f i r Annemarie Verstappen kritiseert bond ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1986 van Gijs van Heumen en de andere speelsters het vertrouwen gekregen. Dat is het belangrijkste". Van Heumen en ook Fieke Boekhorst, die alle wedstrijden en veel trainingen bezoekt, hebben Lisanne Lejeune overi gens wel in het oor gefluisterd dat ze lei ding dient te geven. „Ik moet dus mijn mond open doen. En soms ook boos worden als iemand een taak verzuimd uit te voeren. Daar had ik het zeker in het begin wel moeilijk mee. Want dat ligt niet in mijn aard". Lejeune, die onder alle omstandigheden rust uitstraalt en in panieksituaties ook heel kalm pleegt te reageren, is bij Oran je tevens degene die de strafcorner ins laat. In de laatste oefenwedstrijd tegen Nieuw-Zeeland scoorde ze nog dertig procent. „Het gaat steeds beter. Maar ja, bij mijn club oefen ik alleen op zaterdag. In deze fase sla ik een paar keer per week honderden ballen. De bal gaat ook harder naar het doel, omdat ik sterker ben geworden. Ik heb enorm veel krachttraining gedaan, ik ben echt vijf keer zo sterk geworden als voor die tijd". Fysiek „Het fysieke aspect wordt steeds belang rijker. In de oefenwedstrijden merkte je dat. Nederland heeft al twee jaar niet verloren. Technisch zijn we superieur. Maar landen als Nieuw-Zeeland, de Ver enigde Staten en Canada proberen het nu op kracht. Daarom kunnen wij niet achterblijven. Ik train minstens één keer per dag thuis met gewichten. En opdruk ken, natuurlijk. Ja, daar krijg je spierbal letjes van", voegt ze er lachend aan toe. Lisanne Lejeune zegt het te betreuren dat juist in het hockey de nadruk steeds meer op het fysieke komt te liggen. „Te gen West-Duitsland kun je nog wel leuk hockeyen. Maar er zullen tijdens het WK zeker vervelende wedstrijden tussen zitten. Je zag het in de oefenwedstrijd te gen Nieuw-Zeeland. Carina Benninga werd vlak voor tijd het slachtoffer van een te harde actie. Daar waren we alle maal kapot van. We hebben nu maar be sloten elke gescoorde strafcorner aan haar op te dragen". Lejeune roemt vervolgens de kwaliteiten van Gijs van Heumen. De coach, die haar bij voorkeur als Lisa (spreek uit: Laiza) aanspreekt. „Het is soms onge looflijk. Voor alles heeft hij een oplos sing. En hij bedenkt ook allerlei nieuwe dingen. Het dameshockey heeft veel aan hem te danken. Hij is ook iemand tegen wie je opkijkt. Ik tenminste wel. Ik heb echt respect voor hem gekregen. Vroeger wist ik niet wat ik aan hem had. Maar als je 'm beter kent, ga je anders over hem oordelen". Het Nederlandse damesteam heeft mo menteel alle titels in bezit. Reden waar om Oranje ook als de grote favoriet te boek staat. „Soms denk ik wel eens: stel je voor dat het misgaat. Maar dan ver plaats ik mijn gedachten maar weer snel. Want we moeten het gewoon worden. Ramp We hebben maanden lang keihard ge traind. Als we nu geen wereldkampioen worden, dan is dat echt een ramp. Dan is alles helemaal voor niets geweest". Lisanne Lejeune weet dat ze in deze pe riode de nodige offers moet brengen. „Niet tot zes uur in de nacht op stap", zegt zé. „Ik vind het niet erg om voor een periode alles op het hockey te gooi en. Ik denk er nu elk moment van de dag aan. Maar straks kan ik gewoon weer de gezellige dingen doen. Daar ver heug ik me nu ook al weer op. Dan kan ik het hockey ook heel makkelijk relati veren. Zo lang ik het leuk blijf vinden ga ik door. In elk geval tot en met de Spe len van Seoel. Want ik wil ook nog wel een paar reisjes maken". Lejeune roemt vervolgens de sfeer rond om haar favoriete sport. „Het is echt ge zellig. We zijn allemaal vriendinnetjes. Bij het Nederlands elftal en HGC. Ik vind het helemaal niet erg om sommi gen zo vaak te zien. Leuk zelfs. Want buiten het veld gaan we ook met elkaar om. Er is ook noort echte ruzie. Als er eens iets is, wordt dat onmiddellijk uit gesproken. Intern. Jammer voor de pers. Maar er is bijna nooit wat". Lisanne Lejeune verbaast zich ook als ze de verhalen leest over andere sporten. Zoals bijvoorbeeld over de intriges in de voetballerij. „Ik zou dat verschrikkelijk vinden", zegt ze. „Want ik houd niet van ruzies. Heb ze ook bijna nooit. Maar ja, wij bedrijven nu eenmaal een amateursport. Bij voetbal komt er geld om de hoek kijken. Ik ben blij dat dat bij ons niet het geval is". Overigens is Lejeune wel een passieve liefhebber van het voetballen. „Ik ga op zaterdag geregeld kijken. En op de televi sie volg ik alles. Ik weet er echt wel veel van. Ik ken een heleboel namen. Ajax speelt leuk voetbal. Ik zou Marco van Basten graag eens willen ontmoeten. Dat lijkt me echt leuk. Vorig jaar heeft onze clubtrainer Tim Steens alle doelpunten van mij en Van Basten bijgehouden. Een wedstrijdje waar Marco dus niets van af wist. Ik maakte er met een score van 38 net eentje meer. Ik denk trouwens dat ik hem ook nog wel een keertje zal ont- moeteh. En dan ga ik naar hem toe om een praatje te maken. Over scoren". DENNIS MULKENS FOTO: CEES VERKERK Lisanne Lejeune: Wij worden wereldkampioen". DEN HAAG - Lisanne Lejeune begint er steeds meer aan te wen nen. Als traditioneel topscorer van de nationale competitie en de Eu ropa-Cuptoernooien moet zij thans in het Nederlands hockey-elftal als ausputzer de stoere Fieke Boek horst doen vergeten. Met het we reldkampioenschap in eigen land voor de boeg - vanaf 15 augustus in Amstelveen - begint Lisanne Lejeune aan haar eerste mondiale toernooi. „Ik verheug me er op. Ie dereen trouwens. Het mag nu ei genlijk wel beginnen". En dan een voorspelling: „Wij worden wereld kampioen". Lisanne Lejeune, inmiddels goed voor 21 interlands, zal op het moment van het gesprek nog een paar nachtjes geduld moeten oefenen. De laatste dagen voor het WK staan vooral in het teken van lichte trainingen en het oefenen van de strafcorners. Lejeune ranselt er zo'n drie honderd per keer op het doel van Det de Beus. In de korte hoekslag vindt ze te vens haar compensatie voor het spelen op een plaats in de defensie. „Scoren vind ik lekker", zegt de 23-jarige secreta resse, die evenals haar ploeggenoten de afgelopen maanden heel wat dagen extra vrijaf heeft moeten nemen. „Maar dat was voor mij geen probleem, omdat ik op het adviesbureau van mijn vader werk", zegt de Wassenaarse speelster over dat laatste. Lisanne Lejeune, licht geblesseerd aan de enkel („Maar dat komt wel goed"), geniet nog elke keer intens van een doel punt. „Ik speel het liefst in de spits", geeft ze toe. „Maar in het Nederlands elftal was er door het wegvallen van Fie ke Boekhorst een open plaats in de ach terhoede. Bondscoach Gijs van Heumen dacht toen aan mij. Ook omdat er voor in wat meer mogelijkheden zijn met Sophie von Weiier, Marjolein Eysvogel en Sandra le Poole. En aangezien ik graag in de basis speel, vind ik het ook niet zo erg. Ik begin het steeds leuker te vinden". Boos „Al zou ik bij mijn club nooit op die plaats willen spelen", gaat de zelfbewust babbelende Lejeune verder. „Daar blijf ik zeker in de spits staan. Want die doel punten blijven joch het mooiste. Inter nationaal krijg je als ausputzer veel meer te doen. Bij HGC is dat anders, dan sta je de halve wedstrijd op je stick te leu nen. Maar in het Nederlands elftal is het een heel verantwoordelijke taak. Ik heb ZWEMSTER VOOR AFSCHEID ZELFVERZEKERDER DAN OOIT KRUISSTRAAT - Zes jaar top sport hebben Annemarie Verstap pen niet ongemoeid gelaten. Weg met de zwijgzame puber van wel eer, die bestaat niet meer, lang leve de ontspannen pratende jonge vrouw van nu. De niettemin pas 20-jarige zwemster is min of meer door schade en schande wijs ge worden, neemt tegenwoordig geen blad meer voor de mond. Ja, ze durft het zelfs aan om openlijk de strijd aan te binden met de KNZB die in haar en beslist niet alléén in haar ogen nog wel eens klakkeloos aanneemt met onmondige kinde ren van doen te hebben. Maar die tijd is geweest, Verstappen is veran derd. Ze weet wat ze wil en ziet de wereld kampioenschappen, die eind volgende week in Madrid beginnen, met alle ver trouwen tegemoet. Het wordt haar laat ste grote toernooi, het afscheid is straks definitief. Want: „Zoveel als ik er het af gelopen jaar voor heb moeten opbren gen, dat was af en toe niet normaal meer. En dat wil ik ook nooit meer". Vaarwel Annemarie Verstappen dus, maar ook dag Jolanda de Rover, dag Pe tra van Staveren en misschien nog wel een paar anderen die in de Spaanse hoofdstad eveneens voor de allerlaatste keer in het licht van de schijnwerpers zullen treden. Nog eenmaal willen ze o zo graag schitteren, dan wacht het on vermijdelijk lange proces van aftrainen. In haar ouderlijke woning in het Bra bantse Kruisstraat, een gehucht nabij Den Bosch en bestaande uit twee straten die elkaar inderdaad kruisen, geeft Ver stappen de KNZB stevig van katoen. „De zwembond is zielig, zou er toch normaal gesproken voor de zwemmers moeten zijn, maar we mogen nooit iets", oppert ze. „Neem het trainingskamp in Kortrijk, als voorbereiding op Madrid. We kregen nog geen kwartje zakgeld. Maar werden we daarover van tevoren ingelicht? Nee dus. Sommigen hadden maar net genoeg geld bij zich voor de treinreis, terug van het verzamelpunt in Utrecht naar huis". Belachelijk „En dat terwijl de waterpoloërs de hele wereld mogen afreizen. Moskou, Athene, China, Japan hebben ze gezien, terwijl die heren nooit iets presteren. Een bela chelijke zaak, het is gewoon niet eerlijk verdeeld.' En als je dan weet wat we er allemaal voor moeten doen en laten. Ons seizoen duurt van september tot september, we zijn altijd maar bezig. Ei genlijk zouden we eens met z'n allen flink aan de bel moeten trekken, in pro test moeten komen. Maar daar is geen tijd voor. Het zijn misschien best aardi ge mensen, daar op het bondsbureau in Utrecht, maar ze snappen het gewoon niet", aldus Verstappen. Terugkijkend op haar wereldtitel op de 200 meter vrije slag, in 1982 in de Ecua- doriaanse havenstad Guayaquil behaald: „En denk je nou echt dat ik daarna enige hulp heb gehad? Ik was toen zestien, wist ik veel wat me allemaal te wachten stond. Dat hele wereldkampioenschap heb ik in een roes beleefd. Het ging alle maal zo snel, ik wist eigenlijk helemaal niet wat er met me gebeurde. Was mis schien nog wel blijer met de derde plaats van Annelies Maas dan met mijn eigen overwinning. Maar ook daarna, na thuiskomst, was er niemand die zich met me bemoeide. Gelukkig leerde ik zelf al vrij snel wat ik moest doen. Ieder een dacht je overal voor te kunnen vra gen, er werd maar aan je geplukt, ieder een wilde goede maatjes met je zijn. Openingetje, daar, feestje hier. Ik ben al vrij snel wat geld daarvoor gaan vragen. Zo niet, jammer dan, ga dan maar naar een ander". „Echt veel was het trouwens niet, hoor. want van de zwembond mag je officieel nog geen dubbeltje aannemen. Ik ben nu eenmaal geen Evert van Benthem. Als wij samen door Amsterdam gingen lo pen, zou denk ik iedereen hem herken nen, maar mij? Zwemmen is geen pu- bliekssport. Hoeveel mensen zouden er straks tijdens Madrid nou echt geïnteres seerd voor de televisie gaan zitten? Mis schien als zo'n WK evenals de Elfsteden tocht ook maar eens in de tweeëntwintig jaar zou worden gehouden, maar dan zou ik er de volgende keer zeker niet meer bij zijn", klinkt het lachend. „Jo landa de Rover en Petra van Staveren hebben het na hun gouden medailles bij de Olympische Spelen in Los Angeles ook niet goed gedaan. Ja, ze mochten een jaartje in een auto rondrijden, maar na die tijd moest die weer worden inge leverd. Nou, ik had dat mooi anders ge daan". Voorbereiding De wereldkampioenschappen zwemmen in Madrid vragen om een grondige voor bereiding. En die heeft ze dan ook dui delijk wel gevolgd. Luister maar: „Ik trainde het laatste jaar op maandag-, woensdag- en vrijdagochtend in Vught. Dan verder op maandag en woensdag hardlopen en twee uur zwemtraining in Rotterdam. Op dinsdag en donderdag twee uur in Rijswijk en een uur kracht training op de sportacademie in Den Haag. Dan sliep ik bij Jolande van der Meer, in Delft. En dan nog regelmatig de centrale trainingen natuurlijk. Ruud Beele maakte de schema's. Jan Schouten was er altijd bij. In tien dagen legde ik zo'n vijftienhonderd kilometer af. Want ik moest ook nog wel eens werken, bij de badpakkenfirma Golden Cup in Bla- del, het merk wat promoten. Het is best wel eens gebeurd dat ik het helemaal niet meer zag zitten, dat ik onderweg achter het stuur van mijn autootje in slaap dreigde te vallen. En dan moet je wel even oppassen hè. Dan heb ik soms een weekje vrij genomen, maar daarna moest het toch weer door. Echter, dit was eens, maar nooit weer". Behalve Annemarie Verstappen zullen nog enkele leden van de reeds een vijftal jaren in grote lijnen onveranderde zwemploeg na Madrid voor hun vrijheid kiezen. „Helemaal stoppen, of het tijde lijk wat rustiger aan doen", luidt het al gemene parool. Het eerstvolgende Euro pees kampioenschap, anno 1987 in Straatsburg, zal waarschijnlijk wat de Nederlandse deelname betreft een twee derangs karakter krijgen. „Sommigen hebben de Olympische Spelen in Seoel nog in hun achterhoofd", weet Verstap pen, maar dat geldt dus niet voor haar zelf. veel meegemaakt Want: „Ik heb nu definitief nee gezegd. Hoe het WK in Madrid ook zal verlo pen. Hopelijk goed natuurlijk, want wat is er mooier dan op het hoogtepunt van je carrière afscheid te nemen. Maar ook als het onverhoopt wat minder mocht gaan, dan stop ik. Dan zou dat jammer zijn, maar ik heb toch een fijne carrière achter de rug. Ik weet met of ik het nog een keer over had willen doen, maar ik heb toch heel wat meer meegemaakt dan een gemiddeld meisje van mijn leeftijd. Veel gereisd en als je voor een meer daags toernooi in het buitenland bent, is ■Ccidóc SouAcmt" er altijd wel heel even tijd iets meer dan zwembad, hotel of luchthaven te bekij ken". Voor de opvolging van de huidige, in de loop der jaren knap succesvolle generatie moet worden gevreesd. Annemarie Ver stappen: „Nee, ik zie ook geen nieuwe namen aankomen. Het is bij het Neder lands kampioenschap in Amersfoort weer gebleken, de jongeren bleven ten minste nog twee, drie seconden achter mij. Heeft ook met de huidige mentali teit te maken. Het lijkt wel alsof ze er tegenwoordig minder voor willen doen. Alsof het allemaal zo gemakkelijk kan. Vergeet het maar, het is heel hard wer ken geblazen. Wil je iets bereiken, dan moet je wel meedoen. Toen ik aan het begin van mijn carrière stond, luisterde Annemarie Verstappen ziet de toekomst van het Nederlandse wedstrijd- zwemmen met zorg tegemoet. ik heel goed naar ervaren zwemmers als Kees Vervoorn en Edward Maasdijk. Die vertelden wat je wel en niet moest doen. Maar nu staan ze je uit te lachen als je dat wilt overbrengen. Ik zie de toe komst van het Nederlandse zwemmen dan ook met zorg tegemoet". „Wat betreft mijn eigen toekomst? Tja, hopelijk goed presteren in Madrid, de vorm is er, ik voel me goed. En daarna aftrainen, misschien nog eens ergens een interlandje meepikken voor de sfeer, want die ga je waarschijnlijk wel missen. En daarna eindelijk eens lekker op va kantie, daar is al zes jaar niets van geko men. Naar Griekenland of zo, lekker aan het strand liggen. En hooguit af en toe wat in de zee zwemmen". DICK KIERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 22