Vechten tegen een doos lussen barbecue en politieke onrust £etdóc@ou/uMita Bruno Ninaber (rechts), naast zijn compagnons Peters en Krouwel: „Ik ben ondernemer en ik handel in design. Maar het had ook iets anders kunnen zijn". BOXTEL - In zijn studio overheerst een manshoog werk van Sykora, een Tsjechi sche kunstenaar die computerschilderij- en maakt. Een wit vlak met blauwe en rode verflijnen en een enkele dunne pot loodlijn, in een compositie waarin logica lijkt te ontbreken. Bruno Ninaber: „Sy kora maakt de programma's en daar houdt hij zich aan. Op het moment dat hij één onderdeel, één regel verandert, wordt het hele schilderij totaal anders". Voel je jezelf een kunstenaar die zich aan wetten moet houden? „Een industrieel ontwerper is geen kun stenaar, hij beoefent een heel ander vak. Je moet denken in aantallen, in markt- procédés. Daar liggen ook de charmes van het vak. Zo van: bam! en toen was- ie mooi. Dat is de essentie van indus triële vormgeving en ook het fascineren de ervan: met zo weinig mogelijk energie en handelingen een optimaal resultaat bereiken. Dat is het raffinement. Bij am bachtelijk bezig zijn is dat totaal niet re levant. Of een beeldhouwer nou een keer extra bikt of niet, dat doet er niet toe". En ie moet een commerciële instelling hebben. „Zonder meer, absoluut. Het woord winst is ook een gezond woord, want het betekent continuïteit. En de kans pp winst is natuurlijk groter als je een goed produkt ontwikkelt. Een industrieel ont werper is nu eenmaal geen kunstenaar. Hij is veel meer ondernemer. Ik handel in design. Maar het had ook iets anders kunnen zijn". Jouw halshorloge is anders wel te zien in het Museum of Modern Art in New York. „Vind ik prachtig, prima, natuurlijk mag dat. De nieuwe Nederlandse munten mogen van mij ook zo het museum in, en dat laarsje daar (wijst naar een dof zwart kinderlaarsje met voorsluiting, dat in de vensterbank staat) dat kan voor mij zo naast een sculptuur. Het is niet belangrijk waardoor je gefascineerd wordt, als je maar gefascineerd wordt". Bij jouw ontwerpen gebeurt dat nogal eens. „Ik probeer geen anonieme produkten te maken, maar dingen die duidelijk van iemand afkomstig zijn. Ik denk dat ik ook een handschrift heb, door te kijken, te doen. door beslissingen te nemen. Ik denk dat iedereen die met zijn vak bezig is en de mogelijkheden ertoe heeft, een handschrift ontwikkelt. Je moet wel keu zes blijven maken: links of rechts. Kies je voor links, dan kom je heel ergens an ders uit dan als je voor rechts kiest. En die keuzes maak je met een bepaalde vi sie, een bepaalde opinie. Op een gegeven moment kom je dan op een plek terecht. Als je in het begin de andere weg had ge kozen dan was je op een andere plek te rechtgekomen. Constant: kiezen, kiezen, kiezen". Succes Een eigen handschrift is nog geen waar borg voor kwaliteit. „Nee, eh, dat geldt natuurlijk overal, ook voor een musicus, een schrijver. Ik vraag me nog dagelijks af hoe het komt dat dingen succes hebben. Als dingen goed doordacht zijn, kun je denk ik wel grote miskleunen uitsluiten". -4/5 Verdi een opera schreef, hield hij een enkele aria altijd geheim tot de première, omdat hij wist aat anders de hele stad die aria al zou zingen, fluiten en neuriën. Hij wist van tevoren of een aria een knal ler zou worden. „Er zijn wel mensen die pretenderen het te weten. Ik niet. Ik denk dat het zeer ij- del zou zijn om dat te zeggen. Ik moet wél zeggen dat ik in de loop van de tijd het vermogen heb ontwikkeld dat ik kan zeggen: hé dat doet wat, dat is fascine rend en dat zullen andere mensen ook wel vinden. Maar er zijn zoveel factoren die meespelen. Het mislukken van Vi deo 2000 is toch een overduidelijk be wijs dat het absoluut met is in te schat ten. Er komen allerlei subjectieve facto ren bij, buiten de kwaliteit om, die een heel belangrijke rol spelen". -4/5 je dan dat halshorloge neemt (Pakt het, frummelt ermee, aait het, haalt het rubberkoordje er af, doet het er weer om.) „Dit halshorloge. Hoe maak je aan zo'n horloge op een fatsoenlijke manier een koordje vast? Dat is een heel essentieel probleem. Als ik het eraan had vastgeplakt was de lol er wel af geweest. De essentie van dit produkt is de samen voeging van twee materialen en de ei genschap van rubber: als je aan rubber trekt wordt het dunner, dus kun je het ergens indoen; laat je het weer los dan wordt het dikker en klemt het zich van zelf vast in de gleuf om het horloge heen. Dat bepaalt de vormgeving van dit ding en dat is voor mij ook de truc. Vormgeving bestaat met uit niets. Een vogeltje is niet toevallig mooi, dat heeft een natuurkundige en wetmatige reden. Die ontdekken, daar zijn we constant mee bezig. Hoe zitten dingen in elkaar, waarom zitten dingen zo in elkaar? Mooi als iets abstracts, geïsoleerd van zijn functie, dat bestaat voor mij in elk geval niet. Ik probeer dingen te verkla ren, met elkaar in verband te brengen." Jongensdroom? „Materiaal heeft zijn eigenschappen en bij elk materiaal zijn die weer anders. Rubber is rekbaar, waardoor het dunner wordt. Rubber wordt nooit kleiner, het volume van rubber is niet te verkleinen. Je kunt het volume alleen maar ver plaatsen. Nou, met zo'n eigenschap kun je iets doen." „Een leuk vak? Nou, neu. Ik heb het meer gekozen omdat ik niet zou weten wat ik anders zou moeten doen. Een ne gatieve keuze, ja. Ik heb het ook altijd volgehouden ook als ik wilde opgeven. Het zelf produceren, het is zo complex; willen produceren, topkwaliteit willen le veren, concurreren tegen de massa markt, het kost zeer veel energie voor Polshorloge „Een horloge, tjongedat had vroeger een status. Die is nu tot onder nul gereduceerd. Onder zero. Het mechaniek, het op tijd lopen, is volstrekt onbelangrijk geworden. Er wordt zonder meer aangenomen dat een horloge functioneert, op tijd loopt. Ik wil méér dan dat. Ik wil produkten maken waar mensen niet snel op uitgekeken zijn, die een lange vi suele levensduur hebben". zeer weinig resultaat. Dan denk ik dus wel eens: is dit wel een vak, is het geen jongensdroom?". Over het werken met opdrachtgevers heb je eens gezegd: een weerwoord is leuker dan een echo. „Ontwerpen moet een discussie zijn. Met vereende krachten tot iets komen, dat is veel spannender. In je eentje loop je het gevaar dat je je te diep ingraaft. Komt er een ander bij, dan kun je in eens de oplossing hebben. Dat zie je toch heel vaak. Er staan tien mensen vergeefs te proberen een wagen uit de modder te trekken, dan komt er iemand met z'n handen in z'n zakken bij staan, die zegt: ja, ja, effe hier, eh, kijk, hier duwen En dan lukt het ineens. Je moet meer objectiviteit hebben, méér objectiviteit. Je moet ook kunnen zeg gen: vertel het nog eens want ik snap het niet zo goed". Donquichot „Mijn manier van werken kun je verge lijken met een architect die een huis ont werpt. Die zegt toch niet: of je het nou wel of niet lust, het gaat door je strot. Nou, zo bouw je echt geen huis. Dat gaat met praten en overleggen en zo ont staat uiteindelijk iets. En dan weer door keuzes, stap voor stap. Hele strategische beslissingen. En dan is het ook heel be langrijk of je zegt: ik wil de hele markt of ik wil gewoon een graantje meepik ken. Iedere ondernemer zal zo denken, iedere boer ook. Je praat vanuit een geo grafisch geveven, vanuit een markt. Ge woon gezond ondernemen". De vormgever speelt daarin maar een klein rolletje. „Nee! Vormgeven geldt het hele pro dukt. Niet alleen over de buitenkant, de kleur, ronde of scherpe hoeken. Het bij zondere van een ontwerp is niet alleen hoe het eruit ziet. Ik maak ook anonie me dingen, die gewoon bij V D liggen. Is niks minderwaardigs. Je moet niet bij alle produkten kunnen zeggen: tjeetje, je kunt wel zien dat daar een designer mee bezig is geweest, allemachtig. Kom nou. dat is toch dwaas. Iets is voor mij niet alleen maar geslaagd als het er goed uit ziet, maar als het ontwerp, het totale proces goed is. Daarmee propageer ik geen slaafse navolging, geen eenheids worst, geen produkten die allemaal maar op elkaar moeten lijken. Maar ik propa geer evenmin dat produkten heel na drukkelijk aanwezig moeten zijn en hun vormgeving al op honderd meter afstand herkenbaar moet zijn. Met andere woor den: de ontwerper speelt ook een belang rijke rol als hij niet nadrukkelijk in het produkt aanwezig is". Ninaber maakt snel een schetsje. „Ik zit hier al dagen te vechten tegen een doos. Die doos wordt te groot. Die doos moet kleiner, want het moet een hebbe ding zijn. En zo'n grote doos willen de mensen niet hebben. Maar er moeten wel zoveel van die dingen in, dal die doos zo groot moet zijn. Ik krijg hem niet kleiner. Ik zit gewoon als een Don Uitstraling „In heel veel produkten zie je niemand terug, je kunt je ook niet voorstellen wie dat gemaakt zou hebben. Maar zeker de paar dingen die ik onder eigen label heb geproduceerd, die stralen, dacht ik, wel duidelijk iets uit: karakter, mentaliteit, keuzes. Je kunt bij die ontwerpen ook zeg gen: „Ik houd ervan". Of: „Ik houd er niet van". Dat mag ook". Quichot tegen de eisen van de opdracht gever te vechten. Dan kom je op een punt dat je zegt: dit is niet optimaal, dit is niet wat we zoeken. Maar hoe je het ook draait of keert, ik kom uit op dit re sultaat. Dat staat dan weer ter discussie bij de opdrachtgever". Stel: Je maakt iels waarvan je zelf zegt: daar ben ik helemaal tevreden mee. maar het verkoopt niet zo lekker. Daar naast maak je ook iets dat niet helemaal is geworden zoals je had gewild, maar verder is iedereen tevreden en de afzet is tien keer zo groot. H aar kies je voor (na een minuutje) het laatste". DICK HOFLAND Foto: Cees Verkelk BRUNO NINABER, INDUSTRIEEL ONTWERPER Bruno Ninaber van Eyben werd Bruno NinaberLaat zich met ,Jij" aanspreken maar hij bleef Neerlands beroemdste industrieel ontwerper. Hij kreeg steeds meer navolgers die voortdurend aan de weg timmeren. Zelf was hij vorige week in het nieuwsals ontwerper van de nieuwe munten, inclusief die van vijf gulden. Begin dit jaar associeerde hij zich met het bureau Peters en Krouwel in Delft, waar produkten worden ontworpen in opdracht van fabrikantenvan veelgeprezen kinderzitjes en fietscomputers tot zuurkasten voor laboratoria. Maar ook in zijn woonplaats Boxtel, waar zijn carrière begon, heeft Bruno Ninaber in een voormalig fabriekje nog altijd zijn eigen ontwerpstudio. „Ik zit hier al dagen te vechten tegen een doos". ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1986 NICE/PERPIGNAN - Premier Jacques Chirac en zijn minister Charles Pasqua van binnenlandse zaken kunnen nog zoveel geld uit trekken en andere maatregelen be denken om het uitbreken van de alles verzengende bosbranden in Zuid-Frankrijk te voorkomen, veel staat of valt met de levensstijl van de buitenlandse toerist maar ook met die van de Fransen zelf. Wie - tijdens zijn vakantie - Franse kranten gelezen heeft, zal nogal eens het bericht zijn tegengekomen dat het vuur „vermoedelijk" of „vrijwel zeker" ont staan is door onvoorzichtigheid van bui tenlandse toeristen die zich niet realise ren hoe kurkdroog de bossen zijn en hoe brandgevaarlijk; ongeveer zoals Duitse badgasten op Scheveningen die zich niet realiseren hoe de zee kan „trekken". Maar de Fransen zelf weten er ook raad mee, hebben sommige kranten nu enigs zins schuldbewust erkend: veel Franse gezinnen eten ook op hun vakantie twee keer warm en stoken als het even kan beide keren hun barbecue flink op. Na het eerste warme maal omstreeks het middaguur verplaatst de familie de acti viteiten naar het strand, de barbecue smeulend achterlatend. De campingbaas houdt een oogje in het zeil, maar kan er ook niet elke minuut bij zijn. Tegen ach ten worden de gloeiende restanten van het vuur opgepord en met het invallen van de duisternis flikkeren op talloze campings, verscholen in de kurkdroge bossen, kleine vuurtjes. Soms zijn de rookpluimpjes, die tussen de bomen door omhoog kringelen, tegen de veel kleurige avondhemel goed te zien. Rondes En niet alleen op campings, waar de campingbaas op dringend advies van de plaatselijke politiechef geregeld rondes maakt om te zien of de culinaire bezig heden niet al te enthousiast worden en of iedereen het vereiste emmertje water stand-by heeft staan, zoals deze zomer op de campings ten zuiden van Perpig- nan verplicht was. Het heeft niet mogen baten trouwens, want in het Frans- Spaanse grensgebied heeft het evenals bij Nice, Cannes en zelfs op Corsica nog nooit zo hard gebrand als dit jaar. Hon derden van hun stek verjaagde kampeer ders groepten samen op het marktplein van Banyuls, bekend van de zware, zoe te „vin doux". In de bossen buiten de kampeerterreinen zijn die naar gezelligheid „riekende" rookpluimpjes ook te zien, afkomstig van neergestreken kampeerwagenbezit- ters of van verliefde jongelui die zich voor een romantische nacht uit het woe lige leven van stranddisco terugtrekken. Daar zou de gendarme de taak van de campingbaas moeten overnemen zodra er een rookpluim te zien is. De politie heeft het echter veel te druk met het ont warren van verkeersknopen in de nauwe straatjes van de te kleine badplaatsen die lang niet berekend zijn op de jaarlijkse toevloed van zonminnende toeristen. y erwoestend drama Een plotseling opstekende Mistral of Si rocco kan de ogenschijnlijk onschuldige vuurtjes van de barbecues letterlijk op blazen tot een verwoestend drama. En dat is dan dit jaar gebeurd in een om vang die zijn weerga in de tragische ge schiedenis van de Franse bosbranden niet kent. Veertigduizend hectare aan bos ging ver loren. Kleine dorpen verdwenen van de landkaart; talloze huizen en grote villa's veranderden in een oogwenk in een puinhoop, mensen raakten ontredderd, woedend om de onmacht van de brand weer die het voortjagende vuur niet in bedwang kon krijgen. In totaal vonden elf brandweerlieden de dood, onder wie een paar militairen en de vier beman ningsleden van een blusvliegtuig dat tij dens een gevaarlijke duikvlucht boven een razende vuurzee bij Perpignan neer stortte. Meest voorkomende oorzaak van de branden: slordig zijn met vuur, brand stichting uit grove baldadigheid (er zijn inmiddels veertig mensen aangehouden, onder wie een paar buitenlanders) en zelfs een keer brandstichting uit politie ke motieven. Zoals in het Spaanse Cata- loniê waar een wamge extremist die het niet eens was met het streven van som migen om Cataloniê een zelfstandige sta tus te geven, het beroemde klooster van Montserrat in brand probeerde te ste ken. Verzekering De Fransen zijn het beu: de vloot blus vliegtuigen is verouderd; controle op het gedrag van mensen in de bossen is er niet; er zijn te weinig brandweerlieden; burgemeesters van zwaar beschadigde dorpen, die de radeloosheid van hun in woners van nabij hebben gezien, vragen om herinvoering van de doodstraf voor brandstichters. Maar er is ook een hard nekkig en nooit officieel ontkend argu ment, dat het blussen van bosbranden pas interessant wordt als het vuur direct onroerend goed bedreigt, omdat dan pas een schadeclaim bij een verzekerings maatschappij in te dienen is. Bos dat brandt, kan beter blijven branden, want deze bluskosten drukken op de schatkist van de staat, die leeg is. De enorme schade die dit jaar is aange richt, de doden en circa tweehonderd ge wonden die gevallen zijn, hebben einde lijk het een en ander in beweging ge bracht. Eindelijk „brandt" het nu op het Franse ministene van binnenlandse za ken, dat de aanschaf van nieuwe blus vliegtuigen heeft toegezegd naast een al gemene modernisering van het brandbe- strijdingsapparaat. Zelfs „brandt" het in het brein van Chirac die een paar dagen geleden een krans legde bij een monu ment vlakbij Nice, ter nagedachtenis aan de vele tientallen mensen die de afgelo pen jaren bij de strijd tegen de vlammen hun leven verloren. Hij drong aan op strenge controles, de inzet van meer mankracht en de oprichting van een soort Staatsbosbeheer. Wat zich nu vol trokken heeft, is aldus Chirac „Frankrijk onwaardig". ED FIGEE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 21