Epilepsie: geen ziekte maar een incident „Toepassing stokoud uitleveringsverdrag vrij pikante zaak" PROF. SWART NA IRA-UITSPRAAK HOGE RAAD: Meesten tegen eigen risico in ziekenfondsverzekering B O N iINNENLAND CeidaeSotnmit ZATERDAG 25 OKTOBER 1986 PAGINA 7 De in Nederland gevangen zittende IRA-leden Brendan McFarlane (links) en Gerard Kelly heb ben het aan een zeer oud uitleveringsverdrag te danken dat ze niet aan Groot-Brittannlë wor den uitgeleverd op grond van bomaanslagen waarbij doden zijn gevallen. UTRECHT De in Ne derland gevangen zitten de IRA-leden Brendan McFarlane en Gerard Kelly hebben het aan een zeer oud uitleve ringsverdrag te danken dat ze niet aan Groot- Brittannië worden uitge leverd op grond van bomaanslagen waarbij doden zijn gevallen. Ze zijn voor die aanslagen beiden tot zeer lange ge vangenisstraffen veroor deeld en hebben door de uitspraak van de Hoge Raad de garantie dat ze daarvoor niet opnieuw kunnen worden opgeslo ten als het tot een uitle vering komt. Alleen de misdrijven die werden gepleegd bij de ontsnap ping in september 1983 uit de Maze-gevangenis in Belfast mogen volgens de Hoge Raad grond zijn om tot uitlevering over te gaan. De uitspraak is in feite vrij bijzonder, want op het Britse ver zoek tot uitlevering zijn bepalingen van toepas sing die dateren uit de vorige eeuw, waarin men nog nauwelijks had ge hoord van het „teweeg brengen van een ontplof fing en het samenzweren daartoe". Het tussen Nederland en Groot-Brittannie gesloten uitleveringsverdrag van 1898 is zo goed als het laatste van de bijna „stokoude" verdra gen die de wereld heeft ge kend. Eind vorig jaar haalde de verdediging van de Hei- neken-ontvoerders een soort gelijke, uit 1895 daterende uitleveringsovereenkomst tussen Nederland en Frank rijk van stal. Daaruit bleek dat hun cliënten alleen zou den kunnen worden uitgele verd en in eigen land ver volgd inzake schriftelijke be dreiging en niet inzake ont voering en afpersing. Later werd Frankrijk partij in het multilaterale Europese uitle veringsverdrag, waardoor uitlevering op ontvoerings- gronden alsnog mogelijk is geworden. De wereld van de uitleve ringsverdragen is niet de meest dynamische die men zich kan voorstellen. De in ternationale rechtsgang is niet zelden een zaak van ja ren, de soms zo broodnodige actualisering van sommige verdragen laat tientallen ja ren en in het Nederlands- Britse geval zelfs bijna een eeuw op zich wachten. Het is nog onbekend wanneer de Britten het Europese verdrag van 1965 zullen tekenen. Professor mr. A.H.J. Swart, hoogleraar in het straf- en strafprocesrecht aan de Rijksuniversiteit van Utrecht, noemt het een „vrij pikante zaak" dat anno 1986 nog problemen ontstaaa doordat een zo oud verdrag nog steeds van toepassing is. „Over de redenen van de Britten om de zaak voorlopig zo te laten tast vrijwel ieder een in Nederland in het duis ter. Ikzelf weet het ook niet", zegt de hoogleraar. Ook woordvoerster Faber van het ministerie van justitie blijft het antwoord schuldig. „In dit soort zaken weet je het antwoord pas als de onderte kening heeft plaatsgevon den". Echt oude uitleveringsver dragen zijn tegenwoordig wel in de minderheid. Mr. Swart: „Het gaat hier zo langzamer hand om een zeldzaamheid, die we alleen nog zien bij landen die ooit een kolonie zijn geweest, of kolonies heb ben gehad. Zulke verouderde verdragen kent men in Au stralië, Nieuw-Zeeland en enkele Afrikaanse landen". Bij zijn weten is de interna tionale wetgeving op dit ge bied, op een aantal verdragen met Oostbloklanden na, praktisch geheel geactuali seerd. Vrijwel alle landen waaraan Nederland buiten landse verdachten uitlevert hebben het Europees Ver drag betreffende Uitlevering van 1965 ondertekend. Ook is er een verdrag gesloten met de VS en zijn er onderhande lingen gaande met onder meer Australië. Politieke delicten Uitlevering van een niet-Ne- derlander gebeurt per se niet als er nooit een overeen komst is gesloten met het land dat het verzoek heeft ingediend. Als zq'n verdrag er wel is, staat er precies in voor welke misdrijven het overdragen van de verdachte is toegestaan. Voor politieke delicten, zoals een poging tot omverwerping van een rege ring, is uitwijzing meteen al onmogelijk, maar er zijn ui teraard gevallen waarin niet goed duidelijk is of het om zo'n politiek delict gaat. De verdediging van de twee IRA-leden heeft er uiteraard alles aan gedaan om het doen en laten van de twee als zo danig erkend te krijgen. Zo ver kwam het niet, maar de Hoge Raad heeft in elk geval z'n bezorgdheid getoond over de wijze waarop de IRA-le den na uitlevering in de Brit se gevangenissen zullen wor den behandeld. Minister Korthals Altes van justitie moet dan maar uitzoeken of dat correct gebeurt en op grond daarvan een beslissing nemen over uitlevering, zo luidt vrij vertaald de gang van zaken. „Dat is nu precies de reden dat er nooit een wereldwijd netwerk zal ontstaan van uit leveringsverdragen", zegt mr. Swart. „Zo lang geen vertrouwen en garanties be staan dat de andere partij de gevangenen netjes behandelt, zal met dat land zeker geen uitleveringsverdrag worden gesloten. Dat is niet zo maar een morele of politieke zaak, maar ook een juridische. De hoogleraar merkt op dat er internationaal weinig be hoefte bestaat om met „Jan en alleman" bilaterale uitle veringsverdragen te hebben. „Het is ook de vraag of het voor de rechtszekerheid van de individuen wel zo wense lijk is om een wereldwijd netwerk van verdragen op te zetten. Dan zal er altijd een aantal landen bij zitten waar mee voortdurend problemen ontstaan, dictaturen wellicht. Want hoe betrouwbaar en eerlijk is de rechtspraak in zo'n land?". Zo is er de laatste jaren een probleem ontstaan met de Turkse verzoeken tot uitleve ring. De internationaal op z'n minst als twijfelachtig be schouwde rechtsgang in Tur kije, één van de onderteke naars van het Europese uitle veringsverdrag, heeft er al meermalen toe geleid dat verzoeken van die kant om overdracht van een misdadi ger werden geweigerd. De minister van justitie kan dank zij bepalingen in het verdrag uitlevering weigeren op humanitaire gïonden. „Verplichten kan men een land nooit", besluit Swart. ARJEN VAN DER SAR SUSKE EN WISKE DE GLANZENDE GLETSJER Holbewoners op mammoets1. En lambik is hstjebonden tussen die enorme slagtanden Ie) Standaard Uitgever!), „Van isolement tot integratie" is de titel van een symposium dat deze week in Utrecht is gehouden ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Federatie voor Epilepsie-Bestrij- ding. Bij de federatie zijn zo'n twintig organisaties aangeslo ten, variërend van de Christelijke Vereniging voor de Ver pleging van Lijders aan Epilepsie, Fonds voor Epilepsiebe- strijding „De Macht van het Kleine", de Epilepsie Vereni ging Nederland tot de kruisverenigingen, onderwijsinstellin gen, het Nederlands Instituut voor Psychologen, de Neder landse Vereniging voor Kindergeneeskunde, tal van institu ten voor epilepsiebestriijding en het Nederlands Huisartsen Genootschap. Het motto is zowel op de positie van de mens met epilepsie van toepassing als op de plaats van de epilepsiebestrijding in het brede kader van gezondheids- en welzijnszorg. De titel „Van isolement tot integratie" geeft ook aan dat er in de af gelopen vijftig jaar veel is veranderd. Het belangrijkste daarvan, zegt directeur C. Peper van de Federatie voor Epi- lepsie-Bestrijding in Utrecht, is dat „vallende ziekte" heel goed bespreekbaar is geworden. UTRECHT De meeste mensen weten er wel iets van, maar het naadje van de kous ontgaat ze echter. En juist die onwetendheid leidt ertoe, dat epilepsie nog steeds in het verdom hoekje bivakkeert, dat er een taboe op rust. Vallen de ziekte, zo zegt men, is eng en angstaanjagend en je kunt daarom maar be ter zo weinig mogelijk mee te maken hebben. Een houding die niet te recht is, meent directeur Cees Peper van de Fede ratie voor Epilepsie-Be- strijding in Utrecht. Want epilepsie is niet iets om bang van te worden en de aandoeningen zijn zeker minder gevaarlijk dan die van verslaafden aan drank en drugs. „Het is een incident in een mensenleven, dat soms terug komt maar soms ook niet. Een ziekte waarmee mensen leren leven. Hun omgeving heeft er nauwelijks last van, er is dus geen enkele reden om over epilepsie geheimzinnig te doen of het te verhullen. Eén op de 150 mensen lijdt aan epilepsie, en dat is meer dan het aantal verslaafden aan alcohol". Om drankverslaafden te hel pen wordt de komende jaren anderhalf miljoen gulden per iaar uitgegeven. De epilepsie bestrijding krijgt echter niks. Peper vindt dit niet terecht. „Want", zegt hij, „de epilepsie- -patiënten richten aantoonbaar veel minder overlast aan dan dronkaards. Toch gaat er naar alcoholverslaafden meer aan dacht uit dan naar de epilep sie. Dat heeft te maken met het taboe, waarin dit alles zich bevindt. Vallende ziekte heeft nog steeds iets spookachtigs, men weet daar geen raad mee". Er is voor Nederland geen precies cijfer te geven voor het aantal epilepsiepatiënten. Pe per: „Dat we geen exacte cij fers hebben komt alweer door die taboesfeer. Men geeft niet graag toe aan epilepsie te lij den; men praat er gewoon niet over, dat is het probleem. In Amerika is er elk jaar de ver kiezing van het epileptisch kind van het jaar. Een groot feest, echt een happening. Ik zie dat in Nederland nog niet zo gauw gebeuren, zo'n mani festatie waar vooraanstaande personen ronduit toegeven epileptici te zijn". Paniek Hoe reageert de gemiddelde ouder als de 7-jarige zoon epi lepsie blijkt te hebben? Peper: „Paniek, natuurlijk, in eerste instantie. Wat moet ik hiermee aan, wat moet ik met mijn kind. Dat zijn de eerste reacties. Dan: de ellende. Naar de dokter. Daar hoort men de diagnose die men eigenlijk niet horen wil. Er volgt een hele verwerkingsperiode, waarin langzaam het proces van acceptatie op gang komt. Langzaam, omdat er het taboe is. Wat zal de familie, wat zul len de buren zeggen?" Heeft het kind absences of sto- rinkjes of petit-mal, of hoe het ook genoemd mag worden, dan treedt er een periode van zorg op. Op school en onder weg, als er een drukke ver keersweg moet worden over gestoken, is er de extra aan dacht voor de situatie van het kind. Niet zonder begeleiding fietsen, want er kunnen dro merijen voorkomen, op school wordt het kind voor lui of lus teloos versleten. Het gevaar is levensgroot aanwezig dat het kind veel te beschermd wordt opgevoed, wat onmiskenbaar gevolgen heeft voor zijn latere ontplooiing in baan of maat schappij. Risico nemen Toch is dat volgens Peper niet nodig. Ouders moeten volgens hem risico's durven nemen. „Je kunt je kind nog zo be schermd opvoeden, maar als het 16 is en een brommer heeft is het niet denkbeeldig dat de jongen of het meisje een ongeluk krijgt. Nuchter gere deneerd kun je je dan afvra gen of het zin heeft gehad je kind zo in een glazen huisje te plaatsen. Gevaar lopen we al lemaal, of we nu epilepsie heb ben of niet. Daar moet men niet te dramatisch over doen. Door epilepsie als „gewoon" te accepteren bespaart men zich een hoop zorgen die achteraf gezien niet nodig waren. En waarom zou je ze dan op je hals halen?" Met epilepsie valt best te le ven. Dat werd door de Federa tie onder meer duidelijk ge maakt in het Epilepsiejaar 1982. Een advertentie van de Stichting Ideële Reclame SIRE verscheen bijna 1100 keer in de dag- en weekbladen. De centrale boodschap was: „Kan iemand met epilepsie de No belprijs voor de literatuur win nen?" Antwoord: „Jazeker, als-ie maar mooie boeken schrijft". „Met andere woorden", zegt Peper, „als je last van epilepsie hebt, kun je praktisch elk be roep uitoefenen. Er zijn na tuurlijk wat beperkingen aan Speciale vakgebieden. Een pi loot met epilepsie kan uiter aard niet, evenmin als loods, brandweerman en chauffeur. Maar in de sector van handel, administratie en het bedienen van computers is er geen en kele beperking. Overigens, de omgeving blijkt er in de prak tijk niet zoveel moeite mee te hebben. Als iemand een aan val krijgt wordt er vaak gerea geerd: heeft die epilepsie" Nooit iets van gemerkt. En-ic deed juist z'n werk zo goed". Hoe ziet de toekomst eruit? Peper: „De laatste decennia is er een enorme ontwikkeling op gang gekomen in de rich ting van nieuwe anti-epilepti- ca. En die ontwikkeling gaat door. Vroeger was het zo datje drie keer daags een pil moest innemen, toen werd het één keer per dag en nu gaat men naar één keer per week. Wa: dit betreft zijn onze verwach tingen hoog gespannen. Maar ook maatschappelijk verandert er het een en ander. Het taboe is aan het verdwijnen, er wordt gemakkelijker met epi lepsie omgegaan' Gevolg van die veranderend^ kijk op epilepsie is ook, dat er fusieplannen zijn tussen de Fe deratie voor Epilepsie-Bestrij- ding en het Fonds voor Epi lepsiebestrijding „De Macht van het Kleine". Deze fusie krijgt dit jaar z'n beslag op be stuurlijk niveau. In de praktijk werd er al vier jaar nauw sa mengewerkt. KLAAS SNIJDER SITTARD Tweederde van de ziekenfondsverze kerden (vooral de mensen in de lagere inkomens groepen) voelt niets voor een eigen risico, hoewel dat gepaard zou kunnen gaan met een flinke pre mieverlaging. Een kleine 12 procent vindt een eigen risico van 700 gulden aan vaardbaar, 5,6 procent heeft geen bezwaar tegen een eigen risico tussen de 700 en 900 gulden en 5,8 procent wil nog wel hoger gaan dan 900 gulden. Dit is gebleken uit een enquête waaraan ruim 2.000 verzeker den van het Centraal Zieken fonds Sittard hebben deelge nomen. Zij kregen verschillen de keuzemogelijkheden voor gelegd, mét de daaraan ver bonden consequenties. De re sultaten zijn bekendgemaakt door prof.dr. F.H.H. Rutten, hoogleraar in de economie van de gezondheidszorg in Lim burg. De Rijksuniversiteit Limburg heeft het project ook wetenschappelijk begeleid. Voor wat de verstrekkingen betreft vindt 92 procent van de ondervraagden dat huisart senhulp in het ziekenfonds pakket moet blijven. Voor me dicijnen op recept is dat 83 procent, voor tandheelkundige hulp 79 en voor ziekenvervoer en fysiotherapie 65 procent. Slechts een minderheid van de verzekerden wil verzekerd blijven voor verlos- en kraam hulp. Zelfs van de vrouwen die op deze verstrekking een beroep zouden kunnen doen of hun partners wil 42 procent de kosten eventueel zelf dragen. Bij de vragen over het zieken fondspakket was steeds aange geven, hoeveel het in de pre mie zou schelen als een be paald onderdeel eruit wordt gehaald. Voor medicijnen is dat bij voorbeeld 315 gulden per jaar en voor tandheelkun dige hulp 178 gulden. De uitslag van de enquête is opgenomen in een gedenkboek dat is verschenen ter gelegen heid van het zestigjarig be staan van het Sittardse zieken fonds. Het fonds beschouwt de uitkomsten als een belangrijke bijdrage in de discussie over wijzigingen in het stelsel van ziektekostenverzekeringen. Het zal ze dan ook aanbieden aan staatssecretaris Dees (volksgezondheid) en de vaste kamercommissie voor volksge zondheid. KIES DE LEUKSTE OF BELANGRIJKSTE FOTO'S LEIDEN De Leidse Cou rant en de andere kranten die door Sijthoff Pers worden uit gegeven organiseren in sa menwerking met de Stichting Krant in de Klas weer de jaarlijkse Krantefotowedstrijd, waarbij je zelf kunt kiezen wat je de leukste of belang rijkste foto uit de krant vindt. De krant wordt natuurlijk het meest ge lezen door „volwassen" mensen. Maar de redactie geeft jullie nu de kans om te laten zien dat jij de krant ook heel goed bekijkt. Je kunt meedoen als je in één van de hoogste groepen van het basis onderwijs zit. Wat moet je doen? De kranten van 3 tot en met 14 november goed doornemen, twee foto's de belangrijkste en de leukste én de bon insturen vóór 22 november. Je vermeldt op een blaadje de datum en de naam van de krant waaruit de foto geknipt is. Je schrijft erbij waarom je de foto's leuk of belang rijk vindt. Hoe gaat het verder? Nadat de foto's door de Educatieve Dienst van Sijthoff Pers geselecteerd zijn krijgen 35 leerlin gen uit de regio's Den haag, Leiden en Gouda een uitnodiging om jurylid te zijn in de regionale finale van Sijthoff Pers in Rijswijk. Deze kinderen, die een leuke herinnering krijgen, mogen op 29 november uit alle inzendingen een keu ze maken. Sijthoff Pers stuurt 50 geselecteerde fo to s in de voor landelijke finale, op 13 december. Sijthoff Pers woi;dt door vier kinderjuryleden vertegenwoordigd in de landelijke finale. Misschien kom je zelfs wel in het Jeugdjournaal, want Opsturen voor 22 november aan: Sijthoff Pers Educatieve Dienst t.a.v. José Gerdlng Koopmansstraat 9 2288 BC RIJSWIJK Tel.: 070-190596 Ik doe meer aan de krantefotowedstrijd voor alle leerlingen van de hoogste groepen van het basisonderwijs. Ik stuur daarom op: 1 foto, die ik het grappigst (of 't meest humoristisch) vind. II Ik vermeld op de achterzijde (of op een, aan de foto gehecht, blaadje) datum èn naam van het dagblad waaruit de foto geknipt is. III Ik schrijf erbij waarom ik juist deze foto's gekozen heb (de reden). IV de volledig ingevulde bon hieronder. Naam van de leerling:., Adres van de leerling: Postcode/woonplaats: Telefoon: School: I Adres van de schooi: Postcode/woonplaats:. De kinderjury koos vorige keer deze foto. van de vulkaanramp in Colobia als belang-' rijkste foto. Telefoon: daarin wordt waarschijnlijk aandacht KlaSL, hpsfpprl aan Hp Tfranfofnfnurorlcfriirl Leerkracht: besteed aan de Krantefotowedstrijd. Als je meer wilt weten over de Krante fotowedstrijd, kun je bellen naar José Gerding van de Educatieve Dienst van I Sijthoff Pers (telefoon: 070-190596). Oh ja, de vorige keer koos de landelijke kinderjury een foto van de vulkaan- I Alleen inzendingen die aan alle hierboven genoemde ramp in Colombia als belangrijkste foto. voorwaarden voldoen komen in aanmerking voor de We zijn heel benieuwd welke foto's jul- I krantefotowedstrijd lie nu uitkiezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 7