Gerard
Kerkum
en het
feestje
bij Feyenoord
finale
Karateka Van Mourik heeft
er nog niet genoeg van
ONDANKS TITELVERLIES
BIJ NATIONALE
KAMPIOENSCHAPPEN
Foto
£eidóc6ou/tci/nt
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1986
m
Guusje van Mourik
mei de gouden
medaille die zij
veroverde tijdens de
open Nederlandse
karate-
kampioenschappen
in Den Haag eerder
dit jaar. Foto
Milan Konvalinka.
ROTTERDAM - Vandaag exact
vier jaar geleden werd Gerard Ker
kum gekozen tot voorzitter van
Feyenoord. Aan zijn eerste lustrum
is de 53-jarige Rotterdammer dus
nog niet toe, maar al zou dat al het
geval zijn, reden om een echt feest
te vieren is er nauwelijks. Daarvoor
is de situatie van de voormalige
Europese topclub te zorgelijk. Zo
wel sportief als financieel. In het
Europa-Cuptoernooi moest na een
veelbesproken krachtmeting met
Borussia Mönchengladbach in de
tweede ronde worden afgehaakt. In
de Nederlandse competitie moet er
zelfs strijd worden geleverd om de
derde plaats en in het vaderlandse
bekertoernooi werd slechts met de
hakken over de sloot afgerekend
met eerste-divisieclub Heracles.
Voorwaar geen hoogstandjes waar Feye
noord zich op kan laten voorstaan. Maar
al deze weinig opwekkende elementen
zouden ten goede kunnen keren als de
ook nationaal danig in verval geraakte
club uit Rotterdam-Zuid financieel nog
wat achter de hand had om de dreigende
verdere teloorgang te stoppen. Door het
aantrekken van een aantal spelers bij
voorbeeld. Als gevolg van de tamelijk
belabberde positie van de schatkist van
de club kon Feyenoord echter niet ver
der gaan dan het aantrekken van de
Hongaar Antal Roth. Op wiens overi
gens stevige schouders nu de weinig be
nijdenswaardige taak ligt Feyenoord
enigszins uit het dal omhoog te stuwen.
Gerard Kerkum, tot 1965 gedurende
vele jaren een nuttige en betrouwbare
rechtsback bij Feyenoord, beseft dat.
„We moeten er eigenlijk voor waken dat
we in Roth een soort verlosser zien.
Maar zijn komst was wel noodzakelijk.
Het geeft de technische staf iets meer
speelruimte om in het elftal een aantal
wijzigingen aan te brengen".
Waarbij de voorzitter van Feyenoord er
kent dat het met de spelersgroep die trai
ner Rinus Israel tot dusver tot zijn be
schikking had, kennelijk niet lukte. „De
spelers die zijn aangetrokken zijn geko
men op zijn advies. Daar hebben we ons
als bestuur niet mee bemoeid. Het was
de keuze van Israel. En we hadden daar
vertrouwen in. Maar kennelijk is het zo
dat de verwachtingen van de trainer met
die nieuwe spelers niet zijn ingelost.
Vandaar dat hij versterking vroeg. En
kreeg".
Geen geld
Waarna Gerard Kerkum, die al sinds
1966 met een onderbreking van twee
jaar vanaf 1977 in het bestuur van Feye
noord zitting heeft, benadrukt, dat wat
hem betreft Antal Roth de laatste speler
is die dit seizoen de gelederen van de zo
geplaagde club komt aanvullen. Simpel
weg, omdat er geen geld meer is. „Nor
maal gesproken moet de technische staf
het nu verder doen met de spelers die er
nu zijn. Tenzij er op financieel gebied
nog iets gebeurt. Maar daarover valt op
dit moment nog geen zinnig woord te
zeggen".
Kerkum, in het dagelijks leven een zeer
druk bezet directeur van een Rotterdam
se bouwmaatschappij en uit dien hoofde
vrijwel voortdurend op pad, doelt op
eventuele revenuen die zouden kunnen
voortvloeien uit de benoeming van een
commercieel directeur bij Feyenoord. Al
zeer geruime tijd wordt er in Rotterdam-
Zuid gewerkt aan een nieuwe structuur
in de Kuip, waarbij de stichting betaald
voetbal en het stadion worden geïnte
greerd. Inmiddels heeft een werkgroep
rapport uitgebracht over die nieuwe op
zet. „Dat plan ligt nu bij juridische en
fiscale adviseurs", vertelt Gerard Ker
kum. „Zodra die hun adviezen daarover
hebben uitgebracht kan er verder aan
worden gewerkt. Ik verwacht dat de
nieuwe structuur aan het eind van dit
jaar gestalte kan krijgen".
GOUDA - De kans dat er op de
erelijst van Guusje van Mourik
naast de drie mondiale en vier Eu
ropese titels ooit ook nog een
olympisch hoogstandje kan worden
genoteerd wordt langzamerhand
wel erg klein, 's Werelds beste
vrouwelijke karateka en Gouda's
bekendste dertigplusser laat zich
echter niet zo snel uit het veld
slaan. Ook figuurlijk niet. „Ik heb
gehoord dat karate bij de Olympi
sche Spelen van 1996 misschien
demonstratiesport wordt. Dan ben
ik veertig. Ik denk niet dat ik dan
nog zin heb, maar ik wil geen voor
spelling doen. Dat doe ik nooit'.
Daarmee is meteen de onvermijdelijke
vraag beantwoord. Het karatepak zit de
30-jarige Goudse nog steeds lekker. De
gedachte aan stoppen is zelfs nooit bij
haar opgekomen. Ondanks het feit dat
Guusje van Mourik afgelopen weekeinde
haar nationale titel verspeelde door in
Lelystad met 5-4 te verliezen van de
Amsterdamse Henny van der Ploeg.
„Misschien dat ik stop als ik geen zin
meer heb om zoveel te trainen of mezelf
niet meer kan oppeppen voor wedstrij
den. Het zal een kwestie van motivatie
zijn. En dat kan van de ene op de andere
dag over zijn. Maar ik zal nooit zeggen:
ik stop dan en dan. Ik heb er nog te veel
plezier in om mijn stoppen aan te kon
digen".
In Lelystad slaagde Guusje van Mourik
er dus met in haar nationale titel in de
categorie 60+ met succes te verdedigen
in de klasse der zwaargewichten. Zij liep
daardoor op verrassende wijze haar 22e
nationale titel mis.
Nog honger
De'mondiale successen van Taiwan '82,
Maastricht '84 en Sydney begin oktober
dit jaar hebben de honger nog niet ge
stild. De vier Europese toetjes, tussen
door verslonden, evenmin. Integendeel.
Zolang ze er plezier in heeft, is de aspi-
rant-tandtechniker niet van plan er een
streep onder te zetten. Mondiaal noch
nationaal. Zes en wanneer het even kan
zeven trainingsdagen per week vormen
de basis.
Aan dat ritme hangt Van Mourik alle
successen op sinds haar eerste nationale
titel in 1977, tijdens het eerste nationale
kampioenschap voor vrouwen. „Hard
trainen en een goede trainer. Daar hoef
ik geen geheim van te maken. Voor de
rest is er niets bijzonders. Of ik meer
train dan ze in het buitenland doen weet
ik niet. Daar wordt bij kampioenschap
pen nooit over gepraat. En als er al over
trainingen wordt gepraat, vertel ik ze na
tuurlijk ook niet wat ik er allemaal voor
doe".
Die trainingsarbeid is zelfs opgevoerd
sinds Van Mourik, tot voor kort woon
achtig in Utrecht, haar intrek heeft geno
men boven de sportschool van trainer
Walter de Mooy. Van Mourik vertrouwt
blindelings op De Mooy, al acht jaar de
man achter de successen en ook tijdens
de internationale toernooien persoonlijk
begeleider. Een part-timebaan voor twee
dagen in de week in een tandtechnisch
laboratorium en één studiedag per week
vormen voor Nederlandse begrippen een
tamelijk comfortabele situatie voor het
bedrijven van topsport. „Qua sport wel,
qua financiën is het wat minder. Maar
het gaat en de sportcarrière, die is nu
nog het belangrijkste. Sport is momen
teel nog nummer een voor me. En met
die twee dagen vrije tijd per week heb ik
alle tijd voor de huishoudelijke klussen
en ook nog een beetje rust. M'n baas
heeft ook niet meer werk dan die twee
dagen per week, maar dat is wat mij be
treft voorlopig prima".
vierde dan
De Mooy hoeft zijn pupil, die vorig jaar
op grond van haar prestaties werd be
loond met de vierde dan, voor de trai-
ningsarbcid nooit aan te sporen. „Als ik
's zondags iemand kan vinden om te
trainen train ik op de mat. anders ga ik
hardlopen of zo. Trainen is voor mij het
leukste dat er is. Wedstrijden zijn ook
leuk. maar dan ben je toch altijd nerveus
en vecht je ook tegen de spanning. Daar
om vind ik trainen het leukst. Als je trai
nen niet leuk vindt, vecht je ook geen
behoorlijke wedstrijd".
Zoals verwacht kwam de voornaamste
tegenstand in Lelystad voor Van Mourik
van Hennie van der Ploeg. De Amster
damse, die ook in Gouda traint, was de
enige die Van Mourik een keer eerder
van een nationale titel afhield. Dat was
in 1983, ook in de 60+-klasse. Van Mou
rik zette die misstap recht met de titel
alle categorieën. Van der Ploeg was vier
de in Sydney, waar Van Mourik de kara-
tewereld via zes zeges voor de derde
maal op rij aan haar voeten legde.
Het internationale niveau van het vrou-
wenkarate is er wel beter op geworden
sinds haar eerste wereldtitel in 1982. „In
Taiwan was het ook al niet slecht en in
Maastricht evenmin, maar het wordt
steeds scherper, technischer en ook har
der". Van Mourik is voor die ontwikke
ling niet bang. „Iedereen zei vóór het
toernooi in Sydney dat ik moest oppas
sen, omdat het buitenland steeds sterker
wordt. Maar ze vergeten dat ik natuur
lijk in de laatste zes jaar ook flink wat
sterker ben geworden. Dat WK in Syd
ney is voor mijn gevoel ook niet moeilij
ker geweest dan Maastricht".
Van Mourik. die in de aanloop naar het
wereldkampioenschap in Australië niet
zelden tweemaal per dag trainde, zweert
nog steeds bij mannelijke sparringpart
ners. „Op de school lopen ook voorna
melijk mannen rond. Dus om tegen
vrouwen te vechten is op zich al moei
lijk. Maar ik vecht ook liever tegen man
nen. Daar word ik alleen maar beter
van. Mannen zijn toch sterker, sneller en
harder. Daar trek je in je gevechten al
leen maar profijt van". Hetgeen afgelo
pen weekeinde in Lelystad dan welis
waar niet in de 22e titel resulteerde,
maar de ambitie van Guusje van Mou
rik om te trachten nog sterker terug te
komen er alleen maar groter op heeft ge-
RENÉ VAN HATTUM
Laatst trof ik :n een bekend voetbalweek
blad een elftalfoto aan van Fortuna Sit-
tard. Het was een prent van het soort dal
is bedoeld om aan de muur van de slaap
kamer van een jonge voetbal-enthousias
teling te verschijnen. Klantenbinding is
het toverwoord bij deze platen, die altijd
worden afgedrukt in het hart van een
blad waardoor ze kunnen gorden uitge
vouwen en een qua omvang een aardige
behangvulling vormen. t
Ik heb daar vroeger ook aan ..gedaan".
Voetbalbladen had je toen niet en zeker
geen periodieken met kleurenfoto's. Je
moest je toen behelpen met afbeeldingen
van allerhande bekende figuren, van wie
filmsterren natuurlijk de meeste aftrek
vonden.
Zo verscheen aan het schuin aflopende
plafond van mijn zolderkamertje onder
meer Anthony Perkins, toen een jong ac
teur in opkomst. Inmiddels nauwelijks
veranderd, maar nooit een topper gewor
den. Perkins is de enige die ik me kan
herinneren van de serie grootheden die
het voorrecht hadden mijn slaapkamer
op te sieren. Als ik nog wel eens een rol
prent op televisie zie met Anthony Per
kins gaat er een schok van herkenning
door me heen. En rijst steeds weer de
kwellende vraag waarom ik me slechts
hém kan herinneren. Want ik weet zeker
dat ook bevallige dames mijn slaapver
trek hebben verlucht. Maar niet één ge
zicht staat me meer helder voor de geest.
Slechts die vermaledijde Perkins komt
naar boven.
Maar wat is de link tussen een elftalfoto
van Fortuna Sittard en een plaat van An
thony PerkinsZe kunnen beide worden
opgehangen. Dal is duidelijk. Er is ook
een verschil. Die verzameling in het gelid
staande voetballers dient een tweeledig
doel. Klantenbinding noemde ik reeds.
Het tweede is sponsorbinding. Elke firma
die geld steekt in een voetbalshirt vindt
het natuurlijk prachtig om in koperdiep
druk door het land te gaan. En reken er
op dat de betrokken onderneming direct
bij de fotograaf van het voetbalweekblad
aan de bef hangt om een uitvergrote dia
te bestellen. I 'oor in de kantine of voor
bij de directeur thuis, in zijn studeerka
mer. Op affiche-formaat. Zo snijdt hel
mes aan twee kanten: de club is blij en
de sponsor ook. Die ziet voor zijn dure
geld een mooie, grote kleurenfoto terug.
En er gaal tegenwoordig niets boven een
blije sponsor.
Maar er is iets mis met die elftal foto's.
En zeker met die van Fortuna Sittard.
Want weliswaar staat iedereen keurig in
hel gelid, de man geheel rechts op de
foto. Joop Castenmiïler, vormt bijna een
dissonant. Een keurig geklede, dal wel.
Maar dal is het hem juist.
Kijk. dat ex-Haagse Joop over een coiffu
re beschikt waar je een puntje aan kunt
zuigen mag van hem worden verwacht.
Joop is tenslotte vroeger kapper geweest.
Dat zit dus wel snor. Joop lijkt echter
sinds hij in Limburg is neergestreken en
het kappersvak definitief heeft afgescho
ren ook te hebben gestudeerd voor dress-
man. Maar dan wel een die nog niet de
kunst verstaat in zijn houding een wat
speels karakter te leggen.
Joop staal er tot in de uiterste puntjes
verzorgd bij. Het donkerblauwe kostuum
vertoont geen smetje, hel bovenste knoop
je van het colbert zit keurig dicht en de
broek vertoont aan de onderkant de ver
eiste ombolling om de pijpen aan de ach
terkant perfect te laten aansluiten bij de
schoenhak.
Het jasje van het pak wijkt niet op de
plek waar een leeftijdgenoot met een
hang naar corpulentie die drang we! zou
hebben veroorzaakt. Het colbert is voor
zien van goudkleurige metalen knopen,
die een beetje maatkleermaker waar
schijnlijk niet zou hebben gebruikt, maar
die weer prima passen bij het gelijkkleu
rige speldje op de linkerrevers.
De kleur van de schoenen tenslotte past
e.xact bij de streep in de donkerblauwe
das. Kortom. Joop ziet er perfect uit. Niet
in de laatste plaats dank zij zijn uitge
streken gezicht, waarop zelfs geen aanzet
tot een glimlach is te zien. Toch zou ik
Joop en zijn ploeg niet aanbevelen voor
de slaapkamermuur van mijn kleinzoon.
Daarvoor ziet Joop er naar Nederlandse
voetbalbegrippen gewoon veel te goed uit.
Een voetballer moet er stoer uitzien. Een
trainer stug en een tikje slordig. En een
manager hooguit in een C A- kostuum.
Hij wordt al weer wat te gedragen.
Er zit echter ook klimatologisch iets fout
met die foto's. Zelfs hartje winter staan
er in het voetbalweekblad zonnige foto's
en het gras is altijd dermate vers groen,
dal het bijna een opwekking is om kou
en regen maar beter niet te trotseren. Die
posterfoto's doen je terugverlangen naar
de tijd dat er echte elftalfoto's werden ge
maakt. Met de voorste rij voetballers op
de hurken, de achterste met de armen
stoer gekruist voor de borst. En bij som
mige ploegen zelfs de lolbroek van het ge
zelschap languit, op één elleboog steu
nend vóór de hele groep. Maar allemaal
met een strak, liefst wit gezicht, omdat
kort na de opname de vijand diende te
worden opgevreten.
Die over-mijn-lijkblik op de facies van de
gefotografeerden is er niet meer bij. Op
de huidige foto's is het boert en jolijt, la
chen geblazen, kortom dollen. En dan
Joop daarnaast. Als een moderne begra
fenisondernemer. Dat past niet. Een
Haagse ex-kapper in de gedaante van
Limburgse notabel
I 'an sommige dingen rijzen je de haren
te berge.
BUYS
eerst kennis met die rellen toen lotten-
ham Hotspur in Rotterdam kwam. Toen
werd een enorme schade aangericht. En
daarna zijn er allerlei maatregelen nage
laten die de zaak wellicht nog hadden
kunnen indammen. De voetbalwereld is
te laks geweest. Toen ik in 1977 uit het
bestuur van Feyenoord stapte, twee jaar
in Saoedi-Arabié was en weer terug
kwam leek het allemaal wel erger te zijn
geworden met het vandalisme. Maar ook
met die zaken heb ik rekening gehouden
toen ik werd gevraagd om in 1982 Cou-
wenberg op te volgen als voorzitter. En
daarom zeg ik dat ik nimmer spijt heb
gehad hier aan het roer te zijn gaan
staan. Daarvoor zit Feyenoord me toch
te veel aan het hart gebakken. Heb ik er
te veel tijd en energie in gestoken".
Gerard Kerkum kan zich overigens nog
steeds enigszins boos maken over de
gang van zaken rond de rellen van Ne
derlandse voetbalfans in Mönchenglad
bach. „Ik vind niet dat die boete van
21.000 gulden een milde straf is voor
wat daar is gebeurd", zegt hij met enige
stemverheffing. „In het stadion is met
sinaasappels gegooid. Daarvoor en voor
wat de UEFA incorrect gedrag op de tri
bunes noemde hebben we die boete ge
kregen. Waarbij ik niet uitsluit dat de ge
beurtenissen van 's middags en na af
loop in de stad hebben meegespeeld bij
de toemeting van de straf. Hoewel wij
als club toch niet verantwoordelijk kun
nen worden gesteld voor wat mensen
ver buiten het stadion uitspoken?".
Niet in beroep
„We hadden de mogelijkheid in beroep
te gaan tegen de uitspraak van de
UEFA. Maar dat hebben we niet gedaan,
omdat dan mogelijk de toestanden er
om heen nog ter tafel zouden komen. De
kranten hebben er tenslotte het nodige
over bericht en of dat nu allemaal waar
is of niet, het kan ook bij de behandeling
van een zaak in hoger beroep gaan mee
spelen. Maar dat ik tevreden zou zijn
met alleen maar een geldboete is per se
onjuist. Dat is geconcludeerd uit dubieu
ze berichtgeving vooraf over eventuele
uitsluiting van Feyenoord als gevolg van
die rellen in het centrum van Mönchen
gladbach. Berichten die uit de lucht ble
ken te zijn gegrepen".
Gerard Kerkum heeft al tijdens het uit-
Gerard Kerkum: We zijn niet in beroep
gegaan tegen de straf van de UEFA, om
dat anders de gebeurtenissen in de stad
Mönchengladbach alsnog ter tafel zouden
kunnen komen". Foto: Cees Verkerk.
spreken van deze veroordeling van de
media zijn rustige betoogtrant weer te
ruggevonden. En is weer de bedrijfsdi
recteur, die ondanks nieuwe afspraken
later deze middag en tijdverlies door fi
leproblemen vooraf tijdens dit gesprek
geen moment de indruk wekt haast te
hebben. Hij is weliswaar tamelijk kortaf
in zijn antwoorden, maar vermeldt de
essentie en ontwijkt de wat neteliger vra
gen niet. Zoals die over de invloed van
het bestuur op de technische leiding,
waarmee de ietwat in onvrede vertrok
ken trainer Ab Fafié in zijn laatste
maanden werd geconfronteerd. „Het be
stuur bemoeit zich nu op geen enkele
manier met de technische staf. Dat is de
verantwoordelijkheid van Israel en Jan
sen, in wie we het volste vertrouwen
hebben. Tussen bestuur en trainers heb
ben we met drie bestuursleden een podi
um om het contact te onderhouden als
dat wenselijk is. Fafié had zelf nooit be
hoefte aan contact. En doordat het be
stuur het toen wenselijk vond dat be
paalde zaken toch eens werden bespro
ken werd de indruk gewekt alsof we hem
bepaalde dingen hebben opgedragen.
Maar in principe doen we dat niet".
Publiciteit
Waarna nog even het thema publiciteit
ter sprake komt. „Ik sta niet te trappelen
om in de publiciteit te komen", zegt de
voorzitter van Feyenoord, wiens „docu
mentatiemap" inderdaad na al die jaren
bestuurlijke activiteit aan de zeer dunne
kant is. „Ik doe wat van mij wordt ver
wacht, ook op dit gebied. Maar ach,
vroeger al kreeg Coen Moulijn meer pu
bliciteit dan ik. Ik was maar een matige
voetballer tenslotte".
Hetgeen tot grote spijt van vele Feye-
noord-sympathisanten op dit moment
ook van toepassing is op een (te) groot
aantal spelers van het huidige eerste
team. Mogelijk dat er in het vijfde jaar
van zijn voorzitterschap een wending
ten goede ontstaat. Zodat Gerard Ker
kum over een jaar wel een feestje kan
FRANK WERKMAN
Zodra dat nieuwe werkplan in de prak
tijk kan worden uitgevoerd ontstaat er
ruimte, zelfs behoefte aan een commer
cieel directeur. Die zal het stadion moe
ten exploiteren en de betaalde tak moe
ten zien te verkopen. „Het zal duidelijk
zijn dat we dan niet gaan uitkijken naar
iemand die in de ww loopt", licht Ker
kum toe. „Het moet een functionaris
zijn, die in alle opzichten goed is inge
voerd in de materie betaald voetbal en
het stadion op een goede manier aan de
man kan brengen. Of we al iemand op
het oog hebben? Er zijn tot dusver na
men genoemd, maar we hebben nog met
niemand gesproken. En bij een paar
mensen die zijn genoemd, vraag ik me.
overigens af wat voor taakomschrijving
we hen zouden moeten geven. Daar wa
ren geen serieuze kandidaten bij".
Het zal duidelijk zijn dat Feyenoord een
duizendpoot zoekt met voelhorens in
alle mogelijke richtingen in het doolhof
dat de betaalde voetbalwereld nu een
maal is. Een functionaris die slechts met
veel meer dan een gemiddeld salaris
naar de Kuip is te lokken. „Maar", stelt
Kerkum daar tegenover, „het is dan te
vens iemand die zich moet terugverdie
nen. Bij alles wat je doet moet je eerst
investeren voor je kunt oogsten. Dat zal
straks bij Feyenoord ook zo moeten
gaan. Waarbij Feyenoord met elke mo
gelijke transactie en beslissing toch nog
verantwoording verschuldigd blijft aan
de sportclub met dezelfde naam, omdat
die met 52 procent de meerderheid van
de aandelen heeft".
Een voordeel in Rotterdam-Zuid is wel
dat een algemene ledenvergadering uit
eindelijk beslist, waar bijvoorbeeld bij
Ajax de ledenraad een zeer gewichtige
stem in het kapittel heeft. „En dat is een
belangrijk verschil", meent de voorzitter
van de stichting, die voorts van oordeel
is dat met het aantrekken van een com
mercieel directeur het kaderplaatje wel
rond is. „Met het management dat we
hebben moet er met zo'n nieuw aan te
stellen functionaris een kader zijn ge
schapen waarin Feyenoord optimaal kan
renderen".
Hetgeen dan uiteindelijk weer moet lei
den tot het verder boven de waterspiegel
verheffen van de kurk waarop het hele
gebeuren in Rotterdam-Zuid drijft, Fey
enoord I. „Want", redeneert Kerkum.
„we blijken toch wel degelijk nog over
een grote achterban te beschikken. Dat
bewezen de wedstrijden tegen Pees en
Ajax. Tegen die Hongaren waren er toch
32.000 toeschouwers en tegen Ajax zat
het vrijwel vol. Dat toont toch aan dat
er nog belangstelling is voor Feyenoord.
Het punt is evenwel dat we de mensen
die toen zijn gekomen moeten zien vast
te houden, moeten zien terug te krijgen".
En dat gebeurt niet met matige verrich
tingen in de eredivisie, waar tegenwoor
dig minder dan 10.000 mensen op afko
men. Zulke povere aantallen tasten de
financiële basis van de vroegere topclub
nog verder aan, waardoor de vicieuze
cirkel nimmer lijkt te kunnen worden
doorbroken. Vandaar dat er in bestuur
lijke kring bij Feyenoord reikhalzend
wordt uitgezien naar de nieuwe struc
tuur, waarbij een commercieel directeur
hoge verwachtingen moet zien in te los
sen. Die hij deels tot stand zou kunnen
brengen door een betere exploitatie van
het stadion, dat tenslotte beschikt over
zaalruimte cn parkeergelegenheid om
bijvoorbeeld vergaderingen en congres
sen te organiseren".
Het is op dat professioneler element van
bedrijfsvoering, waarop sponsor Opel
doelde bij het verlengen van het huidige
contract met nog drie jaar. Welke conti
nuering overigens plaatsvond op een
moment dat het Feyenoord dit seizoen
weer enigszins voor de wind leek te
gaan, na het bereiken van de tweede
ronde van het UEFA-Cuptoernooi. Na
dien ontstonden de sportieve problemen
en die met de excessen van de aanhan
gers, die zoals bekend Mönchengladbach
op stelten zetten.
Grote zorg
„Dat is een bron van grote zorg", vertelt
Kerkum. „In 1974 maakten we voor het