'finale Koken met een streepjes code hoeft niet saai te zijn EXPOSITIE ONTWIKKELINGEN IN DE KEUKEN Pilletjes Menu Smaak „Met een harde kop bereik je veel" Stompzinnig Modderige geesten ZATERDAG 13 DECEMBER 1986 i C. Jetses (1910). De expositie „Ontwikkelingen in de keuken" huist tot 1 januari in het Unilever Research Labora torium aan de Olivier van Noort- laan 120 te Vlaardingen. Daar is hij in de weekeinden tussen 10.00 en 16.00 uur gratis te be zichtigen. Begin volgend jaar is de tentoonstelling in het Evo- luon in Eindhoven, om van 23 april tot 3 mei op de Huishoud beurs in de Amsterdamse RAI te staan. Vervolgens doet „Ont wikkelingen in de keuken" de Technische Universiteit Delft aan, waarna hij van mei tot en met augustus te zien is in het Goltziusmuseum te Venlo. VLAARDINGEN - Even voorstel len: de brave keukenmeid, de snel le keukenmoeder en de gezellige keukenmens. Drie stereotiepen uit de voorbije zesentachtig jaar keu kengeschiedenis. Mijlpalen mis schien wel: de Nederlandse kook- cultuur in een notedop. En waar we naartoe gaan? De flexibele, effi ciënte en tevens onderhoudende keukengebruiker. De man of vrouw die met microgolven, perso nal computers en wat dies meer zij zowel bedreven is in de (zelf berei de) direct-klaarmaaltijd als de hau- te-cuisine. Bij Unilever in Vlaar dingen hebben ze er een expositie van gemaakt die de komende twee jaar door Nederland gaat reizen. ..Wanneer men gasten genodigd heeft moet de eetzaal dien dag met bijzondere zorg worden gereinigd en al hetgeen op de tafel behoort een paar uur tevoren er op gezet worden, teneinde tegen alle misslagen en vertragingen gewapend te zijn", meldt een vergeeld boek in een vi- De Boffi-keuken is een mengelmoesje van zakelijk-strak, functioneel, nostalgisch en warm-natuurlijk. Maar of je er ook kunt aerobic-dansen? trine op de Unilever-expositie. Keuken meisje werd je begin deze eeuw niet zo maar. Er waren handboeken zo dik als een zondagse cake, vol met instructies over etiquette, schoonmaakoperaties, herstelwerkzaamheden en „dienstig ge drag". Een keukenmeisje verrichtte haar voedzame en propere taken zo onopval lend mogelijk, waarbij de keuken zo'n beetje werkplek en woning tegelijk was. Waar de loftrompet over het keuken meisje gestoken werd. betrof het vooral haar gehoorzaamheid, bescheidenheid en handigheid. In goede huizen had het keukenmeisje ook op haar beurt hulpjes: boterkloppers. hazelnootbrekers, wieg- messen en aardappelraspers. De arbei dersklasse en burgerlijke stand, die de maaltijden zelf moesten bereiden, woon den praktisch in de keuken. Was het de verbinding met arbeid die de keuken tot terra-non-grata maakte? In elk geval raakte de keuken en alles wat daarmee samenhangt in de na-oorlogse tijd van wederopbouw en welvaartsver breiding een beetje uit beeld. Je kookte er - liefst zo snel mogelijk - en dat was dan alles. Bruynzeel leverde de geperste deurtjes en stalen aanrechten voor het gros van de Nederlandse nieuwbouwwo ningen, waar de keuken te klein was om er nog een eettafel in kwijt te kunnen. Die keukens waren niet al te best. Op de expositie van Unilever ontbreekt een Bruynzeel massakeuken „omdat we in heel Nederland nog geen bruikbaar exemplaar hebben kunnen vinden", be kent een woordvoerder. Maar inmiddels is na de snelle keuken moeder van de jaren vijftig dus de derde stereotiepe keukengebruiker opgemar cheerd: de gezellige keukenmens. Mens, jawel, want ook zoonlief en vader zijn steeds vaker in de keuken actief. De open keuken die in de jaren zeventig zo in zwang was, is vanwege de luchtjes en rommelige aanrechten in veel huizen al weer dichtgetimmerd (evenals de open trap trouwens), maar gezellig is de keu ken gebleven. En ook mooi. De keuken op maat is een relatief nieuw begrip in deze geïndividualiseerde samenleving. Een keuken waarin je je kont kunt ke ren, en ook nog es gezellig een glas wijn kunt drinken terwijl je met familie of vrienden een exquise (exotische?) maal tijd klaarstoomt. De tijdwinst die allerlei moderne apparatuur heeft geschonken bij de bereiding van het dagelijks voed sel wordt veelal benut om wat aan de kwaliteit te doen. Echt interessant wordt het pas als de toekomst aan bod komt. Gaan we naar een nóg gezelliger keuken? Een keuken waar je behalve koken, lezen, praten en eten ook kunt studeren, televisiekijken en aerobic-dansen? Of wordt de keuken weer verplaatst naar de kelder waar dienstige robots al het werk doen en op commando zilveren schalen met geflam beerde astronautenpilletjes tevoorschijn toveren? Unilever, één van de grootste voedingsmiddelenconcerns ter wereld, is daar vanzelfsprekend zeer nieuwsgierig „Wij doen continu onderzoek naar cet- en kookgewoonten", meldt de directie voorzitter van Unilever prof. dr. ir. W. Beek. „Zo hebben we in 1984 een uitge breide studie gedaan naar regionale smaakverschillen in Nederland. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat men in noord- Nederland een zurige smaak prefereert en in het zuiden wat zoeter eet. Brood korsten moeten in het noorden bruiner zijn dan in het zuiden. Ook in oost-west- richting zijn er verschillen. In het oos ten. waar men traditioneel zout uit het veen won. eet men in het algemeen zou ter". Bij de fabricage en distributie van brood bijvoorbeeld wordt met die smaakverschillen al rekening gehouden. Zuur brood met een harde donkerbruine korst voor het noorden, wat zoeter, lich ter brood voor het zuiden en het zoute brood voor het oosten. Beek: „We wer ken nu aan een smaakprofiel voor heel Europa, waardoor we zo kunnen produ ceren en distribueren dat we aan de lo kale smaak tegemoet komen". Maar terug naar de keuken, waar de smaak en reuk van de landgenoten op gasvlam of elektrische plaat uitgedaagd worden. „De keuken wordt weer een werkplaats", meldt de Nederlandse im porteur van de Italiaanse Boffi-keuken. Op de expositie, die de hierboven om schreven interieurs van vóór de oorlog, 1950, 19.75 en het jaar 2000 naast elkaar zet. presenteert hij zijn keuken vanzelf sprekend als dé visie op de toekomst. Modern is de Boffi-keuken in elk geval. Glanzend zwarte deuren, een stalen aan- rechtblad. koperen schouw en houten kastjes vormen samen een mengelmoes je van zakelijk-strak. functioneel, nostal gisch en warm-natuurlijk. Opmerkelijk veel plaats voor de werkelijke voedselbe reiding: een ingebouwde magnetrono ven, ijskast, hete-luchtoven, grill, afzuig kap en elektrische barbecue. „Wat zeker gaat gebeuren is een verdere integratie tussen meubilair en gerei", meent men bij Unilever. Directievoorzitter Beek: „Verder is veel te lang op veel te hoog vuur gekookt. De trend tegenwoordig is smoren, stomen en stoven. De grill wordt meer gebruikt, de snelkookpan komt weer terug. De temperatuurregeling in de keuken heeft een soort revolutie doorgemaakt. Er zijn in Japan al kookboeken met streepjesco des, waarmee je de temperatuurregeling van de magnctronoven perfect kunt pro grammeren. Hete-luchtovens hebben soms een thermometer waarmee de tem peratuur binnenin bijvoorbeeld de rolla de in de gaten wordt gehouden. In het algemeen komt er meer belangstelling voor eten en gezondheid. Moderne tech nologie helpt daar nog een handje bij". Voor wie het nog niet weet: naast de magnetronovcn is een foodprocessor in de keuken van de toekomst absoluut on misbaar. Bij de presentatie van de ten toonstelling demonstreert de tengere di recteur van de Utrechtse firma „Potten en pannen" met één arm op de rug dat de foodprocessor ook met vijf vingers en door blinden te bedienen is. „Ik zou niet weten hoe ik zonder foodprocessor zou kunnen leven", meldt hij op gedragen toon. De foodprocessor - een soort koffiemo len met razendsnel ronddraaiende schij ven en messen - leent zich voor zo'n beetje alle machinale handelingen die in de keuken verricht moeten worden: het hakken van peterselie, pureren van fruit, snipperen van uitjes, mengen' van mayo naise en malen van vlees. De directeur: „Dat betekent dat ook het menu veran dert. Meer zelf maken, minder uit pak ken. blikken en tubes. De vijzelsaus zo als ze die in Engeland kennen is in op komst. Met de foodprocessor heb je im mers in een mum van tijd een munt- of cumberlandsaus gepureerd". Een andere opmerkelijkheid op de expo sitie is de „pilaarkeuken Aan één centrale buis zijn spoelbak, kookplaat, kranen, werkvlakken en bergruimtes aangebracht, als de treden aan een wen teltrap. Compact, flexibel en vooral: speels. Leuk voor optrekjes driehoog- achter. Almat-vario presenteert een an dere post-moderne opvatting van flexibi liteit: een robuuste keuken die elektrisch in hoogte verstelbaar is. „Ook zittend werken is nu in de keuken normaal", meldt de folder, alsof eindelijk een nieuw taboe doorbroken is. Nóg een trend maar dan voor de echte snobs, is het oprukkende design in de keuken. Daarvan getuigen op de exposi tie in elk geval de peperdure pastapan nen (circa 800 gulden), vierkante bak pannen (240 gulden) en andere fraaie ge bruiksvoorwerpen van ontwerpers met klinkende namen als Franco Sargiani, Silvio Coppola en Aldo Rossi. Soms door dc kunstenaar zelf gesigneerd; waarmee het eten vanzelf een artistiek cachet krijgt. Met dc opkomst van het design en dc foodprocessor, zo luidt de boodschap op de Unilever-expositie, is de cirkel van de historische ontwikkelingen in de keuken eigenlijk weer rond. De foodprocessor vervult de rol van het handige keuken meisje uit het begin van deze eeuw. De fraai vormgegeven pannen en gebruiks artikelen worden niet meer in kastjes weggestopt maar open en bloot te pron ken gezet, net als het servies en de kof- fie-suikeF-thcepotten van weleer. Wal de moderne keukenmens met al die fraaie spullen en nieuwe technieken gaat doen? Beek: „Men zal meer dan vroeger zijn eigen smaak gaan bepalen. Voorge kookt eten, dat al door de fabrikant is gekruid, raakt er dus uit. Eerder worden dc ingrediënten er apart bij gedaan, met een bepaald kookadvies". Nieuwe ver- warmingstcchnieken zoals de magne tron- en hete-luchtoven en inductiesyste men (verwarming met behulp van mag netische velden) scheppen de mogelijk heid tot op de milligraad nauwkeurig en vaak voorgeprogrammeerd te koken. Dc tijd dat robots in de Hollandse keu kens zullen rondzoeven ligt volgens Uni lever nog ver weg. „De ervaring heeft ge leerd dat het aantal uren dat in de keu ken wordt doorgebracht, ondanks alle apparatuur nauwelijks afneemt. Er wordt meer geëxperimenteerd, meer met eten gespeeld. Op de momenten dat er geen tijd is om te koken gaat een daags tevoren klaargemaakte maaltijd uit de diepvries even in de magnetron en klaar is Kees. En de keuken wordt weer groter, gezelliger. Net als rond de eeuwwisse ling. Je kunt er ook de krant lezen of je huiswerk maken. De magnetron vertelt je wel wanneer het eten klaar is". PAUL KOOPMAN JONGSTE DOCTORANDUS VAN NEDERLAND HELVOIRT - Als een kangoeroe sprong hij in negen jaar door de la gere en middelbare school. Toen hij vijftien was had hij zijn gymna siumdiploma op zak. En dit jaar studeerde hij als 19-jarige af in de medicijnen. „Misschien heb ik wat meer talenten dan anderen", zegt André Bremers zelf, „maar in elk geval gebruik ik ze ook en dat is nog veel belangrijker". De jongste doctorandus van Nederland woont bij zijn ouders in het Brabantse Helvoirl. Hij is enig kind. Vader en moeder zijn beeldhouwers, wat te zien is aan het oude huis van de familie Bre mers dat vol staat met beelden, portret ten en dierfiguren in brons. Ook André schiet graag een stofjas aan over zijn on berispelijke kostuum-met-das om een beeldje bij te werken. Of hij sleutelt in dc tuin aan zijn auto, een andere hobby. Veel ophef maakt hij niet van zijn snelle gang door school en- studie. „Ik weet ze ker dat veel meer mensen korter over hun school zouden doen als het gemak kelijker was klassen over te slaan", zegt hij met overtuiging. „Maar dat gebeurt niet, je moet er vreselijk veel moeite^ voor doen om halverwege over te mogen gaan. Ik vind dat kinderachtig. Waarom mag je je eigen tempo nou niet bepalen? Mensen die talent hebben moeten toch een kans krijgen?". André was niet iemand die klassen over sloeg wegens een overmatig aantal tie nen. „Integendeel", zegt hij lachend. „Juist toen ik vieren en vijven ging ha len was dat het teken dat ik lui werd. Sloeg ik een klas over, dan werden die cijfers geleidelijk wper hoger". Vader Bremers wist met moeite te bereiken dat zijn' zoon de eerste klas van de lagere school oversloeg. André zelf kreeg ge daan dat hij vroegtijdig van de vijfde klas van de lagere school naar de zesde ging en dat hij een jaar later de brugklas grotendeels kon overslaan. „Ik heb een harde kop", zegt hij, „en daar bereik je veel mee. Soms moet je gewoon met de botte bijl op bepaalde dingen inhakken. Want er was tegenwer king! Mijn leraar Nederlands bijvoor beeld gaf me een kruiswoordraadsel op als overgangsexamen naar de tweede klas. Dat maakte ik onvoldoende. Toen hebben mijn ouders en ik het schoolbe stuur bedreigd met een proces. We heb ben gezegd: laat de secretaresse van de voorzitter maar eens proberen meer dan een vijf voor deze puzzel te halen. Als haar dat lukt, gaan we met de beslissing akkoord. Anders komt er een proces. Dat werkte, want ik kreeg mijn zin". Werd André door zijn oudere klasgeno ten niet vreemd aangekeken? „Nee hoor", verklaart hij opgewekt, „het con tact met klasgenoten werd zelfs steeds beter naarmate ik hoger kwam. Ze gin gen heel goed met me om. Alleen de gymles was nog wel eens een probleem, want je loopt daar als klein mannetje van elf tussen al die lange slungels van veertien die veel harder kunnen lopen". Op de cijferlijst bij zijn diploma staat naast een negen voor natuurkunde slechts een zeven voor wiskunde. Maar dat kan André verklaren: „Mijn vader was ziek tijdens een van de schoolonder zoeken voor wiskunde. En toen heb ik het verknald. Vandaar dat het gemiddel de wat lager uit is gevallen". Toen hij als 15-jarige de schooldeur ach ter zich dicht kon slaan, meldde de slim me 'Brabander zich aan bij de Katholieke Universiteit van Nijmegen om medicij nen te gaan studeren. „Dat heb ik al wil len doen zolang ik me kan herinneren. Het interesseert me gewoon". Door de twee-fasenstructuur werkte hij zich in vier jaar door de studie heen. Hij bleef thuis wonen omdat hij te jong was om op kamers te gaan en deed daardoor niet mee aan het „studentenleven". Nu wel: „Sinds ik mijn rijbewijs heb, is dat alle maal wat gemakkelijker. Ik ben lid ge worden van een katholieke studenten vereniging. Daar ben ik erg enthousiast over, want een echte katholieke vereni ging was er tot voor kort nog niet. En de identiteit van de universiteit zelf is ook niet meer wat het geweest is. Waarom ik dat katholieke zo belangrijk vind? Ik denk gewoon dat religie en kerk een be langrijke taak in de maatschappij heb ben: om goed te functioneren moet je het in dc samenleving eens zijn over de normen en waarden die gehanteerd wor den. Als je de rjormen gebruikt die vast gesteld worden in de religie heeft de cul tuur iets om op te steunen. Kijk maar naar islamitische samenlevingen, die zit ten ook vrij hecht in elkaar. Wat je nu ziet is precies het omgekeerde: normen en waarden verdwijnen. Daardoor don dert onze maatschappij in elkaar. Ik denk dat het een grote rotzooi aan het worden is". Ook in de geneeskunde moeten er vaste normen zijn, vindt André. „De patiént moet centraal staan. Daar mag je niet al les mee doen wat je wilt, al is het tech nisch mogelijk. Je moet de patiënt de kans geven op een menswaardig bestaan en je moet hem of haar ook de kans ge ven om een natuurlijke dood te sterven als het zover is. Daarmee bedoel ik dat je niet alles hoeft te doen om iemand te redden. Pijnverlichting is erg belangrijk, al betekent het soms dat het leven van de patiënt erdoor verkort wordt. Maar ik kan niet staan achter het geven van hulp bij de levensbeëindiging van iemand die helemaal niet hoeft te sterven. Dan wordt de grens met hulp bij zelfdoding wel erg vaag". Nu hij afgestudeerd is, wil André zich gaan specialiseren. Hij is vrijwel klaar met zijn stage bij de Gelderse Raad voor de Volksgezondheid, waar hij een rap port heeft geschreven over chronische beademing. In mei gaat hij twee jaar als co-assistent werkep. Hij begint in het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen. „Wat ik precies wil worden, weet ik pas na mijn co-assistentschap. Nu lijkt de or thopedie me interessant. Dat is alles wat met het bewegingsapparaat te maken heeft. Oogheelkunde lijkt me ook wel wat. Maar misschien zeg ik over drie maanden van een heel ander onderdeel: „Dat is het!". Zoals gezegd is beeldhouwen een van zijn hobby's. En hoe kan het ook anders met ouders, die uit alle werelddelen op drachten krijgen. „Vanwege mijn studie heb ik vrij veel anatomische kennis en kan ik de beelden van mijn ouders per fectioneren. Zij zijn blij met opbouwen de kritiek, want ze vinden dat een beeld in de eerste plaats mooi moet zijn. Zelf ontwerp en beeldhouw ik ook. Experi menteren met abstracte kunst kan heel goed zijn, maar je moet experimenten niet eindeloos 'herhalen. Het is nu bij voorbeeld mode om overal palen als kunstwerken neer te zetten. Als je dat één keertje doet, is het leuk. Maar het is stompzinnig om te denken dat dit dé vorm van kunst is en om het te blijven herhalen. Mijn ouders maken vooral realistische beelden ja. Van mensen en dieren! Die beelden dóen mensen iets, ze spreken aan. En daar gaat het toch om bij kunst". Andere hobby's van André zijn fotogra feren, het opknappen van het oude huis waarin de Bremers wonen en vooral het sleutelen aan auto's. Het wagenpark van de familie loopt dan ook gesmeerd. „Hoe ik dat geleerd heb? Als je een beet je je verstand gebruikt zie je vanzelf wel wat er mis is", zegt André, „zo'n auto zit heel logisch in elkaar". Zijn die hobby's een tegenwicht voor al dat denkwerk? „Er zijn mensen die den ken dat je bij handwerk niet hoeft na te denken", zegt André fel, „maar dat vergt juist veel denkwerk. Neem bijvoorbeeld een chirurg. Je moet je hersens èn je handen gebruiken, anders word je een zijdig. Ik ken mensen die keien zijn op taalgebied en een air hebben van heb ik jou daar, maar nog geen spijker in de muur kunnen slaan. Dat vind ik vrese lijk eenzijdig". Aan het eind van het gesprek komt An dré nog eens terug op zijn stokpaardje, het Nederlandse schoolsysteem. „Met het aantal schoolsoorten zit het hier wel goed. Iedereen kan vinden wat bij hem of haar past. Maar het probleem is datje je tempo niet zelf mag bepalen. Alles moet gladgestreken worden, genivel leerd. Niemand mag boven een ander uitsteken. En dan heb je nog van die modderige geesten die denken over een middenschool! Iets stompzinnigers kun je niet bedenken. Laat mensen die snel leren toch rustig klassen overslaan als ze de stof aankunnen en geen probleem hebben met een verandering van klas. Ik denk dat het gewoon een soort ideologie is dat mensen zich niet te veel mogen onderscheiden". PETRA DE VRIES £eidóc6ou/UMit André Bremers heeft zijn hobby van geen vreemden: zowel zijn vader als zijn moeder zijn beeldhouwers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 22