'olitieke ipathie eheerst hdonesië Dani-volk op naar 20e eeuw ZATERDAG 13 DECEMBER 1 ficidócSowurnt 'olgend voorjaar vinden er in tdonesie algemene verkiezingen laats. Een jaar later wijst de ilksvertegen woordiging een ieuwe president aan, een functie ie ex-generaal Soeharto, na zijn .jjnige voorganger Soekarno, al sinds 1968 bekleedt. In dit voor verkiezingsjaar reisde onze ver slaggever Ton Brouwers door In donesië. Hij bekeek het met het oog van iemand die al eerder, in 1978, het land bereisde. 'OEHA R TO-BE WIND STERKER DAN OOIT (UCARTA - De eerste druk van het weerzien let de Indonesische bofdstad Jakarta na ]im acht jaar was een De rommelige Ichthaven van toen eft plaats gemaakt voor der fraaiste ter we- Öd; niet protserig zoals I sommige andere Azia- ehe en Arabische lan- i, maar eerder huise- door het paviljoen- brmig gebouwencom- lex, verbonden door oene tuinen. dan de naam voor dit estige-object: Soekarno- ptta, vernoemd dus naar de ders van de Indonesische (volutie en enige onderteke- n de handgeschreven iafhankelijkheidsverklaring n 17 augustus 1945, toen jdonesië officieel nog Ne- rlands-Indië heette. Nog et zo lang geleden zou al- (ans Soekarno de eer van naamgeving niet gegund In, verdacht als hij immers erd van gedoogsteun aan de nmunistische coup van 65, die hem drie jaar later functie als president istte. Sindsdien regeert pre- pent Soeharto over het ei- pdenrijk, de ex-generaal die coup in een bloedbad (ïoorde. i 1978 bezocht ik Indonesië In de vooravond van de ieede herverkiezing van peharto tot president. Hij aan het hoofd van een ütoritair bewind, dat zeker et vergeleken mag worden (ADVERTENTIE) met het Chili van Pinochet of de Fi li pijnen onder Marcos, maar dat voor westerse be grippen toch nare trekken van een militair bestel ver toont. Aan Soeharto's herver kiezing in 1978 ging veel po litieke en maatschappelijke opwinding vooraf. Tegen standers van het regiem wer den opgepakt, massale stu dentenbetogingen neergesla gen, kranten werden verbo den en mochten pas onder strikte voorwaarden herver- schijnen. Soeharto werd ook in 1983 herkozen, nadat zich bij de daaraan voorafgaande parle mentsverkiezingen van 1982 weer de nodige onrust had voorgedaan. Maar het land klom intussen wel uit het economisch dal waarin de an ti-westerse Soekarno het vooral in zijn verwoestende nadagen had gebracht. Eco nomen prezen tot voor kort de beteugeling van de eertijds gierende inflatie, de groei van de besparingen en van de buitenlandse investeringen, het herstel van de jarenlang verwaarloosde nationale in frastructuur. jvoningen Economen hebben minder re den tot tevredenheid sinds de val van de olieprijs ook OPEC-land Indonesië in eco nomische problemen heeft gebracht. Soeharto's meest re cente remedie daartegen was de eerder dit jaar nog heftig ontkende, drastische devalua tie van de roepia, die voorlo pig alleen de toeristen reden lot lachen geeft: zij kunnen zich met hun zakken vol goedkope roepia's koningen voelen in misschien wel het mooiste land ter wereld. Wie na acht jaar terugkeert, zeker naar een ontwikkelings land, ontkomt er niet aan vergelijkingen te trekken, ver schillen te zoeken, of over eenkomsten. Uiterlijke teke nen van een hoger levenspeil zijn vooral in het weer met enkele miljoenen gegroeide Jakarta aanwezig. Rijk voor ziene warenhuizen en win kels, luxueuze restaurants, brede wegen, goedverzorgde duurdere wijken. In het cen trum van de stad schieten de wolkenkrabbers van banken, handelshuizen en grote hotels de blauwe lucht in en heeft een groot aantal van de krak kemikkige auto's uit het bouwjaar nul plaats gemaakt voor de nieuwste, vooral Ja panse modellen. Wat ook opvalt is de voort schrijdende „verwestering", zeg maar amerikanisering van de samenleving: in ge drag, kleding, opschriften, consumptiegoederen en ge bruiksvoorwerpen. Engels als tweede taal wordt er bij de Indonesiërs via dagelijkse TV-lessen en soms onvertaal de Amerikaanse series inge stampt, maar de Nederlandse bezoeker kan het dan toch weer deugd doen dat Indone sië (na de VS en voor Duits land) ook nog steeds ons tweede buitenland is wat do centschappen Nederlands be treft. Een letterlijk smakeloze bele diging voor de niet hoog ge noeg te roemen Indonesische keuken zijn de fast-foodres- taurants en ook op muzikaal gebied is Indonesië met zijn in dat opzicht toch zo eigen cultuur niet ontsnapt aan de zegeningen van de moderne beschaving. Uit de talrijke, speciale muziekcassette-win- kels schallen de Stevie Won ders, de Elton Johns en de immens populaire Gerard Jo ling de straat op, afgewisseld door wat krontjong-pop. In een provinciestad liep ik „I just called te neuriën. Het werd een duet, want van de overkant van de straat vulde een jongetje lachend aan to say I love you". De zee in Indonesië is er voor de Indo nesiërs, die vooral zelf moe ten bepalen hoe zij gelukkig willen zijn, voor zover dat in beperkte vrijheid mogelijk is. Maar gelukkig valt er voor de bezoeker vooral buiten Jakar ta en zeker in de buitenge westen nog veel van het „oude" Indonesië te genieten. In Jakarta en tenzij men de kampong in trekt, beperkt zich dat tot (voor de Neder lander) restanten van de ko loniale sfeer, tot een sarong hier en daar, tot geurige straatnering en - maar dan alleen in de buitenwijken waarheen zij verdreven zijn - de betjaks, driewielige fietstaxi's waarmee hun berij ders althans nog een schamel inkomen bijeen kunnen trap pen. Een Europeaan heeft het er maar knap moeiijk mee zich met zo'n slaafs-aandoende betjak te laten vervoeren, maar in Jakarta zal dat pro bleem tot het verleden gaan behoren. Al in 1979 zouden alle betjaks uit het door veel soortig gemotoriseerd verkeer beheerste Jakartaanse straat beeld moeten zijn verdwe- Onder hel bewind-Soeharto is Indonesië, ondanks de verminderde olie-opbrengsten, nog steeds aan het moderniseren. Uiterlijke tekenen van een hoger levenspeil zijn vooral in Jakarta aanwezigMaar buiten de hoofdstad en op de andere eilanden leeft het „oude" Indonesië (foto) nog volop. nen, maar dat kan alleen via ook daar traagwerkende ge rechtelijke procedures. Die zijn er, tegen individuele overtreders van de betjak- voorschriften, niet meer ge weest sinds eind 1984. Maar sedert 1985 zijn er wel twin tigduizend betjaks in de Java- zee „gedumpt" en liggen er in een havenloods nog eens vijf entwintigduizend op hetzelf de droeve lot te wachten. Arme betjakrijder, die toch al aan de verkeerde kant zat van de onevenwichtige wel vaartsverdeling. Arme, min der welgestelde Jakartaan ook, die naar een duurdere vervoersmogelijkheid moet uitkijken. Gelukkig hebben zij nog supporters. Als dat al lemaal zo maar kan, schreef een populaire columnist in een Jakartaanse krant, dan kan morgen ook uw auto een schuilplaats voor de vissen worden. Ook juristen traden in het krijt voor de betjakrij ders die, zo zeggen zij, niet als rechteloze paria's behan deld mogen worden. Boven dien, zo voegen zij er aan toe, zijn betjaks een zeer efficiënt en nog onmisbaar vervoer middel. Ik heb, mede tot ken nelijke vreugde van de bet jakrijders, ervaren dat zij het grootste gelijk van de wereld hebben. Beperkte keuze Over enkele maanden, in april volgend jaar, gaan de Indonesiërs opnieuw naar de stembus. De betjak-proble matiek zal bij het maken van hun - zeer beperkte keuze geen enkele rol spelen. Wat eigenlijk wel? Wie na acht jaar terugkeert paar het land en daar op eigen gelegenheid rondreist, niet alleen op Java, maar ook in de buitengewes ten, gebruik maakt van het openbaar vervoer, bij Indo nesiërs aan huis komt en veel met hen praat, wordt vooral getroffen door de politieke apathie als de toekomst van het land onderwerp van ge sprek vormt. Na zo'n twintig jaar Soeharto lijkt het bewind zich sterker te voelen dan ooit en als er aan de macht gemorreld wordt, heeft het zo zijn eigen processen tegen op posanten (zoals dat tegen ex- generaal Dharsono), het uit wijzen van buitenlandse jour nalisten als zij over corruptie in de hoogste kringen durven schrijven, het bloedig neer slaan van een moslim-beto ging, omdat die te veel zou kunnen herinneren aan Iraanse gebeurtenissen, het twintig en meer jaren na dato executeren van lang geleden ter dood veroordeelde betrok kenen bij de coup van 1965, het verbieden van kranten. Dat laatste overkwam tijdens mijn bezoek de eerbiedwaar dige krant van protestantse huize, Sinar Harapan, omdat zij zich in verband met de devaluatie van de roepia aan speculaties had gewaagd over vervolgmaatregelen. Een cy nische bijkomstigheid is, dat Sinar Harapan „Straal van Hoop" betekent en dat de collega-kranten weliswaar krokodilletranen storten over de onfortuinlijke Sinar Hara pan, maar tegelijk laten door schemeren dat die krant toch beter had moeten weten. Bij Indonesische journalisten moet je tussen de regels door kunnen lezen, zei een politie ke waarnemer mij. Dat ge beurt zo subtiel dat ik er wei nig van heb gemerkt. Wel las ik veel, inmiddels toegestane kritiek over de kleine, maar niet over de grote corruptie. Ook veel over wat kennelijk een fobie blijft: het gevaar van heroplevend communis me met verwijzing naar de coup van 1965 en zelfs die van 1948 in Madiun. Het voltrekken van doodvonnis sen roept in zo'n klimaat nauwelijks reacties op en bui tenlandse protesten tegen deze en andere schendingen van elementaire mensenrech ten legt het bewind koeltjes naast zich neer. Het volk moet weten, dat er met het bewind niet te spot ten valt. Maar het volk weet Het Dani-volk op de hooglanden van centraal Nieuw-Guinea werd acht enveertig jaar geleden voor het eerst door een westerling bezocht. Na de missionarissen probeert nu de Indonesische over heid het volk los te ruk ken uit het Stenen Tijd perk. Kannibalisme en ri tuele oorlogen komen al niet meer voor, maar een bruid kost nog altijd vijf varkens. WAMENA - In den beginne was er het Gat. Uit het Gat kwamen de Dani-mannen. Zij vestigden zich op de vruchtbare grond rond het Gat. Toen kwamen de var kens. De Dani namen de var kens en temden ze. Vervol gens kwamen de vrouwen en de Dani namen de vrouwen. Toen kwamen er andere mannen uit het Gat: Portuge zen, Spanjaarden, Hollan ders, Engelsen, Japanners, Amerikanen. Er was geen ruimte rond het Gat voor al die mannen. Dus verspreid den zij zich over de aarde, op zoek naar land dat zo goed was als het Dani-land. Maar zij vonden het niet. En nu komen zij weer terug. Dit is het scheppingsverhaal van de Dani, een van de laat ste, nauwelijks door de 20e eeuw aangetaste natuurvolke ren ter wereld. In 1938 land de de Amerikaanse ontdek kingsreiziger Richard Arch- bold met een vliegtuig in de Baliem-vallei. De blanke man en zijn opzienbarende reuze- vogel kwamen terecht in een gebied waar naakte mensen zich met varkensvet en as be schermden tegen de kou. Een gebied waar metalen gereed schappen niet bestonden en de bewapening nog beperkt was tot pijl en boog, speer en stenen bijl. Na 1950 werd de avonturier Archbold gevolgd door zen delingen en missionarissen. Al spoedig werden de eerste zieltjes veroverd en bedekte de eerste Dani zijn naaktheid met een kledingstuk. Nu, anno 1986, is de missie nog steeds de belangrijkste be schavende kracht in de Ba liem-vallei. De paters hebben scholen, klinieken, een lucht vaartdienst en kerken opge zet. Van de vijftigduizend Dani-kinderen gaan er 35.000 naar school. De leerlingen zijn allen gekleed, want naakt naar school mag ook bij de moderne missie niet. Kannibalisme Buiten de scholen geven veel Dani's nog steeds de voor keur aan vet en as om hun li chamen te beschermen. Som migen wonen in eenvoudige houten huizen die door de overheid zijn gebouwd, maar de meesten blijven zitten in hun hutten met daken van stro. Er zijn geen ramen en geen schoorstenen, zodat de rook in huis blijft hangen, wat de muskieten buiten de deur houdt. Sommige Dani hebben het geloof van de missionarissen overgenomen, maar het blijft gebruik om bij belangrijke beslissingen de zielen van de voorouders te raadplegen die wonen bij hun gemummificeerde lichamen. Geld wordt door de gemeen schap nauwelijks gebruikt. Varkens waren en zijn het be langrijkste ruilmiddel en te ken van welvaart en status. Ruzies over varkens, vrou wen en land vormen de be langrijkste problemen in het gebied, maar het is al twintig jaar geleden dat het voor het laatst tot een grote stammen- oorlog kwam. Op het hoogte punt van de strijd waren daar zeventig Dani-clans bij be trokken die vochten in twaalf verschillende groepen. Er vie len meer dan honderd doden. De rituele oorlog, ooit de kern van de vooroudervere ring van de Dani, komt nu vrijwel niet meer voor. Beerput Polygamie is onder de Pani een normale zaak, maar al leen weggelegd voor relatiel rijke mensen, want een vrouw kost ten minste vijl varkens. De huwelijken wor den veelal gearrangeerd door de dorpshoofden. De levens verwachting van de Dani is veertig jaar en vooral griep en dysenterie eisen hun tol. In de hutten, de honei, be staan geen sanitaire voorzie ningen. De tuintjes doen daarom tevens dienst als toi let en zijn daardoor een be smettingsbron. Het kille kli maat en de slecht geventileer de hutten veroorzaken nogal wat longaandoeningen. De belangrijkste voedings bron is de zoete aardappel, waardoor velen lijden aan ei wittekorten. Het gebruik van alcohol door de Dani is sinds 1980 verboden. In 1973 werd een eerste po ging gedaan de Dani ook eco nomisch op te nemen in In donesië. De bewoners van de zeer vruchtbare vallei kregen onderricht in moderne land bouwmethodes, waardoor zij behalve voor eigen consump tie ook groente konden kwe ken voor de handel. Het ex periment slaagde slechts in geringe mate. In 1975 hadden de Dani de nieuwe technie ken onder de knie en produ ceerden overschotten aan kool, wortelen, bonen en an dere groente. Alle overschot ten verdwenen echter in èen beerput, want vervoer naar de markten buiten de vallei was niet mogelijk. Er wordt nu wel gebouwd aan een weg die de vallei moet verbinden met de rest van Irian Jaya, maar het zal nog zeker vijf jaar duren voor die klaar is. dat al lang, politiek murw ge slagen lijkt het er in te berus ten. Er klinken slechts zwak ke protesten tegen de ineffi ciency van het parlement, ook uit de kring van studen ten, die ooit „de ziel van de lijdende natie" werden ge noemd. Maar het parlement, beheerst door de regerings partij Golkar en door Soehar to zelf benoemde functionele groepen, is machteloos en dat zal, zoals de zaken er nu voorstaan, ook met het in april te kiezen nieuwe parle ment het geval zijn. Een jaar later zal dat parle ment de nieuwe president aanwijzen: Soeharto, die dan zijn vijfde termijn ingaat en zich rustig kan gaan voorbe reiden op zijn zilveren ambtsjubileum. Als dat niet op politieke stabiliteit duidt, wat dan wel? Of duidt het eerder op succesvolle repres sie? In tegenstelling tot 1978 hoorde ik ook geen antwoor den meer op de vraag: „Wie komt er na Soeharto?", of het moest de naam zijn van le- gerchef Benny Moerdani en dat zou, zo zei men mij, meer van hetzelfde of erger beteke nen. De namen, die ik in 1978 nog hoorde noemen, zijn inmiddels doorgeschrapt of ze zijn gaan behoren aan critici van het bewind, zoals de eens populaire gouverneur van Jakarta, Ali Sadikin, die het waagde ex-generaal Dhra- sono vurig te verdedigen. De 65-jarige Soeharto, die zeer vitaal oogt zoals de In donesiërs met grote regelmaat op hun tv-toestelletjes kun nen zien, kan het zich zelfs veroorloven harde maatrege len af te wisselen met gebaren van verzoening. Als zodanig mag de naamgeving van Soe karno, ooit zijn grote tegen stander, aan de nationale luchthaven gelden, meer nog echter diens volledige eerher stel toen hij enkele weken ge leden, zestien jaar na zijn dood in 1970, door Soeharto werd uitgeroepen tot nationa le held. En zo constateert de bezoeker dat na acht jaar de overeenkomsten toch spre kender zijn dan de verschil len. Dat dit ook geldt voor de bedreigingen van de stabili teit, de labiele economie, het fundamentalisme van de moslims en misschien toch (men hoort dat zelfs onder te genstanders van het bewind) een heroplevend communis-- me, maakt het er voor Indo nesië en zijn vooral zo vrien delijke, hartelijke en gastvrije bevolking niet beter op. TON BROUWERS V/\y nuwwj Wereldreizen miï'öQ CHINA HONGKONG INDIA INDONESIË JAPAN MACAO MALEISIË NEPAL PHIUPPIJNEN SINGAPORE SRI LANKA TAIWAN THAILAND ZIMBABWE nr/ HOLIDAY 'oIopvaKni^ie!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 27