Arthur van Dedem rijdt niet voor het klassement „Selinger is net Bhagwan" Andussen De oud-papierman of kringloopspecia list, vroeger lorrenboer genaamd, heeft de laatste maanden een goeie aan mij. Naast de vele dagbladen die ik dage lijks consumeer, net vele ongevraagde drukwerk en de huis-aan-huisbladen waar ik ook al niet om verlegen zit kan ik tegenwoordig bij hem bijna we kelijks een proefschrift over voetbalvan dalisme op de weegschaal deponeren. Niet alleen de media stortten zich met graagte op dit toch zo kleine deel van het totale destructieve gebeuren, ook de wetenschappers hebben het terrein in middels ontdekt. Iedere doctorandus die nog een onderwerpje zocht om het fel begeerde doctor voor zijn naam te kunnen zetten kon daar tot dusver wel terecht. Ik heb echter de stellige indruk dat dit deel van de proefschriftmarkt verza digd begint te raken. En begrijpelijk. Want zo'n flinterdun themaatje is na tuurlijk snel uitgemolken. En iedere professor die de doctorandus waardig moet achten een sportje hoger op de aanzien-ladder te klimmen, zal zich er steeds meer voor hoeden zo'n gestu deerde vandalismedeskundige behulp zaam te zijn bij diens promotie. Want elke promotie (van een doctorandus) heeft degradatie (van het onderwerp) tot gevolg. Vele ambitieuze „andussen'' kunnen inmiddels het nagestreefde voorvoegsel ter prest igevergroling vergeten. Zij zien, inmiddels al een stuk op streek met hun studie over voetbalvandalis me. de markt overstroomd. En daar mee wordt hun bijdrage aan de biblio theek waardeloos. Eind vorige/begin deze week bereikte de promotiekoorts over voetbalvanda lisme zijn hoogtepunt. Eerst betoogde een zekere Van der Brug dat voetbal vandalisme vanzelf uitsterft. Vervol gens kwam ene Van der Meer met het idee dat de vandalen maar eigenaar van de clubs moeten worden. Dal zijn aardige, maar nauwelijks meer serieus te nemen verhalen. Eerst even over die meneer Van der Brug. dr. Van der Brug dus inmiddels. Vanzelf uitstervend voetbalvandalisme, het is een theorie die te mooi is om waar te kunnen zijn. Hij is dan ook niet waar. In zijn eigen proefschrift on dergraaft Van der Brug zijn eigen op vattingen door zelfs al in 1880 de eer ste daad van vandalisme op te voeren. En nu, inmiddels ruim een eeuw later, woedt het fenomeen nog in alle hevig heid. Als er ooit sprake is van een zeer lang zame dood, dan is dat in het onderha vige geval zo. Je zou bijna overwegen o f euthanasie in dit geval niet wense lijk is. Want alle in tweeledig opzicht gezochte verbanden van Van der Brug ten spijt lijkt de „stervende" patiënt mij nog alleszins levendig toe. Ik denk niet dat er een brede maat schappelijke discussie behoeft te wor den gevoerd om in dit geval tot een in ventarisatie van meningen te komen. Meneer Van der Brug kan voortaan maar beter zijn mond houden. En dan die Van der Meer. Die is an- dragoog. Hij komt met het spectaculai re voorstel de harde kern van de sup port ersgroepen een aandeel te laten ko pen. Niet zoals je in een eerste opwel ling zou denken in aannemers- en re paratiebedrijven, die gesloopte stadions en vernielde treinen moeten repareren. Dat zijn tegenwoordig toch florerende ondernemingen. Nee, de vandalen moeten aandelen kunnen kopen in hun club. Dat schept een band. vindt Van der Meer, die uitgaat van verantwoor- delijksgevoel bij deze lui. Als ze mede eigenaar zijn van een voetbalbedrijf zullen ze er wel voor waken hun eigen dom in gevaar te brengen door de beest ■uit te hangen, meent Van der Meer. Dit nu is een van de meest ontroerenae staaltjes kinderlijkheid, die in alle pu- blikaties over voetbalvandalisme tot dusver zijn opgeschreven. Kijk, dat je in een bui van ongekende neerslachtig heid of in een staat van door alcoholge bruik beïnvloede argeloosheid bepaalde ideetjes bedenkt duid ik niemand eu vel. Iedereen heeft wel eens een zwak moment. Maar dat je dit soort zolder kamergedachten dan ook nog eens op papier zet en ze naar builen brengt ge tuigt van een overmoedigheid die zijn weerga niet kent. Want als je ergens niet op moet specu leren bij voetbalvandalen is het wel hun verantwoordelijkheidsgevoel. Die lui hebben slechts één gevoel, dat voor publiciteit. Maar dat is niets nieuws. Vandaar dat de heren onderzoekers met steeds andere en steeds onwaar schijnlijker oplossingen komen voor een probleem dat onoplosbaar is. En bovendien zo marginaal, als tenminste de schade van voetbalvandalen wordt afgezet tegen die van de normaalvan dalen. Geen zinnig mens zal bedenken dat je normaalvandalen aandelen moet laten kopen in allerlei maatschappelijke ge ledingen, die met hun activiteiten in verband kunnen worden gebracht. Want Van der Meer mag dan wel beto gen dat het financieel interessant is voor clubs ais driehonderd man een aandeel koopt van tweehonderd gul den, dat levert slechts het luttele bearag van zestig mille op. Een druppel op een gloeiende plaat voor clubs die voor deze procedure in aanmerking komen. Kijk, voor een club als Heracles is het een aardig idee. Maar Heracles heeft geen driehonderd vandalen in ziin ge lederen, hooguit een stuk of twaalf. Los daarvan, hoe denkt meneer Van der Meer dat die harde kernen hun aan deel gaan financieren. Zitten die lui zo goed in de slappe was dat ze zo'n be drag allemaal kunnen ophoestenVol gens Van der Meer wel. Maar hij zegt er niet bij welke bronnen bedoelde lui aanboren. Misschien is dat een thema(atje) voor een volgende promotie. Maar die mag dan wat mij betreft de laatste zijn in een toch al veel te lange reeks. BUYS De Nederlandse ploegen die deelne men aan Parijs-Dakar zien er als volgt uit: Toyota: Jim Vermeulen (Ha- zerswoude), Bernie Hutchinson (Groot-Brittannië), Huub Vermeu len (Den Haag), Peter Hemmes (Den Haag), Maarten Bottelier (Amsterdam), Jille de Kleine (Utrecht), Arthur van Dedem (Voorburg), Ido van Ingen (Amster dam), Leon de Galan (Zandvoort). Daihatsu: Bert Moritz (Am sterdam), Ben Elenbaas (Muiden), Maarten van Eijk (Linschoten), At- tie Does wijk (Oude water), Ad Zijl stra (Montfoort), Geke Kastelein (Linschoten). DAF: Jan de Rooy (Son en Breugel), Yvo Geusens (België), Theo van de Rijt (Sint Oedenrode), Peter Vanmaris (Well), Kees van Loevenzijn (Eindhoven), Hugo Duisters (België), Leon Dieker (Hoogeloon), Martin Ketelaars (Boxtel), Tony Tessens ((België). Drum Store: Pierre Karsma- kers (Waalre), Toon Karsmakers (Waalre), Anne Kies (Appelscha), Albert Graafstra (Oosterwolde), Henk Vercoelen (Bergeijk). visvoer zich nog. „Het was een drama. Alles scheurde en trilde kapot. Voor de versnellingsbak hebben we op een gege ven moment zelfs bouten uit het chassis moeten gebruiken". Behalve het imago slechts een door de woestijn trekkende reclame-karavaan te zijn, staan de deelnemers aan Parijs-Da kar ook bloot aan andere kritiek. Van Dedem realiseert zich dat, maar weer legt: „Er wordt wel gescholden dat we misbruik maken van de arme landen waar we doorheen rijden. Maar neem van mij aan dat er andersom van ons wordt geprofiteerd. Toen we na de boot tocht in Algerije begonnen, betaalden we ongeveer vijftig cent per liter benzine. Hoe verder we kwamen, hoe duurder het werd. Tot zes gulden aan toe. En er wordt gestolen als de raven. Bij de 's nachts gezamenlijk ingerichte kam pen, moeten door de plaatselijke politie soms complete razzia's worden gehou den. En als je uren achtereen eenzaam door de woestijn rijdt zie je werkelijk geen sterveling. Maar zodra je met pan ne komt stil te staan, verschijnen er mensen. Je snapt werkelijk niet waar ze vandaan komen. Ik heb het meegemaakt dat we midden in de woestijn stonden te sleutelen. In de wijde omgeving was nie mand te bekennen. Maar ineens ver scheen er een bruin handje tussen mijn benen door. Om een aansteker van de grond te pikken". Spoor bijster De ervaringen van Van Dedëm, overi gens bepaald geen aanleiding zelfs maar te overwegen van een tweede poging af te zien, halen het natuurlijk niet bij die van motorcoureur Aijan Brouwer. De Nijkerker was vorig jaar in het nie mandsland twee dagen lang het spoor volledig bijster. Hij was spoorloos. En toen verscheen er niemand. „De motorrijders, van wie er trouwens misschien nog eentje aan ons team wordt toegevoegd, hebben het veruit het zwaarst. Die moeten echt een supercon ditie hebben. Maar in de vrachtwagens hebben we zo'n beetje de dubbele tijd nodig. De volledig aangepaste „special",, waarin onder anderen Jim Vermeulen rijdt, heeft misschien acht tot tien uur per dag nodig. Maar wij doen er twee maal zolang over". De tweekoppige bemanning hanteert het stuurwiel zolang het kan. Van tachome ters is geen sprake, maar een truck door zand en over rotsen jagen is dan ook ab soluut niet te vergelijken met wat een beroepschauffeur op de Nederlandse we gen moet presteren, vindt Van Dedem. Strooptocht „Natuurlijk krijgen wij het zwaar. Maar op de weg is het eentonig en heb je te maken met tegenliggers. Parijs-Dakar is voor vrachtwagens minder gevaarlijk dan een rit van Den Haag naar Gronin gen. Ik heb trouwens bewust voor het rijden van een vrachtwagen gekozen. Daarin ben je het minst kwetsbaar". De gegevens van vorig jaar onderstrepen zijn stelling. Toen verongelukten twee motorcoureurs en raakte Nederlander Gerard Rond gewond tijdens de tocht over 15.000 kilometer. Dit jaar is het minimum aantal kilome ters bepaald op 12.000. „Maar denk maar niet dat dat betekent dat het er eenvoudiger op wordt. Integendeel. We zijn er nu echter beter op voorbereid. De vrachtwagen, die trouwens bijna een half miljoen waard is, is veel comfortabeler. Vooral vanwege de vering. En vorig jaar hebben we ook iets geleerd voor wat be treft de samenstelling van de teams. We hebben nu een prima groep". Een groep die op pad gaat met een bud get van 875.000 gulden. „Het was gigan tisch arbeidsintensief om voldoende sponsors te vinden". Waarbij het echec van vorig jaar de strooptocht naar gul dens nog eens extra ingewikkeld maakte. Bij de onlangs gehouden perspresentatie van het team, waarmee vorig jaar nog was samengewerkt, werd „gefluisterd" over hoge schulden van Vermeulen en de zijnen. „Ons team heeft de sponsors nooit belazerd", repliceert Van Dedem. „Natuurlijk waren er hoge rekeningen, maar dat is in de loop van het jaar alle maal rechtgetrokken. Jim Vermeulen en Lee van Dam (de man achter de TT van Assen, red.) hebben er beiden privé zo'n anderhalve ton ingestoken. „We hadden ook de stichting kunnen laten klappen, maar zo zijn we niet. En we houden ook niet van vuilspuiterij. We houden het positief en als we Nederlanders van Dai hatsu onderweg met problemen zien staan, zullen we ze heus helpen. Ik vraag me alleen af of ze dat omgekeerd ook zullen doen". ROB LANGEVELD Foto: MILAN KONVALINKA VOORBURGER AAN STUUR VAN VRACHTWAGEN IN PARIJS - DAKAR VOORBURG - Als op 1 januari het startschot wordt gegeven voor de negende aflevering van de mon- stertocht voor auto's en motorfiet sen Parijs-Dakar begint niet alleen een strijd van snelheid en uithou dingsvermogen. Tegelijkertijd barst ook de nu al ingezette race om mil limeters en minuten volledig los. Millimeters krantepapier en minu ten televisie-zendtijd, wel te ver staan. Want de meeste deelnemers winden er geen doekjes meer om. „De sponsors stellen ons in staat onze hobby te beoefenen", zegt de 40-jarige Voorburger Arthur van Dedem. „Daarom heb ik er hele maal geen moeite mee tegenpresta ties te leveren. Door reclame voor g ze te maken". it Toch staat hel betoog van Van Dedem, tweevoudig nationaal kampioen in groep A van de toerwagens, niet bol van de sponsornamen. Als zakenman weet hij dat hiermee doorgaans juist het tegen- deel wordt bereikt. Arthur van Dedem groeide op in Aerdenhout bij Haarjem, waar hij al op jonge leeftijd bevriend >l raakte met Jim Vermeulen, de huidige directeur van het circuit van Zandvoort. Drie jaar geleden begon Van Dedem weer met de autoracerij, waarmee hij van jongs af aan was opgegroeid. Op za- e terdag 27 december vertrekt hij vanuit 11 Amsterdam om voor de tweede maal f aan de rally der rally's te gaan meedoen. "I Hij hanteert het stuurwiel van de vracht- n wagen in het team van Jim Vermeulen, die op pad gaat namens Toyota. De tot de laatste schroef toe aangepaste truck d van Van Dedem fungeert in de eerste l' plaats als service-auto voor de équipe, e die verder bestaat uit twee „specials" (die.alle qua vorm nog iets weghebben r- van een personenauto) en een „landcros- g ser" (jeep). Die officieel de naam Dutch n National Paris-Dakar Team '87 draagt. ■r Eigen houtje d „Het vrachtwagenklassement is voor mij j. minder van belang. Ik ga in de eerste r- plaats mee om assistentie te verlenen en i_ de finish te halen. Maar vorig jaar won n ook een service-wagen bij de vrachtwa- ij gens. In Parijs-Dakar kan immers alles", it weet Van Dedem. Vorig jaar maakte ook een Nederlandse afvaardiging van Daihatsu deel uit van het Dutch National Team, maar deze probeert het in de nieuwe editie van Pa rijs-Dakar op eigen houtje. Ook DAF Trucks, met als paradepaardje uiteraard Jan de Rooy die voor de zesde maal meedoet, en de motorrijdende broers Pierre en Toon Karsmakers vertrekken op nieuwjaarsdag uit de Franse hoofd stad voor de tweeëntwintigdaagse mon sterrit naar de Senegalese kustplaats. Een rit die traditioneel wéér zwaarder zal zijn dan alle voorgaande. Want dat organisator Thierry Sabine vo rig jaar bij een helikopter-crash in het harnas overleed, heeft nauwelijks iets veranderd aan de opzet. De meest op merkelijke aanpassing is nog dat de 530 ploegen op het zuidoostelijk deel van de route, waarin achtereenvolgens Frank rijk, Spanje, Algerije, Niger, Mali, Mau- retaniè en Senegal worden aangedaan, worden omgeleid via Arbre een Dirkou. Over de woestijn tussen deze Nigeriaan- se plaatsen werd de as van de omgeko men Franse organisator uitgestrooid. Als eerbetoon aan zijn zoon laste vader Gil bert Sabine, die de organisatie heeft overgenomen, dit ommetje in! Ook Sabi ne sr. heeft niet over gepeinsd de rally na het tragisch ongeluk van vorig jaar, waarbij in totaal vijf personen omkwa men, maar voor gezien te houden. Het zou, vindt hij, juist de wens van Thierry zijn geweest ook zonder hem door te gaan. Afhaken Arthur van Dedem zat vorig jaar alweer hoog en droog in Voorburg toen de wen telwiek van Sabine tegen een zandheuvel vloog. Na een week zat voor de meeste Nederlanders de barre tocht er al weer op. De wagen van Jim Vermeulen was al voor de start afgekeurd en Van Dedem moest na zeven dagen afhaken. Een voorbeeld dat Jan de Rooy later volgde. „Het was niet zo lang, maar lang genoeg om een heleboel te leren. „We lagen meer ónder de auto's dan we erin zaten. Gp een gegeven moment moesten we kiezen tussen doorrijden met de zeker heid dat we later helemaal zouden stran den of terugkeren en de voertuigen nog enigszins redelijk afleveren. De vracht wagen van vorig jaar was een soort kiep- wagen met een vering van nul komma nul. Een plank", herinnert de Voorburg- se verkoper van een nieuw soort Japans banken. De rust die Selinger uitstraalt geeft automatisch zelfvertrouwen. „Hij pakt ons psychologisch echt goed aan. We hebben bijvoorbeeld voor een be langrijke wedstrijd altijd een ochtend training. Laat hij ons lekker een warmin- g-up draaien en wat inspelen. Toen was het na zo'n drie kwartier ineens gebeurd; we moesten stoppen. Net op het mo ment dat je er lekker zin in krijgt om er keihard tegenaan te gaan. Meer was niet nodig volgens hem. Nou, in de wedstrijd ging iedereen er dus extra hard tegenaan. Selinger is ook zo verschrikkelijk tech nisch bezig. Zo trek je trouwens tijdens de trainingen elkaar omhoog. Moeilijke zaken moeten op een gegeven moment gaan lukken. Steeds weer proberen en dan krik je het hele team op". Hoofdblokkeerder Zoodsma, die moet concurreren met clubgenoot Posthuma en met Teun Buys, Marco Brouwers en Martin Teffer van landskampioen Mar- tinus, wordt door Arie Selinger met name in de stop vrij constant gebruikt. „Ik moet dan vertrouwen geven op de momenten dat het slechter gaat. Ik hou trouwens wel van wat risico. Ben ook een speler met lef. Ik ben nooit bang om fouten te maken. Als je op 0-0 een sprongserve keihard en goed kunt slaan, dan moet dat op 13-13 ook lukken. Arie is daar ook een voorstander van, van dat nemen van die risico's". „Als je toch vergelijkt wat een tijd je nu met volleybal bezig bentverzucht de Fries. „Ja, dan is het toch ook een lo gische zaak dat daar wat tegenover staat. Er zijn zelfs een paar jongens gestopt met hun baan. Het blijft een hobby, okee, maar we zijn begonnen aan een professioneel plan en daar hoort een stelsel met vergoedingen bij". Het is uiteraard geen vetpot, maar toch een goede zaak dat er nu eens een stelle tje fanatieke volleyballers onbekommerd er tegenaan kan gaan. Het waren de eer ste successen van de volleybalbond en van Selinger. Het woord is nu aan de mensen in het veld. De prestaties zullen door de critici namelijk zwaar gewogen worden. „En wij weten ook donders goed dat we goed moeten spelen om de EK te halen. We zetten niet voor niets voor een periode van zes, zeven jaar al les aan de kant. Ik prefereer het Neder lands team en dat kan ontzettend ver komen. Onze kansen om ons te kwalifi ceren voor de Olympische Spelen in Se oel liggen zelfs erg goed. Niet voor niets zegt Selinger, dat het een gunst is om in het Nederlands team te spelen. En daar heeft-ie gelijk in." RONALD WOUDENBERG VOLLEYBAL-INTERNATIONAL RONALD ZOODSMA GELOOFT IN TOEKOMST: m HAARLEM - Van de opofferings- r" gezindheid van zijn selectie wordt J* bijna het onmogelijke gevraagd, p. maar bondscoach Arie Selinger >ij lijkt het voor elkaar te krijgen. Het a-merendeel van zijn talentvolle ("groep is al bijna full-time aan de ■i® volleybalsport gebonden. Ook de Friese international Ronald Zoods- ;nma zal binnenkort een voorlopige o-punt achter zijn lerarenopleiding a-zetten om nog meer tijd aan zijn passie te kunnen besteden. Het is |!J een teken dat de Oranjeklanten het njzien zitten met Selinger en de ie voorspelde rooskleurige toekomst, ij-Zoodsma: „Selinger is iets aparts, o-Hij is een soort Bhagwan. Toen ik l" hem voor de eerste keer zag straal- "Jde hij al zoveel rust uit. Je ver- ig trouwt hem gewoon. Hij is bezig m met zijn jongens, met zijn team en >u kritiek van de buitenwacht doet e- hem en ons niets meer", a- »t- e- Deze laatste weken van december en het al begin van januari vormen voor de ploeg o- van Selinger een eerste echte test-case. Nadat in de afgelopen zomer het toela- isj tingsexamen werd afgelegd tegen de on- in aantastbaar geachte Russen (in Almelo is werd zelfs met 3-0 gewonnen) is nu de e- toernooienreeks Haarlem, Apeldoorn en ?n Bottrop het volgende stapje op de steile n- ladder naar de wereldtop. En de NeVo- ii- Bo en Selinger mikken echt hoog. Via de d. EK-kwalificatie en de EK in Belgié ;n wordt nu al reikhalzend uitgekeken naar or het kwalificatietoernooi voor de Olympi- ng sche Spelen in Seoel in januari '88 in ei- iel gen land. Seoel is het eerste hoog gestel- ir- de doel, daarna moeten wereldkampi- a- oenschappen en Barcelona '92 volgen, ak Bliksemcarrière el eri Onder het motto „regeren is vooruit- i zien" zijn er nogal wat spelers, die hun d werk of studie voor onbepaalde tijd in de ijskast hebben gezet. Ronald Zoods ma is nu nog druk doende zich in Leeu warden te bekwamen als leraar Neder lands en aardrijkskunde. Omdat er regel matig overdag wordt getraind en vele toernooien op de gekste tijden vrije da gen vragen komt die studie logischerwij ze in het nauw. Zoodsma: „Zoals het er op dit moment naar uitziet stop ik in Leeuwarden en studeer ik verder bij de Open Universi teit. Dan kan ik tenminste mijn eigen tijd indelen. Het is eigenlijk de enige mogelijkheid die je hebt als alle plannen honderd procent doorgaan". Ronald Zoodsma, geboren en getogen in Sneek, is bezig met een ware bliksemcar rière. Zes jaar geleden begon hij pas met de volleybalsport. Hij speelde een jaar bij Olympus en kwam via het districts team al snel in het vizier van Jong- Oranjetrainer Abe Meininger. Natuurlijk stond Animo in de persoon van trainer Paul van Sliedrecht ook al snel op de stoep. Toen ging het ineens razendsnel. Zoodsma werd geselecteerd voor Jong Oranje, speelde slechts twee wedstrijden voor het reserveteam van Animo en stond toen al met beide benen in de ere divisie. Waarmaken De toernooienreeks waar het herenteam van Oranje nu middenin zit ziet Zoods ma als welkome afwisseling van de trai ningen, die tweemaal in de week in Am stelveen worden afgedraaid. Daarnaast is hij met team maat Posthuma uiteraard ook nog zo'n viermaal in de week actief bij Animo in Sneek. „Nu kunnen we eindelijk eens zien hoe ver we zijn. We zijn echt hard vooruitge gaan. Sinds Almelo zijn we eigenlijk al leen maar beter geworden. Het enige wat we missen is wedstrijdervaring. Vooral Haarlem en Apeldoorn zijn heel positief. Kunnen we ons meten in een lekkere volle hal met eigen publiek. En we moe ten ons gewoon waarmaken, daarom trainen we toch". Ziet de twee meter lange aanvaller het niet als een nadeel, dat hij - in tegen stelling tot alle Marhnus-internatio- Bondscoach Selinger onderhoudt zich bij zijn ploeg Martinus met Brouwers en Goedkoop, de routiniers van het Nederlands team. nals - niet elke dag bij Selinger kan trai nen? „Ik denk dat de huidige combinatie tussen Animo en het Nederlands team erg goed is. Wij trainen bij Animo in de zelfde stijl als Martinus. Zelfs de opstel lingen zijn aangepast aan de wensen van Selinger. In Sneek hebben ze er toch ook baat bij als Jan Posthuma en ik zo goed mogelijk presteren in het Nederlands team. Nee, de samenwerking verloopt erg goed". Kansen „Je hebt natuurlijk altijd een beetje ach terstand. maar voor Selinger is echt ie dereen hetzelfde. Hij maakt echt geen onderscheid tussen spelers van Martinus of jongens als ik. Hij heeft ook lak aan namen, lak aan mensen met routine. Ik denk trouwens zelf dat de ouderen (Zoodsma doelt bijvoorbeeld op spelers als Brouwers en Goedkoop, red.) op een zelfde niveau zijn blijven staan en dat wij als jongeren alleen maar beter wor den. De grote verschillen zijn voorbij. De routiniers moeten hard werken om zich ons van het lijf te houden. Selinger geeft ons niet voor niets zat kansen". De bewondering voor de Amerikaan steekt Zoodsma niet onder stoelen of Arthur van Dedem: „Het was gigantisch arbeidsintensief om voldoende sponsors te vinden". ■i £cktóe6ou4a/nt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 23