I „Niet verbitterd, wel teleurgesteld" Topambtenaar toonde in 1982 kwart miljoen ABP-fraude aan De fatale misrekening van Brokx Irokx had van Kamer niet hoeven af te treden lEUWi RIEMELS Familiebedrijf Lubbers kreeg terecht steun INNENLAND CcidócSomant VRIJDAG 24 OKTOBER 1986 PAGINA 3 fervolg van de voorpagina) fractievoorzitters van 'D, PvdA, D66, PPR, P, GPV en RPF heb- gisteren eensgezind ~|ioogd dat Brokx naar mening niet had hoe aftreden. De vraag of °j al dan niet moest ver dikken zou pas aan de 8 He zijn als tijdens of na komende parlementai- enquête inzake de be ursfraudes zou wor- bewezen dat Brokx iraan op enigerlei wijze gjiuld had. Nu is er nog n sprake van schuld, n J betoogden de woord- ferders. It is een onverkwikkelijke van zaken", oordeelde lidA-leider Kok. „Op deze lafn'er wordt De Vries in hbt gesteld eigenhandig het oinet persoon voor persoon vernieuwen. Wie volgt?". irhoeve (VVD) onthield weliswaar van een uitvoe- js| commentaar, maar conclu de wel dat zijn coalitiege len te voorbarig te werk jren gegaan. „Het moet geen rwoonte worden dat be- eihdslieden gedwongen wor- af te treden zodra er een jlementaire enquête aan- Tnt. Dat degradeert een en- '*Jte tot een motie van wan- Ijuwen". aldus de liberale odcieleider. Mierlo (D66) stelde iro- :h vast dat „de fractie die het langst heeft verzet te- een parlementaire enquê- het eerst tot een politieke iclusie is gekomen". SGP- ir Van der Vlies zei dat fractie nog geen enkele ipefte heeft om met stenen ir Brokx te gaan gooien. En Beckers (PPR) stelde vast de brief van De Vries aan ibers, waarin op aftreden de staatssecretaris werd igedrongen, „de sfeer ademt het nieuwe zelfbewustzijn De Vries tegenover de tot >r kort nooit tegengespro- leider Lubbers". Bndicap I aangevallen CDA-fractie- jler verdedigde zijn pogin- ADVERTENTIE 1 louw oll/lt' aj interieurverzorging 3[ voor werkelijke exclusiviteit Weigelia 1 oktober Claus brengt een werkbe- aan het instituut „Natuur cn Techniek" in Maastricht. Dit houdt zich bezig met informatie verstrekking over de ontwikke lingen in de bio-wetenschappen Ifn de techniek naar de samenle ving. In het Provinciehuis heeft J prins een gesprek met zes di- icteuren van internationale in- Itituten die in Maastricht geves zijn. Daarna volgt een be lt aan de St. Servaas, waar de is de restauratie van de ge welven, de opgravingen en de Ichatkamer bezichtigt, Mr. Pieter van Vollenhoven opent in Leiden het nieuwe lan delijke hoofdkantoor van de (Stichting Nederlands Bureau ^oor Buitenlandse Studentenbe- trekkingen (NBBS). fe5 oktober P.van Vollenhoven opent in Congresgebouw in Den de „Veuigheidsdag 1986". pit is een initiatief van de com missie veiligheid van de Haagse Vrouwenraad. Doel is het be vorderen van de veiligheid in jen om de woning. het gen om Brokx tot opstappen te bewegen met een verwijzing naar de ABP-affaire en naar zijn zorg omtrent de precaire positie waarin de staatssecreta ris de komende tijd zou komen te verkeren. „Mijn activiteiten van de afgelopen weken zijn niet ondernomen vanuit de be hoefte om schuldigen aan te wijzen of zondebokken de woestijn in te sturen", aldus De Vries. Hij betoogde Brokx ervoor te willen behoeden, dat deze tij dens de parlementaire enquête politiek gehandicapt zou ra ken. „Bij die enquête zou hij zich als staatssecretaris, die al acht jaar op deze post zit, re gelmatig moeten verantwoor den over het gevoerde beleid. Dat betekent, dat hij voortdu rend in de dubbele positie zou verkeren van de bewindsman wiens beleid kritisch wordt onderzocht èn de bewindsman die in zijn beleid en in het ver keer met de beleggers orde op zaken moet stellen. Ik tilde aan die handicap zo zwaar dat ik gehandeld heb zoals ik ge handeld heb". Gepasseerd station Premier Lubbers gaf toe dat De Vries al weken geleden bij hem was geweest om over de positie van Brokx te praten. Tevens erkende Lubbers dat hij, en met hem het hele kabi net, steeds van mening zijn ge weest dat de staatssecretaris niet van het politieke toneel zou hoeven te verdwijnen. „Er was dus een duidelijk me ningsverschil met De Vries. Jammer, maar dat moet kun nen, omdat regering en parle ment immers elk een eigen verantwoordelijkheid heb ben". De premier herinnerde eraan dat uit een brief, die Brokx op 15 oktober mede namens het kabinet aan de Kamer stuur de, was gebleken dat het kabi net vertrouwen in de staatsse cretaris had. „De Vries deelde die opvatting echter niet en daarvan heeft hij mij schrifte lijk op de hoogte gesteld", al dus de premier. Het uitlekken van de brief van De Vries schiep volgens Lubbers een nieuw politiek feit, waardoor het bijna onmo gelijk was geworden Brokx nog langer te handhaven. Lubbers: „Ik heb De Vries woensdagavond nog gevraagd of het denkbaar zou zijn de po sitie van de staatssecretaris pas te beoordelen na het debat van vandaag. Maar de heer De Vries vond dat er sprake was van een gepasseerd station". BROKX: „DIT DEBAT ZOU TOCH GEKOMEN ZIJN' VANDAAGi IN HET DEN HAAG „Ik ben niet verbitterd, blij ben ik natuurlijk ook niet, maar wel teleurgesteld", zegt de kersverse oud-staatssecre taris Gerrit Brokx van Volkshuisvesting in een stampvol perscentrum Nieuwspoort direct na af loop van het debat over „de brief". Bedoeld is het schrijven van CDA-frac- tievoorzitter De Vries aan premier Lubbers, waarin net politieke doodvonnis van Brokx werd gete kend. De vroegtijdig afge zwaaide bewindsman maakt geen teneergesla- gen indruk, zeker niet nu een terugkeer in welke hoedanigheid dan ook niet onmogelijk lijkt. Maar hij is toch niet meer wel kom in zijn fractieIn de steek gelaten zelfs. „Ik heb niet de indruk dat men mij niet meer lust. Dat heeft De Vries in de media ook niet gezegd. Een terugkeer hangt niet af van de vraag of ik welkom ben of niet, maar hangt af van de werking van de Kieswet. Verbitterd zijn draagt een klankkleur in zich waarbij ik mij iets heel anders voorstel. Wie in dit vak begint, weet dat hij elke minuut van de 24 uren die een dag telt, ge dwongen kan worden dat vak weer te verlaten". Wat zou er gebeurd zijn als de brief niet openbaar geworden was? „Dan zou er ook een debat ge komen zijn. Daar hebben de minister-president. De Vries en ik maandagavond in het Torentje (de werkkamer 'van Lubbers aan het Binnenhof), toen de brief nog niet open baar was, ook over gesproken. Dat debat had bijvoorbeeld kunnen gaan over mijn brief van 15 oktober, waarin ik de Kamer uiteenzet hoe we ver der zouden kunnen gaan met het behandelen van de subsi dies voor woningbouwprojec ten van beleggers. Zover is het door het uitlekken van de brief niet gekomen. De Vries is met zijn conclusie over mijn betrokkenheid daarin voorba rig geweest. De enquête zal het uitwijzen. Wacht u maar af". Geen ander besluit Dan is het even stil in de bom volle, door televisie-lampen snikheet geworden ruimte. Brokx kijkt de groep journalis ten doordringend aan en zegt: „Maar de CDA-fractie zou niet tot een ander type besluit ge komen zijn, als wij dat debat gevoerd zouden hebben, en mijn conclusies zouden dezelf de geweest zijn". Er ontstaat een lichte bcroe- ring. Iemand vraagt: „Maar dan had de situatie zich kun nen voordoen dat alleen het CDA u had laten vallen en de andere fracties niet; had u wellicht kunnen blijven zit ten". Nu verwijst Brokx naar het staatsrecht en naar het aftre den van de liberale minister Stikker die op 15 maart 1951 een motie van wantrouwen aan de broek kreeg waaraan alleen zijn eigen partij steun gaf. Toch vertrok hij. En daar om zou, wanneer een dergelij ke situatie zich nu zou herha len, ook Brokx vertrokken zijn. Barbertje moest dus hangen. Had hij geen behoefte zich te verdedigen of met zijn ontslag te wachten tot na het debat „Ik heb altijd de behoefte ge had om mij te verdedigen. Ik heb nagedacht en besloten dat niet te doen. De vertrouwens relatie was verbroken. Voor mij was dat duidelijk. Ik heb in alle rust en niet overhaast, want we hebben er dagen, we ken over gepraat, een besluit genomen op grond van een po litieke situatie". Wat zegt hij van het hardnek kige gerucht dat hij de brief van De Vries zelf heeft laten uitlekken? Brokx schrikt zichtbaar van de vraag, be weegt onrustig heen en weer op zijn stoel, kijkt van links Na afloop van het debat in de Tweede Kamer over de gang van zaken rond zijn aftreden, waagde Brokx zich nog even in de ver gaderzaal om met enkele kamerleden na te praten. naar rechts, mompelt iets on verstaanbaars, lijkt zich dan ineens te vermannen: „Een reden om het zelf uit te laten lekken was er niet. Ik heb er part noch deel aan ge had. Ik spreek voor mijn eigen geweten en jammer genoeg niet voor dat van anderen". In dc kou Niet verbitterd, wel teleurge steld, maar steun van Lubbers heeft hij uiteindelijk niet ge kregen en hij werd door de meerderheid van zijn eigen fractie ontzettend in de kou gezet. Dat wijst op een politie ke misrekening van de eerste orde. „Ik zou mij verkeken hebben op steun van de minister-pre sident? Ik antwoord u met een voluit 'neen'. Uren en dagen sinds deze affaire naar buiten kwam, is hij er naast al zijn andere verplichtingen inten sief mee bezig geweest. Dat was mij een zeer grote steun. En wat de houding van de CDA-fractievoorzitter betreft, ben ik evenmin verrast. De voorzitter heeft de bevoegd heid en de macht die de fractie hem laat. De fractie heeft haar voorzitter rugdekking willen geven. Het is niet aan mij te beoordelen of dat terecht is of niet". ED FIGEE (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Het ABP heeft in 1982 voor haar Rotterdamse woning bouwproject „Heydnahof" 235.000 méér aan bouw- premie ontvangen dan waar het pensioenfonds in redelijkheid recht op had. De extra premie werd verkregen doordat aan het ministerie van volks huisvesting 4,7 miljoen te veel aan stichtingskos- ten (grondprijs en bouw kosten) werd opgegeven. Deze cijfers blijken uit de gis teren gepubliceerde nota die in juli 1982 is geschreven door een topambtenaar van het minsterie, ir. J.L. Post. In die nota, gericht aan de directeur- generaal voor de volkshuisves ting, werd voor het eerst zwart op wit melding gemaakt van te hoge stichtingskosten die door het ABP aan Volkshuis vesting waren opgegeven. Daardoor incasseerde het ABP meer rijksbijdragen voor zijn woningbouwprojecten. Aan de hand van het voorbeeld „Heydnahof" wees ir. Post op de noodzaak de stichtingskos ten op hun juistheid te contro leren. Met verwijzing naar een inter ne discussie over het nut van die controle schreef hij onder meer: „Er zijn er die zeggen: „Wij moeten ons daarmee be paald niet inlaten. Als wij die weg opgaan is het einde zoek. Hoge stichtingskosten werken door in de huren. Dat straft zichzelf". Anderen daarente gen zijn van oordeel dat met het controleren en beheersen van de stichtingskosten van huurwoningen het rijksbelang onmiskenbaar werd gediend". Vervolgens toont ir. Post aan dat de door het ABP opgege ven stichtingskosten van het Rotterdamse bouwproject 175.342 per woning) niet aannemelijk zijn. In een gespe cificeerde berekening komt hij per woning 30.000 lager uit. Voor de 235 woningen kreeg het ABP een eerste jaarlijkse rijkspremie van 6137 per wo ning. Volgens Post had dit ƒ5123 moeten zijn. Het rijk moest derhalve ruim duizend gulden per woning meer uitge ven dan nodig was. „Het rijks belang van een controle van de stichtingskosten spreekt uit bovenstaand concreet voor beeld duidelijk", zo conclu deerde ir. Post. „Een zeer boze heer Masson" In mei 1982, ruim twee maan den voor hij zijn interne nota opstelde, had ir. Post de direc tie van het ABP al schriftelijk gewezen op de zijns inziens te hoog gedeclareerde stichtings kosten van „Heydnahof". De reactie die hij daarop kreeg staat te lezen in een eveneens naar de Tweede Kamer gezon den proces-verbaal van de rijksrecherche. Dit bevat het verslag van een getuige-ver- hoor dat ir. Post vorig jaar sep tember is afgenomen in het kader van het gerechtelijk ABP-onderzoek. De topambtenaar vertelt daar in dat hij na het versturen van zijn brief aan het ABP werd gebeld door een „zeer boze heer Masson" (de toenmalige directeur-beleggingen van het pensioenfonds). „Deze vroeg mij op zeer autoritaire toon hoe ik het in mijn hoofd haal de een dergelijke beoorde lingsnota te schrijven, omdat ik mij immers niet met de stichtingskosten te bemoeien had". Volgens Post beweerde Masson dat een andere top ambtenaar van het ministerie, Van Kesteren, het met hem eens was. Van Kesteren heeft dit vervolgens zelf tegenover Post bevestigd. Dit deed Post besluiten de al eerder genoem de nota over het project „Heydnahof" te schrijven. Uit het proces-verbaal blijkt dat Post in diverse vergaderin gen op het ministerie tever geefs heeft geïnformeerd wat er met zijn nota was gedaan. Hem werd aanvankelijk steeds verteld „dat deze de aandacht had". Na een herhaald ver zoek kreeg hij te horen „dat de behandeling van het stuk door ziekte vertraging had onder vonden". Het proces-verbaal eindigt met de opmerking van Post: „Nadien heb ik bij een wederom herhaald rappèl, waarop een concrete reactie uitbleef, de zieke een spoedig algeheel herstel toegewenst". DICK VAN RIETSCHOTEN Wijzigingen in studiebeurzen niet uitgesloten DEN HAAG Minister Deetman (Onderwijs) acht de tijd nog niet rijp voor bijstelling van de nieuwe wet op de studiefinanciering. Er hebben zich nog geen verschillen voorgedaan met voorafgaande berekeningen, maar misschien komen het komende halfjaar problemen boven tafel waaraan iets moet worden gedaan. Deet man zegde toe zo spoedig mogelijk na afloop van de overgangsregeling op 1 april de Kamer te laten weten hoe de wet in de praktijk is uit gepakt. Hij zei wijziging van de wet niet uit te sluiten als daar reden toe is. Over de voorschot ten aan scholieren en studenten zei hij dat deze hooguit wat problemen kunnen geven bij de te rugbetaling van een te hoog voorschot. Deet man zegde toe hierbij de nodige souplesse in acht te nemen. /win Meüdin ,ve caoBADO-keWY (Heëpr ver mr newmw&tf. chow Nsróepjss hiet&j nopje» pftssew \&L Tietjerksteradeel op de Friese toer De Friese gemeente Tietjerk steradeel heet voortaan Tyts- jerksteradiel. Met dertien stemmen voor en zeven tegen werd dit gisteren door de ge meenteraad besloten. Per 1 ja nuari 1992 zullen de plaats naamborden en richtingwij zers uitsluitend de Friese na men dragen. Tot die datum staan ook de Nederlandse na men er nog bij, in kleinere let ters. De kosten van de naams veranderingen bedragen 120.000 gulden. DEN HAAG Hollandia Kloos, het bedrijf van de familie Lubbers, heeft in de afgelopen jaren terecht een door de Staat gaga- randeerd krediet gekre gen ter versterking van het vermogen. Ook een uitkering op basis van een door het bedrijf afgesloten exportkredietverzekering bij een opdracht uit Koe weit was terecht. Aantij gingen dat beide uitkerin gen ten onrechte zouden zijn gedaan „missen elke grond". Dat heeft minister Ruding (Financiën) giste ren de kamercommissie in een brief laten weten. Begin september vroeg de commissie opheldering over de kredieten aan Hollandia Kloos. Aanleiding daartoe vormde een tv-uitzending van de VPRO. Daarin werd gesteld dat het bedrijf het krediet ter versterking van het vermogen kreeg terwijl al vast stond dat de onderneming grote verlie zen zou boeken. Ten aanzien van de exporkredietverzeke- ring werd gesteld dat een uit kering plaatsvond zonder dat de polis daarin voorzag. Volgens Ruding klopte Hol landia Kloos begin 1983 bij de overheid aan om een krediet voor de versterking van het eigen vermogen (een AA-kre- diet). Daarbij overhandigde het bedrijf de financiële gege vens over 1982 plus een ac countantsverklaring. Tegelijk werd de orderportefeuille gea nalyseerd, waarbij ook werd gekeken naar aan bouwproject in Koeweit. DEN HAAG „Staatssecretaris Brokx half ver lamd van angst", stond er vorige week zaterdag in deze krant. De bewindsman blijkt achteraf gezien nog meer reden voor die gemoedstoestand te heb ben gehad dan toen algemeen werd verondersteld. Zojuist had hij namelijk een afschrift ontvangen van een brief die CDA-fractievoorzitter De Vries aan premier Lubbers had geschreven. Daarin stond letterlijk dat hij, „Gerrit", er goed aan zou doen „de weg vrij te maken voor een andere be windspersoon op deze post". Overigens kwam die brief niet als een complete verrassing. Al twee maanden eerder, vrijwel onmiddellijk na de eerste kranteberichten over wat later zou gaan heten de ABP- of de beleggers-affaire, was De Vries met zorgelijk gezicht bij Brokx en Lubbers gaan „zeuren". Volgens de fractieleider dreigde er toen al gevaar. Coalitiegenoot VVD had immers al om een parlementaire enquête gevraagd en de oppositie zou die gedachte gretig omarmen, wist De Vries. Volgens hem was het lang niet denkbeeldig dat het CDA in dezelfde positie zou komen te verkeren als de VVD naar aanleiding van de rol van Van Aardenne in de RSV-affai- re. Met het verstrijken van de tijd namen de zorgen van de fractieleider toe. Bijna elk bericht in de pers maakte duide lijker dat Volkshuisvesting zich willens en wetens door grote beleggers voor (honderden) miljoenen aan woning- bouwsubsidies had laten bezwendelen. Brokx verdedigde zich daartegen door steeds te herhalen: „Ik heb het niet geweten". Veel indruk maakte hij daar mee niet op De Vries, omdat deze in de stukken die de staatssecretaris met kilo's tegelijk naar de Tweede Kamer stuurde (deels ter vertrouwelijke inzage) iets vreemd had ontdekt. De zwendel van het ABP met subsidies voor wo ningen aan de Heydnahof in Rotterdam was al in de loop van 1983 op zeer hoog niveau op het departement be sproken. „Brokx moet daarvan geweten heben", verklaar de Fraas Wolters, woordvoerder van de CDA-fractie in de beleggers-affaire nog onlangs. Zo kwam De Vries tot de conclusie dat Brokx echt weg moest en legde hij die gedachte zwart op wit vast, nadat hem was gebleken dat de staatssecretaris en premier Lub bers een andere mening waren toegedaan. Dat laatste deed De Vries, aldus zijn omgeving, om „met recht" tijdens of na afloop van de parlementaire enquête het aftreden van Brokx te kunnen eisen. Steun zoeken Wat doet een belaagde staatssecretaris in zulke omstandig heden? Hij zoekt steun bij geestverwanten. Eén van dege nen met wie Brokx contact opnam was uiteraard Lubbers, minister-president, eerste man van het CDA èn... evenals Brokx van origine KVP'er. Dat laatste moet vooral niet onderschat worden. Officieel mogen de bloedgroepen in het CDA zijn afgeschaft, officieus spelen ze soms nog een belangrijke rol. Dat eerste gesprek tussen KVP'er Brokx en KVP'er Lub bers verliep zeer bemoedigend. De staatssecretaris werd hartelijk uitgenodigd om de zaak op maandagavond 20 ok tober te komen bespreken in „Het Torentje", de werkka mer van Lubbers aan het Binnenhof. Als een herboren man verliet Brokx na enkele uren het pittoreske optrekje van de minster-president. Hij had zojuist van Lubbers him self gehoord dat deze geen reden zag waarom hij, Brokx, „de weg vrij zou moeten maken voor een andere bewind spersoon". Wat kon de staatssecetaris nog gebeuren? Niets toch! Te meer omdat hij inmiddels ook al van vele CDA- kamerleden, bij wie hij zijn nood had geklaagd, te horen had gekregen dat hij op hun steun kon rekenen. Het was in deze staat van overmoed dat Brokx een fout maakte die hem fataal zou worden. Nu hij zich verzekerd meende te weten van meer dan Voldoende support, had hij er geen bezwaar tegen dat de zaak in de openbaarheid zou komen. Op die manier zou De Vries immers vrijwel zeker tot de aftocht gedwongen worden. Brokx zag er dus geen been in tegenover een journalist, die iets had opgevangen in de wandelgangen, te „bevestigen" dat er „iets met een brief" aan de hand was. Jongstleden woensdagochtend bevatte „De Gelderlander" dus groot nieuws: „Aftreden Brokx geëist". Daarna volg den de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op. PvdA-lei- der Wim Kok eiste, zoals verwacht, het openbaar maken van de brief. De Vries had daar geen moeite mee, omdat hij sterke vermoedens had dat Brokx de zaak zélf had doen uitlekken. En zo kwam de zaak automatisch aan de orde in de CDA-fractie. Wat Gerrit Brokx betreft was er nóg niets aan de hand; hij had toch talloze steunbetuigingen op zak? Geen knechtje Aan één ding had de staatssecretaris echter niet gedacht, namelijk dat De Vries de portefeuillekwestie zou stellen. Dat gebeurde wel niet met zoveel woorden, maar het was een ieder duidelijk dat de voorzitter niet meer zou kunnen of willen functioneren, als de fractie hem zou terugfluiten. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat De Vries zichzelf al enige tijd beschouwt als een politicus met een geheel eigen verantwoordelijkheid en niet meer als „het knechtje van Lubbers". Daarnaast wist De Vries heel goed dat het overgrote deel van de fractie terugdacht aan een scène op 14 juli van dit jaar. Op die maandag stond in een CDA-vergadering aan het Binnenhof de verkiezing op de agenda van de nieuwe fractievoorzitter. Brokx, die op dat moment al wist dat hij enkele uren later weer staatssecretaris zou worden, vond het nodig De Vries het volgende toe te roepen: „Voorzitter, op deze wijze zou u niet gekozen moeten willen worden". Hij doelde erop dat slechts 35 van de 54 CDA-kamerleden aan de stemming hadden deelgenomen, van wie er boven dien nog acht een blanco briefje hadden ingeleverd. Volgens ooggetuigen was De Vries daarna beurtelings knalrood en lijkwit geworden. Als hij zich nu op 22 okto ber wederom, al was het dan indirect, door Brokx zou la ten ringeloren, zou hij nauwelijks nog gezag overhouden in de fractie, zo meende De Vries. Niet veel waard Dat was dan ook de reden dat de actie, die woensdag onder aanvoering van de Brabantse CDA'ers Aarts en Hennekam werd ondernomen ter bescherming van hun provinciege- noot Brokx, bij voorbaat tot mislukken was gedoemd. De Vries wist van geen wijken en kreeg op deze wijze uitein delijk de gehele fractie zover dat ze zijn conclusies deelde, „met meer of met minder pijn," zoals De Vries het formu leerde. Onder die omstandigheden bleek ook de toegezegde steun van Lubbers niet zo erg veel meer waard. De premier pro beerde nog wel De Vries ertoe te bewegen de positie van Brokx tot inzet te maken van het donderdag te houden ka merdebat. Het was immers te voorzien dat de andere frac ties het voor de „in de rug aangevallen" staatssecretaris zouden opnemen. Maar de minister-president bereikte even weinig als zijn minder illustere geestverwanten in de fractie. „Dat bleek een gepasseerd station", legde hij later tijdens het debat uit. Gerrit Brokx restte toen niets anders dan bij de volgende halte de trein te verlaten, weemoedig nagestaard door vooral Wim Kok en Hans van Mierlo, die het zo mooi had den gevonden'als zij de staatssecretaris nog een flink tijdje in het kolenwagentje hadden kunnen meenemen, zo onge veer tot vlak voor de statenverkiezingen. RIK IN T HOUT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 3