agressief g
EDRAG
'finale
Twee keer Eureka:
het hepatitis B-vaccin
mm
Er wordt weer gevoetbald, dus gevreesd voor voetbalvandalisme. Wat te doen?
Verwarring alom. Eind dit jaar echter verschijnt er een rapport met aanbeve
lingen dat misschien klaarheid brengt in de chaos. Een van de samenstellers,
de psycholoog drs. M. Marseille, vertoefde jarenlang op de tribunes teneinde
het supportersgeweld in natura te kunnen bestuderen. Immers: een wijs mens
leert van zijn vijand.
ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1986
AMSTERDAM/DEN HAAG -
Zestien stenengooiers gearresteerd,
maar na het opmaken van een pro
ces-verbaal weer vrijgelaten. Het is
meegevallen, de start van de vader
landse voetbalcompetitie. Eén les
heeft hij ondertussen al geleerd.
Het elektronisch controlesysteem
ter bestrijding van supportersge
weld waarvan FC Den Haag de pri
meur heeft, zal nauwelijks het ver
lossende antwoord brengen. De de
tector speurt fietskettingen op,
boksbeugels, messen, pistolen, des
noods fragmentatiebommen, maar
geen stenen. Deze vaststelling is
symptomatisch voor de verwarring
die het voetbalvandalisme in de ge
lederen van alle belanghebbenden
heeft gezaaid, met als voorlopige
culminatie de heersende mode on
der burgemeesters om wedstrijden
met een verhoogd risico eenvoudig
te verbieden. Competitieleider Jan
Huybrechts van de KNVB althans
wordt er gek van.
Enige klaarheid in de chaos wordt ver
wacht van een rapport waaraan het insti
tuut voor massapsychologie van de Uni
versiteit van Amsterdam, beter bekend
als het Baschwitz-instituut, op het ogen
blik de laatste hand legt. Eind dit jaar
zal het verschijnen, aldus drs. M. Mar
seille, die een groot aandeel heeft gehad
in de totstandkoming, al was het maar
omdat hij jarenlang lijfelijk op de tribu
nes van de meest spraakmakende voet
balclubs heeft vertoefd teneinde het sup
portersgeweld in natura te kunnen bestu
deren. Een wijs mens leert van zijn vij
and, zou hij de Spaanse jezuïet en schrij
ver Baltasar Gracian na hebben kunnen
zeggen. Over de inhoud van het rapport
en de aanbevelingen die het bevat, wil
Marseille nog niets kwijt. Dat zou on
hoffelijk zijn jegens het Landelijk Over
leg Voetbalvandalisme, de koepel waar
onder alle bestrijders van supportersge
weld te wapen zijn gelopen en voor wie
de rapportage is bestemd. Een gesprek
over de voetbalvandaal in het algemeen
echter onthult toch wel iets over de rich
ting waarin de conclusies zullen gaan.
Immers: de persoonlijkheidsstructuur
van de vandaal en de manier om hem
aan te pakken, dat zijn hand en hand
schoen.
Alcoholverbod
Leg de verkoop van alcohol in voetbal
stadions aan banden bijvoorbeeld - zo'n
slotsom zal hoogstwaarschijnlijk in het
aanstaande rapport niet te lezen vallen.
Marseille tenminste: „Het droogleggen
van de tribunes bij wedstrijden waaraan
officials of bestuurders een verhoogd ri
sico toekennen, getuigt eerder van pa
niek dan van feitenkennis. Een alcohol
verbod zal weinig uithalen. Natuurlijk,
er lopen tussen die relschoppers jongens
rond die ladderzat zijn. Maar het meren
deel is bepaald niet dronken. Alcohol
heeft hooguit een versterkend effect.
Veel meer bepalend voor wat er voor,
tijdens en na een voetbalwedstrijd ge
beurt, is de wil tot agressief gedrag". Ligt
drs. Marseille met deze mening dwars?
Nee. Duitse vakbroeders van hem zijn
tot dezelfde bevinding gekomen. Deze
massa-psychologen hebben onderzoek
verricht in opdracht van Günter Mast,
de voorzitter van Eintracht Braun
schweig. ook zo'n veelgeplaagde club.
„Alcohol is geen oorzaak van geweld",
luidt hun conclusie. „De relschoppers
verkeren doorgaans niet of nauwelijks
onder invloed. Met name de aanstichters
van voetbalrellen hebben doorgaans
geen druppel gedronken. Wel blijkt er
een grotere gevoeligheid voor provoca
ties aanwezig te zijn bij supporters met
een glaasje op. Maar de ervaring leert
dat de meeste pilsjes buiten de stadions
worden genuttigd".
Ordediensten
Bijval voor de plannen om in de sta
Gezag is één van de sleutelbegrippen tot de problematiek van voetbalvandalisme.
dions bewakings- of ordediensten op de
been te brengen ter aanvulling of zelfs
vervanging van het toezicht door de po
litie zal in het komende rapport ook wel
niet te vinden zijn. Want de functiona
rissen van dergelijke diensten blijven,
hoezeer men ze ook in uniformen steekt,
doodgewone burgers die hun handen
thuis moeten houden. Ze missen het ge
zag dat de politie uitstraalt. En gezag,
dat is één van de sleutelbegrippen tot de
problematiek. Marseille: „Je kunt spre
ken van een algehele gezagscrisis. Uit
vraaggesprekken die we gehad hebben
met supporters van FC Den Haag, Feve-
noord. Ajax en NEC is gebleken dat
voetbalvandalen zich niet alleen weinig
gelegen laten liggen aan wat hun ouders
zeggen, maar dat die ouders op hun
beurt ook weinig invloed uitoefenen.
Waarmee ik overigens niet wil zeggen
dat voetbalvandalen totaal ongevoelig
zijn voor autoriteit en dat het verschijn
sel supportersgeweld bijgevolg nauwe
lijks te beheersen zou zijn. Tussen de
vandalen aan de ene en de club of de po
litie aan de andere kant is wel degelijk
overleg mogelijk. De daaruit voortvloei
ende maatregelen, hetzij constructief,
hetzij repressief, blijken effect te sorte
ren. Een consequent optreden van de
politie wordt door de vandalen zelfs op
prijs gesteld, zo is ons gebleken. Ze staan
wat dualistisch tegenover de politie.
Enerzijds zijn het natuurlijk de hufters,
maar anderzijds bieden ze bescherming.
Met de politie in hun eigen woonplaats
kunnen ze redelijk overweg. Niet met de
spoorwegpolitie. Daaraan hebben ze een
vreselijke hekel. Ze vinden dat ze als cri
minelen behandeld worden, dat ze in de
trein absoluut geen rechten hebben".
V erklaringsmodel
Een spoorwegpolitie waarvan gezag uit
gaat, maar die wel supportervriendelijk
is, zo'n aanbeveling zit er straks dik in.
Maar weer niet een advies voor een
maatschappelijke aanpak van het vraag
stuk. Het reeds aangehaalde Duitse on
derzoek rekent resoluut af met de zoge
naamde frustratie-agressie-theorie en
Marseille stemt daar van harte mee in.
Het maatschappelijke verklaringsmodel
voor voetbalvandalisme wordt beheerst
door de opvatting dat werkloosheid en
grauwe woon- of leefomstandigheden de
kansarme jongeren prikkelen tot geweld
dadig gedrag. Echter: „Volgens onze be
vindingen valt die frustratie-agressie-the
orie niet vol te houden. Een groot deel
van de vandalen die wij bestudeerd heb
ben, volgt gewoon een opleiding. Wel
zijn er duidelijke aanwijzingen dat de
jongens die bij vechtpartijen betrokken
zijn, op school conflicten hebben. Geen
conflicten thuis, gek genoeg. En de pro
blemen die ze zeggen te hebben, blijken
niet zozeer samen te hangen met het le
ren zelf, maar meer in de sfeer te liggen
van botsingen met leraren of, in mindere
mate, met medeleerlingen. Hoewel de
jongeren op de staantribunes - de zoge
naamde sides - over het algemeen ge
kenmerkt worden door een laag oplei
dingsniveau, is deze tendens toch min
der overwegend dan wel eens wordt ver
moed. Ook de opleidingsniveaus van de
vaders, een gegeven dat iets zegt over de
sociale achtergrond van de voetbalvan
daal, blijken veel meer uiteen te lopen
dan men zou verwachten. Onze onder
zoeksbevindingen komen dus niet over
een met de beschrijving van een hechte
arbeiderscultuur zoals mijn Bntse colle
ga Taylor die geeft voor de situatie in
Engeland".
aparte vakken
Kritiek, zo laat zich raden, zal het rap
port van het Baschwitzinstituut hebben
op de maatregel om supporters te plaat
sen in aparte vakken. Marseille: „Het
gaat vaak om jonge jongetjes. Tien, ell
jaar en toch al knap vervelend. Vroeger
gingen ze op die leeftijd met hun vader
naar het voetbal. Dat is de laatste jaren
veranderd. Nu gaan ze met hun vriend
jes. Daardoor is de sociale controle op
de tribunes helemaal verdwenen, een
omstandigheid die nog eens versterkt
wordt door dat gedoe met aparte vak
ken. Er zitten meestal verschillende
groepen in, soms zelfs, zoals in Den
Haag, duidelijk wijkgebonden groepen.
Nou: bij bepaalde groepen horen bepaal
de leiders. Beroemdheden zijn het vaak,
die veel gevochten hebben. Leiders is ei
genlijk geen goed woord. Je kunt beter
spreken van centrale figuren, want ze
zijn leider bij de gratie van de groep;
hun gezag is beperkt: ze hebben geen
controle over de groep. Wanneer ze zich
tegen de groep keren, bijvoorbeeld om
het geweld wat te matigen, en die groep
wil dat niet, dan kunnen ze wel inpak
ken. Daarnaast heb je de vechters. Die
zitten in de gevaarlijke leeftijd. Vijftien
tot achttien jaar. Dat zijn de knokkers.
En je hebt de gekken. Die zijn in staat
om een politieman aan te vallen en als
zodanig kunnen ze soms een rel in gang
zetten. Maar ze worden door de groep
niet erg serieus genomen, al blijven ze
erbij hangen en worden ze niet het vak
uitgezet".
Verdeling in aparte vakken wérkt het
groepsgebeuren, de groepssolidariteit, in
de hand en daarmee de rolverdeling on
der de supporters. De groep krijgt struc
tuur en vanwege die structuur moet het
lidmaatschap van de groep als het ware
verworven worden. Onder meer door
het tonen van agressief gedrag. „Ons is
gebleken dat je niet zomaar lid wordt.
Het duurt even voordat je erbij hoort,
voordat je geaccepteerd bent. Je moet er
wat voor doen. Zo wordt agressief ge
drag de jongeren die tot de groep willen
behoren gewoon aangeleerd. Het is ook
altijd hetzelfde, stereotiepe gedrag. Dit
betekent dat het in wezen een sociaal
verschijnsel is. Het heeft duidelijk te
maken met prestige, imitatie, dominan
tie. Maar denk nu niet dat het altijd rot
zooi is. Welnee. Die agressie kan ook
heel ludieke vormen aannemen. Er is
een heleboel dollen bij. Lol trappen.
Leuk, rumoerig gedrag. Wanneer er, zo
als bij FC Den Haag, ineens een groene
en een gele kip het veld oprennen, dan
zitten daar dezelfde jongens achter die
als vandalen te boek staan".
Supporters
Al met al, vindt Marseille, beginnen de
autoriteiten het vak relbeheersing aardig
in de vingers te krijgen. „Neem nou
Utrecht dat berucht was om de gevech
ten tussen supportersgroepen. De Bun-
nik-side, die was min of meer synoniem
met vandalisme en gewelddadigheid. En
nu? Helemaal rustig. Het zou interessant
zijn om daar eens heel gericht onderzoek
naar te doen. Hoe komt dat nou? Ik
denk dat het voor een deel met hun
nieuwe, goede accommodatie te maken
heeft. En ze hebben het contact tussen
supporters en club verbeterd. Er is een
speciaal honk voor de fans. Bovendien
weten ze tegenwoordig precies wie de
aanstichters zijn. De supporters vormen
geen anonieme groep meer. Je hoort nog
steeds - te vaak, naar mijn mening -
dat de relschoppers geen supporters zou
den zijn. Die opvatting delen wij hier op
het instituut niet. Voetbalvandalen, heb
ben we gevonden, zijn over het alge
meen wel degelijk supporters. Althans:
ze voelen zich supporter. Wil je bij de
groep horen, dan moet je er heel wat
voor over hebben. Je moet bereid zijn er
je hele weekend voor op te offeren en
niet alleen aan komen zetten wanneer er
een spannende wedstrijd op het pro
gramma staat of wanneer het zonnetje
schijnt. Je moet altijd achter je club blij
ven staan. In voor- en tegenspoed. For
better or worse, zoals de Engelsen zeg
gen. Voordat je erbij hoort, moet je echt
wel het een en ander hebben laten zien".
Spelverruwing
De wetenschappelijke bevindingen van
het Baschwitz-instituut zoals die op het
punt staan vertaald te worden in aanbe
velingen waarmee het Landelijk Overleg
Voetbalvandalisme zijn voordeel kan
doen, wijken nogal af van andere visies.
In dit verband moet de Leidse sociaal
psycholoog dr. C. Ekkers van het Insti
tuut voor Preventieve Gezondheidszorg
TNO genoemd worden. Volgens hem is
de spiraal van geweld in gang gezet door
de verruwing van het spel op het veld.
Vervolgens heeft het pubheksgeweld zich
ontkoppeld van het voetbalgeweld en is
het een eigen leven gaan leiden. De
agressie is niet louter meer een reactie
op hetgeen zich in het veld afspeelt,
maar houdt zichzelf in stand. Een deel
van het publiek, bestaande uit jonge
agressievelingen en sensatiezockers. wekt
het geweld op. onafhankelijk van wat er
tussen de lijnen gebeurt. Daarom is er
op korte termijn zeer weinig tegen het
pubheksgeweld te doen. Te denken valt
hoogstens aan repressieve maatregelen
die de uitingen van agressie enigszins in
dammen. Zoals strikte scheiding tussen
de groepen supporters en drooglegging
van de stadions.
Klein aantal
Tegenover dit beeld schetst Marseille het
zijne. „De pure, onvervalste relschop
pers zijn er wel, maar hun aantal is te
verwaarlozen. Tientallen, hooguit. De
honderdtallen bevinden zich onder de
gewone supporters. Ze komen, zo blijkt
uit ons onderzoek, primair voor hun
club. Het is heel belangrijk voor ze dat
de club wint. De aantrekkelijkheid van
hét spel doet er minder toe. Wel veroor
zaken de gebeurtenissen in het veld over
het algemeen opwinding. Jongens die ge
wend zijn op dit soort opwinding met
agressie te reageren, hebben dan nog
maar weinig nodig om tot geweld over te
gaan. En de groep die echt uit is op ge
weld, wordt erdoor versterkt. Maar dat
wil niet zeggen dat het de oorzaak is.
Wanneer je club aan de winnende hand
is, kijk je wel uit, want wie wil er nou
het succes verstoren? Pas wanneer je
met twee-nul achter staat, ga je op zoek
naar andere dingen. En dan geldt dat er
inderdaad groepen zijn die gemakkelijk
tot geweld overgaan. Maar voor dc op
vatting van de volstrekt van het voetbal
vervreemde vechtersbaas die uitsluitend
naar het voetballen gaat om rellen te
schoppen, ontbreekt iedere grond. Deze
onderzoeksbevinding komt trouwens
overeen met wat mijn Britse collega's
Taylor en Marsh in Engeland hebben ge
vonden. Gewelddadig gedrag is sterk
verbonden met het supportcrschap. Bo
vendien is het een illusie te menen dat
het geweld rond voetbalwedstrijden een
geïsoleerd verschijnsel is zonder samen
hang met gedragingen in andere situa
ties. Wie gewelddadig is bij voetbalwed
strijden, zal in het algemeen ook geneigd
zijn tot geweld in andere omstandighe
den. Het geweld heeft een meervoudige
betekenis. Het is een vorm van gedrag
die betrekkelijk geringe risico's inhoudt
en waaraan spanningen zijn verbonden
die als plezierig worden ervaren. Men
kan prestige verwerven door zich stoer
te gedragen. En de solidariteit binnen
zo'n subcultuur is bijzonder groot; er
hoeft geea angst te bestaan dat je verra
den wordt. Voor deze jongens is dit hun
leven. Het is hun eigen cultuur gewor
den waarin ze hun eigen normen kunnen
stellen. Naarmate ze ouder worden, ver
tonen ze minder gewelddadig gedrag. Ze
gaan afstand nemen van de groep, kie
zen andere vrienden, een andere plaats
op de tribune. Sociale verplichtingen
- huwelijk; een baan - bevorderen deze
afstandelijkheid nog meer. Maar de
groep wordt vanzelf weer aangevuld met
jonge jongens. Stoer doen. Risico's dur
ven nemen. Dat zijn nu eenmaal waar
den die op de staantribunes een hoge no
tering genieten".
PIET SNOEREN
In 1982 kwam de Amerikaanse geneesmidde
lengigant Merck, Sharp Dohm (MSD) als eer
ste met een vaccin tegen hepatitis B. „Eén van
de belangrijkste doorbraken van de laatste tijd",
juichte prof. J. M. Greep in het boekje „Zover
is de wetenschap".
Drie weken geleden verbaasde MSD de medi
sche wereld door voor de tweede keer hetzelfde
vaccin uit te vinden. Een dubbele doorbraak.
Het is het allereerste kunstvaccin en het kan
daarom onbeperkt worden aangemaakt en is
dus goedkoop.
J. Paalman
Hepatitis is een virus ontsteking van de
lever. Daar heb je er drie van: A, B en
C. Hepatitis A is een tamelijk onschuldi-
fe vorm van geelzucht die vooral bij
inderén voorkomt, de C vorm is zeld
zaam en pakt ook tamelijk onschuldig
uit, maar hepatitis B is een gezondheid
sprobleem van de eerste orde. Je loopt
het gelukkig niet zo gemakkelijk op - en
dat is het aardigste wat je van het B vi
rus kunt zeggen. Besmet raak je pas als
bloed, speeksel, zaad. kortom lichaams
vloeistoffen van een hepatitis B-patiènt
rechtstreeks in je bloedbaan terecht
komt. Dat beperkt het besmettingsrisico
aanzienlijk.
Met een beetje geluk wordt je er twee tot
zes maanden na besmetting alleen
hondsberoerd van. Als het even tegenzit
krijg je er ook koorts bij en raakt de le
ver zo van slag dat het de galkleurstoffen
niet meer naar behoren aan de darmen
kan afleveren. Die gaan dus niet naar de
darmen (vandaar de lichtgekleurde ont
lasting), maar verdwijnen in het bloed
(geelzucht) om tenslotte door de nieren
als donkerbruine urine te worden uitge
plast. Is de ziekte eenmaal uitgebroken
dan is er eigenlijk weinig meer tegen te
doen dan pappen, poederen en nathou
den. Er bestaat wel een geneesmiddel,
een antistof, maar die is zo schaars en
dus duur, dat alleen de dringendste ge
vallen in aanmerking komen.
Het venijn zit hem in de staart. Bij een
minderheid van de patiënten wordt de
ziekte chronisch, niet zelden een gevaar
lijk ziektebeeld waarvan de genezings
kansen slecht zijn. Het staat nu wel vast
dat hepatitis B virus leverkanker kan
veroorzaken. Verder blijven een aantal
mensen, ook na genezing, het virus bij
zich houden. Die lopen extra kans op le
verkwalen, bovendien zijn ze een voort
durende besmettingsbron voor hun om
geving. Welnu, hepatitis B is een ziekte
in opmars. Nederland telt 20.000 patiën
ten en elk jaar komen er 5000 nieuwe
bij. Hoog tijd voor een vaccin.
In principe is dat niet moeilijk te ma
ken. Je kweekt de ziekteverwekker en
maakt hem dan met chemische trucs zo
murw dat het bij inenten geen schade
doet, maar wel oefenstof geeft voor het
lichaam. Dat kan zich dan alvast in
schieten en als het „wilde" virus daarna
het lichaam binnendringt wordt het op
gewacht door een overmaat aan antistof
fen en in de kiem gesmoord. Dat kunstje
beheerst men al zeker 100 jaar, maar
met het hepatitis B-vaccin wilde het
maar niet lukken.
Tot 1968 wist men niet eens om welke
ziektekiem het ging. Toen men dat wist
bleek het virus weer niet te kweken te
zijn. Een ramp, want zo kun je nooit
voldoende vaccin maken. In 1971 be
sloot MSD om dan maar het virus uit
het bloed van hepatitispatiënten te ha
len. Een uiterst omslachtige oplossing.
Die patiënten kunnen in principe alle
mogelijke ziekten onder de leden heb
ben, dus men moest ook een methode
vinden om dat bloed van alle andere
ziektekiemen te zuiveren. In 1982 had
MSD het voor elkaar: „doorbraak",
Links het „wilde" hepatitis B virus, rechts het uit het virus bereide vaccin.
Tegenwoordig kan men dat vaccin door gedresseerde bakkersgistcellen laten maken.
juichte prof. Greep. Maar de produktie Ischeepse toepassing onbetaalbaar. Een
van het vaccin was en is uiterst tijdro- eerste nadeel.
vend (65 weken) wat het vaccin peper- MSD had nog meer pech. De juichkre-
duur maakt (250 gulden) en een groot- I ten waren nog niet verklonken of het ge
rucht dook op dat het vaccin AIDS zou
kunnen overdragen. Dat bleek niet waar
te zijn. Maar de grootste klap moest nog
komen. Precies in die jaren dat MSD
zijn vaccin ontwikkelde, was er een tech
niek ontstaan die dat omslachtige gedoe
met donorbloed overbodig zou gaan ma
ken: de recombinant-DNA techniek.
Hoe gaat dat? Cellen hebben een DNA-
deel dat opdrachten geeft en een fabriek
die („Befehl ist Befehl") elke opdracht
uitvoert. Door de DNA-code „maak he
patitis B virusdeeltjes" in het DNA van
bakkersgist te sluizen, kun je dat bak-
kersgist net zoveel vaccin laten maken
als je maar wil. Vlug, veilig en goed
koop. Drie jaar geleden beweerde dr.
Huub Schellekens van het TNO dat
TNO samen met de firma Biogen als
eerste het nieuwé vaccin zouden produ
ceren, maar kijk, MSD heeft toch ge
wonnen. In Amerika en Duitsland is het
spul al goedgekeurd, Nederland zal bin
nenkort ongetwijfeld volgen.
Tot nu toe komt vanwege de duurte van
het spul alleen een selectieve groep voor
inenting in aanmerking: medisch perso
neel, mensen die door hun sociale con
tacten verhoogd risico lopen zoals man
nelijke homofielen; dialysepatiënten, lij
ders aan bloederziekten en degenen die
contacten onderhouden met hepatitis
B-patiënten. En zelfs die worden niet al
lemaal ingeënt (het Radboudziekenhuis
in Nijmegen laat nu voor 250.000 gul
den personeel en studenten inenten!).
Het nieuwe vaccin werkt niet beter maar
is goedkoop. Dat is zijn belangrijkste
waarde. Dat maakt het misschien moge
lijk om door massale inenting hepatitis
B uit te roeien, niet alleen hier, maar
ook in de Derde Wereld.
1 £eidóc SotiAcmt'