an
oeckel
denkt nog
niet over
Mark van
der Swaluw
al jaren op
wintersport
Stenigen
ZATERDAG 13 DECEMBER 1986
X T
Huub van Boeckel gaat volgend jaar competitie spelen voor een tennisclub in Munchen.
sterken. Hij koos voor een lucratieve
aanbieding uit West-Duitsland en komt
daardoor in het voorjaar uit voor Iphi-
tos München. „Ze zijn dit jaar gedegra
deerd en willen dolgraag weer terug. De
competitie-Opzet is in Duitsland heel an
ders. De heren spelen apart. Met teams
van zes, waarin één buitenlander mag
spelen. Dat ben ik dus. Veel buitenlan
ders, ook Jan^d bijvoorbeeld, hebben in
het verleden in de Duitse competitie ge
speeld. Dat loopt gigantisch; met heel
veel publiek. Zoiets zou in Nederland
toch ook moeten kunnen. Alleen voor
het kruisingsweekeinde is meestal veel
belangstelling. Maar daar heb je het
weer, hè. Reclame". En dat brengt het
gesprek weer terug op het onderwerp
tennisbond. Van Boeckel heeft in het
verleden weinig profijt gehad van de
KNLTB. „Ach. ik heb niet zoveel ge
mist. Ik houd ervan mijn eigen weg te
gaan en in die vier jaar als prof heb ik
zo'n beetje alles zelf gedaan. Tegenwoor-
JL
wil dit ski-seizoen trachten zo veel vooruitgang te boeken dat het verantwoord is nog
GOIRLE - Met Huub van Boeckel
gaat het goed als hij tijdens een
tenniswedstrijd zijn tong breeduit
over de onderlip legt. Dit teken
van opperste concentratie is de
laatste tijd steeds vaker te ontdek
ken bij de Hagenaar. Als hij er
deze week met Menno Oosting in
zou slagen de Nederlandse indoor-
titel herendubbel binnen te halen,
is het nationale erelijstje van Van
Boeckel helemaal compleet. „Als
déx lukt heb ik alle nationale titels
ten minste één keer behaald; zowel
binnen als buiten, zowel enkel- als
dubbelspel".
De 26-jarige wereldreiziger, bivakkerend
op de I90e plaats van de mondiale ten-
nisranglijst, heeft zichtbaar plezier van
de succesjes die hij de laatste maanden
weer boekte. „Toen ik vier jaar geleden
prof werd. was ik achtste van Neder
land. Nu kijkt haast iedereen van het
deelnemersveld hier tegen me op", glun
dert hij van mondhoek tot mondhoek.
Mocht Van Boeckel er met Oosting, op
papier zijn opponent in de enkelspelfina
le, onverhoopt niet in slagen de heren-
dubbeltitel te veroveren, dan lijkt er nog
geen man overboord. „Want ondanks
alle berichten over mijn twijfels: ik blijf
nog zeker twee jaar prof'.
Waar voor de meeste tennissers vooral
klinkende munt als drijfveer geldt voor
de prestaties, telt voor Van Boeckel ze-i
ker ook het sportieve resultaat. „Natuur
lijk probeer ik nu financieel te oogsten.
Maar het geeft mij nog steeds een kick
een wedstrijd te winnen", bekent hij.
Het zijn dan ook nauwelijks de schamele
1500 guldens die hem motiveren tijdens
het toernooi om de Nederlandse titel in
Goirle. „Voor het geld hoef je het na
tuurlijk niet te doen. Dat is gewoon een
lachertje, want de reiskosten moeten er
ook nog eens van af. Kijk nou eens naar
Engeland. Daar verdien je achtduizend
pond als je het indoorkampioenschap
wint. En in Nederland moet je er nog
ongelooflijk veel voor spelen ook. We
begonnen met 64 deelnemers. Als er in
het buitenland een ander toernooi was
geweest, zou ik hier in Goirle beslist niet
hebben meegedaan. Maar ik was toch in
Nederland en het zou laf zijn niet mee te
doen. Dat Michiel Schapers hier niet
speelt kan ik me best voorstellen. Hij
heeft gezegd zich niet uit de naad te wil
len werken. En vergeet het risico van
blessures niet. Ik heb er niet bij stilge
staan, maar eigenlijk hadden we vooraf
met een groep een standpunt moeten in
nemen. De tennisbond is echt wel goed
bezig de laatste tijd, maar zo'n NK in
door wordt alleen maar als formaliteit
gezien. Terwijl het een heel goed toer
nooi kan zijn. Als er maar meer reclame
voor wordt gemaakt. Dan komen er wel
mensen kijken en kan het prijzengeld
omhoog. Een wisselwerking, hè. In Val-
kenswaard was het twee weken geleden
ook zo goed als uitverkocht. Dat was
een prima toernooi".
Pieken
Van Boeckels positieve oordeel over
„Valkenswaard" wordt uiteraard ook in
gegeven door zijn verrassende zege al
daar. „Dat was echt een van mijn hoog
tepunten. Kijk, dat vind ik nou zo leuk
KAPRUN - De wintersportvakan
tie van Mark van der Swaluw
duurt heel wat langer dan die van
de doorsnee Nederlandse ski-lief
hebber. Een kleine tien maanden
per jaar suist de 23-jarige jonge
man uit Olst met grote regelmaat
van besneeuwde hellingen. In de
herfst en de winter dagelijks. Mark
van der Swaluw komt dan ook heel
wat beter de berg af dan- de gemid
delde laaglanden Beter dan bijna
alle laaglandbewoners zelfs. Een
enkele Brit, Deen, Belg en landge
noot Ronald Hoevenaars uitgezon
derd. Hij mag zich er zelfs op be
roepen bij pakweg de beste drie
honderd afdalers van de wereld te
horen en de honderd vijftig beste
slalommers. Dat doet hij ook met
graagte. Een toch wel opmerkelijke
prestatie voor iemand geboren en
getogen in een land waar de hoog
ste heuvels niet veel meer zijn dan
fors uitgevallen molshopen. Te
flauw zelfs voor een sleepliftje.
Sinds zijn zestiende jaar verblijft Mark
van der Swaluw overigens nog maar
twee, hooguit drie maanden per jaar in
Nederland. Hij kent in het Oostenrijkse
Kaprun en de naaste omgeving inmid
dels beter de weg dan in Olst. Op zijn
zestiende ging hij in Schladming naar de
vierjarige ski-handelsschool, vergelijk
baar met de meao, maar dan zonder
sport. In oktober en november beteken
de dat afwisselend een week school en
een week skiën. In de wintermaanden
werd louter en alleen geskied. De oplei
ding kwam dan in het voorjaar weer op
het eerste plan. Daarmee volgde hij het
voorbeeld van zuster Hetty, ooit leerlin
ge aan een Oostenrijks ski-lyceum en
voormalige Nederlands kampioene.
Broer Peter studeerde nooit in Oosten
rijk, maar is wel meervoudig én regerend
nationaal ski-kampioen.
Amateur
Sinds 1984 echter doet de Olstenaar
niets anders meer dan skiën, full time,
ondersteund door de Nederlandse Ski
Vereniging (115.000 leden). Samen met
de A-selectie, de 20-jarige Ronald Hoe
venaars en de Westduitse Christa Kins-
hofer, die na problemen met de West
duitse skibond ojp een Nederlandse li
centie start, verblijft hij het grootste deel
van het jaar op kamers in Kaprun. Kost,
inwoning en alle liftkosten voor reke
ning van het Fremdenverkehrsverband
Salzburgerland. De Nederlandse Ski
Vereniging draait op voor de kosten van
full-timebondstrainer Ernst Zwinger en
twee hulptrainers, die zich bezighouden
met alles wat Nederland aan ski-talent
ophoest.
Van der Swaluw, die samen met Hans
van der Veldt de nationale B-selectie
vormt, vindt zichzelf niet bevoorrecht.
„Waarom wij? Omdat we de besten zijn!
van mezelf. Dat ik soms zo lekker kan
pieken. Ineens een paar hele goeie pres
taties neerzetten", verhaalt hij enthou
siast. „Wat ik ook prachtig vond, was
het winnen van de Nederlandse titel op
de Metsbanen. Voor mijn eigen enthou
siaste publiek. Jammer dat het dit jaar
net niet is gelukt. Maar de mensen heb
ben wel een hele leuke finale gezien".
Als ras-Hagenaar komt Van Boeckel al
sinds de (inmiddels weer ongedaan ge
maakte) fusie van Th«,r Rood Wit en
De Metselaars in de competitie uit voor
laatstgenoemde club. AI kwam hij het af
gelopen seizoen niet verder dan één
speeldag. „Ik deed mee aan het Satelliet-
toernooi in Oostenrijk en kon maar één
keer terug naar Nederland". Mede daar
door kelderde De Metselaars, het jaar er
voor nog trots landskampioen, uit de
eredivisie. Als profeet-met-terugwerken
de-kracht: „Ik had het vooraf al gezegd.
De Metselaars was een potentiële degra
datiekandidaat. Er was geen teamgeest.
Het is schandalig hoe met name Robert-
3an Bierens het heeft laten afweten".
Maar voelt Van Boeckel zich dan zelf
ook piet een klein beetje schuldig? „Nee
hoor. De Metselaars is een hele goeie
club, maar ik moet aan mijn eigen boter
ham denken. Ik heb maar een paar jaar
de lijd. Oogsten is nou eenmaal belang
rijker dan de competitie. Ik had trou
wens ook voor andere clubs kunnen spe
len, want die boden veel meer. Maar dat
heb ik bewust niet gedaan. Vanwege De
Metselaars".
Gigantisch
Ook het komend seizoen zal Huub van
Boeckel de Haagse gelederen niet ver-
Er zijn maar twee goede skiërs in Neder
land, Ronald en ik. Wat anderen ook
zeggen of schrijven. Hans van der Veldt
is ook goed, maar hij is momenteel niet
serieus bezig. De rest is te gauw tevreden
met nationale succesjes. Wij willen ook
internationaal meekomen en dat is voor
de skivereniging belangrijk, vandaar die
ondersteuning. Als wij goed presteren
krijgen de jeugdskiërs hun spullen ook
weer gratis. En als wij goed presteren is
dat bovendien voor de skivereniging be
langrijk vanwege de interesse van de ski-
-fabrikanten". De gulle hand van de
VVV van het Salzburgerland is een dui
delijke knipoog naar de Nederlandse
wintersportgangers.
Ondanks het gespreide bedje is het Van
der Swaluw, onlangs even neergestreken
in de riante ouderlijke woning, verstopt
in de weilanden rond Olst, niet echt
voor de wind gegaan. Van de zes seizoe
nen in de sneeuw gingen er al vier door
blessures verloren. Hij brak een lende
wervel, had knieproblemen, een schou
derbreuk en onderging vorig seizoen ten
slotte een meniscusoperatie. Stuk voor
stuk gevolgen van onvrijwillige en tame
lijk harde landingen op de lange latten.
Door al die tegenslagen kwam hij nooit
verder dan één nationaal kampioen
schap reuzenslalom en afdaling, in 1984,
zijn eerste jaar als full-time amateur.
Eén keer startte hij in een afdaling mee
tellend voor de World Cup.
Kampioenschap
Dit seizoen zou, wanneer Van der Swa
luw „heel" blijft tenminste, wel eens het
succesvolst kunnen worden. Dat hangt
onder meer af van de vraag of Zwinger
zijn pupil eind januari bij het wereld-
Mark van der Swaluw
langer door te gaan.
kampioenschap in het Zwitserse Crans
Montana laat starten. Aan de Olympi
sche Winterspelen van 1988 in het Ca
nadese Calgary wordt voorlopig nog niet
gedacht. De skivereniging echter hoopt
daar met in elk geval Hoevenaars wel
voor het eerst sinds de Winterspelen van
1936 weer een Nederlandse deelnemer te
hebben bij het alpine skiën. Gratia
Schimmelpenninck-van der Oye was in
Garmisch Partenkirchen de eerste en
voorlopig nog steeds de laatste Neder
landse die in olympisch verband de ski's
onderbond. Toen nog letterlijk zelfs.
Van der Swaluw maakt ook nog een goe
de kans op de wintersportannalen.
Voorlopig rekent hij erop dat de tweede
Nederlandse startplaats bij het WK,
naast Hoevenaars, voor hem is. Ook al
behaalde Van der Veldt afgelopen jaar
bij het WK in Bormio een knappe 45e
plaats in de combinatie (een klassement
over slalom en afdaling). „Ik ben in het
voorseizoen redelijk vooruitgegaan. Ze
ker conditioneel, omdat we nu de Hon
gaar Kovacs als conditietrainer hebben.
Het moet een beetje meezitten, maar het
hangt alleen van mezelf af. Of ik in de
aanloop goed ski en of ik in de Europa-
Cupwedstrijden, de wedstrijden voor de
World Cup en de FIS-wedstrijden goed
voor de dag kom. En bij de wedstrijden
voor de skiërs uit de lage landen (Enge
land, België, Luxemburg, Denemarken
en Nederland; red.) moet ik zorgen dat
ik bij de eersten ben. Maar ik ben er ei
genlijk wel zeker van dat ik naar Crans
Montana ga. Ronald, Christa en ik trai
nen het hele jaar met z'n drietjes en Ro
nald en ik doen niet veel voor elkaar on
der, dus het zou een beetje vervelend
zijn als ik niet zou mogen".
Van der Swaluw heeft dit seizoen er ook
zijn zinnen op gezet te starten in zoveel
mogelijk van de zestien Europese wed
strijden meetellend voor de World Cup.
Uit het oogpunt van de kosten rekent
Van der Swaluw niet op in ter-continen
tale trips.
Van der Swaluw weet óók, dat de top
voor hem onbereikbaar is en heeft zo
zijn eigen ambities. Het derde jaar als
full-time amateur kon wel eens het laat
ste worden. „Je moet toch ook aan je
toekomst denken. Je verdient er tenslot
te niets mee. Het is alleen maar geld uit
geven. En ik vind dat er elk jaar vooruit
gang moet zijn en ik weet niet of dat wel
het geval is. Daarbij zit ik ook met al die
blessures. Die zijn ontzettend vervelend
geweest. Daardoor verlies je elke keer
ontzettend veel, qua skiën en conditie.
Als ik dit jaar goed ski, heel blijf en de
prestaties vorderen dan ga ik denk ik
wel door. Anders weet ik het nog niet".
Dan wat zekerder. „Als ik kans zie in de
World Cup op bijvoorbeeld de afdaling
vijf seconden achter de winnaar te eindi
gen zou het lonen door te gaan. De afda
ling is ook de discipline waarin je het
snelst bij de wereldtop kunt komen.
Daar heb je het minste techniek voor
nodig en de meeste durf'.
Slalom
Van der Swaluws voorkeur gaat overi
gens uit naar de meer techniek eisende
slalom. Deels ook ingegeven door onge
lukkig afgelopen valpartijen in het verle
den tijdens de afdalingen. Lichte angst
spookt nu toch altijd door het achter
hoofd, meent hij. „Iedere Nederlander
die bovenaan een steile piste staat, doet
het bij wijze van spreken in de broek. Ik
denk niet dat Nederlanders durven wat
die Oostenrijkers doen: steil naar bene-
dig reis ik vaak met Menno Oosting,
maar in 75 procent van de gevallen ben
ik in m'n eentje op pad. Teamverband,
dat heb ik wel een beetje gemist. Maar ik
hoef echt niet op kosten van de bond te
reizen. Want dat betekent ook dat zij
mijn programma samenstellen. Als ik in
Nederland ben, train ik óf bij Henk van
Hulst in Valkenswaard óf in Amster
dam, het nieuwe centrum onder leiding
van Stanley Franker. Daar heb ik meer
malen gekeken en als sparringpartner ge
fungeerd voor de jonge spelers. Er wordt
echt heel hard getraind en het gaat er
zeer gedisciplineerd aan toe. Dat gaat al
lemaal uit van Franker. En onderschat
Karei Muys niet. Die verzorgt de condi
tietraining. Een echte topper".
Franker liet de afgelopen week doorsche
meren in de toekomst een beroep te wil
len doen op „toppers van toen" om de
toppers van de toekomst te begeleiden.
„Dat zou Tom Okker kunnen zijn, maar
ook een ander", meldde de directeur-
sportief. Misschien iets voor Van Boec
kel, die ooit 92e stond op de wereldrang
lijst? „Ach, ik denk eerder aan iets in de
handel of zo. De moeilijkheid met top-
tennissers is dat ze nooit onder iemand
willen staan. Ik ook niet. Alleen Henk
van Hulst is iemand tegen wie ik opkijk.
Hij was dan ook de aanleiding dat ik. zij
het laat, aan het profleventje ben begon
nen. Dat was verder te danken aan de
militaire dienst. Daar kreeg ik nauwe
lijks de gelegenheid te tennissen en je
weet 't, als iets niet magJa, zo is het
eigenlijk begonnen. En ik heb er abso
luut geen spijt van". Want ook al be
weegt hij zich in de marge van het top-
tennis, „het is", zegt hij, „en blijft een
prachtsport".
ROB LANGEVELD
Tj
den die helling af. Maar bij Oostenrij
kers en Zwitsers is er ontzettend veel
druk, omdat ze zoveel kunnen verdie
nen. Natuurlijk kennen die jongens ook
wel angst, maar die is na de eerste trai
ningsloop verdwenen".
„Om echt goed te worden in de skisport
moet je vanaf je derde jaar regelmatig op
de ski's staan, vanaf je tiende elk week
einde wedstrijden skiën en op je zestien
de internationaal skiën. En niet zoals ik
op je vijftiende drie wedstrijdjes per jaar
skiën. De achterstand die je dan op Oos
tenrijkers en dergelijke hebt haal je nooit
meer in".
„De top kun je alleen maar halen als je
alleen skién aan je hoofd hebt. Mis
schien zoals Ronald nu. Maar ook dat
betwijfel ik. In Oostenrijk moet je op je
achttiende al maximale prestaties leve
ren, anders lig je eruit. Er staan genoeg
anderen te wachten. Bij ons kun je met
22 of 23 nog intensief met skiën bezig
zijn en naar je top werken".
Altenmarkt
Het skilyceum in het Oostenrijkse Alten-
markt, waar Nederlandse talentjes skién
en een middelbare schoolopleiding kun
nen combineren is mogelijk een stap in
de goede richting. „Het grootste voor
deel is alleen al dat ze elke dag op de
ski's staan en elk week wedstrijden kun
nen hebben. Dat is zeker voor de jong-
sten een voordeel. Maar ik zie daar ook
al weer kinderen van wie ik denk, die
halen het nooit. En die ouders betalen
geloof ik iets van twintigduizend gulden
per jaar. Als ik ze dan zie skién denk ik,
dat is weggegooid geld. Haal die kinde
ren in vredesnaam naar huis".
RENÉ VAN HATTUM
Het was een klein berichtje in de kran
ten, maar de moeite waard om het nog
even in de herinnering terug te roepen.
Een paar weken geleden moest een voet-
balwedstrijd in Buenos Aires worden ge
staakt. Op zich niets bijzonders, het sta-
ken van voetbalwedstrijden is in Zuid-
Amerika uitgevonden tenslotte. Evenals I j
schieten vanaf de tribunes met pistolen
en geweren met afgezaagde loop, waarbij
nog we! eens doden zijn gevallen.
Ooit was informatie over dit soort uit
wassen leesvoer dat je hier, in de toen
nog geciviliseerde oude voetbalwereld de
koude rillingen van over je rug deed lo
pen. Sinds de Spurs fans meer dan tien
jaar geleden Rotterdam in brand staken
en het Heizel-drama van vorig jaar zijn
we hier ook het nodige gewend. Vandaar
dat de gestaakte partij in Buenos Aires
niet meer dan een paar kranteregels ople
verde.
Ten onrechte. Want daar, in het ook om
andere redenen wat onprettige land waar
Dwaze Moeders waarschijnlijk het meest
verstandige en waardige protest uit de ge- i
schiedenis van het dictator-continent voor
hun rekening namen, is iets anders, iets
historisch gebeurd. Aanleiding tot het
stoppen van de voetbalwedstrijd was na
melijk het heuse stenigen van een doel-
man. En dat is nogal wat, want deze ma
nier van straffen komt nog slechts in het
Midden-Oosten en Afrika wel eens voor.
Het enige verschil met die primitieve, j
maar in intensiteit nauwelijks te overtref
fen woede-uitbarsting in het door de ho
gere lagen van de bevolking én de over
heid zelf als beschaafd beschouwde Ar
gentinië was dat de voetballer de steni
ging overleefde. Door simpelweg de kui
erlatten te nemen, de spelerstunnel door
en de kleedkamer in.
Het gebeurde dus allemaal in een voet- I
balstadion, voor de rest van de wereld
toch al een beladen plek nadat deze
sportaccommodaties in Chili en Argenti
nië werden gebruikt als concentratie
kamp. Een betere situering voor een
sportief getinte steniging is dus nauwe
lijks denkbaar.
De stenenregen die op het hoofd van de
man in kwestie laten we hem Ramon
Diaz noemen - de ware naam is me ont
schoten, maar is verder ook niet belang
rijk) neerdaalde zou wel eens een nieuwe
fase kunnen hebben ingeluid in de van-
da/ismespiraal. Want wat deed het voet
balvolk in woede ontstekenDiaz smeet
een projectiel terug in de tribunes, waar
iemand werd geraakt en er onmiddellijk
oproer ontstond.
Diaz gooide zogezegd de knuppel 'in het
hoenderhok. Omgekeerd ivqs dat natuur
lijk al veel eerder gebeurd. Messen (FC
Groningen-Telstar), asbakken (NAC-Fey-
enoord), volle bierblikken (Borussia
Mónchengladbach-Inter Milan), hagel
korrels (FC Den Haag-FC Groningen),
stenen (legio), vuurwerkbommen (idem):
de rij incidenten is ona fzienbaar.
Pablo Plak komt de twijfelachtige eer toe
de Argentijnse doelman Diaz te zijn vóór
geweest. De Hagenaar was zo onverstan
dig tijdens de wedstrijd VVV-FC Den
Haag ook een projectiel terug te gooien
in het publiek. Weliswaar betrof het
slechts een tamelijk onschuldige aanste
ker. maar Plak had de pech dat het ding
een kind raakte. Omstanders waren woe-
dend en terecht.
biel kwam in Venlo slechts tol een verba
le steniging van Plak. Zelfs de tegen
woordig toch voor een vriendenprijsje
verkrijgbare wegwerpaanstekers werden
niet in een dichte regen in de richting
van de Hagenaar gegooid. Een teken van
zelfbeheersing van hel Nederlandse voet
balpubliek? Of eerder een door de zuinige
volksaard ingegeven terughoudendheid
Plak en Diaz als ..nieuwlichters" in hel
verder oplaaiende vandalisme. Er zijn
geleerde heren (geen dames vreemd ge- t
noegj die hebben verklaard dat hel ge
weld op de tribunes wordt veroorzaakt
door het geweld op het veld. Hel is een ,j
mooie theorie, maar bewezen is-ie nog j
nooit.
Ik heb zelf wedstrijden bijgewoond waar
tussen de lijnen een variant op bijltjesdag
werd gedemonstreerd. Daarbij werden
dan weliswaar geen hoofden gekliefd,
maar het gekraak van,de botten aer voet
ballersbenen was tot op de bovenste ring
te horen. Maar vanaf de tribunes vernam
ik dan geen wanklank. Terwijl ik ook ge
tuige ben geweest van doodsaaie partijen,
waar bezoekers op hun plaatsen voor het
nodige vuurwerk zorgden.
De zelfbeheersing van voetballers wordt
nogal eens op de proef gesteld. Want ik
geef het u te doen: de ogen dichtgespuwd,
het haar met bier overgoten, de oren ge
teisterd door donderknallen, de kleding
geschroeid door langsvliegend vuurwerk
en de benen geschramd door ontploffende
scheermesbom men.
Zou u zich tijdens het werk onder derge
lijke omstandigheden normaal kunnen
eedragen? Ik waarschijnlijk niet. Ik zou
binnen handbereik klaar hebben liggen:
een emmer vol vers speeksel, een bak met
chloor, een doos scheermesbommen en
voor liet ergste geval een zak met hand
granaten.
Voetballers kunnen zich doorgaans be
heersen. Ze verdienen daarvoor ons aller
waardering. De vraag is alleen hoe lang
ze die zelfcontrole kunnen handhaven. Ik
neem ze in elk geval niets kwalijk. Ook
Pablo Plak niet.
BUYS
'fceiclóeSouAatit1