inaie
,,Een leuke, schaamteloze film
Relibizz
ZATERDAG 20 DECEMBER 1986
AMSTERDAM - De familie Flodder
heeft tijdens de kerst het woord in de
iNederlandse bioscopen. De film van
'regisseur Dick Maas over het a-sociale
gezin dat een luxe buitenwijk op stel
ten zet is donderdag maar liefst met
l'69 kopieën in roulatie gegaan en slaat
^daarmee alle andere zogenaamde
I „kerstfilms". Producent Laurens
Geels: „Er is een soort hysterie ont
staan rond Flodder. Eigenlijk al zon-
eder dat iemand de complete film ge
zien had. Elke bioscoop wil hem
1 draaien. Nee, ik heb daar geen slapelo-
fze nachten van. Ik heb inmiddels zul
ke positieve reacties gekregen, dat ik
er wel vertrouwen in heb".
Laurens Geels en regisseur Dick Maas
hebben hun eigen produktiebedrijf. First
Floor Features, dat inmiddels al voor
het bioscoopsucces van Alex van War
merdam zorgde: Abel. Dick Maas maak
te indertijd onder de hoede van produ
cent Matthijs van Heijningen zijn succes
De Lift op wat in Hollywood een
„schoenveter-budget" wordt genoemd.
Maas vond in Geels een geliikgestemder
compagnon en het duo heeft in Neder
land nu al een gelijksoortige uitstraling
als George Lucas en Steven Spielberg in
dertijd in Amerika hadden. Met De Lift
.leek in Nederland een bepaald soort fil-
Imen opnieuw uitgevonden en de rol
prent Abel kreeg een jong Nederlands
publiek in de bioscoop dat anders mee
smuilend de advertenties van alweer een
Soutendijk/De Gooijer-produktie aan
zich voorbij liet gaan. „De kwajongens
van First Floor Features" werden ze al
genoemd door actrice Nelly Frijda die
een slonzige hoofdrol in Flodder speelt.
Amerikanen
Acteur Huub Stapel: „Ik vind het leuk
dat ik een beetje aan de wieg heb gestaan
van die samenwerking. Ik ben indertijd
voor De Lift met Dick Maas naar Can
nes gegaan. Daar was Lau Geels ook,
toen nog directeur bij Meerburg-theaters»
en die kende ik weer. Vandaar het con
tact". Laurens Geels heeft inmiddels alr
|een vage zekerheid dat Flodder net zoals|
De Lift door een Amerikaanse „major"
opgepikt zal worden: „Er zijn vertegen-
iwoordigers van Amerikaanse distributie
maatschappijen wezen kijken. Naar een
film zonder ondertitels, dus ze begrepen
maar de helft. Maar ze waren zo enthou-
Psiast dat het er wel van zal komen. Eind
van dit jaar weet ik het zeker".
Huub Stapel is met hoofdrollen in De
Lift en Flodder inmiddels een constante
in het filmwerk van Dick Maas. Boven-
idien wacht hem volgend jaar een belang
rijke rol in Maas' derde film, de thriller
„Amsterdamned". De aftiteling van
Flodder meldt dat Huub z'n training
•kreeg bij die-en-die sportschool en dat is
dhem in de film af te zien. Hij heeft de
ïfafmetingen van een bescheiden „kleren
kast" gekregen, waarbij komt dat hij met
z'n voor z'n rol geblondeerde haar geen
slecht figuur zou slaan tussen het pu
bliek van een boksgala. Een heel ander
soort rol. Stapel: „Ik speel meestal de
rollen van eenlingen. Ik heb iets met dat
soort figuren. Persoonlijke verwant-
hap, denk ik. Ik ben ook iemand die
z'n eigen plan trekt. Film past me beter
dan toneel. Ik ben niet zo geschikt voor
toneelgezelschappen. Ik heb ooit bij het
RO Theater in Rotterdam gepeeld en jp
hebt er leuke en minder leuke collega's,
maar het feit dat ik in een groep moet
functioneren, daar kan ik op een of an
dere manier slecht mee over weg. Ik zou
zo gauw geen club weten waar ik bij zou
willen zitten. Je zult me hooguit in ad-
hoc-produkties in achterafzaaltjes ont
dekken".
Kameleon
„Eigenlijk is die Johnnie in Flodder ook
zo'n eenling. Een beetje kameleontische
figuur. Hij versiert dan toch maar dat
sjieke, mooie buurvrouwtje. Dus je mag
hem als acteur ook niet al te ordinair
maken. Vandaar dat ik geen accent ge
bruik. Wel „motten" en „kennen", een
beetje slordig, maar niet herkenbaar
Amsterdams of zo. Accenten in Neder
land werken niet. Je moet er als acteur
heel voorzichtig mee zijn, want je krijgt
meteen een stempel. Praat je plat-Haags
dan ben je onderwereld, praat je Drents
dan ben je een boer. In Engeland ligt dat
heel anders. Op die sportschool heb ik
drie maanden lang getraind. Vijf keer
per week, drie uur per dag. Ik bleek er
aanleg voor te hebben. Wist ik niet. Ik
werd opeens zó breed en ik woog tien
kilo meer. Spiermassa die je aanmaakt,
heb ik geleerd. Ik blijf er nu een beetje
mee bezig. En ik moet zeggen: je voelt je
er lekker bij".
Over het gejuich dat er - we spreken
hem vóór er enige bioscoopcijfers be
kend zijn - al vroeg rond Flodder werd
aangeheven, is hij een beetje huiverig:
„Ik word er een beetje bang van. Ieder
een gilt over die film. Op de tv werd al
geroepen dat het een knaller was. Ik
denk dan van „oeoeAl zal de film
best een hoop mensen aanspreken. Er
zitten allerlei soorten humor in, visuele,
soms verbaal, soms een beetje plat. Een
schaamteloze film noem ik 't. Erg leuk.
En alles is goed gedoseerd. Je kunt' er
met zo'n gegeven ook een puinhoop van
maken. Dat is niet gebeurd". Voordat
Huub Stapel aan zijn defde Dick-Maas-
fïlm begint, speelt hij nog een hoofdrol
in Bram van Erkels NCR-produktie over
de ondergang van de Twentse textielin
dustrie: Twents Paradijs. „Een mooie
rol", vindt hij. „Ik speel de oudste zoon
van een textielbaron, bijna afgestudeerd.
Hij wordt geacht z'n vader op te volgen
in de zaak, maar merkt dat er ontzettend
met mensen en geld gechicaneerd en ge
manipuleerd wordt. Hij kan het niet
aan, pleegt zelfmoord, rijdt zich tegen
een boom te pletter".
The directors
Verder valt Huub Stapel bij gelegenheid
nog wel eens te ontdekken vóór een heu
se roek-band. Achter de microfoon bij
„The Directors", een band van filmre
gisseurs waarvan ook Laurens Geels en
Dick Maas deel uit maken. Huub Stapel
zingt er als een duvel uit een doosje met
aanstekelijk enthousiasme oude rock
nummers. Een Nederlandse variant op
Bruce Springsteen. Maar als acteur is hij
serieuzer bezig. „Ik wil graag van alles
doen. Voor Op Hoop van Zegen heb ik
gekozen omdat ik wel eens een klassie
ker wilde doen. Ik vind het verschrikke
lijk jammer dat die film geflopt is, maar
ik heb fijn met regisseur Guido Pieters
gewerkt. Meestal kies ik rollen omdat ik
een idee of een regisseur goed vind. Zo
als Ben Verbong van De Schorpioen.
„Maria" van Peter-Jan Rens was een
misser, maar mijn rol had in een andere
film zeker niet misstaan. Ach, je moet
niet omzien in wrok. Ik heb van Robert
de Niro ook wel eens een heel lelijke
film gezien. Volgende keer nóg beter na
denken voor je iets doet. Ik heb nu ze
ven filmrollen gespeeld. Maar de men
sen zien je toch nog als Huub Stapel van
De Lift. De klappers, die onthouden ze.
Gelukkig".
Wonderkind
Regisseur Dick Maas staat er - vlak na
een voorstelling voor pers en genodig
den - met z'n gebruikelijke nonchalance
bij. Alsof de hele boel hem niet aangaat.
Hij maakt niet de indruk graag te praten
over wat hij doet. Hij doet liever. Over
Flodder: „Ik heb geprobeerd een film te
maken met een heleboel soorten grap
pen. Ik hou zelf niet zo van dat hele bot
te. Niet van dat lach-of-ik-schiet. Er zit
ten wel een paar van die grappen in,
waarbij ik zelf dacht: is dat niet een
beetje te bot? Maar dat blijkt dan toch
weer goed te vallen. De een pikt dit op,
de ander iets verfijnders. Er zitten ook
aardig wat knipoogjes in, dubbele bo
dems. Er zijn nu al mensen die iets heb
ben van: je moet 'm twee keer zien. Dan
krijg je weer een andere lading grapjes".
Na De Lift gold Dick Maas opeens als
filmisch wonderkind. Na zijn eerste prijs
op het festival van de „fantasy film" in
het Franse Avoriaz wordt hij ook inter
nationaal in de gaten gehouden. Met zijn
tweede film koos hij voor een compleet
andere richting. „Flodder was lastiger te
maken", zegt hij. „Gewoon omdat de
film veel ingewikkelder is. Er gebeurt
meer. Zestig dagen draaien is nu een
maal ingewikkelder dan die dertig van
De Lift. Maar aan de andere kant was
het een stuk duidelijker wat we aan het
doen waren. Er waren minder verrassin
gen, de tegenvallers waren minder groot.
Dat komt doordat onze planning beter
was en de dingen op het produktionele
vlak beter klopten. We hebben onze ei
gen produktiemaatschappij, dus je hoeft
daar geen strijd over te voeren. Je enige
strijd is gewoon een goeie film te ma
ken".
Wat dat laatste betreft, gaf Dick Maas
zichzelf een aardige taak door meteen
met een aantal achtervolgingen in Holly-
wood-stijl te komen. „Nee", zegt hij
nonchalant, „dat hadden we nog nooit
op die schaal gedaan. Maar we hebben
er dan ook een dikke week over ge
draaid. In dat soort scènes gaat in ver
houding de meeste tijd zitten. Zo'n
SRV-wagen die op hol slaat, dat filmen
duurt twee weken. En het is maar twee
minuten in de film. Maar ie ziet er dat
werk dan ook wel aan af. Zo'n scène
werkt alleen maar als je er tijd aan be
steedt. Dat mag je als regisseur niet af
raffelen".
Joseph luns
Er zijn inmiddels internationale contac
ten, laat ook Maas weten. Heeft hij z'n
film daar ook op afgestemd? De auto's
hebben in elk geval Engels ogende num
merborden. Dick Maas: „We hebben in
België gedraaid, in Sittard en op die na
gebouwde set in Spaarnwoude. We wil
den gewoon niet dat de film zich herken
baar op één specifieke plek afspeelt. Die
nummerborden, ach, ik hou niet zo van
die gele Nederlandse. Dus hebben we de
auto's allemaal overgeplakt. En natuur
lijk zijn er ook knipogen naar Holly
wood. Die sjieke buitenwijk, en die ne
ger die daar de straat veegt. Dat moet je
niet racistisch zien, maar kijk in die
dure wijken in Amerika en het is óf een
Mexicaan óf een zwarte die de straat
schoonhoudt. Zo zijn er meer van die
inside-grapjes. De Belgische regisseur
Robbe de Hert speelt een barman. Ik
kende 'm en hij heeft er toevallig het
postuur voor. Simon van Collem zie je
even. Jeroen Henneman speelt een ten-
nisleraar en Annemarie Grewel zit in de
gemeenteraad. We hadden Luns nog wil
len hebben voor een rol, maar hij vond
het scenario toch iets minder". Joseph
Luns? Welke rol dan? Dick Maas lacht
wat. „Als een van die generaals die de
oorlogstactiek bespreken".
Dick Maas gaat in mei volgend jaar be
ginnen aan Amsterdamned. Dan geen
knipogen meer, maar een serieuze thril
ler. Zijn First Floor Features gaat tevens
de drie miljoen kostende produktie
Wings of Fame van Otokar Votocek
produceren en een film voor Marleen
Gorris. Dick Maas zal zich voorlopig
tussen de thrillers en de komedies blij
ven voortbewegen. Dick Maas: „Je hoeft
van mij geen zware psychologische film
te verwachten". En met een half lachje:
„Misschien als ik wat ouder wordt".
Het klinkt of hij voorlopig niet de min
ste zin heeft ook maar één jaartje aan de
tijd te willen prijsgeven.
BERT JANSMA
Met ingang van vandaag publice
ren wij voortaan geregeld een co
lumn van Bert van Velzen (52).
Van Velzen - geboren Hagenaar,
geschoold aan het Aloysiuscolle-
ge - heeft het grootste deel van
zijn journalistieke carrière in de
parlementaire verslaggeving door
gebracht. Bovendien verbleef hij
twaalf jaar als correspondent in de
Verenigde Staten. Ook heeft hij,
mede voor onze krant, een aantal
jaren als correspondent in Londen
gewerkt. In 1975 kreeg Bert van
Velzen de Prijs voor de Dagblad
journalistiek voor zijn verhalen en
beschouwingen rond de Watergate-
affaire, het schandaal waardoor
president Nixon tot aftreden werd
gedwongen.
Het grootste kanon onder de Amerikaan
se religieuze standwerkers op de Pray TV
is Pat Robertson. Hij is de grootmeester
van de elektronische evangelisatie, de
leeuw van de videokansel. Hij is groter
dan Oral Roberts, die de fiere bijnaam
.Tornado van de Prairie" draagt. Hij is
welsprekender dan de zoetgevooisde
evangelist Ike, die in glitterpakken op
treedt in een reli-disco die de duivelen
doet kermen. Gebrek aan geld is de wor
tel van alle kwaad, zo predikt de grote
showman Ike, maar Robertson is origi
neler in zijn taalgebruik. Hu noemt
drankhuizen „met rood fluweel beklede
riolen", hij belooft dat niet-christenen
..als termieten zullen worden uitgeroeid
door middel van goddelijke spuitbussen
hij roept zijn volgelingen op om „een
kruistocht te beginnen tegen de sinistere
drieëenheid van Charles Darwin. Karl
Marx en Sigmund Freud" en God. die
hem bij zijn voornaam noemt, heeft hem
geopenbaard dal er in de hemel geen sex
is. Dat laatste moet voor veel ouders een
hele geruststelling zijn.
Pat Robertson heeft van de videokansel
een kathedraal gemaakt. In de oertijd
van de etherprekers vond ik het al heel
knap als een radiogebedsgenezer zijn ge
hoor van gekwelden en gepijnigden wist
te bewegen de uitgeteerde hand op de ra
dio te leggen, zodat zij de heilzame vi
braties zouden voelen opklimmen door
de arm naar de plekken waarin het
kwaad zich genesteld had. Robertson be
veelt de geteisterden onder tientallen mil
joenen volgelingen aan voor hel beeld
scherm neer te knielen en. via een geeste
lijke afstandsbediening, genezing te vin
den van hernia, aambeien en nog ver
schrikkelijker kwellingen Robertson is
de kampioen ook van radicaal religieus
rechts, een milieu dal politiek beschouwt
drijven en als voorbereiding van de
mensheid op Armageddon, nel geweld
waarin de wereld zal sterven.
Nederland heeft de Big Mac omhelsd,
maar qua „relibizz" (religieuze business)
zijn we nog braak terrein. Robertson in
casseert 230 miljoen dollar per jaar, be
lastingvrij. Dat is een half miljard gul
den. Pray TV is big business in Amerika,
waar zo'n veertig miljoen burgers reli
gieus rechts en radicaal willen zijn en de
overtuiging koesteren dat de natie aan de
machten van het kwaad wordt uitgele
verd. Pat Robertson brengt zwaar geschut
in de slag tegen het voortwoekerende hei
dendom. God heeft hem zijn persoonlijke
opvattingen laten weten over zaken als
ae BI-bommenwerper (vóór) en het nu al
jaren slepende gehjkberecniigingsamcn-
dement op de grondwet (tegen). Op de te
levisie konden miljoenen Amerikanen
zien hoe Pat de orkaan Gloria uit een
lamlendige koers bad en omboog, tenein
de het zondige New York te treffen. Het
is ook duidelijk waar zijn zakelijke suc
ces vandaan komt. Pat kocht een failliet
radiostation in Virginia voor 37.000 dol
lar en God gaf hem onmiddellijk een
goede tip: „Pat. ik wil dat je een zender
van RCA koopt". Op deze wijze is Pat op
hoog bevel republikeins kandidaat voor
het presidentschap, hetgeen door Rea-
gans vice-president George Bush in hoge
mate wordt betreurd. De volgelingen van
Robertson zien hem misschien nog niet
in 1988 in het Witte Huis. maar een
machtig evangelisch blok zou Bush wel
licht kunnen dwingen voorstander te wor
den van ongelukkige zaken als de inter
nering van aidspalienten. Wat kunnen
wij toch nog veel van Robertson leren.
Wij zitten alleen nog maar op de knieën
voor de buis als hel beeld wappert en er
wat gesleuteld moet worden. Er heerst in
Nederland een slecht relibusiness-kli-
maat. Bij de EO hebben ze trouwens nie
mand die een orkaan uit zijn baan kan
bidden.
BERT VAN VELZEN
■£eidóc Qowuvnt'