L.MHC werkt aan rentree
>p hoogste hockeyniveau
„Sportgeneeskunde
serieus genomen"
WnrrtT Till CENTRUM VOORZIET TIEN
V 11U JAAR IN BEHOEFTE
bORT
fickbeSou/iant
ZATERDAG 25 OKTOBER 1986 PAGINA 17
Onder redactie
van Gert-Jan Onvlee
en Pieter Evelein.
'resteren
Ine Kurver, bezig aan z'n
erste seizoen als trainer van
lijnsburgse Boys. was za ter-
lag heel erg boos. Boos op het
lijnsburgse publiek dat zijn
eeper Ruud Spierings zo
nassaal had laten vallen tij-
'ens het treffen met Marken,
'pierings had dan wel heel
tg slecht gekeept, wist Kur-
•er, maar het bleef naar zijn
lening heel erg dom om die
nan daarom zo publiekelijk
oor aap te zetten.
Vaarin Kurver vanzelfspre
kend gelijk heeft. Spierings
iunderde zaterdag vast niet
pzettelijk. Aan de andere
:ant echter, had het ook van
ealiteitszin getuigd om na af-
oop nog even aan te stippen
lat de reactie van het publiek
p zich niet onbegrijpelijk
vas.
Vij bedoelen maan het waren
cht blunders èn: evenals
lurver wordt Spierings in
iet bloemendorp zeker niet
ils een heuse dorpsgenoot ge-
tien.
Dat zal nog wel een jaartje of
tijf duren.
Kkkoord, het kan wat korter
Maar dan moet er wel worden
gepresteerd-
Leuk
De Leidse derby tussen „korf-
balburenDe Danaïden en
Zuiderkwartier ging afgelo
pen weekeinde niet door. Het
veld van thuisclub Danaïden
was door de overvloedige re
genval onbespeelbaar gewor
den. Simon Boot, coach, van
het ook wel ZKW genoemde
Zuiderkwartier, stelde vervol
gens voor het veld richting
grondgebied ZKW uit te leg
gen. Op het wat hoger gele
gen terrein tussen de velden
van beide clubs was immers
wel een bespeelbaar veld uit
te leggen. Thuisclub De Da
naïden wilde daar echter
maar weinig van weten. De
scheidsrechter was al afgebeld
en ook een paar spelers was al
gemeld dat het festijn geen
doorgang zou vinden.
Tot zover het verhaal dat zich
afgelopen weekeinde aan de
Leidse Montgomerystraat af
speelde.
Het is niet aan ons van Hut-
spo(r)t bij deze De Danaïden
te betichten van gebrek aan
medewerking. Misschien
kwam het de club ook wel
heel goed uit dat de derby
geen doorgang vond.
Maar nogmaals, dat is niet aan.
ons.
Wel wilden wij het voorval
even signaleren. Vanwege het
unieke karakter ervan, dus.
Het gebeurt per slot van reke
ning niet elke week dat een
vereniging aan een andere
vereniging vraagt z'n hoofd
terrein maar even te verleg
gen...
In de korfballer ij kan dat wel.
En eigenlijk vinden Wij van
Hutspo(r)t dat best wel leuk.
Uitkomst
Met de derde Elfstedentocht
op rij (die van 7 januari, 1987)
in het vooruitzicht, kon het
eigenlijk niet uitblijven. De
introductie van de (zweedse)
„klunschaats". „Een uitkomst
voor toerrijders", zo wordt
deze schaats door Almgrens
import aangeprezen.
De naamgeving heeft de
schaats aan de gebruikte ski
bindingen te danken. Met één
ruk aan de binding is de
schaats immers uit, waardoor
Uitkomst...
Presteren...
klünplaatsen vanaf nu ge
woon op de eigen, comforta
bele schoenen kunnen wor
den genomen. Vanaf 7januari
1987 is het klunen dus ook al
het klunen niet meer. Ten
minste bij de toerrijders. Voor
wedstrijdrijders verandert er
door de introductie van de
klunschaats niets. Want, zo le
zen wij in dezelfde bijgaande
brochure: „Je wint er geen
elfstedentocht mee."
Uitkomst (2)
Maar je rijdt die tocht er wel
veiliger door uit, aldus Alm
grens. Die daarbij natuurlijk
opnieuw wijst op de toepas
sing van de skibinding, waar
door botbreuken inderdaad
minder eenvoudig zullen ont
staan. Maar de importeur
wijst ook op de niet bolle
voorzijde van het ijzer waar
door de schaats, in tegenstel
ling tot het gebruikelijke mo
del, niet blijft 'steken in
scheur of sneeuwrand.
Een uitkomst voor toerrijders,
wordt de klunschaats in de
brochure genoemd.
Een uitkomst zie bijgaande
uit de folder afkomstige teke
ning voor iedereen die niet
kan schaatsen, denken Wij
van Hutspo(r)t zelfs...
Uit
Uit het weekblad van de
Noordwijkerhoutse voetbal
vereniging VVSB de eerste
bijdrage voor deze rubriek
van Ronald (Stanley) Duiven
voorde.
„FC Lisse E3 - VVSB E2 1-2.
Stanley Menzo stond op doel
en had niks te doen. Toen zei
de leider dat hij eruit moest.
Toen nam Stanley de leider in
de houtgreep en zei dat hij er
niet uit ging. Ik speel dan nog
liever in het veld. Maar in het
veld had de keeper passeert,
en nu was het afgelopen".
Inderdaad: uit...
GSTGEEST Na drie
op het hoogste plan te
iben geacteerd, duikel-
i de heren hockeyers
i LMHC vorig jaar uit
hoofdklasse. Een de-
datie die door de ver-
woordelijken achter de
dsche Mixed Hockey
ib bepaald niet als
ettig" werd ervaren,
ar ook absoluut geen
ileiding vormde om tot
niekhockey" over te
n. Een snelle terug-
r in het nationale wal
la wordt binnen de al
n naar tophockey stre-
ide vereniging echter
izelfsprekend zeer op
s gesteld. Om die ren-
te bewerkstelligen,
rdt op alle niveaus bin-
i de sinds mensenheu-
lis in Oegstgeest spe-
de vereniging hard aan
opbouw gewerkt,
rkzaamheden die zo
ïnsief en doelgericht
atsvinden, dat het in-
daad geen verrassing
zijn als Leiden zich
nen afzienbare tijd op-
uw, en dan wellicht als
ijvertje" in de hoofd-
sse aanmeldt.
terugkeer op redelijk kor-
ermijn die door de beleids
tere in Oegstgeest wel de-
ik als noodzakelijk wordt
en. Hoe hoger het niveau,
groter de stimulans voor
•dig talent om eveneens tot
niveau te geraken, luidt de
achtengang bij LMHC. Die
rbij dan het grote voordeel
it dat de meeste jeugdselec-
eams in Zuid Holland de
ste jaren constant op het
igste niveau meedraaien.
igelijkheden
I het huidige spelersmateri-
moet Leiden ook in staat
den geacht tot die gewen-
rentree. Trainer/coach
s Koppelaar zelf over de
lelijkheden in dit. niet
Idreven sterk begonnen
len: „We hebben een team
fóij de top in de overgangs-
se hoort, of we kunnen
moveren is een volgend
it. Dat zien we de komende
anden nog wel",
de pogingen het verloren
ane terrein te heroveren.
;t Koppelaar het vrijwel
Juitend stellen met de hui-
i selectiegroep. De voor dit
oen bij oefenwedstrijden
epaste jeugdigen bleken nu
teveel tekort te komen om
versterking van de groep te
inen worden gezien. In de
verdere toekomst kan het
Het seizoen 1985-1986. De degradatie van LMHC is zojuist een feit geworden. Aan een snelle terugkeer wordt echter gewerkt..
eerste team met aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid
wel profiteren van de aandrin
gende jeugd. Het feit dat het
tweede team op het hoogst mo
gelijke reserve-niveau acteert
en dus als een goede leerschool
fungeert, speelt bij die toe
komstverwachting eveneens
een belangrijke rol.
Bij de Leidse dames ligt de si
tuatie wat anders. Mede door
veelvuldig optredende blessu
res heeft de pas vlak voor de
competitie aangestelde coach
(Henk Visser herhaalde malen
een beroep moeten doen op
jeugdige talenten. Jacobien
Schneider, Barbera Rijks en
Eiske Dorrestein bleken vol
doende kwaliteit in huis te
hebben om in dit team goed te
presteren. Nu zit dames één
wel al jaren „vast" in de eerste
klasse. De ploeg ziet immers
steeds geen kans om de be
langrijke titel binnen te halen.
Trainer Onno te Rijdt, tevens
eerste elftalspeler, is met Vis
ser intensief bezig om de kwa
liteiten van het dameselftal
maximaal tot uiting te laten
komen. „Het wordt gewoon
tijd dat we in de overgangs
klasse terechtkomen. Dit zou
goed voor de club zijn en het is
aantrekkelijker voor het pu
bliek", zo redeneert Te Rijdt.
Teamsfeer
Te Rijdt is een van de heren
één spelers die de club helpt in
haar streven naar tophockey.
Maurits Eikenhout is een an
dere selectiespeler die op dat
vlak voor LMHC actief is. Hij
heeft het sterkste meisjesteam
onder zijn hoede. Eikenhout
benadrukt het belang van de
teamsfeer: „Wanneer er geen
hechte band aanwezig is, kan
er ook niet optimaal gepres
teerd worden. Ik ben een fa
natiek baasje en heb een elftal
dat bereid is om te werken en
te presteren, beter bad ik het
niet kunnen treffen". Het eni
ge waar de 20-jarige trainer
zich zorgen om maakt is het
gemis aan kunstgrasfacilitei
ten. „Onze competitie speelt
zich op kunstgras af, maar we
trainen maar een keer op
kunstgras. Dat ahdere uurtje
in de week is eigenlijk alleen
maar om iedereen bezig te
houden", aldus Eikenhout, die
hoopt dat zijn tijdrovende
werk vruchten zal afwerpen
in de vorm van een titel.
Ook de belangrijkste jongen
strainers Peter van der Meer
en Casper Klein (eveneens uit
komend voor het Leidse keur
korps) azen op die twee uurtjes
kunstgras in de week. Van der
Meer is vierdejaars student
medicijnen en is verantwoor
delijk voor het sterkste jon
genselftal. Hij stimuleert het
invallen van Al-ers bij heren-
elftallen, maar onderkent wel
dat er nog een groot niveau-
en mentaliteitsverschil bestaat.
„Als de motivatie van de jon
gens nu terugloopt, dan kun
nen ze heren één ook wel ver
geten. Dat is de ervaring die ik
heb". Casper Klein hoopt dit
jaar zijn studie aan de Haag-
sche Sportacademie af te ron
den. Sinds het vorige seizoen
is hij trainer van een zoge
naamd „opleidingselftal" van
jongens van gemiddeld dertien
jaar. Het afgelopen seizoen be
reikte hij met dit elftal het
kampioenschap van Zuid-Hol
land. Ook dit jaar is de groep
weer ingedeeld met elftallen
van topclubs als Klein Zwit
serland, HGC en HDM.
Belangrijk
De overkoepelende organisatie
achter het tophockeybeleid
van de jeugd is de hockeytech-
nische commissie, waar ook
Peter van der Meer zitting in
heeft. De commissie coördi
neert het trainingsbeleid bin
nen de groep van belangrijkste
elftallen. Voor een half sei
zoen heeft ook Joost Bellaert
daar deel van uit gemaakt. In
zichten van Bellaert vormen
voor verschillende trainers
dan ook een leidraad om hun
trainingen op te baseren. Van
der Meer: „Hoewel Bellaert
hier maar korte tijd heeft ge
werkt, is het toch belangrijk
geweest wat hij heeft gedaan.
Vooral door de manier waarop
hij zijn kennis overbracht is er
veel, heel veel blijven hangen
bij de trainers die zich nu met
de topjeugd bezighouden".
HERMAN HARTEVELT
LEIDEN Het Sport-
medisch Adviescentrum
Leiden en omstreken
(SMA) bestaat tien jaar.
Geheel in de lijn van de
adviserende doelstelling
van het SMA wordt dit
jubileum aanstaande vrij
dag gevierd met een
symposium waarop di
verse sprekers ingaan op
onderwerpen als blessu
rebehandeling en -voor-
koming. Een symposium
dat tien jaar geleden bij
na ondenkbaar was,
want: „een arts die zich
toen nadrukkelijk bezig
hield met sportblessures,
werd niet serieus geno
men. Het lichaam is niet
voor sporten gemaakt,
heette het toen". Voorzit
ter A. van Houdt en be
stuurslid H. Hogenboom
hebben echter een ken
tering waargenomen in
de houding tegenover
stichtingen als het SMA:
„Als je nu iets interes
sants te verteliep hebt
over knieblessures strekt
je dat tot eer".
„Kijk", licht Van Houdt toe,
„als een marathonloper
vroeger naar zijn huisarts
ging, omdat hij na 17 kilo
meter altijd zo'n last kreeg
van een voetblessure, kreeg
hij te horen dat hij dan
maar niet meer dan 17 kilo
meter moest lopen. Of de
arts adviseerde hem een
paar maanden rust te ne
men. Terwijl dat flauwekul
is, want meestal zijn er veel
betere oplossingen voor.
Ook die atleet had waar
schijnlijk veel minder of
zelfs helemaal geen rust
hoeven te nemen. Ik denk
zelfs dat hij best een mara
thon uit kon lopen". „Het
punt is echter dat veel art
sen de sporter niét serieus
namen en onvoldoende
kennis van sport bezaten
om de klacht op de juiste
wijze te kunnen analyseren
en er een oplossing voor
aan te dragen".
Specialistische kennis
Dat was voor Van Houdt de
voornaamste reden om tien
jaar geleden eens bij wat
collega's aan te kloppen en
hen te vertellen van zijn
plannen om een stichting in
het leven te roepen. Een
stichting die sporters zou
kunnen helpen in zoverre
huisartsen en specialisten
dat niet konden. Van Houdt
bleek niet de enige te zijn
die met dergelijke ideeën
rondliep en vond snel me
destanders. Het gevolg: 12
januari 1976 hield het SMA
toen nog niet bekend on
der die naam het eerste
blessure-spreekuur. Een
tweewekelijks spreekuur
dat het eerste jaar door een
kleine 200 sporters van di
verse pluimage werd be
zocht. Vorig jaar waren dat
er ruim 650. Kortom: het
SMA voorziet in een be
hoefte. „Dat blijkt ook wel
uit het feit, dat er nu in Ne
derland 33 SMA's zijn",
meldt Hogenboom niet zon
der trots. „Wij waren des
tijds de tweede, dus ga maar
na..."
In het afgelopen decennium
heeft het SMA zich ontwik
keld tot een specialistisch
adviescentrum waar spor
ters met de meest uiteenlo
pende vragen terecht kun
nen. De werkzaamheden
laten zich in drie catego
rieën verdelen: keuringen,
beoordelingen van blessures
en behandelingsadviezen en
voorlichting over zaken als
voeding, hygiëne, training
en voorkoming van blessu
res. Daadwerkelijke behan
deling van blessures vindt
echter nooit plaats. Het
SMA verwijst de sporter
met advies naar zijn huis
arts. „Gelukkig is het con
tact tussen huisartsen en
specialisten enerzijds en
SMA anderzijds erg goed te
noemen", aldus Van Houdt.
„Het komt steeds vaker
voor dat een huisarts een
patiënt naar ons verwijst of
dat een specialist tegen ons
zegt: joh, kijk daar nog eens
even naar. Gewoon omdat
zij dan de specialistische
kennis ontberen die vereist
is voor de juiste diagnose.
Want kennis van sport al-
Symposium
Belangstellenden
voor het symposium
„Sporten en gezond
blijven" kunnen zich
aanmelden door
overmaking van 7
gulden 50 (inclusief
broodmaaltijd en in
formatiemap) op giro
rekening 2692581 ten
name van SMA Lei
den. Het symposium
vindt plaats op vrij
dag 7 november in
het St. Elisabeth zie
kenhuis aan de Si
mon Smitweg 2 in
Leiderdorp. Vanaf
16.00 uur is een infor
matie-beurs geopend.
Hierop worden de
monstraties gegeven
van blessurebehande
lingen, diverse tests
gehouden en kan
men kennis maken
met diverse soorten
verbandmiddelen,
voedingsmiddelen,
schoeisel enzovoorts.
Tussen vijf uur en
tien uur vertellen ze
ven sprekers en
spreeksters over on
derwerpen als „knie
blessures en blessure
behandeling bij sport
beoefening" en „aan
passingen in en aan
sportschoenenHet
symposium is in de
eerste plaats bedoeld
voor trimmers, spor
ters en hun begelei
ders. Specifiek me
disch taalgebruik
wordt zoveel moge
lijk vermeden. Voor
nadere inlichtingen
secretariaat SMA, tel.
071-213668.
leen is niet genoeg, elke
sport heeft weer zijn eigen
specifieke problemen, die
een arts niet altijd kan on
derkennen. Wij kunnen dat
dan vaak wel".
Sponsor
Een probleem is wel, dat
een bezoek aan het SMA
niet wordt vergoed door het
ziekenfonds. „Er is op lan
delijk niveau wel overleg
gaande met de ziekenfond
sen", weet Van Houdt,
„maar voordat daar iets uit
komt... Overigens dragen
ziekenfondsen en verzeke
ringen ons wel een warm
hart toe, want wij werken
kostenbesparend voor ze.
Bijvoorbeeld als wij advise
ren iemand in te tapen in
plaats van gips te gebrui
ken". Vanuit dat oogpunt
wekt het enige bevreem
ding dat het SMA het nog
steeds met beperkte midde
len moet stellen. „Inder
daad, wij krijgen geen sub
sidie", stelt Van Houdt
enigszins sc mber vast. Dat
is jammer, vant wij willen
onze patiè.iten natuurlijk
het beste bieden. Aan de
andere kant geeft deze situ
atie ons een onafhankelijke
positie en de vrijheid om
onze vinger op te heffen te
gen de kwalijke praktijken
van sportscholen, waar alles
behalve deskundig advies
wordt verstrekt. Wij zijn
aan niemand verantwoor
ding schuldig".
Desalniettemin blijft de fi
nanciële positie van het
SMA geen rooskleurige.
Niet voor niets zegt van
Houdt: „Wij kunnen het
hoofd net boven water hou
den". Reden waarom op
zoek is gegaan naar spon
sors. „We hebben contact
gehad met een fabrikant
van sigaren en sigaretten,
maar dat ligt natuurlijk een
beetje moeilijk, de combina
tie roken en sport. Aan de
andere kant, ook de sporter
heeft zijn eigen verant
woordelijkheid". Eén van
de stille sponsors is op dit
moment het St. Elisabeth-
ziekenhuis in Leiderdorp,
naast een dependance in
Lisse het werkterrein van
het SMA. Daar kan het ad
viescentrum tegen geringe
vergoeding gebruik maken
van diverse praktijkruim
ten en apparatuur. Maar
ook het merendeel van de
35 mensen die werkzaam
zijn voor het SMA, fungeert
min of meer als sponsor,
meer dan een ruim uitge
vallen onkostenvergoeding
zit er voor hen niet in. „We
willen het betaalbaar hou
den en er wordt nu een
maal overal bezuinigd",
verklaart Van Houdt.
„Maar dat zal ons er niet
van weerhouden ook in de
toekomst dit werk te blij
ven doen", voorspelt Ho
genboom. „De mensen die
bij ons langs komen zijn ei
genlijk altijd erg enthou
siast over onze adviezen".
„En daarom", aldus Van
Houdt, „vinden wij het on
zin dat mensen zo nodig
naar België moeten voor
één of ander advies. Hier is
echt voldoende medische
know how aanwezig".
PIETER EVELEIN
I - SPORTMEDISCH ADVIES-
P.r.-man Hogenboom (links) en fysiotherapeut Van Houdt in een praktijkruimte van het SMA
Leiden e.o.: „Kennis van sport alleen is niet genoeg".