
sen Parijs-Dakar begint niet alleen
een strijd van snelheid en uithou
dingsvermogen. Tegelijkertijd barst
ook de nu al ingezette race om mil
limeters en minuten volledig los.
Millimeters krantepapier en minu
ten televisie-zendtijd, wel te ver
staan. Want de meeste deelnemers
winden er geen doekjes meer om.
„De sponsors stellen ons in staat
onze hobby te beoefenen", zegt de
40-jarige Voorburger Arthur van
Dedem. „Daarom heb ik er hele
maal geen moeite mee tegenpresta
ties te leveren. Door reclame voor
g ze te maken".
it
Toch staat hel betoog van Van Dedem,
tweevoudig nationaal kampioen in groep
A van de toerwagens, niet bol van de
sponsornamen. Als zakenman weet hij
dat hiermee doorgaans juist het tegen-
deel wordt bereikt. Arthur van Dedem
groeide op in Aerdenhout bij Haarjem,
waar hij al op jonge leeftijd bevriend
>l raakte met Jim Vermeulen, de huidige
directeur van het circuit van Zandvoort.
Drie jaar geleden begon Van Dedem
weer met de autoracerij, waarmee hij
van jongs af aan was opgegroeid. Op za-
e terdag 27 december vertrekt hij vanuit
11 Amsterdam om voor de tweede maal
f aan de rally der rally's te gaan meedoen.
"I Hij hanteert het stuurwiel van de vracht-
n wagen in het team van Jim Vermeulen,
die op pad gaat namens Toyota. De tot
de laatste schroef toe aangepaste truck
d van Van Dedem fungeert in de eerste
l' plaats als service-auto voor de équipe,
e die verder bestaat uit twee „specials"
(die.alle qua vorm nog iets weghebben
r- van een personenauto) en een „landcros-
g ser" (jeep). Die officieel de naam Dutch
n National Paris-Dakar Team '87 draagt.
■r Eigen houtje
d „Het vrachtwagenklassement is voor mij
j. minder van belang. Ik ga in de eerste
r- plaats mee om assistentie te verlenen en
i_ de finish te halen. Maar vorig jaar won
n ook een service-wagen bij de vrachtwa-
ij gens. In Parijs-Dakar kan immers alles",
it weet Van Dedem.
Vorig jaar maakte ook een Nederlandse
afvaardiging van Daihatsu deel uit van
het Dutch National Team, maar deze
probeert het in de nieuwe editie van Pa
rijs-Dakar op eigen houtje. Ook DAF
Trucks, met als paradepaardje uiteraard
Jan de Rooy die voor de zesde maal
meedoet, en de motorrijdende broers
Pierre en Toon Karsmakers vertrekken
op nieuwjaarsdag uit de Franse hoofd
stad voor de tweeëntwintigdaagse mon
sterrit naar de Senegalese kustplaats. Een
rit die traditioneel wéér zwaarder zal
zijn dan alle voorgaande.
Want dat organisator Thierry Sabine vo
rig jaar bij een helikopter-crash in het
harnas overleed, heeft nauwelijks iets
veranderd aan de opzet. De meest op
merkelijke aanpassing is nog dat de 530
ploegen op het zuidoostelijk deel van de
route, waarin achtereenvolgens Frank
rijk, Spanje, Algerije, Niger, Mali, Mau-
retaniè en Senegal worden aangedaan,
worden omgeleid via Arbre een Dirkou.
Over de woestijn tussen deze Nigeriaan-
se plaatsen werd de as van de omgeko
men Franse organisator uitgestrooid. Als
eerbetoon aan zijn zoon laste vader Gil
bert Sabine, die de organisatie heeft
overgenomen, dit ommetje in! Ook Sabi
ne sr. heeft niet over gepeinsd de rally
na het tragisch ongeluk van vorig jaar,
waarbij in totaal vijf personen omkwa
men, maar voor gezien te houden. Het
zou, vindt hij, juist de wens van Thierry
zijn geweest ook zonder hem door te
gaan.
Afhaken
Arthur van Dedem zat vorig jaar alweer
hoog en droog in Voorburg toen de wen
telwiek van Sabine tegen een zandheuvel
vloog. Na een week zat voor de meeste
Nederlanders de barre tocht er al weer
op. De wagen van Jim Vermeulen was al
voor de start afgekeurd en Van Dedem
moest na zeven dagen afhaken. Een
voorbeeld dat Jan de Rooy later volgde.
„Het was niet zo lang, maar lang genoeg
om een heleboel te leren. „We lagen
meer ónder de auto's dan we erin zaten.
Gp een gegeven moment moesten we
kiezen tussen doorrijden met de zeker
heid dat we later helemaal zouden stran
den of terugkeren en de voertuigen nog
enigszins redelijk afleveren. De vracht
wagen van vorig jaar was een soort kiep-
wagen met een vering van nul komma
nul. Een plank", herinnert de Voorburg-
se verkoper van een nieuw soort Japans
banken. De rust die Selinger uitstraalt
geeft automatisch zelfvertrouwen. „Hij
pakt ons psychologisch echt goed aan.
We hebben bijvoorbeeld voor een be
langrijke wedstrijd altijd een ochtend
training. Laat hij ons lekker een warmin-
g-up draaien en wat inspelen. Toen was
het na zo'n drie kwartier ineens gebeurd;
we moesten stoppen. Net op het mo
ment dat je er lekker zin in krijgt om er
keihard tegenaan te gaan. Meer was niet
nodig volgens hem. Nou, in de wedstrijd
ging iedereen er dus extra hard tegenaan.
Selinger is ook zo verschrikkelijk tech
nisch bezig. Zo trek je trouwens tijdens
de trainingen elkaar omhoog. Moeilijke
zaken moeten op een gegeven moment
gaan lukken. Steeds weer proberen en
dan krik je het hele team op".
Hoofdblokkeerder Zoodsma, die moet
concurreren met clubgenoot Posthuma
en met Teun Buys, Marco Brouwers en
Martin Teffer van landskampioen Mar-
tinus, wordt door Arie Selinger met
name in de stop vrij constant gebruikt.
„Ik moet dan vertrouwen geven op de
momenten dat het slechter gaat. Ik hou
trouwens wel van wat risico. Ben ook
een speler met lef. Ik ben nooit bang om
fouten te maken. Als je op 0-0 een
sprongserve keihard en goed kunt slaan,
dan moet dat op 13-13 ook lukken. Arie
is daar ook een voorstander van, van
dat nemen van die risico's".
„Als je toch vergelijkt wat een tijd je nu
met volleybal bezig bentverzucht
de Fries. „Ja, dan is het toch ook een lo
gische zaak dat daar wat tegenover staat.
Er zijn zelfs een paar jongens gestopt
met hun baan. Het blijft een hobby,
okee, maar we zijn begonnen aan een
professioneel plan en daar hoort een
stelsel met vergoedingen bij".
Het is uiteraard geen vetpot, maar toch
een goede zaak dat er nu eens een stelle
tje fanatieke volleyballers onbekommerd
er tegenaan kan gaan. Het waren de eer
ste successen van de volleybalbond en
van Selinger. Het woord is nu aan de
mensen in het veld. De prestaties zullen
door de critici namelijk zwaar gewogen
worden. „En wij weten ook donders
goed dat we goed moeten spelen om de
EK te halen. We zetten niet voor niets
voor een periode van zes, zeven jaar al
les aan de kant. Ik prefereer het Neder
lands team en dat kan ontzettend ver
komen. Onze kansen om ons te kwalifi
ceren voor de Olympische Spelen in Se
oel liggen zelfs erg goed. Niet voor niets
zegt Selinger, dat het een gunst is om in
het Nederlands team te spelen. En daar
heeft-ie gelijk in."
RONALD WOUDENBERG
VOLLEYBAL-INTERNATIONAL RONALD ZOODSMA
GELOOFT IN TOEKOMST:
m HAARLEM - Van de opofferings-
r" gezindheid van zijn selectie wordt
J* bijna het onmogelijke gevraagd,
p. maar bondscoach Arie Selinger
>ij lijkt het voor elkaar te krijgen. Het
a-merendeel van zijn talentvolle
("groep is al bijna full-time aan de
■i® volleybalsport gebonden. Ook de
Friese international Ronald Zoods-
;nma zal binnenkort een voorlopige
o-punt achter zijn lerarenopleiding
a-zetten om nog meer tijd aan zijn
passie te kunnen besteden. Het is
|!J een teken dat de Oranjeklanten het
njzien zitten met Selinger en de
ie voorspelde rooskleurige toekomst,
ij-Zoodsma: „Selinger is iets aparts,
o-Hij is een soort Bhagwan. Toen ik
l" hem voor de eerste keer zag straal-
"Jde hij al zoveel rust uit. Je ver-
ig trouwt hem gewoon. Hij is bezig
m met zijn jongens, met zijn team en
>u kritiek van de buitenwacht doet
e- hem en ons niets meer",
a-
»t-
e- Deze laatste weken van december en het
al begin van januari vormen voor de ploeg
o- van Selinger een eerste echte test-case.
Nadat in de afgelopen zomer het toela-
isj tingsexamen werd afgelegd tegen de on-
in aantastbaar geachte Russen (in Almelo
is werd zelfs met 3-0 gewonnen) is nu de
e- toernooienreeks Haarlem, Apeldoorn en
?n Bottrop het volgende stapje op de steile
n- ladder naar de wereldtop. En de NeVo-
ii- Bo en Selinger mikken echt hoog. Via de
d. EK-kwalificatie en de EK in Belgié
;n wordt nu al reikhalzend uitgekeken naar
or het kwalificatietoernooi voor de Olympi-
ng sche Spelen in Seoel in januari '88 in ei-
iel gen land. Seoel is het eerste hoog gestel-
ir- de doel, daarna moeten wereldkampi-
a- oenschappen en Barcelona '92 volgen,
ak
Bliksemcarrière
el
eri Onder het motto „regeren is vooruit-
i zien" zijn er nogal wat spelers, die hun
d werk of studie voor onbepaalde tijd in
de ijskast hebben gezet. Ronald Zoods
ma is nu nog druk doende zich in Leeu
warden te bekwamen als leraar Neder
lands en aardrijkskunde. Omdat er regel
matig overdag wordt getraind en vele
toernooien op de gekste tijden vrije da
gen vragen komt die studie logischerwij
ze in het nauw.
Zoodsma: „Zoals het er op dit moment
naar uitziet stop ik in Leeuwarden en
studeer ik verder bij de Open Universi
teit. Dan kan ik tenminste mijn eigen
tijd indelen. Het is eigenlijk de enige
mogelijkheid die je hebt als alle plannen
honderd procent doorgaan".
Ronald Zoodsma, geboren en getogen in
Sneek, is bezig met een ware bliksemcar
rière. Zes jaar geleden begon hij pas met
de volleybalsport. Hij speelde een jaar
bij Olympus en kwam via het districts
team al snel in het vizier van Jong-
Oranjetrainer Abe Meininger. Natuurlijk
stond Animo in de persoon van trainer
Paul van Sliedrecht ook al snel op de
stoep. Toen ging het ineens razendsnel.
Zoodsma werd geselecteerd voor Jong
Oranje, speelde slechts twee wedstrijden
voor het reserveteam van Animo en
stond toen al met beide benen in de ere
divisie.
Waarmaken
De toernooienreeks waar het herenteam
van Oranje nu middenin zit ziet Zoods
ma als welkome afwisseling van de trai
ningen, die tweemaal in de week in Am
stelveen worden afgedraaid. Daarnaast is
hij met team maat Posthuma uiteraard
ook nog zo'n viermaal in de week actief
bij Animo in Sneek.
„Nu kunnen we eindelijk eens zien hoe
ver we zijn. We zijn echt hard vooruitge
gaan. Sinds Almelo zijn we eigenlijk al
leen maar beter geworden. Het enige wat
we missen is wedstrijdervaring. Vooral
Haarlem en Apeldoorn zijn heel positief.
Kunnen we ons meten in een lekkere
volle hal met eigen publiek. En we moe
ten ons gewoon waarmaken, daarom
trainen we toch".
Ziet de twee meter lange aanvaller het
niet als een nadeel, dat hij - in tegen
stelling tot alle Marhnus-internatio-
Bondscoach
Selinger
onderhoudt zich
bij zijn ploeg
Martinus met
Brouwers en
Goedkoop, de
routiniers van het
Nederlands team.
nals - niet elke dag bij Selinger kan trai
nen? „Ik denk dat de huidige combinatie
tussen Animo en het Nederlands team
erg goed is. Wij trainen bij Animo in de
zelfde stijl als Martinus. Zelfs de opstel
lingen zijn aangepast aan de wensen van
Selinger. In Sneek hebben ze er toch ook
baat bij als Jan Posthuma en ik zo goed
mogelijk presteren in het Nederlands
team. Nee, de samenwerking verloopt
erg goed".
Kansen
„Je hebt natuurlijk altijd een beetje ach
terstand. maar voor Selinger is echt ie
dereen hetzelfde. Hij maakt echt geen
onderscheid tussen spelers van Martinus
of jongens als ik. Hij heeft ook lak aan
namen, lak aan mensen met routine. Ik
denk trouwens zelf dat de ouderen
(Zoodsma doelt bijvoorbeeld op spelers
als Brouwers en Goedkoop, red.) op een
zelfde niveau zijn blijven staan en dat
wij als jongeren alleen maar beter wor
den. De grote verschillen zijn voorbij.
De routiniers moeten hard werken om
zich ons van het lijf te houden. Selinger
geeft ons niet voor niets zat kansen".
De bewondering voor de Amerikaan
steekt Zoodsma niet onder stoelen of
Arthur van
Dedem: „Het was
gigantisch
arbeidsintensief
om voldoende
sponsors te
vinden".
■i
£cktóe6ou4a/nt