Gerard Kerkum en het feestje bij Feyenoord finale Karateka Van Mourik heeft er nog niet genoeg van ONDANKS TITELVERLIES BIJ NATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN Foto £eidóc6ou/tci/nt ZATERDAG 22 NOVEMBER 1986 m Guusje van Mourik mei de gouden medaille die zij veroverde tijdens de open Nederlandse karate- kampioenschappen in Den Haag eerder dit jaar. Foto Milan Konvalinka. ROTTERDAM - Vandaag exact vier jaar geleden werd Gerard Ker kum gekozen tot voorzitter van Feyenoord. Aan zijn eerste lustrum is de 53-jarige Rotterdammer dus nog niet toe, maar al zou dat al het geval zijn, reden om een echt feest te vieren is er nauwelijks. Daarvoor is de situatie van de voormalige Europese topclub te zorgelijk. Zo wel sportief als financieel. In het Europa-Cuptoernooi moest na een veelbesproken krachtmeting met Borussia Mönchengladbach in de tweede ronde worden afgehaakt. In de Nederlandse competitie moet er zelfs strijd worden geleverd om de derde plaats en in het vaderlandse bekertoernooi werd slechts met de hakken over de sloot afgerekend met eerste-divisieclub Heracles. Voorwaar geen hoogstandjes waar Feye noord zich op kan laten voorstaan. Maar al deze weinig opwekkende elementen zouden ten goede kunnen keren als de ook nationaal danig in verval geraakte club uit Rotterdam-Zuid financieel nog wat achter de hand had om de dreigende verdere teloorgang te stoppen. Door het aantrekken van een aantal spelers bij voorbeeld. Als gevolg van de tamelijk belabberde positie van de schatkist van de club kon Feyenoord echter niet ver der gaan dan het aantrekken van de Hongaar Antal Roth. Op wiens overi gens stevige schouders nu de weinig be nijdenswaardige taak ligt Feyenoord enigszins uit het dal omhoog te stuwen. Gerard Kerkum, tot 1965 gedurende vele jaren een nuttige en betrouwbare rechtsback bij Feyenoord, beseft dat. „We moeten er eigenlijk voor waken dat we in Roth een soort verlosser zien. Maar zijn komst was wel noodzakelijk. Het geeft de technische staf iets meer speelruimte om in het elftal een aantal wijzigingen aan te brengen". Waarbij de voorzitter van Feyenoord er kent dat het met de spelersgroep die trai ner Rinus Israel tot dusver tot zijn be schikking had, kennelijk niet lukte. „De spelers die zijn aangetrokken zijn geko men op zijn advies. Daar hebben we ons als bestuur niet mee bemoeid. Het was de keuze van Israel. En we hadden daar vertrouwen in. Maar kennelijk is het zo dat de verwachtingen van de trainer met die nieuwe spelers niet zijn ingelost. Vandaar dat hij versterking vroeg. En kreeg". Geen geld Waarna Gerard Kerkum, die al sinds 1966 met een onderbreking van twee jaar vanaf 1977 in het bestuur van Feye noord zitting heeft, benadrukt, dat wat hem betreft Antal Roth de laatste speler is die dit seizoen de gelederen van de zo geplaagde club komt aanvullen. Simpel weg, omdat er geen geld meer is. „Nor maal gesproken moet de technische staf het nu verder doen met de spelers die er nu zijn. Tenzij er op financieel gebied nog iets gebeurt. Maar daarover valt op dit moment nog geen zinnig woord te zeggen". Kerkum, in het dagelijks leven een zeer druk bezet directeur van een Rotterdam se bouwmaatschappij en uit dien hoofde vrijwel voortdurend op pad, doelt op eventuele revenuen die zouden kunnen voortvloeien uit de benoeming van een commercieel directeur bij Feyenoord. Al zeer geruime tijd wordt er in Rotterdam- Zuid gewerkt aan een nieuwe structuur in de Kuip, waarbij de stichting betaald voetbal en het stadion worden geïnte greerd. Inmiddels heeft een werkgroep rapport uitgebracht over die nieuwe op zet. „Dat plan ligt nu bij juridische en fiscale adviseurs", vertelt Gerard Ker kum. „Zodra die hun adviezen daarover hebben uitgebracht kan er verder aan worden gewerkt. Ik verwacht dat de nieuwe structuur aan het eind van dit jaar gestalte kan krijgen". GOUDA - De kans dat er op de erelijst van Guusje van Mourik naast de drie mondiale en vier Eu ropese titels ooit ook nog een olympisch hoogstandje kan worden genoteerd wordt langzamerhand wel erg klein, 's Werelds beste vrouwelijke karateka en Gouda's bekendste dertigplusser laat zich echter niet zo snel uit het veld slaan. Ook figuurlijk niet. „Ik heb gehoord dat karate bij de Olympi sche Spelen van 1996 misschien demonstratiesport wordt. Dan ben ik veertig. Ik denk niet dat ik dan nog zin heb, maar ik wil geen voor spelling doen. Dat doe ik nooit'. Daarmee is meteen de onvermijdelijke vraag beantwoord. Het karatepak zit de 30-jarige Goudse nog steeds lekker. De gedachte aan stoppen is zelfs nooit bij haar opgekomen. Ondanks het feit dat Guusje van Mourik afgelopen weekeinde haar nationale titel verspeelde door in Lelystad met 5-4 te verliezen van de Amsterdamse Henny van der Ploeg. „Misschien dat ik stop als ik geen zin meer heb om zoveel te trainen of mezelf niet meer kan oppeppen voor wedstrij den. Het zal een kwestie van motivatie zijn. En dat kan van de ene op de andere dag over zijn. Maar ik zal nooit zeggen: ik stop dan en dan. Ik heb er nog te veel plezier in om mijn stoppen aan te kon digen". In Lelystad slaagde Guusje van Mourik er dus met in haar nationale titel in de categorie 60+ met succes te verdedigen in de klasse der zwaargewichten. Zij liep daardoor op verrassende wijze haar 22e nationale titel mis. Nog honger De'mondiale successen van Taiwan '82, Maastricht '84 en Sydney begin oktober dit jaar hebben de honger nog niet ge stild. De vier Europese toetjes, tussen door verslonden, evenmin. Integendeel. Zolang ze er plezier in heeft, is de aspi- rant-tandtechniker niet van plan er een streep onder te zetten. Mondiaal noch nationaal. Zes en wanneer het even kan zeven trainingsdagen per week vormen de basis. Aan dat ritme hangt Van Mourik alle successen op sinds haar eerste nationale titel in 1977, tijdens het eerste nationale kampioenschap voor vrouwen. „Hard trainen en een goede trainer. Daar hoef ik geen geheim van te maken. Voor de rest is er niets bijzonders. Of ik meer train dan ze in het buitenland doen weet ik niet. Daar wordt bij kampioenschap pen nooit over gepraat. En als er al over trainingen wordt gepraat, vertel ik ze na tuurlijk ook niet wat ik er allemaal voor doe". Die trainingsarbeid is zelfs opgevoerd sinds Van Mourik, tot voor kort woon achtig in Utrecht, haar intrek heeft geno men boven de sportschool van trainer Walter de Mooy. Van Mourik vertrouwt blindelings op De Mooy, al acht jaar de man achter de successen en ook tijdens de internationale toernooien persoonlijk begeleider. Een part-timebaan voor twee dagen in de week in een tandtechnisch laboratorium en één studiedag per week vormen voor Nederlandse begrippen een tamelijk comfortabele situatie voor het bedrijven van topsport. „Qua sport wel, qua financiën is het wat minder. Maar het gaat en de sportcarrière, die is nu nog het belangrijkste. Sport is momen teel nog nummer een voor me. En met die twee dagen vrije tijd per week heb ik alle tijd voor de huishoudelijke klussen en ook nog een beetje rust. M'n baas heeft ook niet meer werk dan die twee dagen per week, maar dat is wat mij be treft voorlopig prima". vierde dan De Mooy hoeft zijn pupil, die vorig jaar op grond van haar prestaties werd be loond met de vierde dan, voor de trai- ningsarbcid nooit aan te sporen. „Als ik 's zondags iemand kan vinden om te trainen train ik op de mat. anders ga ik hardlopen of zo. Trainen is voor mij het leukste dat er is. Wedstrijden zijn ook leuk. maar dan ben je toch altijd nerveus en vecht je ook tegen de spanning. Daar om vind ik trainen het leukst. Als je trai nen niet leuk vindt, vecht je ook geen behoorlijke wedstrijd". Zoals verwacht kwam de voornaamste tegenstand in Lelystad voor Van Mourik van Hennie van der Ploeg. De Amster damse, die ook in Gouda traint, was de enige die Van Mourik een keer eerder van een nationale titel afhield. Dat was in 1983, ook in de 60+-klasse. Van Mou rik zette die misstap recht met de titel alle categorieën. Van der Ploeg was vier de in Sydney, waar Van Mourik de kara- tewereld via zes zeges voor de derde maal op rij aan haar voeten legde. Het internationale niveau van het vrou- wenkarate is er wel beter op geworden sinds haar eerste wereldtitel in 1982. „In Taiwan was het ook al niet slecht en in Maastricht evenmin, maar het wordt steeds scherper, technischer en ook har der". Van Mourik is voor die ontwikke ling niet bang. „Iedereen zei vóór het toernooi in Sydney dat ik moest oppas sen, omdat het buitenland steeds sterker wordt. Maar ze vergeten dat ik natuur lijk in de laatste zes jaar ook flink wat sterker ben geworden. Dat WK in Syd ney is voor mijn gevoel ook niet moeilij ker geweest dan Maastricht". Van Mourik. die in de aanloop naar het wereldkampioenschap in Australië niet zelden tweemaal per dag trainde, zweert nog steeds bij mannelijke sparringpart ners. „Op de school lopen ook voorna melijk mannen rond. Dus om tegen vrouwen te vechten is op zich al moei lijk. Maar ik vecht ook liever tegen man nen. Daar word ik alleen maar beter van. Mannen zijn toch sterker, sneller en harder. Daar trek je in je gevechten al leen maar profijt van". Hetgeen afgelo pen weekeinde in Lelystad dan welis waar niet in de 22e titel resulteerde, maar de ambitie van Guusje van Mou rik om te trachten nog sterker terug te komen er alleen maar groter op heeft ge- RENÉ VAN HATTUM Laatst trof ik :n een bekend voetbalweek blad een elftalfoto aan van Fortuna Sit- tard. Het was een prent van het soort dal is bedoeld om aan de muur van de slaap kamer van een jonge voetbal-enthousias teling te verschijnen. Klantenbinding is het toverwoord bij deze platen, die altijd worden afgedrukt in het hart van een blad waardoor ze kunnen gorden uitge vouwen en een qua omvang een aardige behangvulling vormen. t Ik heb daar vroeger ook aan ..gedaan". Voetbalbladen had je toen niet en zeker geen periodieken met kleurenfoto's. Je moest je toen behelpen met afbeeldingen van allerhande bekende figuren, van wie filmsterren natuurlijk de meeste aftrek vonden. Zo verscheen aan het schuin aflopende plafond van mijn zolderkamertje onder meer Anthony Perkins, toen een jong ac teur in opkomst. Inmiddels nauwelijks veranderd, maar nooit een topper gewor den. Perkins is de enige die ik me kan herinneren van de serie grootheden die het voorrecht hadden mijn slaapkamer op te sieren. Als ik nog wel eens een rol prent op televisie zie met Anthony Per kins gaat er een schok van herkenning door me heen. En rijst steeds weer de kwellende vraag waarom ik me slechts hém kan herinneren. Want ik weet zeker dat ook bevallige dames mijn slaapver trek hebben verlucht. Maar niet één ge zicht staat me meer helder voor de geest. Slechts die vermaledijde Perkins komt naar boven. Maar wat is de link tussen een elftalfoto van Fortuna Sittard en een plaat van An thony PerkinsZe kunnen beide worden opgehangen. Dal is duidelijk. Er is ook een verschil. Die verzameling in het gelid staande voetballers dient een tweeledig doel. Klantenbinding noemde ik reeds. Het tweede is sponsorbinding. Elke firma die geld steekt in een voetbalshirt vindt het natuurlijk prachtig om in koperdiep druk door het land te gaan. En reken er op dat de betrokken onderneming direct bij de fotograaf van het voetbalweekblad aan de bef hangt om een uitvergrote dia te bestellen. I 'oor in de kantine of voor bij de directeur thuis, in zijn studeerka mer. Op affiche-formaat. Zo snijdt hel mes aan twee kanten: de club is blij en de sponsor ook. Die ziet voor zijn dure geld een mooie, grote kleurenfoto terug. En er gaal tegenwoordig niets boven een blije sponsor. Maar er is iets mis met die elftal foto's. En zeker met die van Fortuna Sittard. Want weliswaar staat iedereen keurig in hel gelid, de man geheel rechts op de foto. Joop Castenmiïler, vormt bijna een dissonant. Een keurig geklede, dal wel. Maar dal is het hem juist. Kijk. dat ex-Haagse Joop over een coiffu re beschikt waar je een puntje aan kunt zuigen mag van hem worden verwacht. Joop is tenslotte vroeger kapper geweest. Dat zit dus wel snor. Joop lijkt echter sinds hij in Limburg is neergestreken en het kappersvak definitief heeft afgescho ren ook te hebben gestudeerd voor dress- man. Maar dan wel een die nog niet de kunst verstaat in zijn houding een wat speels karakter te leggen. Joop staal er tot in de uiterste puntjes verzorgd bij. Het donkerblauwe kostuum vertoont geen smetje, hel bovenste knoop je van het colbert zit keurig dicht en de broek vertoont aan de onderkant de ver eiste ombolling om de pijpen aan de ach terkant perfect te laten aansluiten bij de schoenhak. Het jasje van het pak wijkt niet op de plek waar een leeftijdgenoot met een hang naar corpulentie die drang we! zou hebben veroorzaakt. Het colbert is voor zien van goudkleurige metalen knopen, die een beetje maatkleermaker waar schijnlijk niet zou hebben gebruikt, maar die weer prima passen bij het gelijkkleu rige speldje op de linkerrevers. De kleur van de schoenen tenslotte past e.xact bij de streep in de donkerblauwe das. Kortom. Joop ziet er perfect uit. Niet in de laatste plaats dank zij zijn uitge streken gezicht, waarop zelfs geen aanzet tot een glimlach is te zien. Toch zou ik Joop en zijn ploeg niet aanbevelen voor de slaapkamermuur van mijn kleinzoon. Daarvoor ziet Joop er naar Nederlandse voetbalbegrippen gewoon veel te goed uit. Een voetballer moet er stoer uitzien. Een trainer stug en een tikje slordig. En een manager hooguit in een C A- kostuum. Hij wordt al weer wat te gedragen. Er zit echter ook klimatologisch iets fout met die foto's. Zelfs hartje winter staan er in het voetbalweekblad zonnige foto's en het gras is altijd dermate vers groen, dal het bijna een opwekking is om kou en regen maar beter niet te trotseren. Die posterfoto's doen je terugverlangen naar de tijd dat er echte elftalfoto's werden ge maakt. Met de voorste rij voetballers op de hurken, de achterste met de armen stoer gekruist voor de borst. En bij som mige ploegen zelfs de lolbroek van het ge zelschap languit, op één elleboog steu nend vóór de hele groep. Maar allemaal met een strak, liefst wit gezicht, omdat kort na de opname de vijand diende te worden opgevreten. Die over-mijn-lijkblik op de facies van de gefotografeerden is er niet meer bij. Op de huidige foto's is het boert en jolijt, la chen geblazen, kortom dollen. En dan Joop daarnaast. Als een moderne begra fenisondernemer. Dat past niet. Een Haagse ex-kapper in de gedaante van Limburgse notabel I 'an sommige dingen rijzen je de haren te berge. BUYS eerst kennis met die rellen toen lotten- ham Hotspur in Rotterdam kwam. Toen werd een enorme schade aangericht. En daarna zijn er allerlei maatregelen nage laten die de zaak wellicht nog hadden kunnen indammen. De voetbalwereld is te laks geweest. Toen ik in 1977 uit het bestuur van Feyenoord stapte, twee jaar in Saoedi-Arabié was en weer terug kwam leek het allemaal wel erger te zijn geworden met het vandalisme. Maar ook met die zaken heb ik rekening gehouden toen ik werd gevraagd om in 1982 Cou- wenberg op te volgen als voorzitter. En daarom zeg ik dat ik nimmer spijt heb gehad hier aan het roer te zijn gaan staan. Daarvoor zit Feyenoord me toch te veel aan het hart gebakken. Heb ik er te veel tijd en energie in gestoken". Gerard Kerkum kan zich overigens nog steeds enigszins boos maken over de gang van zaken rond de rellen van Ne derlandse voetbalfans in Mönchenglad bach. „Ik vind niet dat die boete van 21.000 gulden een milde straf is voor wat daar is gebeurd", zegt hij met enige stemverheffing. „In het stadion is met sinaasappels gegooid. Daarvoor en voor wat de UEFA incorrect gedrag op de tri bunes noemde hebben we die boete ge kregen. Waarbij ik niet uitsluit dat de ge beurtenissen van 's middags en na af loop in de stad hebben meegespeeld bij de toemeting van de straf. Hoewel wij als club toch niet verantwoordelijk kun nen worden gesteld voor wat mensen ver buiten het stadion uitspoken?". Niet in beroep „We hadden de mogelijkheid in beroep te gaan tegen de uitspraak van de UEFA. Maar dat hebben we niet gedaan, omdat dan mogelijk de toestanden er om heen nog ter tafel zouden komen. De kranten hebben er tenslotte het nodige over bericht en of dat nu allemaal waar is of niet, het kan ook bij de behandeling van een zaak in hoger beroep gaan mee spelen. Maar dat ik tevreden zou zijn met alleen maar een geldboete is per se onjuist. Dat is geconcludeerd uit dubieu ze berichtgeving vooraf over eventuele uitsluiting van Feyenoord als gevolg van die rellen in het centrum van Mönchen gladbach. Berichten die uit de lucht ble ken te zijn gegrepen". Gerard Kerkum heeft al tijdens het uit- Gerard Kerkum: We zijn niet in beroep gegaan tegen de straf van de UEFA, om dat anders de gebeurtenissen in de stad Mönchengladbach alsnog ter tafel zouden kunnen komen". Foto: Cees Verkerk. spreken van deze veroordeling van de media zijn rustige betoogtrant weer te ruggevonden. En is weer de bedrijfsdi recteur, die ondanks nieuwe afspraken later deze middag en tijdverlies door fi leproblemen vooraf tijdens dit gesprek geen moment de indruk wekt haast te hebben. Hij is weliswaar tamelijk kortaf in zijn antwoorden, maar vermeldt de essentie en ontwijkt de wat neteliger vra gen niet. Zoals die over de invloed van het bestuur op de technische leiding, waarmee de ietwat in onvrede vertrok ken trainer Ab Fafié in zijn laatste maanden werd geconfronteerd. „Het be stuur bemoeit zich nu op geen enkele manier met de technische staf. Dat is de verantwoordelijkheid van Israel en Jan sen, in wie we het volste vertrouwen hebben. Tussen bestuur en trainers heb ben we met drie bestuursleden een podi um om het contact te onderhouden als dat wenselijk is. Fafié had zelf nooit be hoefte aan contact. En doordat het be stuur het toen wenselijk vond dat be paalde zaken toch eens werden bespro ken werd de indruk gewekt alsof we hem bepaalde dingen hebben opgedragen. Maar in principe doen we dat niet". Publiciteit Waarna nog even het thema publiciteit ter sprake komt. „Ik sta niet te trappelen om in de publiciteit te komen", zegt de voorzitter van Feyenoord, wiens „docu mentatiemap" inderdaad na al die jaren bestuurlijke activiteit aan de zeer dunne kant is. „Ik doe wat van mij wordt ver wacht, ook op dit gebied. Maar ach, vroeger al kreeg Coen Moulijn meer pu bliciteit dan ik. Ik was maar een matige voetballer tenslotte". Hetgeen tot grote spijt van vele Feye- noord-sympathisanten op dit moment ook van toepassing is op een (te) groot aantal spelers van het huidige eerste team. Mogelijk dat er in het vijfde jaar van zijn voorzitterschap een wending ten goede ontstaat. Zodat Gerard Ker kum over een jaar wel een feestje kan FRANK WERKMAN Zodra dat nieuwe werkplan in de prak tijk kan worden uitgevoerd ontstaat er ruimte, zelfs behoefte aan een commer cieel directeur. Die zal het stadion moe ten exploiteren en de betaalde tak moe ten zien te verkopen. „Het zal duidelijk zijn dat we dan niet gaan uitkijken naar iemand die in de ww loopt", licht Ker kum toe. „Het moet een functionaris zijn, die in alle opzichten goed is inge voerd in de materie betaald voetbal en het stadion op een goede manier aan de man kan brengen. Of we al iemand op het oog hebben? Er zijn tot dusver na men genoemd, maar we hebben nog met niemand gesproken. En bij een paar mensen die zijn genoemd, vraag ik me. overigens af wat voor taakomschrijving we hen zouden moeten geven. Daar wa ren geen serieuze kandidaten bij". Het zal duidelijk zijn dat Feyenoord een duizendpoot zoekt met voelhorens in alle mogelijke richtingen in het doolhof dat de betaalde voetbalwereld nu een maal is. Een functionaris die slechts met veel meer dan een gemiddeld salaris naar de Kuip is te lokken. „Maar", stelt Kerkum daar tegenover, „het is dan te vens iemand die zich moet terugverdie nen. Bij alles wat je doet moet je eerst investeren voor je kunt oogsten. Dat zal straks bij Feyenoord ook zo moeten gaan. Waarbij Feyenoord met elke mo gelijke transactie en beslissing toch nog verantwoording verschuldigd blijft aan de sportclub met dezelfde naam, omdat die met 52 procent de meerderheid van de aandelen heeft". Een voordeel in Rotterdam-Zuid is wel dat een algemene ledenvergadering uit eindelijk beslist, waar bijvoorbeeld bij Ajax de ledenraad een zeer gewichtige stem in het kapittel heeft. „En dat is een belangrijk verschil", meent de voorzitter van de stichting, die voorts van oordeel is dat met het aantrekken van een com mercieel directeur het kaderplaatje wel rond is. „Met het management dat we hebben moet er met zo'n nieuw aan te stellen functionaris een kader zijn ge schapen waarin Feyenoord optimaal kan renderen". Hetgeen dan uiteindelijk weer moet lei den tot het verder boven de waterspiegel verheffen van de kurk waarop het hele gebeuren in Rotterdam-Zuid drijft, Fey enoord I. „Want", redeneert Kerkum. „we blijken toch wel degelijk nog over een grote achterban te beschikken. Dat bewezen de wedstrijden tegen Pees en Ajax. Tegen die Hongaren waren er toch 32.000 toeschouwers en tegen Ajax zat het vrijwel vol. Dat toont toch aan dat er nog belangstelling is voor Feyenoord. Het punt is evenwel dat we de mensen die toen zijn gekomen moeten zien vast te houden, moeten zien terug te krijgen". En dat gebeurt niet met matige verrich tingen in de eredivisie, waar tegenwoor dig minder dan 10.000 mensen op afko men. Zulke povere aantallen tasten de financiële basis van de vroegere topclub nog verder aan, waardoor de vicieuze cirkel nimmer lijkt te kunnen worden doorbroken. Vandaar dat er in bestuur lijke kring bij Feyenoord reikhalzend wordt uitgezien naar de nieuwe struc tuur, waarbij een commercieel directeur hoge verwachtingen moet zien in te los sen. Die hij deels tot stand zou kunnen brengen door een betere exploitatie van het stadion, dat tenslotte beschikt over zaalruimte cn parkeergelegenheid om bijvoorbeeld vergaderingen en congres sen te organiseren". Het is op dat professioneler element van bedrijfsvoering, waarop sponsor Opel doelde bij het verlengen van het huidige contract met nog drie jaar. Welke conti nuering overigens plaatsvond op een moment dat het Feyenoord dit seizoen weer enigszins voor de wind leek te gaan, na het bereiken van de tweede ronde van het UEFA-Cuptoernooi. Na dien ontstonden de sportieve problemen en die met de excessen van de aanhan gers, die zoals bekend Mönchengladbach op stelten zetten. Grote zorg „Dat is een bron van grote zorg", vertelt Kerkum. „In 1974 maakten we voor het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 23