Langs
Omwegen
Nieuwe baas van de
Beukenhof, Jos B
is volop aan het ombouwen
De diepe roerselen van een Leidse beerput
fieidaeSoutcuii
I Itch tl
Niet verzekeren auto's
lijkt toe te nemen
DINSDAG 25 NOVEMBER 1986 PAGINA 13
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12 22 44 op toestel 10.
Valse start
VERNIEUWING ALLERWEGE, MAAR VOORAL DE KEUKEN MOET IN BEWEGING BLIJVEN
I LEIDEN Een voorjaars-
dag in Leiden, anderhalf
geleden. Bij een stop-
it op de Breestraat staat
i jeugdige motorfietser,
I gereed om flitsend op te
I trekken, sneller in ieder
teval dan de gevleugelde
ameraad die naast hem
I staat. Het licht springt op
I groen, de motorfietser rea-
geert alert en spuit in een
1 hoog toerental weg, terwijl
I zijn tweewieler krijsend
I protesteert. Een motora-
I gent van de Leidse politie
S neemt nota van het helse
I kabaal en houdt de ver-
j dachte een paar honderd
I meter verder aan. Een
proces-verbaal wegens ge
luidsoverlast is zijn deel.
Het vervolg van dit korte
incident speelde zich gis
termorgen af bij het Leid
se kantongerecht. De ver
dachte wenste de betrek
kelijk lage boete niet te
schikken en gaf zijn visie
op het gebeuren. „Het viel
best mee met dat geluid.
De politie was nogal sub
jectief bezig", vond hij.
Kantonrechter mr. Mors
huis was het maar ten dele
met hem eens. „Je kan het
een subjectief oordeel noe
men, maar de politie ob
jectiveert in principe. Was
het misschien zo dat de
motorfiets niet geheel in
orde was en daarom zo
veel herrie maakte?", wil
de hij van de verdachte
weten. „Absoluut niet. Die
motor was perfect". Offi
cier van jusitie mr. Van
Ek had zijn eigen visie op
het gebeuren. „U maakte
zeker een cavalerie-start
met de motor, met één
wiel omhoog", veronder
stelde hij. „Dat moet een
motoragent wel opvallen".
De verdachte ontkende
dat zijn motor tot dergelij
ke acrobatiek in staat was.
De kantonrechter had
echter geen twijfel over de
juiste toedracht. „We we
ten allebei dat je rustig
kan optrekken, of je kan
dat heel fel doen. Dat kan
die daar
nen, werken of lopen". De
felle acceleratie leverde de
motorfietser 25 gulden
boete op.
Kamikaze
„U hebt een waarlijke ka
mikaze-rit gemaakt", ver
klaarde officier van justi
tie gisteren tegen de fiet
ser die voor het hekje was
verschenen. De fietser
reed enige tijd geleden op
de Laan van Oud Poel
geest in Oegsgeest. Op de
rijbaan in plaats van op
het fietspad, onverlicht,
zonder een goed werkende
rem en zonder de ver
plichte reflector. „Ik heb
dan niet zozeer medelijden
met U, maar wel met de
arme automobilist die in
eens een fietser over zijn
motorkap ziet rollen of
achter zich hoort verdwij
nen", stelde Van Ek. Kan
tonrechter Morshuis
maakte uit het proces-ver
baal op dat het om een
race-fiets ging, fietsen die
in de regel onverlicht zijn,
waar een reflector niet fijn
op past, waar bij voorkeur
niet mee wordt geremd en
waarvan de bestuurder
vanwege de hoge snelhe
den die bereikt kunnen
worden nog wel eens een
rijbaantje van asfalt mee
pikt. Maar niets van dat
alles. „Het was een gewo
ne fiets", stelde de ver
dachte. Het leverde hem
145 gulden boete op.
FRANK BUURMAN
Restaurant de Beukenhof in
Oegstgeest, nationaal en in
ternationaal vermaard, heeft
een nieuwe heer. Wellicht
een heer nieuwe stijl, want
Jos Boomgaardt (38) oogt eer
der als een stevige kok, zoals
hij erbij loopt in het wit. Hij
voelt zich vooral ook kok.
Zegt-ie. Een soort gefileerde
opperkok. De gouverneur
van de vertrouwde chef-kok
Koos van Fulpen, die al weer
een jaar of 22 in de Beuken
hof aan de keuken met z'n
ovens en andere brandpun
ten een eigen leven heeft ge
geven. Met de komst van Jos
Boomgaardt, op 1 oktober j.l.,
is het met veel zorg gemende
Oegstgeestse horeca-parade-
paardje een nieuwe richting
ingeslagen. „Ik wil het alle
maal een beetje anders gaan
doen", kondigt de van huisuit
Drentenaar (in Assen ter we
reld gekomen) Boomgaardt
aan, met een spreekvaardig
heid die als on-Drents op me
overkomt. Heer Jos heeft
dan ook een bijna academi
sche achtergrond en beschikt
verder over academisch-cul-
turele relaties die mede de
Beukenhof kunnen opstuwen
in de vaart der betere etablis
sementen. Hij hoeft maar
even te béllen en een oud
streekgenoot van over de
Groningse grens, Seth Gaai-
kema, komt een conference
geven tussen de gangen door.
Om koud van te worden. Al
thans de consommé. Een por
tret van een culinaire nieuw
lichter, en de zaak die hij
„doorlicht".
Het weer buiten beantwoordt
ten volle aan de november-
verwachtingen: lage druk,
wind en regen, en de blaadjes
die nog niet gevallen zijn val
len nu dan wel. Maar de
fuchsia's staan nog wonder
wel in bloei in de uitgestrek
te tuin, het befaamde „wan
delpark" van de Beukenhof
dat van de sier en de kruiden
aan elkaarhangt. Boomgaardt
is al goed geïnformeerd in
die zes weken dat hij nu de
restauratie regeert. „Die
kruiden zijn er voor eigen
gebruik, alleen is de op
brengst niet toereikend; we
hebben enorme hoeveelhe
den nodig. Maar het is leuk
om even de tuin in te lopen
om. wat kruiden voor de
vuist weg te kunnen pakken.
We hebben op de Beukenhof
22 man personeel. Daar ho
ren ook de twee tuinlieden
bij die full time bezig zijn.
Behalve als het vriest. Dan
ruimen ze binnen de boel
wat op of hakken hout voor
de open haard. Eén van hen
doet dit werk al 38 jaar lang:
meneer Werner, die een jaar
of 78 is, heb ik me laten ver
tellen. Piet Veerman is z'n
hulpje, maar die moet het
straks van z'n voorganger
kunnen overnemen. Daar
wordt hij nu voor opgeleid
door Werner, die alle planten
Begroting bij
Omroep Rijnland
LEIDEN Het programma
Leiden Politiek van Omroep
Rijnland dat vanavond tus
sen zes en zeven uur wordt
uitgezonden, staat vooral in
het teken van de debatten
over de Leidse begroting die
deze week worden gehou
den. Diverse -raadsleden ko
men daarover aan het
woord. Verder is er een ge
sprek met wethouder J. Pe
ters over het parkeerregime
en de verenigng Spoorleed.
Andere onderwerpen zijn de
energie-zuinige bussen van
de NZH en het woonwagen-
beleid van wethouder H. de
la Mar. Het programma is
via de kabel te beluisteren op
de 88.1 Mhz FM.
LEIDEN Het niet verzekeren van een auto lijkt hand
over hand toe te nemen. Het Leidse kantongerecht kreeg
gisteren in ieder geval veel van dat soort zaken te ver
werken, en in de meeste gevallen leverde dat de gebrui
kelijke 600 gulden boete op. Een hoog bedrag ter af
schrikking, omdat de gevolgen van een aanrijding bij on
verzekerd rijden ingrijpend kunnen zijn: een levenslange
schuld als iemand invalide is geworden bij het ongeluk,
bijvoorbeeld. Sinds 1984 is het bovendien verplicht ook
een auto waarmee niet gereden wordt te verzekeren, en
dat weet lang niet iedereen, dat bleek gisteren op het
kantongerecht. Een verdachte had een auto niet verze
kerd die niet kon rijden, de accu was er zelfs uitgehaald.
Hij had advies gevraagd bij de Rechtswinkel over het
proces-verbaal, en zelfs daar bleek men niet op de hoogte
te zijn van de wetswijziging. Het openbaar ministerie eist
echter in dit soort gevallen eveneens de gebruikelijke
boete. „Een stilstaande onverzekerde auto kan voor de
eigenaar ook drastische gevolgen hebben, als iemand er
tegen aan rijdt", aldus officier van justitie Van Ek. „Het
is belangrijk voor mensen om dat te weten, ook degenen
die bijvoorbeeld hun auto op straat te koop aanbieden",
aldus de officier.
en blaadjes uit z'n hoofd
kent. Dat kan ook bijna niet
anders".
Attractieve tuin
„Dat is het bijzondere van de
Beukenhof, met zo'n enorm
attractieve tuin, een park. De
laatste jaren kon in het sei
zoen ook buiten worden ge
geten. Die gelegenheid wordt
nu uitgebreid. Dan kan men
buiten zitten, in het vroege
vooijaar of de nazomer, en
tóch onderdak zijn bij de
eventuele regen; onder een
overkapping of iets derge
lijks. De tuin wordt dus meer
bij het restaurant betrokken,
en is dan niet meer alleen
een museumstuk in het res
tauratieve gebeuren". Achter
een zeil verborgen, onder een
„pergola", staan tientallen
antieke stukken uit het res
taurant die op een grote op
knapbeurt wachten: toege
voegde waarde aan de grote
stijl die de Beukenhof steeds
heeft gekenmerkt.
Jos Boomgaardt uit Assen
dacht er ooit, als jongeling,
aan om aan het toneel te
gaan. „Dat leek me aanvan
kelijk wel leuk. Dat was in
de 60-er jaren, met provo en
zo, maar algauw zinde dat
nieuwe beeld van toneel me
niet meer zo. Ik' zat liever
een jaar op Melton College in
de Engelse stad York. Dat is
een school voor buitenlan
ders die er wat algemene
ontwikkeling willen opdoen,
maar vooral ook voor de En
gelse taal. De professoren lo
pen daar nog in kleurige to
ga's en mogen als enige over
het gazon schrijden".
Met de verworven angelsak-
sische ruggesteun ging Boom
gaardt „all British" in '68 in
Nederland de keuken in.
„Een jaartje in restaurant
Pesse, Hoogeveen. Daarna
werd ik directie-assistent in
Hoornwijck, Rijswijk. Dat
werd een allround opleiding.
Ik heb daar veel geleerd in
dat grote restaurant met 100
man personeel". Toen vond
Boomgaardt wiens haar,
als bij een weermannetje,
soms wel in blonde krulletjes
kan vallen het tijd worden
om aan een eigen zaak te
gaan denken. Geen ballen
tent, maar een eetzaal. In '73
opende hij in Groningen een
bistro. Dat werd een gedenk
waardige praktijk van vier
jaar. Voor een aannemelijk
bod kon hij. evenwel, de bi
stro van de hand doen en
toen kocht voortvarende Jos
kort daarop een boerderij in
Zuidlaren. Daar ging hij wo
nen, maar het werd tegelijk
ook een restaurant: „Les
Quatre Saisons", dat binnen
drie jaar een Michelin-ster
veroverde. Jos was inmiddels
ook lid geworden van de Al
liance Gastronomique, een
hooggeprezen gezelschap
waartoe veel „groten" onder
de eethuizen behoren.
De „Vier seizoenen" duurden
tot oktober '85. Boomgaardt
bleef onrustig, verkocht zijn
succes met z'n ziel, zaligheid,
ster en al, en keerde terug
naar het westen, na eerst nog
een paar maanden in New
York rondgedoold te hebben.
Het was tegen de tijd dat be
kend werd, dat restaurateur
Cees Helder de Beukenhof
ging verlaten om in Rotter
dam met fanfare een nieuwe
opzet te maken. De Bilder-
berggroep (eigenares en res
tauratiebinding op niveau),
vroeg aan gelouterde Boom
gaardt of hij de Beukenhof
wilde „gaan doen". „Nou, on
danks die ster er waren
ooit twee vond ik het een
beetje ouboRig bedrijf, maar
het was de bedoeling er een
nieuw élan en andere kleu
ren aan te geven. Ik heb toen
ja gezegd, en daarvan heb ik
nog geen spijt van gehad. Het
is een schitterend bedrijf met
ontzettend veel mogelijkhe
den en een gerenommeerde
keuken".
Jos (Vlaamse collegae noe
men hem uiteraard Sjos)
Boomgaardt heeft in de laat
ste twee maanden nog geen
minuut stilgezeten. De tuin-
zaal is onderwijl helemaal
opgeknapt. Er staan rond de
tafeltjes tientallen „Lord
Loom "-stoeltjes in zachtgeel.
Dat zijn „scheepsstoelen" uit
de jaren '30 en '40. Nieuwe
gordijnen, nieuwe vloerbe
dekking. Tegen de achter
wand staat een geweldig
„Gronings kabinet"; een su-
perkast, twee eeuwen oud en
zo hoog als de huizen van de
Grunniger hereboeren hoog
waren. Eigen Boomgaardtbe-
zit, dat kolossale kabinet.
Wit als een paus
En zo gaat het door in de
Beukenhof. Strikt privé
kleedt Boomgaardt zich, als
hoogmogende, in een uiterst
correct burgerkostuum, maar
als hij effectief aan zijn fronf
staat, ziet hij eruit als de
paus: helemaal in het wit. Zij
het zonder hoofdbedekking;
de hoge muts blijft voorbe
houden aan Koos van Fulpen
en zijn witte brigade. Maar
de zwarte brigade, de bedie
nende staf derhalve, wordt
gestroomlijnd. De kleerma
kers van de Society Shop
(„de" kledingmakers van Ne
derland) hebben een nieuwe
outfit ontworpen voor de af
en aan dravers van de Beu
kenhof: vrolijke kleding, heel
wat anders dan de eeuwige
zwarte smoking. Boomgaardt:
„Er is een aardige oplossing
gevonden: grijze bandplooi-
broek, anno vandaag, een
vestje met een mooi streperig
overhemd en een strikje, en
met een lange witte sloof of
voorschoot. Net zoals de baas,
maar die heeft z'n leven lang
al met een sloof gelopen!" In
alle eer en deugd. „Nou nog
iets zoeken voor die witte
ARCHEOLOGISCH JAARVERSLAG VERSCHENEN
Restaurateur Jos Boom
gaardt (rechts) en zijn chef
kok Koos van Fulpen (al
weer zo'n jaar of 22 bij de
Beukenhof) komen met au
toriteit over de feërieke
brug.
brigade in de keuken. Daar
loopt men al honderden jaren
lang in het wit. Maar ik heb
er nog geen idee over".
Jos Boomgaardt heeft, via
zijn externe betrekkingen,
inmiddels al voor een novum
op entertainingsgebied ge
zorgd. Op eerste Kerstdag
concerteert in de Beukenhof,
bij alle gebraad en aangekle
de schotels en „Hark, the An
gels sing", de in Parijs woon
achtige pianist Daniël Way-
enberg; „Die heeft al meer
voor me gespeeld". Maar
welk restaurant kan fabuleu
ze Daniël engageren? Geen
één toch! Dat doet Wayen-
berg echt niet. Maar wel voor
Jos. Tweede Kerstdag is er
de (moderne) bariton Valen-
tijn, die al zingend door het
restaurant zal trekken, ter
wijl de gasten hun beentjes
zitten af te kluiven. „Je moet
allerlei leuke dingen doen,
vind ik", zegt manager
Boomgaardt. Zoals ook de
kookcursussen, die Jos begin
volgend jaar hoopt te kunnen
aanvangen: „Voor iedereen
die in koken geïnteresseerd
is en wat anders wil, ook be
tere technieken onder de
kni,e wil krijgen. Op zaterda
gen, denk ik. Dan is het res
taurant toch gesloten".
Tsjechov
De nieuwe directie mikt ook
op „leuke avonden met musi
ci of anderszins". Jos Boom
gaardt weet waar hij het over
heeft, omdat hij al signalen
in die richting heeft uitge
zonden: Seth, bijvoorbeeld.
Maar ook Robert Long en Di-
mitri Frenkel Frank, die vol
op bezig zijn met een musical
over de Russische schrijver
Tsjechov. Misschien krijgt de
Beukenhof wel een try out...
Boomgaardt met z'n voor
schoot is er klaar voor; „Ik
JCn het eten hè. Wij zijn
tenslotte primair restaurant.
Terug naar de wat puurdere
keuken, een „eigentijdse"
nouvelle cuisine. Maar dan
niet meer in de oude opvat
ting van: hoe groter het bord,
des te kleiner het gerecht. De
gast is tegenwoordig ook
meer betrokken bij de keu
ken, en omgekeerd. De kok,
die tevoren overlegt met de
gast: dat is het beeld waar we
naar toegaan. De tarbot
smaakt dan weer naar tarbot
en het wild ligt, ooit met een
worteltje en een plakje aard
appel, niet meer bedolven
onder een sauslaag. Zoiets
krijgt bij ons geen kans meer.
Hazerug, met groente zoveel
als je maar wilt, en voldoen
de puree, als je dat lekker
vindt". Nieuw élan, nieuwe
creativiteit. Dat is waar Jos
Boomgaardt met de zijnen op
aanstuurt.
„Die Michelin-ster zien te be
houden? Nou nee, daar zullen
we belist geen extra moeite
voor doen. We blijven ons
zelf. En dat is al een garantie
op zich. Maar er mag best
wat meer beweging in dit be
drijf komen, in dit moeilijke
pand met zoveel mooie din
gen. Iedereen moet de Beu
kenhof kunnen blijven her
kennen, maar je kunt niet
buiten nieuwe scheppings
drang", is Boomgaardts over
tuiging. Nog een wens van
Jos: een expositie in decem
ber over de kledij van de be
diening vanaf 1900 tot nu;
„dan zie je pas de grote ver
schillen". En dan ook nog pe
riodieke wissel-ten toonstel
lingen van kunstenaars.
Wensen te over. Al zie ik
(zelf en persoonlijk) die
bandplooibroek niet hele
maal zitten. Maar ook dat is
een kwestie van smaak, niet
waar? Enfin, volgende week
voert de Beukenhof weer een
nieuwe kaart. Met weer de
eigen inbreng van de kok.
Ook in de Beukenhof blijft
het vechten, met het pistool
van de publieke acceptatie in
de rug. Jos Boomgaardt zou
zeggen: „Vooral de keuken
moet in beweging blijven"....
LEIDEN Er wordt in
Leiden heel wat afgespit
op zoek naar sporen van
een vroeger leven. Scherf
voor scherf wordt de ge
schiedenis van de stad bij
een vergaard. De Leidse
stadsvernieuwing draagt
hieraan in ruime mate bij.
Archeologen gaan de
graafmachines vooraf en
leggen hun bevindingen
jaarlijks vast in een impo
sant boekwerk dat als ar
cheologisch jaarverslag
aan de bevolking wordt
gepresenteerd. Vanoch
tend nam wethouder J.
Peters (ruimtelijke orde
ning) het verslag over het
jaar 1985 in ontvangst, een
'plechtigheid' die werd
omlijst met een kleine ex
positie van gevonden
voorwerpen in de hal van
het stadhuis. De tentoon
stelling is nog tot het ein
de van het jaar te bezich
tigen, terwijl het jaarver
slag voor 19,50 aan de
balies van stadhuis en
stadsbouwhuis te krijgen
is. Hieronder een kleine
bloemlezing.
„Ook in de archeologie geldt
dat het roeren in eer. beerput
onverwachte gevolgen kan
hebben". Dat is de conclusie
na een archeologisch onder
zoek in de Spijkerboorsteeg.
Bij het legen van een beerput
aldaar in november '85, werd
een aantal fragmenten van
aardewerk-pijpen gevonden.
Opgravingen brengen de Leidse geschiedenis in beeld.
„Op zich waren het geen op
zienbarende vondsten", con
stateert de archeoloog: „Later
kwamen echter merkwaardige
feiten aan het licht die het ma
teriaal in een bijzondere con
text plaatsen". De pijpen ble
ken afkomstig van de fabriek
van de gebroeders Wilhelm en
Berhard Bordollo die vanaf
1812 in het Duitse plaatsje
Grünstadt steengoed produ
ceerde. Uit het type pijp en de
produktiegegevens van de fa
briek kon worden afgeleid dat
de beerput tussen 1838 en 1865
in gebruik was geweest.
De vondst van deze pijpen
wierp vragen op omtrent de
gebruikers van dit rookgerei.
De Duitse aardewerk pijpen
waren destijds beduidend
duurder dan de gewone Goud
se kleipijpen die in Leiden in
een zekere regelmaat in de bo
dem worden gevonden. De
aanwezighdfd .van deze luxe
pijpen kwam niet overeen met
de sociale status van deze
buurt die beslist niet welva
rend kon worden genoemd.
Onderzoek in het gemeentear
chief leerde dat de beerput in
gebruik was geweest door
Henddrik Johannes Heus en
Wilhelmina Overduin. Heus
bleek als kleermaker de kost
te verdienen terwijl de vrouw
te boek stond als bordeelhoud
ster. In dat pand woonden te
ven 4 publieke vrouwen en
een 'onecht' kind.
Dit verklaardt de aanwezig
heid van de luxe pijpen. De
entourage en de sfeer van dit
soort publieke gelegenheden
past bij de vondst van deze
dure rookartikelen. Een litho
van Alexander Verhuell uit
1845 laat zelfs zien dat het ge
bruik van dit type pijp in stu
dentenkringen heel gewoon
was. Hetgeen een beeld geeft
van de clientèle van het bor
deel in de Spijkerboorsteeg.
Glas wordt niet vaak in de bo
dem aangetroffen. Niet alleen
de broosheid speelt hierbij een
rol maar ook het feit dat het
glas een kostbaar gebruiksgoed
was en daarom maar weinig
werd gebruikt. Toen men in
oktober 1984 in de Clarensteeg
op twee beerputten stuitte'
waarin een aanzienlijke hoe
veelheid glas en aardewerk
werd aangetroffen, werd dan
ook een gericht onderzoek ge
start. Zowel wat soort en vorm
als wat stijl en plaats van her
komst betreft, vertoonde de
glasvondst een grote variëteit.
Vastgesteld werd dat het in de
17e en 18e eeuw moest zijn ge
produceerd. Wat de hoeveel
heid en de samenstelling be
trof, rees de vraag of het glas
werk paste in de sociale struc
tuur van de wijk. Het aarde
werk daarentegen maakte deel
uit van een gemiddeld huis
houden in die jaren.
De Clarensteeg, vroeger Sint
Niclaes of Claessteech ge
noemd, bevindt zich op het ge
bied dat oorspronkelijk tot Ma-
redorp behoorde. Dit dijkdorp
dat zich ten noorden van de
Rijn uitstrekte, werd vanaf de
14e eeuw opgenomen in de
verstedelijking. Het oorspron
kelijke dorp vertoonde een
stratenpatroon van smalle
loodrecht op elkaar staande
stegen met aan weerszijden
aaneengesloten kleine wonin
gen. De huidige situatie bezit
nog duidelijk de sporen van de
eerste aanleg. De bevolking
bestond uit kooplieden, kleine
ondernemers en arbeiders die
werkzaam waren in de lake
nindustrie.
De archeologen trachtten aan
de hand van oude bonboeken
vast te stellen wie de eigenaar
van het glas- en aardewerk
was geweest. Vanaf het eind
van de 16e eeuw was het
stadsgebied van Leiden ver
deeld in bonnen (bon ban.
buurt), administratieve eenhe
den binnen de stedelijke orga
nisatie. Het wijkbestuur was in
handen van de bonmeesters
Uit de boeken werd niet meer
duidelijk dan dat de twee bi_
de beerputten behorende wo
ningen eigendom zijn geweest
van twee Leidse glazenma
kers. Niet achterhaald kor
worden of beide panden ah
werkplaats of glasatelier heb
ben dienstgedaan. Daarbij ii
nimmer vastgesteld dat er ir
Leiden enig glaswerk were
gefabriceerd.
De combinatie van exclusie:
glaswerk en eenvoudig aarde
werk bracht de archeologer
tot de conclusie dat aan d<
Clarensteeg een herberg oi
een andere publieke gelegen
heid gevestigd was. Omda
beide woningen niet voorko
men in het Herbergboek dat ir
die tijd alle herbergen tei
plaatse vermeldde, resteerd<
geen andere mogelijkheid da
aan de Clarensteeg een „vrije
lijeke plaetze ter vermaak" of
tewel een bordeel was geves
tigd.
Prostitutie kwam vroeger o{
grote schaal voor in Maredorp
Her en der waren bordelen ge
vestigd, zo weet men eeuwei
later aan de hand van bodem
vondsten vast te stellen.
GERT VISSEI