Rijn
blijft
grootste
riool
Europa
Een wolk voor de maan in Zuid-Sulawesi
ZATERDAG 6 DECEMBER 1986
Natuur- en milieubescher
mers werden twintig jaar ge
leden met verbazing bekeken.
De mensheid was immers al
zo lang bezig zonder dat er al
te gekke dingen gebeurden?
We hadden toch allerlei pes
tilentiën overwonnen? We
konden toch de sporen van
een grote wereldbrand snel
wegwerken? Waarom zouden
we ons dan zorgen maken
over onze leefomgeving?
De eerste rampen met olie
tankers, de enorme zoutlozin-
gen van de Franse kalimijnen
in de Rijn, de bezorgde be
richten over luchtverontreini
ging en het eerste rapport
van de Club van Rome brach
ten een ommekeer in het den
ken over onszelf teweeg en
over wat wij de natuur aan
doen. Die natuur blijkt niet
de veerkracht te hebben die
wij van haar verwachtten.
Een voorbeeld daarvan is de
Rijn, die grote delen van
West-Europa voorspoed
bracht, maar nu een riool is
geworden.
BAZEL - De Rijn is een veelbezongen
rivier die gezorgd heeft voor de econo
mische bloei van grote delen van West-
-Europa. Uiteenlopende groepen, van
roofridders tot wijnbouwers en bierbrou
wers, hebben geprofiteerd van de aanwe
zigheid van de stroom met veel en
schoon water. De Rijn zorgde voor wel
vaart op haar oevers vanaf Bazel tot de
monding in de Noordzee.
De oevers zijn altijd geliefd geweest voor
de vestiging van bedrijven, omdat de ri
vier gebruikt kon worden voor aanvoer
van grondstoffen en de afvoer van de
produkten. Bij de opkomst van de che
mische industrie bleek de grote hoeveel
heid water in de rivier ook een prettige
bijkomstigheid. Die industrietak heeft
veel water nodig.
Mede dank zij de rustig voortkabbelende
Rijn kon het Roergebied uitgroeien tot
het industriële hart van de Bondsrepu
bliek. Ook Nederlandse steden hebben
in heden en verleden veel van hun groei
aan de Rijn te danken. Rotterdam en
Amsterdam bijvoorbeeld.
Als leverancier van drinkwater is de
stroom voor alle aan de oevers liggende
landen nog steeds van levensbelang.
Daarnaast is de rivier ook benut voor
het afvoeren van allerlei afvalstoffen.
Uiteenlopend van afval uit het riool tot
lozingen van schadelijke nevenproduk-
ten door de chemische bedrijven. De lo
zing van afvalprodukten is de laatste
vijfentwintig jaar zo uit de hand gelopen
dat het soms niet meer verantwoord is
dat Rijnwater voor de drinkwaterpro-
duktie gebruikt wordt.
Bazel
Vanaf Bazel staan er langs de Rijn fa
brieken en bedrijven die potentiële ver-
giftigers zijn van het water. Al dat water
stroomt via Lobith ons land binnen en
gaat door de Nieuwe Waterweg naar de
Noordzee. Omdat de Rijn zich in de Ne
derlandse delta verdeelt in Lek, IJssel en
Waal, waardoor het water langzamer
gaat stromen, bezinkt op de bodem van
die drie rivieren een groot deel van de
stoffen die er in zijn terechtgekomen. De
gemeente Rotterdam kampt bijvoor
beeld met een zó grote hoeveelheid ver
ontreinigd slib dat door het Rijnwater is
aangevoerd, dat al in 1983 200 miljoen
gulden werd uitgetrokken om dat slib op
te slaan.
De Rijn is, ondanks maatregelen die ge
nomen zijn en milieuwetten die uitge
vaardigd werden, nog steeds het grootste
riool van Europa. Nederland, dat voor
een zesde deel van de drinkwatervoor
ziening is aangewezen op de Rijn, onder
vindt ook op dat gebied veel last van de
vervuilingen.
Elk jaar wordt tachtig miljard liter water
uit de rivier gepompt. Na een eerste zui
vering wordt het gefilterd door duinzand
om het voor menselijke consumptie ge
schikt te maken. Die zuivering wordt
steeds moeilijker en bij rampen als bij
het Zwitserse bedrijf Sandoz, moet de
inlaat van Rijnwater door de drinkwa
terbedrijven worden gestopt.
Minister Smit van verkeer en waterstaat
heeft de belangen van ons land dan ook
fel verdedigd na de Sandoz-ramp. Daar
bij wordt de minister gehinderd, omdat
ook Nederlandse bedrijven zich nog
steeds niet houden aan de milieuwetten.
In Zwitserland is de milieuwetgeving
echter ver achter gebleven.
Na de milieuramp in hel Italiaanse Se-
veso in 1976 hebben alle landen van de
Europese Gemeenschap hun wetten op
milieugebied verbeterd. Bedrijven die
werken met gevaarlijke stoffen worden
daardoor gedwongen maatregelen te ne
men die de nadelige gevolgen voor het
milieu van het dagelijks werk moeten
verminderen. En maatregelen die de
kans op rampen moeten verkleinen.
Zwitserland, dat geen lid is van de EG,
heeft zich daarover geen zorgen ge
maakt, maar ook Nederland zelf is de
toen gemaakte afspraken nog niet nage
komen.
Ernstiger is echter wat de Zwitserse be
drijven langs de Rijn doen. Zo moest
BASF een paar weken terug meedelen
dat „per ongeluk" twee ton giftig anti
vries in de Rijn was gestroomd. Bayer,
een chemisch bedrijf dat moderne zuive
ringsinstallaties levert aan derden, zui
vert het eigen afvalwater zo ouderwets
en slecht dat volgens milieudeskundigen
vrijwel alle vestigingen van deze gigant
potentiele bedreigers van het Rijnwater
zijn.
Zwemmen in de Rijn is onverstandig.
De rivier zit vol met ziekteverwekkende
bacteriën. Het water kan door het hoge
zoutgehalte niet meer gebruikt worden
voor irrigatie in de land- en tuinbouw.
De grote zoutconcentraties leveren
groeistoornissen bij de gewassen.
Vissen
De vissen die zo hier en daar nog zwem
men in de rivier, vertonen afwijkingen.
Ze zijn ziek en niet meer geschikt voor
menselijke consumptie. Als bron voor
ons drinkwater heeft de rivier eveneens
een bedenkelijk smaakje gekregen. „Wa-
rum ist es am Rhein so schön?", zeggen
de Duitsers. Maar het is helemaal niet
meer zo mooi aan de Rijn. En een reisje
langs de Rijn is al lang niet meer je
ware.
De vervuiling van de Rijn wordt veroor
zaakt door vijf verschillende omstandig
heden: organische verbindingen, zware
metalen, thermische vervuiling, zouten
en radioactiviteit. Bij de organische ver
bindingen onderscheiden we natuurlijke
en kunstmatige.
De natuurlijke worden afgebroken door
bacteriën die daarbij zuurstof nodig heb
ben. Te veel aanbod van natuurlijke or
ganische verbindingen door meer riool
lozingen levert dus veel minder zuurstof
in de rivier. Massale vissterfte is daar
van al het gevolg geweest. Verbeterde ri
oolzuiveringsinstallaties hebben dat
kwaad de laatste tijd wat teruggedron
gen. De bacteriën kunnen kunstmatige
organische verbindingen niet afbreken,
die hopen zich op in het slib op de bo
dem van de rivier dat daardoor sterk
verontreinigd wordt.
Zware metalen als cadmium en kwik
zijn niet afbreekbaar en kunnen het
menselijk lichaam niet of zeer moeilijk
verlaten. De kleine hoeveelheden die de
mens binnenkrijgt met het drinkwater
bijvoorbeeld, hopen zich op in het li
chaam en kunnen op den duur vergifti
gingsverschijnselen opleveren. Kwik kan
het zenuwstelsel aantasten, cadmium
kan bloedkanker veroorzaken.
Zouten komen vooral in de Rijn terecht
door de Franse kalimijnen in Mulhouse.
Het normale zoutgehalte van het Rijn
water bedraagt tien milligram per liter.
Bij Lobith wordt nu echter 170 milli
gram per liter gemeten. Te zout water
geeft groeistoornissen bij planten die er
mee bespoten worden en is slecht voor
de menselijke gezondheid.
Thermische verontreiniging ontstaat als
hel water gebruikt wordt voor de koeling
van bijvoorbeeld elektriciteitscentrales.
De temperatuur in de rivier loopt dan
op. waardoor bacteriën sneller werken
aan de afbraak van organische verbin
dingen. Daarbij gebruiken ze meer zuur
stof waardoor hetzelfde gevaar ontslaat
als bij een te groot aanbod van organi
sche verbindingen.
Kernreactoren langs de Rijn lozen onder
meer radioactief kobalt, cesium en man
gaan. Die stoffen verdwijnen in het slib
en kunnen niet worden afgebroken.
Vastgesteld is al dat ook de kernramp in
Tsjernobyl gevolgen heeft gehad voor de
radioactiviteit van de Rijn.
De Rijn heeft de laatste jaren grote en
kleine rampen moeten doorstaan, waar
van slechts een deel in de openbaarheid
is gekomen. Daarbij ging het om storin
gen in zuiveringsinstallaties van chemi
sche bedrijven, lozingen door schepen,
breuken van tanks en bednjfsongeluk-
ken. Slechts een klein deel van deze on
gelukken werd gemeld door het bedrijf
dat verantwoordelijk was voor de ver
ontreiniging. JAN VAN KOOTEN
Op een rondreis door Indo
nesië bezocht een van onze
verslaggevers Zuid-Sulawesi,
het gebied waar zich in 1946
de beruchte „Zuid-Celebes-
affaire" afspeelde. De politio
nele acties onder leiding van
kapitein Westerling kosten
duizenden mensen het leven.
Veertig jaar nadien zijn de
doden van toen nog niet ver
geten. Maar van haatgevoe
lens jegens Nederlanders is
geen sprake.
UJUNG PANDANG - Aan de verjaar
dagen van haar vroege jeugd denkt de
vrolijke Rosmini Siarifuddun (38) met
gemengde gevoelens terug. Op 11 de
cember hingen de rood-witte vlaggen in
haar geboortedorp Barru in Zuid-Sula
wesi altijd halfstok. Haar vriendinnetjes
plaagden haar daarmee. Maar toen zij de
dingen beter kon begrijpen hoorde zij
van haar vader en later ook op school,
dat het niet om haar verjaardag was dat
de mensen bedroefd waren. Er werd ge
treurd om de 83 mannen uit het dorp
die tijdens Nederlandse zuiveringsacties
zonder vorm van proces doodgeschoten
waren. Rosmini's vader was, evenals alle
andere bewoners van zijn desa, gedwon
gen geweest die standrechtelijke execu
ties bij te wonen.
Rosmini Siarifuddun is nu arts in Ujung
Pandang, de zevenhonderdduizend in
woners tellende hoofdstad van de pro
vincie Zuid-Sulawesi, en zij is tegenover
Nederlanders evën hartelijk en goed
lachs als tegenover anderen. Toch moet
zij op school geleerd hebben dat Neder
landers kort voor haar geboorte veertig
duizend slachtoffers gemaakt zouden
hebben in Zuid-Sulawesi. Ze kreeg ook
geen kans het te vergeten, want elke elf
de december hingen de vlaggen weer
halfstok. Zij zal er opnieuw aan herin
nerd worden als op 11 december van dit
jaar voor de veertigste keer bij pompeu
ze monumenten of op eenvoudige
dorpspleintjes „de veertigduizend van
Zuid-Sulawesi" herdacht worden.
Rosmini vertelde haar jeugdherinnering
toen ik haar al een week kende en pas
nadat ze mij bij oudere landgenoten van
haar had horen informeren naar hun
herinneringen aan wat in Nederland be
kend en berucht is geworden als „de
Zuid-Celebes-affaire". Deels nog steeds
onopgehelderd en onverbrekelijk ver
bonden gebleven met de naam van kapi
tein Raymond Westerling en zijn com
mandogroep van het Depot Speciale
Troepen (DST).
Veertigduizend doden? Dat uit de pro-
p^gandahoed getoverde getal verdient
nadere toelichting. Het werd in de Indo
nesische onafhankelijkheidsstrijd tegen
het Nederlandse gezag als middel ge
bruikt om de wereldopinie tegen Neder
land in te nemen. Vooral voor het fo
rum der Verenigde Naties en ook in de
VS bleek het een effectief middel, zeker
toen Den Haag de wereldopinie nog
meer tegen zich innam door via „poli
tionele" acties" te proberen zoveel mo
gelijk te redden van de vooroorlogse ko
loniale verhoudingen.
In Zuid-Celebes en zijn hoofdstad, die
toen nog Makassar heette, was het verzet
tegen de Nederlanders het felst. Wester
ling, 27 jaar, werd er met zijn comman
dogroep heen gestuurd om de orde te
herstellen. Voorzien van speciale be
voegdheden deed hij dat zo grondig, dat
later van een waar schrikbewind, van
wreedheden en zelfs van oorlogsmisda
den zou worden gesproken. De verant
woordelijke autoriteiten, die overigens
nooit ter verantwoording zijn geroepen,
maakten er een einde aan toen ook
KNIL-commandanten zich, zonder Wes-
terlings bevoegdheden, van „de metho
de-Westerling" meenden te moeten be
dienen.
Schatting
Hoeveel slachtoffers de standrechtelijke
executies en andere vormen van Neder
landse tegen-terreur in Zuid-Sulawesi
tussen 11 december 1946 en 5 maart
1947 gekost hebben, zal nooit precies be
kend worden. Een betrouwbare schatting
van de historicus Willem IJzereef komt
op ongeveer 6500 doden.
Veertigduizend, 6500 of 3100: het bete
kent slechts een gradueel verschil in de
grote smet die door de Zuid-Celebes-af
faire is blijven rusten op de nadagen van
de koloniale gezagsuitoefening in Indo
nesië. In de Indonesische propaganda
van die roerige dagen is de slachtpartij
opgespeeld tot het grootste drama van
de onafhankelijkheidsstrijd en sindsdien
is de legende van de veertigduizend do
den in stand gehouden.
In een buitenwijk van Ujung Pradang
verwijst een groot bord naar het „Monu
ment der veertigduizend doden". In het
nog steeds zo geheten Fort Rotterdam in
dezelfde stad, die ook tal van herinne
ringen bewaart aan de Nederlandse tijd,
kwam ik in gesprek met Mawardi, een
vijftienjarige jongen, die me er aller
vriendelijkst had rondgeleid. Een gelde
lijke tegenprestatie wees hij nadrukkelijk
af. Ik beloofde hem zijn foto te sturen en
hij gaf me zijn adres: de Jalan Korban
40.000, straat der 40.000 slachtoffers.
Maar ook de Nederland goedgezinde
schrijver en historicus Mochtar Lubis
spreekt in zijn Indonesische reisbeschrij
ving over „de massamoord die onder
leiding van Westerling op 11 december
1946 in Zuid-Sulawesi plaatsvond en
waarbij veertigduizend mensen werden
gedood".
In het veel door toeristen gebruikte „In
donesia Handbook" wordt over Zuid-
-Sulawesi terloops opgemerkt: „De Ne
derlanders begingen er vele wreedheden,
zoals onder meer de beruchte Wester
ling-massamoord, die dertigduizend bur
gers het leven kostte". Dertigduizend?
Het zal wel een drukfout zijn.
Haatgevoelens
Stammend uit een land dat de eigen oor
logservaringen nog steeds niet vergeten
is, zou het me niet hebben verbaasd als
ik in Zuid-Sulawesi nog met uitingen
van haat of afschuw tegenover Neder
landers zou zijn geconfronteerd. Het te
gendeel bleek het geval. Ze begonnen
nooit zelf over de schrijnende zaak uit
het nog zo jonge verleden, maar waren
wel altijd bereid er uit eigen ervaring
over te praten. Afstandelijk haast, hoe
afschuwelijk de details soms ook waren.
De verzetshelden uit die roerige dagen
- Wolter Mongisidi, Ali Malakka -
worden in ere gehouden, zoals ook de
voorgangers van hen uit vorige eeuwen:
sultan Hasanuddin en de Javaanse prins
Diponegoro, die tussen 1825 en 1830 de
Nederlanders aan de rand van de neder
laag bracht, door verraad gevangen ge
nomen werd en tot zijn dood in 1855
eenzaam opgesloten werd in een kerker
onder het Fort Rotterdam.
Haatgevoelens tegen Nederlanders?
„Nee, meneer. No, sir. Dat is voorbij.
Westerling is toch historie?".
Jack Patandianan, gewestelijk hoofd van
een sociaal-politieke afdeling, vertelt hoe
hij als twaalfjarige jongen met de hele
school de executies in Rantepao moest
bijwonen, ter lering en afschrikking. En
een gezondheidszorger van 64, die me
omschreven wordt als „een man van
veel vrouwen en mooie dochters", ver
telt in Batuma'lonro bijna enthousiast
hoe het er bij die executies aan toeging.
Maar over het getal van veertigduizend
wil hij niet in discussie gaan. Die staan
voor hem vast.
Monument
Doet het aantal doden in de Zuid-Cele
bes-affaire er eigenlijk wel iets toe? De
nooit gedelgde schuld wordt er niet min
der om. Ik besloot de laatste dag van
mijn verblijf in Zuid-Sulawesi naar het
„Monument der veertigduizend doden"
in Ujung Pandang te gaan. Niemand had
me er op gewezen dat er zo'n monument
was. ik zag toevallig het bord dat er naar
verwijst. Het staat in een nogal onoog
lijk zijstraatje. Het-parkje eromheen was
gesloten en het monument bleek te wor
den gerestaureerd, vermoedelijk in ver
band met de veertigste herdenking van
de massamoord op 11 december.
Terwijl ik het monument bekeek en fo
tografeerde had Asrad. die mij in een
jeep rondreed, met de sleutelbewaarster
staan praten. Over het monument, denk
ik, want toen we naar zijn jeep teruglie
pen, zei hij tegen me: „Westerling" en
- de bekende armzwaai met een denk
beeldig machinepistool makend - „ret-
tcketteketteketet". Maar hij lachte er wel
bij, breeduit en vrolijk.
Kan men een massamoord rationeel be
oordelen? Terug in Nederland las ik nog
eens na wat Celebes-kenner Herman
Friedericy in zijn prachtige „De Raads
man" schrijft over Sulawesiërs en de ge
welddadige dood: „Dagelijks kwamen in
deze streken dozijnen mensen om het le
ven door de hand van een medemens.
En hoe gedroegen de omstanders zich
daarbij? Een moeder, een vrouw ween
de. Een vader borg het hoofd in de han
den. Een broeder werd blind van razer
nij en greep naar de badik (dolk). Doch
de anderen zagen gelaten toe en aan
vaardden dit als het afvallen van eën
blad, als een windvlaag, als een wolk
voor de maan". Een wolk voor de maan.
Kan het antwoord zo eenvoudig zijn?
SeidócOowumt'
x
Warum ist es am Rhein so schon" zingen de Duitsers nog steeds. Maar zo mooi als het was (foto) is het al lang niet meer.
Het in de bamboesteigers staande Monument der veertigduizend doden in de Zuid-Su-
lawesische hoofdstad Ujung Pandang (Makassar). Het monument wil de herinnering
levend houden aan de beruchte „Zuid-Celebes-affaire".
Ook de Javaanse verzetsheld prins Diponegoro wordt in het voormalige Celebes in ere
gehouden. Tussen 1825 en 1830 bracht hij het koloniale leger aan de rand van een
nederlaag. Hij werd verraden, gevangen genomen en tot zijn dood opgesloten in een
eenzame kerker. Zijn staatsiegraf (foto) bevindt zich in de naar hem genoemde straat in
die stad.