JOHN FERNHOUT
schildert met filmbeelden
finale
Drie generaties
ZATERDAG 18 OKTOBER 1986
HOENDERLOO - In de hal van
zijn woning in Hoenderloo werkt
de cineast John Fernhout snel het
verplichte begroetingsritueel af. Als
een gids gaat hij zijn bezoek voor
naar de woonkamer, waar enkele
kostbare schilderijen de aandacht
opeisen. Het lijkt wel of John Fern
hout (73) op dit moment wachtte,
want onmiddellijk opent hij het ge
sprek door zijn doopceel te Echten:
„Charley Toorop was mijn moeder
en Jan Toorop mijn grootvader".
Er klinkt trots door in zijn stem als hij
zegt de nazaat te zijn van deze beroemde
schilders, alsof de roem van zijn voorva
deren zich vanzelfsprekend over hem
uitstrekt. John Ferno, zoals zijn film-
naam luidt, beseft evenwel dat hij veel
te danken heeft aan het kleurrijke, artis
tieke milieu waarin hij groot werd. Op
gegroeid in een ware kunstenaarskolo
nie, kon het niet missen dat hij besmet
raakte met de kunstzinnigheid die hem
omringde. En ofschoon hij, in tegenstel
ling tot zijn oudere broer Edgar, niet
omkeek naar verf en penselen, ontwik
kelde hij wel het „oog voor kijken", dat
zo kenmerkend is voor de Toorop-fami-
lie. Een fameuze schilder groeide er niet
uit hem, maar wel een verdienstelijke
filmmaker met nationale en internatio
nale bekendheid. Een gesprek met een
laconieke vakman: „Als je maar lang ge
noeg doorwerkt, volgt de erkenning van
zelf'.
Een van de laatste films die John Fern
hout maakte, gaat over het Nationale
Park de Hoge Veluwe en is getiteld Het
Bewaarde Landschap. De film werd ge
maakt ter ere van het 50-jarige jubileum
van de Stichting Nationale Park de Hoge
Veluwe op 25 april vorig jaar. Nadat
Het Bewaarde Landschap op de jubi
leumdag in het museum Kröller-Mülïer
was vertoond aan de koningin en vijf
honderd gasten, werd de film enkele da
gen later door de NOS op televisie uitge
zonden. Waarschijnlijk zal de NOS de
uitzending nog dit jaar herhalen.
De film - en tegelijkertijd het hele oeu
vre van John Fernhout - is onlangs be
kroond door de ANWB met de Edo
Bergsma Prijs. De prijs - een kunst
werk, penning en vijfduizend gulden -
krijgen John en zijn zoon Douwes Fern
hout, die beiden in Jeruzalem wonen, op
30 oktober overhandigd in het jachtslot
St. Hubertus. Ze hebben twee jaar aan
de bekroonde documentaire gewerkt. De
film werd bekostigd door de opdrachtge
vers, de Stichting Nationale Park de
Hoge Veluwe, het Prins Bemhard Fonds
en de NOS.
Status
John Fernhout loopt niet voor niets zo
te koop met de identiteit en achtergrond
van zijn moeder en grootvader, zo blijkt
al snel. Status is de beste reclame die ie
mand zich wensen kan. Dank zij de
faam van de Toorops kreeg John Fern
hout de opdracht voor de film over het
jubilerende park als het ware in de
schoot geworpen. Omdat het museum
Kröller-Müller diverse werken van Jan
en Charley Toorop bezit, genoot hij het
blinde vertrouwen van het stichtingsbe
stuur dat overigens ook het filmduo ver
blijf in een van haar huizen in Hoender
loo aanbood. Hoewel de filmers dicht bij
de bron zaten, werd het werk regelmatig
opgehouden door slechte weersomstan
digheden. Vooral omdat er veel buiten
opnamen, in vier verschillende seizoe
nen, moesten worden gemaakt. Regenrij-
ke dagen waren er in overvloed, goed
filmweer daarentegen was schaars. De
zomer van 1984 omschrijft Douwes
Fernhout (43), die het camerawerk voor
zijn rekening nam, als een „ramp". Het
uiteindelijke resultaat van twee jaar wer
ken, de één uur durende documentaire,
verraadt evenwel niets van al deze natte
ellende.
Het Bewaarde Landschap is in feite niets
meer en niets minder dan een mooie
propagandafilm voor het Nationale
Park. „Een prachtig, eervol project",
volgens John Fernhout. De film vertelt
het verhaal van de stichters en het daar
in gevestigde museum: het rijke echtpaar
Kröller-Müller. Hélène Kröller verza
melde kunst, haar man creèerde een pri-
védomein voor grof wild. waarin hij met
zijn vrienden ongestoord de jacht kon
beoefenen. Het scheppen van een een
heid tussen natuur, beeldende kunst en
architectuur, was de grondgedachte van
waaruit Hélène Kröller werkte. Die har
monie tussen natuur en cultuur is dan
ook thema van Het Bewaarde Land
schap. Twee in elkaar gegroeide bomen
symboliseren bijvoorbeeld het echtpaar.
Via zogenaamde „vloeiers" ziet de toe
schouwer deze bomen binnen enkele sé
conden in vier verschillende jaargetij
den. Het in elkaar over laten gaan van
beelden is een techniek die vaker is toe
gepast in de documentaire. Het effect is
mooi, maar het werk dat eraan vooraf
ging was omvangrijk. Elke opname
moest namelijk in elk jaargetijde vanuit
precies dezelfde positie worden gefilmd.
„Er stonden heel wat paaltjes in het
park, want het komt op de millimeter
aan", zegt Douwes Fernhout. Bij het
jachtslot St. Hubertus bleken de metalen
paaltjes na het maaien onvindbaar. Er
moest een metaaldetector aan te pas ko
men om ze weer terug te vinden.
Het commentaar in de film Verraadt
John Fernhouts bewondering voor la
grande dame Hélène Kröller. „Hoe kun
je geen respect hebben voor iemand die
zoveel gedaan heeft", zegt hij. Wat hem
vooral beviel aan de zelfstandige Hélène,
was dat ze „haar kijken had ontwik
keld". „De vrouw had een heel goed
oog. Het getuigt van een knappe visie
om zoveel werken van Vincent Van
Gogh te kopen in een tijd dat niemand
dat deed".
Ofschoon de film zowel over het land
goed als over het kunstbezit gaat, komt
de natuur uiteindelijk als winnaar uit de
bus. Op de vraag of dat bewust zo ge
daan is, antwoordt John Fernhout voor
zichtig: „De film ging over de kracht
van de natuur in het jubilerende park".
Zijn zoon is veel duidelijker: „De film is
uiteindelijk betaald door de stichting.
Het ministerie van welzijn, volksgezond
heid en cultuur heeft er geen cent aan
meebetaald
Wanneer Pluvius camerawerk onmoge
lijk maakte, werkten John en Douwes
aan twee andere films. Een over de foto-
Fier generaties:
Douwes Fernhout
(links) en zijn
vader bij het
schilderij waarop
staan afgebeeld
Johns broer Edgar
Fernhout, hun
moeder Charley
Toorop en
grootvader Jan
Toorop.
graaf Kas Oorthuys en een over de drie
inmiddels overleden schilders, die de fa
milie Toorop voortbracht: Jan Toorop,
zijn dochter Charley Toorop en zijn
kleinzoon Edgar Fernhout. De laatste
film (De Drie Generaties) werd onlangs
op televisie uitgezonden. Een boeiende
documentaire, die licht werpt op de ach
tergrond van John Fernhout. In een po
ging het karakter van de niet erg mede
deelzame John Fernhout te verklaren, is
een kijkje in het familie-album van de
Toorops zeer zeker de moeite waard. De
nationaliteit van de in 1858 geboren Jan
Toorop, is niet helemaal duidelijk. Toor
ops ouders woonden op Java. Zijn moe
der was in elk geval half Chinees, half
Javaans. Zijn vader was waarschijnlijk
Noor of Nederlander. Jan Toorop,
smeltkroes van vlees en bloed van deze
verschillende culturen, trouwde in 1886
met de Engelse, zeer religieuze, Annie
Hall. Het echtpaar vestigde zich in Kat
wijk, maar zou geen gelukkig huwelijk
hebben. Toen Charley in 1891 als enige
dochter werd geboren, was het huwelijk
eigenlijk al niet meer te redden. Op
21-jarige leeftijd brak Charley met haar
ouders en opvoeding door te trouwen
met de intellectuele bon-vivant Henk
Fernhout. Het kersverse echtpaar vestig
de zich in 1912 in Bergen, waar nog het
zelfde jaar Edgar werd geboren. John
volgde een jaar later in 1913 en het ge
zin werd afgerond met de geboorte van
Annetje in 1916.
Kinderen
Net zoals haar ouders, had ook Charley
geen geluk in haar huwelijk. Terwijl
Henk Fernhout zich verslingerde aan al
cohol, legde Charley zich steeds meer
toe op de schilderkunst. Haar werk ging
voor alles; de kinderen kwamen op de
tweede plaats. Zij werden toevertrouwd
aan de zorgen van een kindermeisje.
Voor Annetje was zelfs geen plaats in
het huis in Bergen. Zij werd onderge
bracht bij Annie Hall en kreeg zodoende
exact dezelfde streng katholieke opvoe
ding die Charley zo verfoeide. Alleen
Edgar, in wie Charley al snel een groot
tekentalent ontdekte, kreeg meer aan
dacht van zijn moeder. Edgar Fernhout
Ivens, werd Fernhout lid van de in 1931
opgerichte Vereniging van Arbeidersfo
tografen. Socialist pur sang of commu
nist a la Ivens is Fernhout nooit gewor
den. „Ik ben nooit iets geweest. Veel
rechtser dan links, en veel linkser dan
rechts", zegt hij zelf. Een politieke voor
keur ontspon hij niet, maar wel legde hij
een sociale bewogenheid aan de dag.
Hetzelfde gold overigens voor zijn groot
vader en moeder. Opvallend is bijvoor
beeld, dat zij alle drie naar de Borinage
in Belgiè trokken, om daar in de gelijk
namige mijnstreek de sociale wantoes
tanden te bestuderen, te schilderen of fil
men.
Door de invloed van de Vereniging van
Arbeidersfotografen, Ivens politieke vi
sie en zijn eigen milieu, kwam Fernhout
tot een kritische opstelling die vooral in
zijn vroege werk te merken is. Zijn eer
ste zelfstandige film, Paaseiland (1935),
toont bijvoorbeeld naast prachtige na
tuuropnamen, ook de ellende in de le
prakolonie op het eiland.
Kiiken
Samen met Ivens maakte hij daarna de
eerste echte oorlogsdocumentaire over
de Spaanse burgeroorlog „Spanish
Earth". In deze film is goed te zien dat
John Fernhout uit een schildersfamilie
stamt en wat de invloed van Charley
uiteindelijk was. In Bergen en in Zee
land, waar de familie elk jaar de vakan
tie doorbracht, dwong Charley haar kin
deren te kijken. Vooral met de ogen van
de Nederlandse zeventiende-eeuwse
schilders. In Spanish Earth „schildert"
Fernhout als het ware de weidse land
schappen en indrukwekkende luchten en
zeeén, te midden van de verschrikkingen
van de oorlog. Fernhout was hierin niet
uniek, overigens. In de jaren dertig wer
den veel andere filmers geïnspireerd
door zeventiende-eeuwse landschaps- en
zeegezichten, terwijl veel schilders het
werk van de oude meesters bestudeer
den.
Eind jaren dertig vertrok John Fernhout
met Ivens naar China, om de film „The
400 Million", over de verdediging van
China tegen Japan, te maken. Omdat hij
zoveel weg was, strandde zijn huwelijk
met Eva Besnyó. Na zijn terugkeer uit
CeidócGou/icwt
John Fernhout
(links) tijdens
de Japans-
Chinese oorlog
met Joris Ivens
(midden) en de
fotograaf
Robert Capa.
China, vestigde hij zich in de Verenigde l
Staten, waar hij hertrouwde. In 1943
werd in New York zijn zoon Douwes ge
boren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maak
te hij als oorlogscorrespondent de bevrij
ding van Nederland mee. In de docu
mentaire „Het Laatste Schot", die hij
hierover maakte, filmde hij bijna zijn ei-
gen dood toen er vlak voor zijn ogen een
mijn ontplofte. „Als het laatste schot is
afgegaan, is de oorlog nog niet over.
Daar gaat de film eigenlijk over. Ik moet j
nog altijd huilen als ik de film zie", zegt 1
hij over deze documentaire.
Elektronica
Camerawerk doet John Fernhout al ja- j
ren niet meer. „Na de Tweede Wereld- j
oorlog ben ik daarmee opgehouden. De
regie-kant heeft me altijd meer getrok
ken. Op een gegeven moment ben je ook
te oud om nog camerawerk te doen.
Mijn zoon heeft elektronische vingers,
maar die van mij zijn in de zestig jaar
die ik nu in het vak zit, niet veranderd.
En de ontwikkelingen op het gebied van
elektronica gaan zo hard. Op het Paasei- I
land moesten er vier transportpaarden j
aan te pas komen om mijn zware film- j
apparatuur te vervoeren, nu is het mate- I
riaal veel lichter".
Maar niet alleen de camera's, de batterij
en en de lampen zijn anders. „Het hele
vak is veranderd door de komst van te-
levisie", zegt John Fernhout, die niet j
veel opheeft met dit „snelle" medium.
„Je bereikt een groter publiek dan met
film, maar je hebt er minder contact j
mee. Vroeger kon je in de bioscoop de j
reacties voelen". Die andere noviteit, vi-
deo, heeft volgens John Fernhout^,,min- j
der hart" dan film.
John en Douwes Fernhout, die nu al en
kele jaren samenwerken, houden het op
film. Documentaire film. Douwes doet
het camera- en produktiewerk en John
neemt de regiekant voor zijn rekening.
Monteren doen ze samen. Momenteel
werken ze in Hoenderloo aan een nieu
we documentaire. Waar de film over
gaat, wil John Fernhout niet zeggen:
„Dat brengt ongeluk, net als fluiten op
een zeilschip".
was voorbestemd de Toorop-dynastie le
vend te houden.
Zijn ogen gericht op een schilderij van
de drie kinderen Fernhout, droomt John
Fernhout even af naar zijn jeugd. Het
schilderij laat een slapende Annetje, een
schrijvende Edgar en een starende John
zien. „Annetje hoefde niets te doen, Ed
gar kon lekker werken, maar ik moest
echt poseren. Ik moest altijd in de verte
kijken. Daar heb ik toch zo onder gele
den", zegt hij met een ironische glimlach
om de lippen. „Mijn broer was de intel
lectueel, die mocht mee naar het Con
certgebouw en tentoonstellingen. Voor
mij was dat niet weggelegd". Een verwijt
klinkt er niet door in zijn stem, want
doordat hij als kind min of meer aan
zijn lot werd overgelaten, was hij al op
jonge leeftijd zelfstandig.
Nico Brederoo schrijft hier in zijn boek
over de familie Toorop het volgende
over: „John was veel speelser dan Edgar,
daar had Charley veel meer mee te stel
len. Toen John veertien jaar was, gaf ze
verder de moed op en deed hem bij de
cineast Joris Ivens in de leer, zodat die
vanaf dat moment de verdere verant
woordelijkheid droeg". John Fernhout
verkiest hier geen commentaar op te ge
ven: „Dat is de mening van Nico Brede
roo". Duidelijk is dat John Fernhout be
ter af was dan zijn „gekooide" zuster
Annetje. „Een tragisch verhaal", is het
enige dat hij over haar lot kwijt wil. En
terwijl John verre reizen maakte met Jo
ris Ivens, stond Edgar onder invloed van
de dominante Charley. Van Edgar wordt
wel gezegd, dat hij pas na de dood van
Charley Toorop in 1955 een eigen schil
derstijl is gaan ontwikkelen. Charley was
zonder twijfel een krachtige persoonlijk
heid en John wist zich als enige los te
maken van deze dwingende moeder
band. Op besliste toon sluit hij tenslotte
het onderwerp: „Laten we het zo zeggen,
ik heb vrede met mijn moeder gesloten
en de anderen niet".
Filmliga
Charley Toorop mocht dan domineren,
inspireren deed ze eveneens. De realisti
sche schilderes verstond de kunst inte
ressante mensen om zich heen te verza-
De makers van
de bekroonde
documentaire
aan de
montagetafel.
melen. Bekende schilders, schrijvers,
dichters, beeldhouwers, architecten en
musici kwamen bij haar over de vloer.
Onder haar vrienden rekende zij onder
anderen A. Roland Holst, Arthur Leh-
ning, Marsman, Mondriaan en Zadkine.
Verder de avant-gardist Joris Ivens,
zoon van een Nijmeegse fotohandelaar
en diens vrouw, de fotografe Germaine
Krull. Deze vriendschap was de kiem
van John Fernhouts latere beroepskeuze.
Samen met Ivens, die vooral naam
maakte als communistisch cineast, stond
Charley in 1927 aan de wieg van de
Filmliga. De Filmliga werd geboren uit
het verzet tegen censuur en het beleid
van de Bioscoopbond, die alleen maar
commerciéle successen draaide. Het
avant-gardistische kringetje waarin
Charley verkeerde, was onder de indruk
geraakt van Duitse expressionistische
films, zoals Die Nibelungen van Fritz
Lang.
De Ligagedachte „om in besloten kring
te vertonen, wat men in bioscopen niet
of per vergissing te zien kreeg", werd
snel een succes. Aangezet door de expe
rimenten die hij bij de Filmliga zag, be
gon Ivens zichzelf tot cineast te ontwik
kelen. Spoedig stond hij aan het hoofd
van een groep jonge cineasten, onder
wie John Fernhout, Willem Bon, Jan
Hin en Mark Kolthoff. John Fernhout
ontplooide zich tot de ster-cameraman
van Studio Ivens. Joris Ivens prees naar
aanleiding van zijn film „Branding"
(1929) Fernhouts „uiterst praktische in
stelling en geweldige instinct voor de
aard en het gedrag van iedereen met wie
hij in aanraking kwam".
Socialist
De samenwerking met Ivens duurde dan
ook een aantal jaren. John Ferno was de
cameraman van Ivens films Branding
(1929), Zuiderzee (1930-1933); Philips
Radio (1931), Creosoot (1931), Nieuwe
Gronden (1934), Spanish Earth (1937)
en The Four Hundred Millions (1938).
In 1931 ging hij naar Berlijn en Parijs
voor verdere studie. In Berlijn ontmoet
te John zijn eerste vrouw, de Hongaarse
fotografe Eva Besnyó.
Net als de andere leden van Studio