I
„Niet verbitterd,
wel teleurgesteld"
Topambtenaar toonde in 1982
kwart miljoen ABP-fraude aan
De fatale
misrekening
van Brokx
Irokx had van Kamer niet hoeven af te treden
lEUWi
RIEMELS
Familiebedrijf Lubbers
kreeg terecht steun
INNENLAND
CcidócSomant
VRIJDAG 24 OKTOBER 1986 PAGINA 3
fervolg van de voorpagina)
fractievoorzitters van
'D, PvdA, D66, PPR,
P, GPV en RPF heb-
gisteren eensgezind
~|ioogd dat Brokx naar
mening niet had hoe
aftreden. De vraag of
°j al dan niet moest ver
dikken zou pas aan de
8 He zijn als tijdens of na
komende parlementai-
enquête inzake de be
ursfraudes zou wor-
bewezen dat Brokx
iraan op enigerlei wijze
gjiuld had. Nu is er nog
n sprake van schuld,
n J betoogden de woord-
ferders.
It is een onverkwikkelijke
van zaken", oordeelde
lidA-leider Kok. „Op deze
lafn'er wordt De Vries in
hbt gesteld eigenhandig het
oinet persoon voor persoon
vernieuwen. Wie volgt?".
irhoeve (VVD) onthield
weliswaar van een uitvoe-
js| commentaar, maar conclu
de wel dat zijn coalitiege
len te voorbarig te werk
jren gegaan. „Het moet geen
rwoonte worden dat be-
eihdslieden gedwongen wor-
af te treden zodra er een
jlementaire enquête aan-
Tnt. Dat degradeert een en-
'*Jte tot een motie van wan-
Ijuwen". aldus de liberale
odcieleider.
Mierlo (D66) stelde iro-
:h vast dat „de fractie die
het langst heeft verzet te-
een parlementaire enquê-
het eerst tot een politieke
iclusie is gekomen". SGP-
ir Van der Vlies zei dat
fractie nog geen enkele
ipefte heeft om met stenen
ir Brokx te gaan gooien. En
Beckers (PPR) stelde vast
de brief van De Vries aan
ibers, waarin op aftreden
de staatssecretaris werd
igedrongen, „de sfeer ademt
het nieuwe zelfbewustzijn
De Vries tegenover de tot
>r kort nooit tegengespro-
leider Lubbers".
Bndicap
I aangevallen CDA-fractie-
jler verdedigde zijn pogin-
ADVERTENTIE
1 louw oll/lt'
aj interieurverzorging
3[ voor werkelijke exclusiviteit
Weigelia
1 oktober
Claus brengt een werkbe-
aan het instituut „Natuur
cn Techniek" in Maastricht. Dit
houdt zich bezig met informatie
verstrekking over de ontwikke
lingen in de bio-wetenschappen
Ifn de techniek naar de samenle
ving. In het Provinciehuis heeft
J prins een gesprek met zes di-
icteuren van internationale in-
Itituten die in Maastricht geves
zijn. Daarna volgt een be
lt aan de St. Servaas, waar de
is de restauratie van de ge
welven, de opgravingen en de
Ichatkamer bezichtigt,
Mr. Pieter van Vollenhoven
opent in Leiden het nieuwe lan
delijke hoofdkantoor van de
(Stichting Nederlands Bureau
^oor Buitenlandse Studentenbe-
trekkingen (NBBS).
fe5 oktober
P.van Vollenhoven opent in
Congresgebouw in Den
de „Veuigheidsdag 1986".
pit is een initiatief van de com
missie veiligheid van de Haagse
Vrouwenraad. Doel is het be
vorderen van de veiligheid in
jen om de woning.
het
gen om Brokx tot opstappen te
bewegen met een verwijzing
naar de ABP-affaire en naar
zijn zorg omtrent de precaire
positie waarin de staatssecreta
ris de komende tijd zou komen
te verkeren. „Mijn activiteiten
van de afgelopen weken zijn
niet ondernomen vanuit de be
hoefte om schuldigen aan te
wijzen of zondebokken de
woestijn in te sturen", aldus
De Vries.
Hij betoogde Brokx ervoor te
willen behoeden, dat deze tij
dens de parlementaire enquête
politiek gehandicapt zou ra
ken. „Bij die enquête zou hij
zich als staatssecretaris, die al
acht jaar op deze post zit, re
gelmatig moeten verantwoor
den over het gevoerde beleid.
Dat betekent, dat hij voortdu
rend in de dubbele positie zou
verkeren van de bewindsman
wiens beleid kritisch wordt
onderzocht èn de bewindsman
die in zijn beleid en in het ver
keer met de beleggers orde op
zaken moet stellen. Ik tilde
aan die handicap zo zwaar dat
ik gehandeld heb zoals ik ge
handeld heb".
Gepasseerd station
Premier Lubbers gaf toe dat
De Vries al weken geleden bij
hem was geweest om over de
positie van Brokx te praten.
Tevens erkende Lubbers dat
hij, en met hem het hele kabi
net, steeds van mening zijn ge
weest dat de staatssecretaris
niet van het politieke toneel
zou hoeven te verdwijnen. „Er
was dus een duidelijk me
ningsverschil met De Vries.
Jammer, maar dat moet kun
nen, omdat regering en parle
ment immers elk een eigen
verantwoordelijkheid heb
ben".
De premier herinnerde eraan
dat uit een brief, die Brokx op
15 oktober mede namens het
kabinet aan de Kamer stuur
de, was gebleken dat het kabi
net vertrouwen in de staatsse
cretaris had. „De Vries deelde
die opvatting echter niet en
daarvan heeft hij mij schrifte
lijk op de hoogte gesteld", al
dus de premier.
Het uitlekken van de brief
van De Vries schiep volgens
Lubbers een nieuw politiek
feit, waardoor het bijna onmo
gelijk was geworden Brokx
nog langer te handhaven.
Lubbers: „Ik heb De Vries
woensdagavond nog gevraagd
of het denkbaar zou zijn de po
sitie van de staatssecretaris pas
te beoordelen na het debat van
vandaag. Maar de heer De
Vries vond dat er sprake was
van een gepasseerd station".
BROKX: „DIT DEBAT ZOU TOCH GEKOMEN ZIJN'
VANDAAGi
IN HET
DEN HAAG „Ik ben
niet verbitterd, blij ben ik
natuurlijk ook niet, maar
wel teleurgesteld", zegt de
kersverse oud-staatssecre
taris Gerrit Brokx van
Volkshuisvesting in een
stampvol perscentrum
Nieuwspoort direct na af
loop van het debat over
„de brief". Bedoeld is het
schrijven van CDA-frac-
tievoorzitter De Vries aan
premier Lubbers, waarin
net politieke doodvonnis
van Brokx werd gete
kend. De vroegtijdig afge
zwaaide bewindsman
maakt geen teneergesla-
gen indruk, zeker niet nu
een terugkeer in welke
hoedanigheid dan ook
niet onmogelijk lijkt.
Maar hij is toch niet meer wel
kom in zijn fractieIn de steek
gelaten zelfs.
„Ik heb niet de indruk dat
men mij niet meer lust. Dat
heeft De Vries in de media
ook niet gezegd. Een terugkeer
hangt niet af van de vraag of
ik welkom ben of niet, maar
hangt af van de werking van
de Kieswet. Verbitterd zijn
draagt een klankkleur in zich
waarbij ik mij iets heel anders
voorstel. Wie in dit vak begint,
weet dat hij elke minuut van
de 24 uren die een dag telt, ge
dwongen kan worden dat vak
weer te verlaten".
Wat zou er gebeurd zijn als de
brief niet openbaar geworden
was?
„Dan zou er ook een debat ge
komen zijn. Daar hebben de
minister-president. De Vries
en ik maandagavond in het
Torentje (de werkkamer 'van
Lubbers aan het Binnenhof),
toen de brief nog niet open
baar was, ook over gesproken.
Dat debat had bijvoorbeeld
kunnen gaan over mijn brief
van 15 oktober, waarin ik de
Kamer uiteenzet hoe we ver
der zouden kunnen gaan met
het behandelen van de subsi
dies voor woningbouwprojec
ten van beleggers. Zover is het
door het uitlekken van de
brief niet gekomen. De Vries
is met zijn conclusie over mijn
betrokkenheid daarin voorba
rig geweest. De enquête zal het
uitwijzen. Wacht u maar af".
Geen ander besluit
Dan is het even stil in de bom
volle, door televisie-lampen
snikheet geworden ruimte.
Brokx kijkt de groep journalis
ten doordringend aan en zegt:
„Maar de CDA-fractie zou niet
tot een ander type besluit ge
komen zijn, als wij dat debat
gevoerd zouden hebben, en
mijn conclusies zouden dezelf
de geweest zijn".
Er ontstaat een lichte bcroe-
ring. Iemand vraagt: „Maar
dan had de situatie zich kun
nen voordoen dat alleen het
CDA u had laten vallen en de
andere fracties niet; had u
wellicht kunnen blijven zit
ten".
Nu verwijst Brokx naar het
staatsrecht en naar het aftre
den van de liberale minister
Stikker die op 15 maart 1951
een motie van wantrouwen
aan de broek kreeg waaraan
alleen zijn eigen partij steun
gaf. Toch vertrok hij. En daar
om zou, wanneer een dergelij
ke situatie zich nu zou herha
len, ook Brokx vertrokken
zijn.
Barbertje moest dus hangen.
Had hij geen behoefte zich te
verdedigen of met zijn ontslag
te wachten tot na het debat
„Ik heb altijd de behoefte ge
had om mij te verdedigen. Ik
heb nagedacht en besloten dat
niet te doen. De vertrouwens
relatie was verbroken. Voor
mij was dat duidelijk. Ik heb
in alle rust en niet overhaast,
want we hebben er dagen, we
ken over gepraat, een besluit
genomen op grond van een po
litieke situatie".
Wat zegt hij van het hardnek
kige gerucht dat hij de brief
van De Vries zelf heeft laten
uitlekken? Brokx schrikt
zichtbaar van de vraag, be
weegt onrustig heen en weer
op zijn stoel, kijkt van links
Na afloop van het debat in de Tweede Kamer over de gang van
zaken rond zijn aftreden, waagde Brokx zich nog even in de ver
gaderzaal om met enkele kamerleden na te praten.
naar rechts, mompelt iets on
verstaanbaars, lijkt zich dan
ineens te vermannen:
„Een reden om het zelf uit te
laten lekken was er niet. Ik
heb er part noch deel aan ge
had. Ik spreek voor mijn eigen
geweten en jammer genoeg
niet voor dat van anderen".
In dc kou
Niet verbitterd, wel teleurge
steld, maar steun van Lubbers
heeft hij uiteindelijk niet ge
kregen en hij werd door de
meerderheid van zijn eigen
fractie ontzettend in de kou
gezet. Dat wijst op een politie
ke misrekening van de eerste
orde.
„Ik zou mij verkeken hebben
op steun van de minister-pre
sident? Ik antwoord u met een
voluit 'neen'. Uren en dagen
sinds deze affaire naar buiten
kwam, is hij er naast al zijn
andere verplichtingen inten
sief mee bezig geweest. Dat
was mij een zeer grote steun.
En wat de houding van de
CDA-fractievoorzitter betreft,
ben ik evenmin verrast. De
voorzitter heeft de bevoegd
heid en de macht die de fractie
hem laat. De fractie heeft haar
voorzitter rugdekking willen
geven. Het is niet aan mij te
beoordelen of dat terecht is of
niet".
ED FIGEE
(Van onze
parlementaire redactie)
DEN HAAG Het ABP
heeft in 1982 voor haar
Rotterdamse woning
bouwproject „Heydnahof"
235.000 méér aan bouw-
premie ontvangen dan
waar het pensioenfonds in
redelijkheid recht op had.
De extra premie werd
verkregen doordat aan
het ministerie van volks
huisvesting 4,7 miljoen
te veel aan stichtingskos-
ten (grondprijs en bouw
kosten) werd opgegeven.
Deze cijfers blijken uit de gis
teren gepubliceerde nota die in
juli 1982 is geschreven door
een topambtenaar van het
minsterie, ir. J.L. Post. In die
nota, gericht aan de directeur-
generaal voor de volkshuisves
ting, werd voor het eerst zwart
op wit melding gemaakt van
te hoge stichtingskosten die
door het ABP aan Volkshuis
vesting waren opgegeven.
Daardoor incasseerde het ABP
meer rijksbijdragen voor zijn
woningbouwprojecten. Aan de
hand van het voorbeeld
„Heydnahof" wees ir. Post op
de noodzaak de stichtingskos
ten op hun juistheid te contro
leren.
Met verwijzing naar een inter
ne discussie over het nut van
die controle schreef hij onder
meer: „Er zijn er die zeggen:
„Wij moeten ons daarmee be
paald niet inlaten. Als wij die
weg opgaan is het einde zoek.
Hoge stichtingskosten werken
door in de huren. Dat straft
zichzelf". Anderen daarente
gen zijn van oordeel dat met
het controleren en beheersen
van de stichtingskosten van
huurwoningen het rijksbelang
onmiskenbaar werd gediend".
Vervolgens toont ir. Post aan
dat de door het ABP opgege
ven stichtingskosten van het
Rotterdamse bouwproject
175.342 per woning) niet
aannemelijk zijn. In een gespe
cificeerde berekening komt hij
per woning 30.000 lager uit.
Voor de 235 woningen kreeg
het ABP een eerste jaarlijkse
rijkspremie van 6137 per wo
ning. Volgens Post had dit
ƒ5123 moeten zijn. Het rijk
moest derhalve ruim duizend
gulden per woning meer uitge
ven dan nodig was. „Het rijks
belang van een controle van
de stichtingskosten spreekt uit
bovenstaand concreet voor
beeld duidelijk", zo conclu
deerde ir. Post.
„Een zeer boze heer
Masson"
In mei 1982, ruim twee maan
den voor hij zijn interne nota
opstelde, had ir. Post de direc
tie van het ABP al schriftelijk
gewezen op de zijns inziens te
hoog gedeclareerde stichtings
kosten van „Heydnahof". De
reactie die hij daarop kreeg
staat te lezen in een eveneens
naar de Tweede Kamer gezon
den proces-verbaal van de
rijksrecherche. Dit bevat het
verslag van een getuige-ver-
hoor dat ir. Post vorig jaar sep
tember is afgenomen in het
kader van het gerechtelijk
ABP-onderzoek.
De topambtenaar vertelt daar
in dat hij na het versturen van
zijn brief aan het ABP werd
gebeld door een „zeer boze
heer Masson" (de toenmalige
directeur-beleggingen van het
pensioenfonds). „Deze vroeg
mij op zeer autoritaire toon
hoe ik het in mijn hoofd haal
de een dergelijke beoorde
lingsnota te schrijven, omdat
ik mij immers niet met de
stichtingskosten te bemoeien
had". Volgens Post beweerde
Masson dat een andere top
ambtenaar van het ministerie,
Van Kesteren, het met hem
eens was. Van Kesteren heeft
dit vervolgens zelf tegenover
Post bevestigd. Dit deed Post
besluiten de al eerder genoem
de nota over het project
„Heydnahof" te schrijven.
Uit het proces-verbaal blijkt
dat Post in diverse vergaderin
gen op het ministerie tever
geefs heeft geïnformeerd wat
er met zijn nota was gedaan.
Hem werd aanvankelijk steeds
verteld „dat deze de aandacht
had". Na een herhaald ver
zoek kreeg hij te horen „dat de
behandeling van het stuk door
ziekte vertraging had onder
vonden". Het proces-verbaal
eindigt met de opmerking van
Post: „Nadien heb ik bij een
wederom herhaald rappèl,
waarop een concrete reactie
uitbleef, de zieke een spoedig
algeheel herstel toegewenst".
DICK VAN RIETSCHOTEN
Wijzigingen in studiebeurzen niet uitgesloten
DEN HAAG Minister Deetman (Onderwijs)
acht de tijd nog niet rijp voor bijstelling van de
nieuwe wet op de studiefinanciering. Er hebben
zich nog geen verschillen voorgedaan met
voorafgaande berekeningen, maar misschien
komen het komende halfjaar problemen boven
tafel waaraan iets moet worden gedaan. Deet
man zegde toe zo spoedig mogelijk na afloop
van de overgangsregeling op 1 april de Kamer
te laten weten hoe de wet in de praktijk is uit
gepakt. Hij zei wijziging van de wet niet uit te
sluiten als daar reden toe is. Over de voorschot
ten aan scholieren en studenten zei hij dat deze
hooguit wat problemen kunnen geven bij de te
rugbetaling van een te hoog voorschot. Deet
man zegde toe hierbij de nodige souplesse in
acht te nemen.
/win Meüdin ,ve caoBADO-keWY
(Heëpr ver mr newmw&tf. chow
Nsróepjss hiet&j nopje» pftssew
\&L
Tietjerksteradeel
op de Friese toer
De Friese gemeente Tietjerk
steradeel heet voortaan Tyts-
jerksteradiel. Met dertien
stemmen voor en zeven tegen
werd dit gisteren door de ge
meenteraad besloten. Per 1 ja
nuari 1992 zullen de plaats
naamborden en richtingwij
zers uitsluitend de Friese na
men dragen. Tot die datum
staan ook de Nederlandse na
men er nog bij, in kleinere let
ters. De kosten van de naams
veranderingen bedragen
120.000 gulden.
DEN HAAG Hollandia
Kloos, het bedrijf van de
familie Lubbers, heeft in
de afgelopen jaren terecht
een door de Staat gaga-
randeerd krediet gekre
gen ter versterking van
het vermogen. Ook een
uitkering op basis van een
door het bedrijf afgesloten
exportkredietverzekering
bij een opdracht uit Koe
weit was terecht. Aantij
gingen dat beide uitkerin
gen ten onrechte zouden
zijn gedaan „missen elke
grond". Dat heeft minister
Ruding (Financiën) giste
ren de kamercommissie in
een brief laten weten.
Begin september vroeg de
commissie opheldering over de
kredieten aan Hollandia
Kloos. Aanleiding daartoe
vormde een tv-uitzending van
de VPRO. Daarin werd gesteld
dat het bedrijf het krediet ter
versterking van het vermogen
kreeg terwijl al vast stond dat
de onderneming grote verlie
zen zou boeken. Ten aanzien
van de exporkredietverzeke-
ring werd gesteld dat een uit
kering plaatsvond zonder dat
de polis daarin voorzag.
Volgens Ruding klopte Hol
landia Kloos begin 1983 bij de
overheid aan om een krediet
voor de versterking van het
eigen vermogen (een AA-kre-
diet). Daarbij overhandigde
het bedrijf de financiële gege
vens over 1982 plus een ac
countantsverklaring. Tegelijk
werd de orderportefeuille gea
nalyseerd, waarbij ook werd
gekeken naar aan bouwproject
in Koeweit.
DEN HAAG „Staatssecretaris Brokx half ver
lamd van angst", stond er vorige week zaterdag in
deze krant. De bewindsman blijkt achteraf gezien
nog meer reden voor die gemoedstoestand te heb
ben gehad dan toen algemeen werd verondersteld.
Zojuist had hij namelijk een afschrift ontvangen
van een brief die CDA-fractievoorzitter De Vries
aan premier Lubbers had geschreven. Daarin
stond letterlijk dat hij, „Gerrit", er goed aan zou
doen „de weg vrij te maken voor een andere be
windspersoon op deze post".
Overigens kwam die brief niet als een complete verrassing.
Al twee maanden eerder, vrijwel onmiddellijk na de eerste
kranteberichten over wat later zou gaan heten de ABP- of
de beleggers-affaire, was De Vries met zorgelijk gezicht bij
Brokx en Lubbers gaan „zeuren". Volgens de fractieleider
dreigde er toen al gevaar. Coalitiegenoot VVD had immers
al om een parlementaire enquête gevraagd en de oppositie
zou die gedachte gretig omarmen, wist De Vries.
Volgens hem was het lang niet denkbeeldig dat het CDA
in dezelfde positie zou komen te verkeren als de VVD naar
aanleiding van de rol van Van Aardenne in de RSV-affai-
re. Met het verstrijken van de tijd namen de zorgen van de
fractieleider toe. Bijna elk bericht in de pers maakte duide
lijker dat Volkshuisvesting zich willens en wetens door
grote beleggers voor (honderden) miljoenen aan woning-
bouwsubsidies had laten bezwendelen.
Brokx verdedigde zich daartegen door steeds te herhalen:
„Ik heb het niet geweten". Veel indruk maakte hij daar
mee niet op De Vries, omdat deze in de stukken die de
staatssecretaris met kilo's tegelijk naar de Tweede Kamer
stuurde (deels ter vertrouwelijke inzage) iets vreemd had
ontdekt. De zwendel van het ABP met subsidies voor wo
ningen aan de Heydnahof in Rotterdam was al in de loop
van 1983 op zeer hoog niveau op het departement be
sproken. „Brokx moet daarvan geweten heben", verklaar
de Fraas Wolters, woordvoerder van de CDA-fractie in de
beleggers-affaire nog onlangs.
Zo kwam De Vries tot de conclusie dat Brokx echt weg
moest en legde hij die gedachte zwart op wit vast, nadat
hem was gebleken dat de staatssecretaris en premier Lub
bers een andere mening waren toegedaan. Dat laatste deed
De Vries, aldus zijn omgeving, om „met recht" tijdens of
na afloop van de parlementaire enquête het aftreden van
Brokx te kunnen eisen.
Steun zoeken
Wat doet een belaagde staatssecretaris in zulke omstandig
heden? Hij zoekt steun bij geestverwanten. Eén van dege
nen met wie Brokx contact opnam was uiteraard Lubbers,
minister-president, eerste man van het CDA èn... evenals
Brokx van origine KVP'er. Dat laatste moet vooral niet
onderschat worden. Officieel mogen de bloedgroepen in
het CDA zijn afgeschaft, officieus spelen ze soms nog een
belangrijke rol.
Dat eerste gesprek tussen KVP'er Brokx en KVP'er Lub
bers verliep zeer bemoedigend. De staatssecretaris werd
hartelijk uitgenodigd om de zaak op maandagavond 20 ok
tober te komen bespreken in „Het Torentje", de werkka
mer van Lubbers aan het Binnenhof. Als een herboren
man verliet Brokx na enkele uren het pittoreske optrekje
van de minster-president. Hij had zojuist van Lubbers him
self gehoord dat deze geen reden zag waarom hij, Brokx,
„de weg vrij zou moeten maken voor een andere bewind
spersoon". Wat kon de staatssecetaris nog gebeuren? Niets
toch! Te meer omdat hij inmiddels ook al van vele CDA-
kamerleden, bij wie hij zijn nood had geklaagd, te horen
had gekregen dat hij op hun steun kon rekenen.
Het was in deze staat van overmoed dat Brokx een fout
maakte die hem fataal zou worden. Nu hij zich verzekerd
meende te weten van meer dan Voldoende support, had hij
er geen bezwaar tegen dat de zaak in de openbaarheid zou
komen. Op die manier zou De Vries immers vrijwel zeker
tot de aftocht gedwongen worden. Brokx zag er dus geen
been in tegenover een journalist, die iets had opgevangen
in de wandelgangen, te „bevestigen" dat er „iets met een
brief" aan de hand was.
Jongstleden woensdagochtend bevatte „De Gelderlander"
dus groot nieuws: „Aftreden Brokx geëist". Daarna volg
den de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op. PvdA-lei-
der Wim Kok eiste, zoals verwacht, het openbaar maken
van de brief. De Vries had daar geen moeite mee, omdat
hij sterke vermoedens had dat Brokx de zaak zélf had doen
uitlekken. En zo kwam de zaak automatisch aan de orde in
de CDA-fractie. Wat Gerrit Brokx betreft was er nóg niets
aan de hand; hij had toch talloze steunbetuigingen op zak?
Geen knechtje
Aan één ding had de staatssecretaris echter niet gedacht,
namelijk dat De Vries de portefeuillekwestie zou stellen.
Dat gebeurde wel niet met zoveel woorden, maar het was
een ieder duidelijk dat de voorzitter niet meer zou kunnen
of willen functioneren, als de fractie hem zou terugfluiten.
Dat heeft onder meer te maken met het feit dat De Vries
zichzelf al enige tijd beschouwt als een politicus met een
geheel eigen verantwoordelijkheid en niet meer als „het
knechtje van Lubbers".
Daarnaast wist De Vries heel goed dat het overgrote deel
van de fractie terugdacht aan een scène op 14 juli van dit
jaar. Op die maandag stond in een CDA-vergadering aan
het Binnenhof de verkiezing op de agenda van de nieuwe
fractievoorzitter. Brokx, die op dat moment al wist dat hij
enkele uren later weer staatssecretaris zou worden, vond
het nodig De Vries het volgende toe te roepen: „Voorzitter,
op deze wijze zou u niet gekozen moeten willen worden".
Hij doelde erop dat slechts 35 van de 54 CDA-kamerleden
aan de stemming hadden deelgenomen, van wie er boven
dien nog acht een blanco briefje hadden ingeleverd.
Volgens ooggetuigen was De Vries daarna beurtelings
knalrood en lijkwit geworden. Als hij zich nu op 22 okto
ber wederom, al was het dan indirect, door Brokx zou la
ten ringeloren, zou hij nauwelijks nog gezag overhouden in
de fractie, zo meende De Vries.
Niet veel waard
Dat was dan ook de reden dat de actie, die woensdag onder
aanvoering van de Brabantse CDA'ers Aarts en Hennekam
werd ondernomen ter bescherming van hun provinciege-
noot Brokx, bij voorbaat tot mislukken was gedoemd. De
Vries wist van geen wijken en kreeg op deze wijze uitein
delijk de gehele fractie zover dat ze zijn conclusies deelde,
„met meer of met minder pijn," zoals De Vries het formu
leerde.
Onder die omstandigheden bleek ook de toegezegde steun
van Lubbers niet zo erg veel meer waard. De premier pro
beerde nog wel De Vries ertoe te bewegen de positie van
Brokx tot inzet te maken van het donderdag te houden ka
merdebat. Het was immers te voorzien dat de andere frac
ties het voor de „in de rug aangevallen" staatssecretaris
zouden opnemen. Maar de minister-president bereikte
even weinig als zijn minder illustere geestverwanten in de
fractie. „Dat bleek een gepasseerd station", legde hij later
tijdens het debat uit.
Gerrit Brokx restte toen niets anders dan bij de volgende
halte de trein te verlaten, weemoedig nagestaard door
vooral Wim Kok en Hans van Mierlo, die het zo mooi had
den gevonden'als zij de staatssecretaris nog een flink tijdje
in het kolenwagentje hadden kunnen meenemen, zo onge
veer tot vlak voor de statenverkiezingen.
RIK IN T HOUT