Langs Omwegen De (van) Poelgeests zijn zich bewust van hun eeuwenoude familieband Prinses Christina woont nog steeds niet in Wassenaar hond zoekt: huis fieidaeSowuvnt MORGEN BELEEFT LEIDEN EEN OPTOCHT VAN GETEKENDEN Verzetsmuseum legt link naar intolerantie van nu Doerak voelt zich alleen in een huiselijke omgeving op zijn gemak LEIDEN OMGEVING ZATERDAG 11 OCTOBER 1986 PAGINA 14 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen, tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via (171 - 12 22 44 op toestel 10. Hopelijk in dichte drom men trekken morgen, zondag 12 oktober, afge vaardigden van het roem rijke geslacht der Poel geesten en aanverwanten door de Leidse binnen stad. Om er te paraderen en een familiereünie te houden. Al rond het jaar 800, in de duistere Karo lingische tijden, toen kei zer Karei die wel La tijn kon lezen, maar niet schrijven heel groot was en een piepstemmetje had, kwamen de eerste Poelgeesten op de een of andere manier al in het stuk der historie voor. Eén van de oudste adellij ke Hollandse geslachten, wedijverend met de Dir ken, Jannen, de Willems en Florissen van het Hol landse hof. In de loop der eeuwen zijn de (van) Poelgeesten minder adellijk, maar des te talrijker geworden. Heel wat van hen gingen ten onder in het veen, maar allen hebben hun wor tels geschoten in en rond Ld- den, en niet weinigen „van bij de konijnen af" denken nog weieens na over hun gemeen- schappeljk stamslot, annex fa milieburcht, dat in Oegstgeest was gebouwd en nu als Oud- Poelgeest ter vervagende her innering dienst doet. Iets der gelijks zegt tenminste meneer FM. van Poelgeest, te Hoorn, die een van de drijfveren was toen er bijna 5 jaar geleden officieel een „familiebedrijf" ingericht werd „hoewel de activiteiten van onze familie zich al jaren eerder voorde den". Daar is dan al geruime tijd de Stichting Poelgeest, gevestigd te Hoorn en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Haarlem. Met, uiteraard, een eigen periodiek: „Poelgeest Kontakt" qfvan die spelling zouden de oude Poelgeesters een rilling krijgen), dat eens in het kwartaal verschijnt met allerlei wetenswaardigs over het geslacht (van) Poel geest ze zijn allemaal uit een gegroeid. Zondag is het samenkomst in Leiden. Mis schien komen daar hele troe pen Poelgeesten op af en zit ten dan neer, tegen het mid daguur. in het „Koetshuis" bij de Leidse Burcht, om aldaar enige verversingen tot zich te nemen en te kouten. Waarna de herdenkingstocht door Leiden hernomen wordt. Want zonder Leiden doen de (van) Poelgeesten, waar ook ter wereld, niets. De stichting, zo meldt men mij vanuit Hoorn, telt onge veer 220 abonnees op „Poel geest Kontakt", maar in het moederland en in de verre emigratielanden als Canada, de V.S., Nieuw Zeeland, en Australië, houden zich ook nog vele (van) Poelgeesten op. Het barst van de Poelgeesters Maar de stichting, bij monde van de Poelgeester hoofdman F.M. uit Hoorn, zou nog veel meer aanhangers kunnen ge bruiken om de familiebanden strakker aan te halen. Het barst nog steeds van de (van) Poelgeesten in en om Leiden. Wellicht zijn die allemaal uit een ander bed gestapt dan hun illustere voorvaders, maar het zou wel lollig zijn om hen te kunnen binden binnen een hecht geslachts- verband. Vandaar die optocht binnen de Leidse veste, mor gen. Dat zal gebeuren zonder geheven vaandels en slogans, maar toch voelen die (van) Poelgeesten zich nog één keer als de erflaters van een roem- Anna van Spierenburg, vrouw van Abraham van Poelgeest, was spinster. rijk geslacht, dat ten enenma le uiteengevallen is en verwa terd. Maar nog steeds bezit hun naam het waas van een oer-Hollandse oorsprong. En in deze tijd van een oplevende interesse voor de genealogie, voor het hoe en waar van de eigen familiegeslachten, ne men de (van) Poelgeesten een vooraanstaande plaats in. Ze zijn „eeuwenoud". Veel ouder zelfs dan sommige Europese vorstenhuizen. En dat willen ze weten ook. met gepaste en ongepaste trots. Een (van) Poelgeest is niet zomaar ie- Morgen dus een herdenkings tocht door Leiden. De meeste deelnemers daaraan heten niet eens (van) Poelgeest, maar hebben innige bindin gen met het geslacht, omdat grootmoeder of tante eens (van) Poelgeest heette. Hoofd thema van die tocht is „Het economisch wonder van Lei den". Dat betreft namelijk de textielnijverheid in de 16e en 17e („Gouden") eeuw, en het aandeel dat o.a. poorters met de naam van Poelgeest en hun familieleden daarin had den. De organisatie van de reUnie bediende zich daartoe van een studie, waarbij het Leidse Gemeentearchief en vooral de Lakenhal veel inte ressant materiaal bleken te bezitten. De stichting is een waardig familiebedrijf. In de speciale uitgave van „Poelgeest Kontakt" krijgt het „economisch wonder van Leiden" dus extra aandacht. Dat „Wirtschaftswunder" was geconcentreerd rond het spe cifieke, bijkans onverslijtbare Leidse „laken", dat niet veel later duizenden Leidenaren in de armoede zou dompelen omdat „het niet meer ging" door de economische onder gang van dat „laken". Zoals eens in tekst neergelegd werd: „Het kleed is noodig in der Tijdt, Maar beide. Kleed en Vlees verslijt". Maar aan Lei den Textielstad hadden veel (van) Poelgeesten hun deel betaald. De adel was toen al versleten. Maar je ziet nu nog (in de Lakenhal) schilderwer ken, zilveren voorwerpen, ze gels en gebrandschilderde vensters vaak voorzien van het bekende Poelgeestenwa pen met drie rare vogels erop, als een groet uit een ver ver leden. Droogscheerders In de speciale uitgave van „Poelgeest Kontakt" worden de schapenvellen uit Enge land nog eens ten tonele ge voerd, en de droogscheerder, het „spinrok onder de arm", de wevers met personeel, de weverswoningen, ach arm, de bedstee en het (verboden) we ven bij kunstlicht. Bij dat alles waren de (van) Poelgeesten wier verre voorvaders van Oegstgeest naar Koudekerk verkast waren na hun adellijk verleden nauw be trokken. Ze deelden in de ma laise, voor zover ze geen goed heenkomen naar den vreem de hadden gezocht. Daarom is een „hoofdstuk" in de special van „Poelgeest Kontaktook zo vertederend: „Leidse poor ters met het Poelgeestenwa pen":' „toch is het prettig om te weten dat er binnen Leiden vele dragers van de naam (van) Poelgeest zijn geweest, die een behoorlijk aanzien ge noten en bestuursposten wis ten te bezetten. Enkelen van hen bleven daarbij het beken de Poelgeestenwapen voeren en lieten het recht op het voe ren van dat familiewapen bij de notaris vastleggen". Maar toch waren er eens (van) Poelgeesten die „urine als beitsmiddel gebruikten", of „naakt de straat op gingen" als ze bezig waren geweest met het vollen „op een onder grond van een warme massa textiel, volaarde en water. Waarbij kleding alleen maar erg hinderlijk was". Vooral 's zomers. Je had ook stakingen en rellen in die „gouden" ja ren, en soms legden honder den vollers het werk neer. Een smerig en hoogst onfris beroep en typisch Leids, waaraan de vele uitgeweken Vlamingen volop deel had den. Maar je had ook Poel geesters als vleeshouwers (met wapen) en grondspecu- lanten en calvinisten, waar voor de huidige beiaard van het Leidse stadhuis, in een goeddeels ontkerstende stad, nog steeds, tegen de uurslag, een deuntje overheeft, waarin „God de Here" doorklinkt. De (van) Poelgeesten zijn uitge zwermd, maar Leiden blijft trekken. Al zijn de wollen de kens, waaraan ook (van) Poel geesten hun productieve krachten hebben geleverd, al weer een jaar of vijf verdwe nen. De (van) Poelgeesten be kommeren zich morgen in Leiden nóg eens om hun „oude centrum". En daarbij zullen ze ongetwijfeld een on vergetelijke dag beleven. GOUDA „Door te laten zien hoe mensen zich in de Tweede Wereldoorlog verzet hebben, kun je de jongeren ervan bewust maken dat zoiets niet meer mag gebeuren. Door de geschiedenis gaan ze ook hun eigen tijd beter begrijpen. Dat is eigenlijk het doel van het verzetsmuseum", aldus de heer W.A.C. Swagemakers, conservator van het Zuidhollands Verzetsmuseum in Gouda, dat vandaag is geopend door commissaris van de koningin S. Patijn. Het gaat niet om een oorlogsmuseum. Fietsen met houten banden kom je er niet tegen. Wel vervalste paspoorten en illegale boeken. Maar naast die zaken uit het verleden wordt het heden belicht. „Het museum heeft een functie voor zo wel de mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meege maakt, als voor de jongeren", zegt Swagemakers, „We wil len de aandacht vestigen op de intolerantie van nu, de anti democratische tendenzen, en een link leggen naar het neo- fascisme. Een tijdje geleden werden hier in Gouda bijvoor beeld veel racistische en fascistische leuzen op de muur ge kalkt. Daar kun je in de tentoonstelling op in gaan. Eén van de vitrines is daarom gereserveerd voor het tentoonstellen van actuele zaken. Ook zijn we bezig met het ontwikkelen van lesmateriaal voor scholen. Misschien worden kinderen zich meer bewust van de vrijheid en democratie die wij nu hebben als je ze het verleden laat zien". Vrijwilligers „Het idee voor dit museum ontstond ongeveer twee jaar ge leden. Een groep initiatiefnemers, onder wie mensen uit verzetsorganisaties, inwoners van Gouda en mensen van Provinciale Staten, heeft toen een stichting in het leven ge roepen onder voorzitterschap van Hekon Pasman, statenlid voor de CPN. De inrichting en verbouwing van het pand is mede tot stand gekomen door zestig vrijwilligers. Het geld dat nodig was. ruim 700.000 gulden, is bijeengebracht door de provincie, 96 Zuidhollandse gemeenten, diverse sponsors en fondsen en door meer dan duizend particuliere dona teurs. „Dat was ons beginkapitaal", zegt Swagemakers, „maar om de tentoonstelling uit te breiden is meer geld nodig. Meer donateurs dus". Wie per jaar 25 gulden overmaakt, is dona teur. Hij mag dan gratis komen kijken en, zo beschrijft het informatiemateriaal van het museum, „hij levert een bewus te bijdrage aan een geschiedschrijving over een periode die zich nooit meer mag herhalen". Vooral Zuid-Holland „Het museum is vooral op Zuid-Holland gericht, omdat hier erg veel gebeurde in de oorlog. Denk alleen maar aan het bombardement van Rotterdam. De tentoongestelde spullen komen voor een groot deel van particulieren, gekregen of in bruikleen. Ook lenen we soms dingen van andere musea. In de vaste tentoonstelling zijn veel foto's, kranten en pamflet ten te zien. Verder hebben we onder meer wapens, materi aal van verzetsgroep „De Geuzen", illegale boeken, verzet spoëzie. maquettes en speelgoed. Ook zijn er objecten uit het „symbolische verzet": zelfgemaakte oranje strikken en sjerps en meer van dat soort fröbelwerk. Voor mensen die de oor log meegemaakt hebben, geeft dat vaak een enorme herken ning. Actueler is de collectie poppen, die bij wijze van thera pie gemaakt is door een vrouw die in de oorlog veel geleden heeft. Vooral dat punt van de tentoonstelling, die actuele kant, willen we uitbreiden". Naast de vaste tentoonstelling is er om de drie maanden een thema-expositie. De eerste heet „Het dagelijks leven tijdens de bezetting in het Hart van Holland". In januari komt er een expositie over Indonesië tijdens de Tweede Wereldoor log. Het museum beschikt verder over een videoruimte en over een tuin, waarin replica's van Zuidhollandse verzets- monumenten worden tentoongesteld. Het Zuidhollands Verzetsmuseum, gevestigd op de Turf markt 30, is vanaf zondag 12 oktober toegankelijk. Op dins dag tot en met zaterdag is het open van 10.00 tot 17.00 uur en op zondag van 12.00 tot 17.00 uur. WASSENAAR Jorge en Christina Guillermo met kinderen zijn nog niet in hun Wassenaars landhuis „Eikenhorst" getrokken. Nog steeds lo geert het echtpaar met hun drie kinderen op Huis Ten Bosch. Officieel woont het gezin Guiller mo op paleis Soestdijk. Het zal nog wel enkele weken duren voordat de heer en mevrouw Guil lermo naar Wassenaar kunnen verhuizen. Om de villa staat een flink hekwerk. Daar waar de oprit is. staan op slordige wijze en kele hekken. Met een beetje moeite kan men zich ertussen wringen en op het terrein van het buitenhuis Eikenhorst ko men. Voor een luxe personen auto wordt het echter moeilijk om tot aan de villa te rijden. Daarom parkeren de bouw vakkers hun auto's voor het hek. Het terrein rond het landhuis ligt nog bezaait met planken, stapels stenen, zak ken cement, bouwketen en enkele tuinornamenten. De aannemer merkt op dat het huis waarschijnlijk niet eerder dan eind november be woners zal krijgen. Wel is het huis al aangesloten op het gas, water en elektriciteit. De ra men zijn lichtbruin getint en blijken bij navraag van kogel werend glas te zijn. Na nog maals vragen of het huis al niet heimelijk bewoond wordt wijst de aannemer erop dat het toch een vreemde zaak zou zijn. „We hebben er ko gelvrijglas in gezet. Er staat een groot hek om het terrein en er komen nog kamera's, zodat niemand ongemerkt op het terrein kan komen. Bo vendien vertoont de omhei ning nu nog gaten die her steld moeten worden maar je van een overspannen jour- Het huls van de Guillermo's in de Wassenaarse bossen waar wel iedereen zo door heen kan. En dan zouden de hoofdbewoners er al hun in- nalist". Puinhopen trek in hebben genomen? Ik De drie kinderen van Jorge houd dat maar op een bericht- en Christina gaan wel al naar een Wassenaarse school en worden iedere dag gebracht en gehaald. De kinderen heb ben al enkele keren met vriendjes van school gespeeld rond het nieuwe huis, terwijl de ouders de vorderingen van de bouw gadesloegen en aan- wijzigingen gaven. Twee bos wachters van het koninklijk landgoed „de Raaphorst" waarop het landhuis „Eiken eens komen kijken. „Maar als ze hier al zouden wonen had den wij het toch wel moeten weten. Wij zijn 24 uur per dag en 7 dagen per week op de Raaphorst aanwezig. Gezien de puinhopen en chaos van bouwmateriaal rond het pand zal het nog wel even duren voordat ze hier komen wo nen. Geen fatsoenlijk mens waagt het toch in een huis te trekken met zoveel rommel erom heen. De bouwer hoopt eind november het zover te hebben dat het huis bewoond kan worden". Na negen jaar in een New Yorkse torenflat te hebben gewoond zal het landhuis „Ei kenhorst" een verademing betekenen voor de familie Guillermo. De landelijke rust op het koninlijk landgoed „de Raaphorst" wordt slechts een enkele keer verstoord door een schreeuw van een uil. Van het voortrazende verkeer over de Rijksstraatweg (N 44) valt ter hoogte van het land huis niets meer te bespeuren. Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven, die in het asiel ver blijft. De in deze rubriek beschreven dieren zijn óf gevon den, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende redenen afgestaan, vaak begrij pelijke, maar soms ook volslagen onzinnige. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen be taling van 95 gulden (inclusief dierenpaspoort) en 45 gul den voor katten zijn ze af te halen. Dit geld komt ten goe de aan zwerfdieren. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Bes jeslaan 6b, Leiden, tel. 411670. Geopend: di-vr 10-12,14-17 u; za 10-12,14-16 u, zo en ma gesloten. Kater Doerak lijkt een beetje op een teddybeertje Het is een komen en gaan van katten bij het dierenasiel aan de Besjeslaan. De meeste poe zen en katers verblijven er niet zo lang. Ze worden al gauw door dierenliefhebbers uit hun hokken gehaald en meegenomen naar een gezelli ger omgeving. Zoals alle din gen gaat ook dat niet zomaar, de dieren moeten er wel wat voor doen. Ze moeten zich „tonen", zoals de heer Gott- schal van het asiel het noemt. En de meeste katten hebben daar geen probleem mee. Die paraderen door hun hok en kijken de bezoekers aan, alsof ze willen zeggen: „Je krijgt er spijt van als je me hier laat zitten". Kater Doerak kijkt nooit op deze manier, en hij laat zich ook niet zien. Hij zit de hele dag maar schuw in zijn hok en volgens de asielbeheerder is het duidelijk, dat het beest zich niet op zijn gemak voelt. Vreemd is dat eigenlijk niet. Doerak is namelijk een bij zonder beestje: het is een kruising tussen een Siamees en een Angora. „Als Siame zen in een asiel of pension te rechtkomen, hebben ze met een het gevoel dat ze worden afgedankt", vertelt Gottschal. „Ze hebben echt huiselijk verkeer nodig en een flinke ruimte om zich te kunnen ontplooien. Anders trekken ze zich terug". Dat doet de zes jaar oude Doerak dus ook. En daarom is het volgens de heer Gottschal „in het belang van de kat, dat hij zo spoedig mo gelijk wordt opgehaald". „Het zou echt sneu zijn, als Doerak hier nog weken moet zitten", aldus de beheerder. Mooi Angora's zijn over het alge meen mooie beesten. En dat weten ze meestal ook wel. Gottschal: „Ze zitten altijd een beetje mooi te zijn". Ook al kunnen de mensen het niet zien omdat Doerak zich de hele dag in een hoekje van zijn hok schuil houdt, hij is wel degelijk een mooie kater. Zijn vacht heeft de „echte Si amese kleuren": lichtbruin en beige. Doerak heeft enkele zwarte plekjes op zijn snuit, oren en poten. Een echte Sia mese kater is heel slank en heeft een glad velletje. De vacht van Doerak is iets dik ker, de haren zijn wat langer. „Wolliger", zegt Gottschal. „Hij lijkt een beetje op een teddybeertje". De kater werd op 20 septem ber naar het asiel gebracht. Volgens de eigenaren plaste het beest in huis. „In zijn hok is 'ie zindelijk", vertelt Gott schal. „Zo'n kleine ruimte kan als therapie werken. Kat ten vervuilen niet graag hun eigen nest. Maar ik moet ook zeggen, dat we bijna nooit klachten krijgen over katten die zijn geplaatst, en waarvan eerder werd gezegd dat ze niet zindelijk waren. Het komt maar een heel enkele keer voor, dat een beestje weieens in huis zijn behoefte doet". Voor zover Gottschal weet, heeft de kat geen gebreken. „Hij heeft wel een plekje op zijn oog, maar we moeten dat nog even nakijken. Dan doen we er een beetje vloeistof op. en dan kunnen we zien wat het is", zegt hij. Whisky Vorige week werd bastaard Whisky beschreven in deze rubriek. Bij het ter perse gaan van deze krant was nog niet bekend of de hond die zo van het leven geniet, het asiel gaat verlaten. Een man heeft wel belangstelling getoond voor het beest. Hij wil de hond graag hebben, maar zijn vrouw moet het ook goed vin den. Als ze het samen eens worden, verhuist Whisky naar de Bollenstreek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 14