Langs Omwegen Nieuwe baas van de Beukenhof, Jos B is volop aan het ombouwen De diepe roerselen van een Leidse beerput fieidaeSoutcuii I Itch tl Niet verzekeren auto's lijkt toe te nemen DINSDAG 25 NOVEMBER 1986 PAGINA 13 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 22 44 op toestel 10. Valse start VERNIEUWING ALLERWEGE, MAAR VOORAL DE KEUKEN MOET IN BEWEGING BLIJVEN I LEIDEN Een voorjaars- dag in Leiden, anderhalf geleden. Bij een stop- it op de Breestraat staat i jeugdige motorfietser, I gereed om flitsend op te I trekken, sneller in ieder teval dan de gevleugelde ameraad die naast hem I staat. Het licht springt op I groen, de motorfietser rea- geert alert en spuit in een 1 hoog toerental weg, terwijl I zijn tweewieler krijsend I protesteert. Een motora- I gent van de Leidse politie S neemt nota van het helse I kabaal en houdt de ver- j dachte een paar honderd I meter verder aan. Een proces-verbaal wegens ge luidsoverlast is zijn deel. Het vervolg van dit korte incident speelde zich gis termorgen af bij het Leid se kantongerecht. De ver dachte wenste de betrek kelijk lage boete niet te schikken en gaf zijn visie op het gebeuren. „Het viel best mee met dat geluid. De politie was nogal sub jectief bezig", vond hij. Kantonrechter mr. Mors huis was het maar ten dele met hem eens. „Je kan het een subjectief oordeel noe men, maar de politie ob jectiveert in principe. Was het misschien zo dat de motorfiets niet geheel in orde was en daarom zo veel herrie maakte?", wil de hij van de verdachte weten. „Absoluut niet. Die motor was perfect". Offi cier van jusitie mr. Van Ek had zijn eigen visie op het gebeuren. „U maakte zeker een cavalerie-start met de motor, met één wiel omhoog", veronder stelde hij. „Dat moet een motoragent wel opvallen". De verdachte ontkende dat zijn motor tot dergelij ke acrobatiek in staat was. De kantonrechter had echter geen twijfel over de juiste toedracht. „We we ten allebei dat je rustig kan optrekken, of je kan dat heel fel doen. Dat kan die daar nen, werken of lopen". De felle acceleratie leverde de motorfietser 25 gulden boete op. Kamikaze „U hebt een waarlijke ka mikaze-rit gemaakt", ver klaarde officier van justi tie gisteren tegen de fiet ser die voor het hekje was verschenen. De fietser reed enige tijd geleden op de Laan van Oud Poel geest in Oegsgeest. Op de rijbaan in plaats van op het fietspad, onverlicht, zonder een goed werkende rem en zonder de ver plichte reflector. „Ik heb dan niet zozeer medelijden met U, maar wel met de arme automobilist die in eens een fietser over zijn motorkap ziet rollen of achter zich hoort verdwij nen", stelde Van Ek. Kan tonrechter Morshuis maakte uit het proces-ver baal op dat het om een race-fiets ging, fietsen die in de regel onverlicht zijn, waar een reflector niet fijn op past, waar bij voorkeur niet mee wordt geremd en waarvan de bestuurder vanwege de hoge snelhe den die bereikt kunnen worden nog wel eens een rijbaantje van asfalt mee pikt. Maar niets van dat alles. „Het was een gewo ne fiets", stelde de ver dachte. Het leverde hem 145 gulden boete op. FRANK BUURMAN Restaurant de Beukenhof in Oegstgeest, nationaal en in ternationaal vermaard, heeft een nieuwe heer. Wellicht een heer nieuwe stijl, want Jos Boomgaardt (38) oogt eer der als een stevige kok, zoals hij erbij loopt in het wit. Hij voelt zich vooral ook kok. Zegt-ie. Een soort gefileerde opperkok. De gouverneur van de vertrouwde chef-kok Koos van Fulpen, die al weer een jaar of 22 in de Beuken hof aan de keuken met z'n ovens en andere brandpun ten een eigen leven heeft ge geven. Met de komst van Jos Boomgaardt, op 1 oktober j.l., is het met veel zorg gemende Oegstgeestse horeca-parade- paardje een nieuwe richting ingeslagen. „Ik wil het alle maal een beetje anders gaan doen", kondigt de van huisuit Drentenaar (in Assen ter we reld gekomen) Boomgaardt aan, met een spreekvaardig heid die als on-Drents op me overkomt. Heer Jos heeft dan ook een bijna academi sche achtergrond en beschikt verder over academisch-cul- turele relaties die mede de Beukenhof kunnen opstuwen in de vaart der betere etablis sementen. Hij hoeft maar even te béllen en een oud streekgenoot van over de Groningse grens, Seth Gaai- kema, komt een conference geven tussen de gangen door. Om koud van te worden. Al thans de consommé. Een por tret van een culinaire nieuw lichter, en de zaak die hij „doorlicht". Het weer buiten beantwoordt ten volle aan de november- verwachtingen: lage druk, wind en regen, en de blaadjes die nog niet gevallen zijn val len nu dan wel. Maar de fuchsia's staan nog wonder wel in bloei in de uitgestrek te tuin, het befaamde „wan delpark" van de Beukenhof dat van de sier en de kruiden aan elkaarhangt. Boomgaardt is al goed geïnformeerd in die zes weken dat hij nu de restauratie regeert. „Die kruiden zijn er voor eigen gebruik, alleen is de op brengst niet toereikend; we hebben enorme hoeveelhe den nodig. Maar het is leuk om even de tuin in te lopen om. wat kruiden voor de vuist weg te kunnen pakken. We hebben op de Beukenhof 22 man personeel. Daar ho ren ook de twee tuinlieden bij die full time bezig zijn. Behalve als het vriest. Dan ruimen ze binnen de boel wat op of hakken hout voor de open haard. Eén van hen doet dit werk al 38 jaar lang: meneer Werner, die een jaar of 78 is, heb ik me laten ver tellen. Piet Veerman is z'n hulpje, maar die moet het straks van z'n voorganger kunnen overnemen. Daar wordt hij nu voor opgeleid door Werner, die alle planten Begroting bij Omroep Rijnland LEIDEN Het programma Leiden Politiek van Omroep Rijnland dat vanavond tus sen zes en zeven uur wordt uitgezonden, staat vooral in het teken van de debatten over de Leidse begroting die deze week worden gehou den. Diverse -raadsleden ko men daarover aan het woord. Verder is er een ge sprek met wethouder J. Pe ters over het parkeerregime en de verenigng Spoorleed. Andere onderwerpen zijn de energie-zuinige bussen van de NZH en het woonwagen- beleid van wethouder H. de la Mar. Het programma is via de kabel te beluisteren op de 88.1 Mhz FM. LEIDEN Het niet verzekeren van een auto lijkt hand over hand toe te nemen. Het Leidse kantongerecht kreeg gisteren in ieder geval veel van dat soort zaken te ver werken, en in de meeste gevallen leverde dat de gebrui kelijke 600 gulden boete op. Een hoog bedrag ter af schrikking, omdat de gevolgen van een aanrijding bij on verzekerd rijden ingrijpend kunnen zijn: een levenslange schuld als iemand invalide is geworden bij het ongeluk, bijvoorbeeld. Sinds 1984 is het bovendien verplicht ook een auto waarmee niet gereden wordt te verzekeren, en dat weet lang niet iedereen, dat bleek gisteren op het kantongerecht. Een verdachte had een auto niet verze kerd die niet kon rijden, de accu was er zelfs uitgehaald. Hij had advies gevraagd bij de Rechtswinkel over het proces-verbaal, en zelfs daar bleek men niet op de hoogte te zijn van de wetswijziging. Het openbaar ministerie eist echter in dit soort gevallen eveneens de gebruikelijke boete. „Een stilstaande onverzekerde auto kan voor de eigenaar ook drastische gevolgen hebben, als iemand er tegen aan rijdt", aldus officier van justitie Van Ek. „Het is belangrijk voor mensen om dat te weten, ook degenen die bijvoorbeeld hun auto op straat te koop aanbieden", aldus de officier. en blaadjes uit z'n hoofd kent. Dat kan ook bijna niet anders". Attractieve tuin „Dat is het bijzondere van de Beukenhof, met zo'n enorm attractieve tuin, een park. De laatste jaren kon in het sei zoen ook buiten worden ge geten. Die gelegenheid wordt nu uitgebreid. Dan kan men buiten zitten, in het vroege vooijaar of de nazomer, en tóch onderdak zijn bij de eventuele regen; onder een overkapping of iets derge lijks. De tuin wordt dus meer bij het restaurant betrokken, en is dan niet meer alleen een museumstuk in het res tauratieve gebeuren". Achter een zeil verborgen, onder een „pergola", staan tientallen antieke stukken uit het res taurant die op een grote op knapbeurt wachten: toege voegde waarde aan de grote stijl die de Beukenhof steeds heeft gekenmerkt. Jos Boomgaardt uit Assen dacht er ooit, als jongeling, aan om aan het toneel te gaan. „Dat leek me aanvan kelijk wel leuk. Dat was in de 60-er jaren, met provo en zo, maar algauw zinde dat nieuwe beeld van toneel me niet meer zo. Ik' zat liever een jaar op Melton College in de Engelse stad York. Dat is een school voor buitenlan ders die er wat algemene ontwikkeling willen opdoen, maar vooral ook voor de En gelse taal. De professoren lo pen daar nog in kleurige to ga's en mogen als enige over het gazon schrijden". Met de verworven angelsak- sische ruggesteun ging Boom gaardt „all British" in '68 in Nederland de keuken in. „Een jaartje in restaurant Pesse, Hoogeveen. Daarna werd ik directie-assistent in Hoornwijck, Rijswijk. Dat werd een allround opleiding. Ik heb daar veel geleerd in dat grote restaurant met 100 man personeel". Toen vond Boomgaardt wiens haar, als bij een weermannetje, soms wel in blonde krulletjes kan vallen het tijd worden om aan een eigen zaak te gaan denken. Geen ballen tent, maar een eetzaal. In '73 opende hij in Groningen een bistro. Dat werd een gedenk waardige praktijk van vier jaar. Voor een aannemelijk bod kon hij. evenwel, de bi stro van de hand doen en toen kocht voortvarende Jos kort daarop een boerderij in Zuidlaren. Daar ging hij wo nen, maar het werd tegelijk ook een restaurant: „Les Quatre Saisons", dat binnen drie jaar een Michelin-ster veroverde. Jos was inmiddels ook lid geworden van de Al liance Gastronomique, een hooggeprezen gezelschap waartoe veel „groten" onder de eethuizen behoren. De „Vier seizoenen" duurden tot oktober '85. Boomgaardt bleef onrustig, verkocht zijn succes met z'n ziel, zaligheid, ster en al, en keerde terug naar het westen, na eerst nog een paar maanden in New York rondgedoold te hebben. Het was tegen de tijd dat be kend werd, dat restaurateur Cees Helder de Beukenhof ging verlaten om in Rotter dam met fanfare een nieuwe opzet te maken. De Bilder- berggroep (eigenares en res tauratiebinding op niveau), vroeg aan gelouterde Boom gaardt of hij de Beukenhof wilde „gaan doen". „Nou, on danks die ster er waren ooit twee vond ik het een beetje ouboRig bedrijf, maar het was de bedoeling er een nieuw élan en andere kleu ren aan te geven. Ik heb toen ja gezegd, en daarvan heb ik nog geen spijt van gehad. Het is een schitterend bedrijf met ontzettend veel mogelijkhe den en een gerenommeerde keuken". Jos (Vlaamse collegae noe men hem uiteraard Sjos) Boomgaardt heeft in de laat ste twee maanden nog geen minuut stilgezeten. De tuin- zaal is onderwijl helemaal opgeknapt. Er staan rond de tafeltjes tientallen „Lord Loom "-stoeltjes in zachtgeel. Dat zijn „scheepsstoelen" uit de jaren '30 en '40. Nieuwe gordijnen, nieuwe vloerbe dekking. Tegen de achter wand staat een geweldig „Gronings kabinet"; een su- perkast, twee eeuwen oud en zo hoog als de huizen van de Grunniger hereboeren hoog waren. Eigen Boomgaardtbe- zit, dat kolossale kabinet. Wit als een paus En zo gaat het door in de Beukenhof. Strikt privé kleedt Boomgaardt zich, als hoogmogende, in een uiterst correct burgerkostuum, maar als hij effectief aan zijn fronf staat, ziet hij eruit als de paus: helemaal in het wit. Zij het zonder hoofdbedekking; de hoge muts blijft voorbe houden aan Koos van Fulpen en zijn witte brigade. Maar de zwarte brigade, de bedie nende staf derhalve, wordt gestroomlijnd. De kleerma kers van de Society Shop („de" kledingmakers van Ne derland) hebben een nieuwe outfit ontworpen voor de af en aan dravers van de Beu kenhof: vrolijke kleding, heel wat anders dan de eeuwige zwarte smoking. Boomgaardt: „Er is een aardige oplossing gevonden: grijze bandplooi- broek, anno vandaag, een vestje met een mooi streperig overhemd en een strikje, en met een lange witte sloof of voorschoot. Net zoals de baas, maar die heeft z'n leven lang al met een sloof gelopen!" In alle eer en deugd. „Nou nog iets zoeken voor die witte ARCHEOLOGISCH JAARVERSLAG VERSCHENEN Restaurateur Jos Boom gaardt (rechts) en zijn chef kok Koos van Fulpen (al weer zo'n jaar of 22 bij de Beukenhof) komen met au toriteit over de feërieke brug. brigade in de keuken. Daar loopt men al honderden jaren lang in het wit. Maar ik heb er nog geen idee over". Jos Boomgaardt heeft, via zijn externe betrekkingen, inmiddels al voor een novum op entertainingsgebied ge zorgd. Op eerste Kerstdag concerteert in de Beukenhof, bij alle gebraad en aangekle de schotels en „Hark, the An gels sing", de in Parijs woon achtige pianist Daniël Way- enberg; „Die heeft al meer voor me gespeeld". Maar welk restaurant kan fabuleu ze Daniël engageren? Geen één toch! Dat doet Wayen- berg echt niet. Maar wel voor Jos. Tweede Kerstdag is er de (moderne) bariton Valen- tijn, die al zingend door het restaurant zal trekken, ter wijl de gasten hun beentjes zitten af te kluiven. „Je moet allerlei leuke dingen doen, vind ik", zegt manager Boomgaardt. Zoals ook de kookcursussen, die Jos begin volgend jaar hoopt te kunnen aanvangen: „Voor iedereen die in koken geïnteresseerd is en wat anders wil, ook be tere technieken onder de kni,e wil krijgen. Op zaterda gen, denk ik. Dan is het res taurant toch gesloten". Tsjechov De nieuwe directie mikt ook op „leuke avonden met musi ci of anderszins". Jos Boom gaardt weet waar hij het over heeft, omdat hij al signalen in die richting heeft uitge zonden: Seth, bijvoorbeeld. Maar ook Robert Long en Di- mitri Frenkel Frank, die vol op bezig zijn met een musical over de Russische schrijver Tsjechov. Misschien krijgt de Beukenhof wel een try out... Boomgaardt met z'n voor schoot is er klaar voor; „Ik JCn het eten hè. Wij zijn tenslotte primair restaurant. Terug naar de wat puurdere keuken, een „eigentijdse" nouvelle cuisine. Maar dan niet meer in de oude opvat ting van: hoe groter het bord, des te kleiner het gerecht. De gast is tegenwoordig ook meer betrokken bij de keu ken, en omgekeerd. De kok, die tevoren overlegt met de gast: dat is het beeld waar we naar toegaan. De tarbot smaakt dan weer naar tarbot en het wild ligt, ooit met een worteltje en een plakje aard appel, niet meer bedolven onder een sauslaag. Zoiets krijgt bij ons geen kans meer. Hazerug, met groente zoveel als je maar wilt, en voldoen de puree, als je dat lekker vindt". Nieuw élan, nieuwe creativiteit. Dat is waar Jos Boomgaardt met de zijnen op aanstuurt. „Die Michelin-ster zien te be houden? Nou nee, daar zullen we belist geen extra moeite voor doen. We blijven ons zelf. En dat is al een garantie op zich. Maar er mag best wat meer beweging in dit be drijf komen, in dit moeilijke pand met zoveel mooie din gen. Iedereen moet de Beu kenhof kunnen blijven her kennen, maar je kunt niet buiten nieuwe scheppings drang", is Boomgaardts over tuiging. Nog een wens van Jos: een expositie in decem ber over de kledij van de be diening vanaf 1900 tot nu; „dan zie je pas de grote ver schillen". En dan ook nog pe riodieke wissel-ten toonstel lingen van kunstenaars. Wensen te over. Al zie ik (zelf en persoonlijk) die bandplooibroek niet hele maal zitten. Maar ook dat is een kwestie van smaak, niet waar? Enfin, volgende week voert de Beukenhof weer een nieuwe kaart. Met weer de eigen inbreng van de kok. Ook in de Beukenhof blijft het vechten, met het pistool van de publieke acceptatie in de rug. Jos Boomgaardt zou zeggen: „Vooral de keuken moet in beweging blijven".... LEIDEN Er wordt in Leiden heel wat afgespit op zoek naar sporen van een vroeger leven. Scherf voor scherf wordt de ge schiedenis van de stad bij een vergaard. De Leidse stadsvernieuwing draagt hieraan in ruime mate bij. Archeologen gaan de graafmachines vooraf en leggen hun bevindingen jaarlijks vast in een impo sant boekwerk dat als ar cheologisch jaarverslag aan de bevolking wordt gepresenteerd. Vanoch tend nam wethouder J. Peters (ruimtelijke orde ning) het verslag over het jaar 1985 in ontvangst, een 'plechtigheid' die werd omlijst met een kleine ex positie van gevonden voorwerpen in de hal van het stadhuis. De tentoon stelling is nog tot het ein de van het jaar te bezich tigen, terwijl het jaarver slag voor 19,50 aan de balies van stadhuis en stadsbouwhuis te krijgen is. Hieronder een kleine bloemlezing. „Ook in de archeologie geldt dat het roeren in eer. beerput onverwachte gevolgen kan hebben". Dat is de conclusie na een archeologisch onder zoek in de Spijkerboorsteeg. Bij het legen van een beerput aldaar in november '85, werd een aantal fragmenten van aardewerk-pijpen gevonden. Opgravingen brengen de Leidse geschiedenis in beeld. „Op zich waren het geen op zienbarende vondsten", con stateert de archeoloog: „Later kwamen echter merkwaardige feiten aan het licht die het ma teriaal in een bijzondere con text plaatsen". De pijpen ble ken afkomstig van de fabriek van de gebroeders Wilhelm en Berhard Bordollo die vanaf 1812 in het Duitse plaatsje Grünstadt steengoed produ ceerde. Uit het type pijp en de produktiegegevens van de fa briek kon worden afgeleid dat de beerput tussen 1838 en 1865 in gebruik was geweest. De vondst van deze pijpen wierp vragen op omtrent de gebruikers van dit rookgerei. De Duitse aardewerk pijpen waren destijds beduidend duurder dan de gewone Goud se kleipijpen die in Leiden in een zekere regelmaat in de bo dem worden gevonden. De aanwezighdfd .van deze luxe pijpen kwam niet overeen met de sociale status van deze buurt die beslist niet welva rend kon worden genoemd. Onderzoek in het gemeentear chief leerde dat de beerput in gebruik was geweest door Henddrik Johannes Heus en Wilhelmina Overduin. Heus bleek als kleermaker de kost te verdienen terwijl de vrouw te boek stond als bordeelhoud ster. In dat pand woonden te ven 4 publieke vrouwen en een 'onecht' kind. Dit verklaardt de aanwezig heid van de luxe pijpen. De entourage en de sfeer van dit soort publieke gelegenheden past bij de vondst van deze dure rookartikelen. Een litho van Alexander Verhuell uit 1845 laat zelfs zien dat het ge bruik van dit type pijp in stu dentenkringen heel gewoon was. Hetgeen een beeld geeft van de clientèle van het bor deel in de Spijkerboorsteeg. Glas wordt niet vaak in de bo dem aangetroffen. Niet alleen de broosheid speelt hierbij een rol maar ook het feit dat het glas een kostbaar gebruiksgoed was en daarom maar weinig werd gebruikt. Toen men in oktober 1984 in de Clarensteeg op twee beerputten stuitte' waarin een aanzienlijke hoe veelheid glas en aardewerk werd aangetroffen, werd dan ook een gericht onderzoek ge start. Zowel wat soort en vorm als wat stijl en plaats van her komst betreft, vertoonde de glasvondst een grote variëteit. Vastgesteld werd dat het in de 17e en 18e eeuw moest zijn ge produceerd. Wat de hoeveel heid en de samenstelling be trof, rees de vraag of het glas werk paste in de sociale struc tuur van de wijk. Het aarde werk daarentegen maakte deel uit van een gemiddeld huis houden in die jaren. De Clarensteeg, vroeger Sint Niclaes of Claessteech ge noemd, bevindt zich op het ge bied dat oorspronkelijk tot Ma- redorp behoorde. Dit dijkdorp dat zich ten noorden van de Rijn uitstrekte, werd vanaf de 14e eeuw opgenomen in de verstedelijking. Het oorspron kelijke dorp vertoonde een stratenpatroon van smalle loodrecht op elkaar staande stegen met aan weerszijden aaneengesloten kleine wonin gen. De huidige situatie bezit nog duidelijk de sporen van de eerste aanleg. De bevolking bestond uit kooplieden, kleine ondernemers en arbeiders die werkzaam waren in de lake nindustrie. De archeologen trachtten aan de hand van oude bonboeken vast te stellen wie de eigenaar van het glas- en aardewerk was geweest. Vanaf het eind van de 16e eeuw was het stadsgebied van Leiden ver deeld in bonnen (bon ban. buurt), administratieve eenhe den binnen de stedelijke orga nisatie. Het wijkbestuur was in handen van de bonmeesters Uit de boeken werd niet meer duidelijk dan dat de twee bi_ de beerputten behorende wo ningen eigendom zijn geweest van twee Leidse glazenma kers. Niet achterhaald kor worden of beide panden ah werkplaats of glasatelier heb ben dienstgedaan. Daarbij ii nimmer vastgesteld dat er ir Leiden enig glaswerk were gefabriceerd. De combinatie van exclusie: glaswerk en eenvoudig aarde werk bracht de archeologer tot de conclusie dat aan d< Clarensteeg een herberg oi een andere publieke gelegen heid gevestigd was. Omda beide woningen niet voorko men in het Herbergboek dat ir die tijd alle herbergen tei plaatse vermeldde, resteerd< geen andere mogelijkheid da aan de Clarensteeg een „vrije lijeke plaetze ter vermaak" of tewel een bordeel was geves tigd. Prostitutie kwam vroeger o{ grote schaal voor in Maredorp Her en der waren bordelen ge vestigd, zo weet men eeuwei later aan de hand van bodem vondsten vast te stellen. GERT VISSEI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 13