Engelengeduld in een stuk niemandsland 1 II inal Ie Weder geboorte van Hotel The Willard ZATERDAG 26 IULI 1986 Drie maanden heeft een Ethiopiër gebivakkeerd op de luchthaven Schiphol. Dezer dagen is hij door de vreemdelingenpolitie in Hoofddorp alsnog in een cel gestopt alvorens hij het land wordt uitgezet. Het wachten, de onzekerheid, de ontberingen en de twijfel die hij ervoor over had om uit zijn eigen land weg te komen: het is allemaal voor niets geweest. Intussen is de neutrale toeschouwer verbijsterd. Waarom moet een mens zoveel tijd doorbrengen in zo'n ongeschikte omgeving als een luchthaven? De Ethiopiër is maar één van de honderden buitenlandse asielzoekers die de laatste tijd hun lot in deze weinig riante omgeving hebben afgewacht. Soms was dat snel beslist, maar meestal duurde het lang. De rechtbank in Haarlem bepaalde deze week dat enige vluchtelingen ons land in mochten om in een pension de beslissing over hun asielaanvrage af te wachten. Zo is het een komen en gaan in dat stukje buitenland achter de paspoortcontrole op Schiphol. Slechts weinigen bekommeren zich om het lot van de vluchtelingen. Een enkele buitenlandse toerist biedt de asielzoekers af en toe een sigaretje aan. En dan zijn er ook nog pater Cees Bartels en dominee Jan Hoogervorst die de vluchtelingen niet laten verkommeren. Zij praten veel met hen, proberen hen uit de put te helpen en bouwen in de loop van weken een vertrouwensband op met de asielzoekers waarop vrijwel niemand anders in die grote duiventil zich kan beroemen. „Als vliegen rond een pot stroop", typeert Hoogervorst de reactie van een groepje vluchtelingen in het immense complex als de twee pastors op ze afkomen voor een praatje. SCHIPHOL - Eén Ethiopiër mag dan de hel van Schiphol hebben verruild voor een politiecel, de vol gende groep vluchtelingen dient zich alweer aan. Adjudant L. Cos- man van de luchthavenmarechaus see meldt tussen neus en lippen dat hij alweer een groepje buitenlan ders zeer schichtig over de pieren heeft zien lopen. Die zijn vast van plan asiel aan te vragen. Opnieuw werk aan de winkel dus voor Bar tels en Hoogervorst. De twee gees telijken vormen een hecht team en worden door de asielzoekers in de Schiphol-lounge een beetje als va ders gezien. Ze zijn niet in dienst bij de KLM en ook niet bij de Luchthaven Schiphol, zeggen ze met klem. Bartels, karmeliet, werkt op Schiphol in naam van het bisdom Haarlem, en Hoogervorst doet zijn werk namens de hervormde gemeente in Am sterdam. Samen doen ze wat ze noemen aan ..oecumenisch luchthavenpasto raat". Maar wie denkt dal de twee zich alleen bezighouden met het organiseren van de wekelijkse kerkdiensten, heeft het grondig mis. Beperkte het werk zich voorheen tot ..het voorkomen dat reizi gers tussen de pier en het vliegtuig val len". de grote vluchtelingenstroom van de laatste jaren heeft die werkzaamhe den danig beïnvloed. Wanneer zich weer een groep buitenlan ders heeft gemeld om asiel te vragen, krijgen de luchthavenpastores van de marechaussee lijsten met gegevens over aantallen, herkomst en achtergronden. De marechaussee geeft de mensen in op dracht van het ministerie van justitie drie maal per dag een bon voor een hap je eten en een bon om een douche te kunnen nemen. „Verder moeten ze maar zien. Tot voor kort was het zo dat zelfs hun kleren niet gewassen werden, daar zorgden wij dan maar voor", aldus Bar tels. „Spullen als scheergerei, postzegels, nieuwe kleding en geld om tijdschriften en sigaretten te kopen, daar zorgen wij ook meestal voor. Ondergoed is dikwijls een probleem, waar moeten ze dat ko pen? Het is voor deze mensen natuurlijk heel prettig als iemand ze aan die zaken kan helpen. Er zijn er altijd bij die de hele dag rondlopen op basketbalschoe nen. gewoon omdat ze niets anders be zitten. Dat wordt na verloop van tijd heel onprettig lopen, want hun voeten gaan branden en pijn doen. Daarom hebben we onlangs vrachten slippers voor die jongens gekocht. En huidcrème, vooral voor de Afrikanen die een huid hebben die heel snel uitdroogt. Allemaal dingen waar anders niemand hier op de luchthaven op let". Het geld om al deze dingen te bekostigen is afkomstig van de kerken en van de collectes die op zondag bij de diensten in de gebedsruimte wor den gehouden. Eentonig Het leven van een asielzoeker op de na tionale luchthaven is niet bepaald afwis selend. Opstaan, wassen, eten. wat wan delen over de honderden meters lange pieren, eten en wat lezen, 's Avonds worden zij naar een ruimte gebracht waar ze op matrassen de nacht kunnen doorbrengen. De volgende dag zal er hetzelfde uitzien als alle andere. Pater Bartels: „We gaan naar die mensen toe, maken kennis en zeggen daarbij meteen dat we niet van de marechaussee zijn of van de politie. Na verloop van tijd mer ken ze wel dat we volkomen onafhanke lijk zijn. niet gebonden aan de autoritei ten. Dan merken ze dat ze vrijuit kun nen praten. Ze stellen het heel erg op prijs dat we elke dag terugkomen, het is een vast onderdeel van de dag. Als ze je zien, klaren ze meteen op. Immers, ze Asielzoekers doden de tijd op en rond de pieren van de nationale luchthaven. „De apathie slaat toe en dat maakt ze heel ongelukkig verkeren de hele dag in een vreemde, voor hun gevoel vijandige omgeving vol uniformen. Ze komen meestal uit een land waar het regime hen niet welgezind is. waar ze gevaar liepen. Uniformen houden voor hen een bedreiging in. daarom is het ook heel moeilijk om tot ze door te dringen. Het wantrouwen is zeker in het begin groot. We moeten al tijd uitleggen dat een uniform, zoals dat van de marechaussee, hen geen angst hoeft in te boezemen. Maar het duurt lang voordat ze dat beseffen", aldus de luchthavenpastor. Hij ontmoet met zijn hervormde collega niet zelden wantrou wen bij zijn pogingen contact te leggen. „Dat hebben we wel eens bij Iranièrs. Als geestelijke worden we direct be schouwd als handlangers van de over heid. In het land waar ze vandaan ko men is de kerk immers innig verbonden met de staat, die kun je niet los van el kaar zien. Maar zelfs bij Iranièrs komen de verhalen na verloop van tijd wel los, ook zij moeten hun ellende van zich af praten. Ze hebben heel wat meegemaakt en zijn er vaak nauwelijks toe gekomen dat te verwerken". Bartels en Hoogervorst vertellen over de wanhoop die zich van veel asielzoekers meester maakt als procedures lang duren en het wachten en de onzekerheid bijna Pater Cees Bartels (links) en dominee Jan Hoogervorst helpen de asielzoekers in de lounge op Schiphol aan scheerspullen, „vrachten slippers" en vooral het broodnodige menselijke contact in een stuk niemandsland. ondraaglijk zijn. „Ze komen psychisch onder grote druk te staan en worden geestelijk enorm moe. De apathie slaat toe en dat maakt ze heel ongelukkig. Zo goed en zo kwaad als dat soms door de taalbarrières gaat. proberen we ze een hart onder de riem te steken. Maar wat kun je ze nog voor opbeurends vertellen als het wachten al zo lang duurt? De Ethiopiër die we hier al die maanden hebben gehad is wel eens flink door het lint gegaan. En niemand die dat niet be greep". Ook voor Hoogervorst en Bar tels is het dan moeilijk zo'n man in al zijn ellende nog moed in te praten. „We kunnen dan niet veel doen. We nemen zo iemand wel eens mee naar de GG en GD voor iets kalmerends. Maar eigen lijk is het een hopeloze aangelegenheid. Veel meer dan wat postzegels voor hem regelen of een stukje met hem meewan- delen door de lounge kunnen we immers niet doen", verzucht Hoogervorst. Zo gaat het met veel vluchtelingen, vooral als de marechaussee hen meedeelt dat ze worden teruggestuurd naar het land van herkomst. Sommigen zijn geestelijk heel sterk, die kunnen wel wat aan. Die zijn ook in staat de stemming in de groep erin te houden. Zo was er pas een groep Ghanezen waar één man het voor het zeggen had. Pater Bartels: „We noemden hem de generaal, want zo kwam hij een beetje over. Hij had overwicht op de an deren. het was een leider die zelfs hele toespraken hield. Met zulke groepen vluchtelingen krijg je geen problemen, die doppen hun eigen boontjes wel". Bordje De schuld van de ongelukkige situatie waarin de asielzoekers zich op Schiphol bevinden wordt door de pastores zonder aarzelen op het bordje van het ministe rie van justitie geschoven. Daar is im mers in augustus vorig jaar besloten dat asielzoekers op Schiphol in afwachting van de afwikkeling van hun aanvraag het land niet in mogen. Justitie heeft nu een plan om een deel van het luchtha vencomplex te verbouwen tot vluchte- lingenopvangcentrum. waar douches, toiletten en slaapkamers moeten komen. De pastores staan niet te juichen bij dit idee: „Als de vluchtelingen daar worden gehuisvest, zullen ze zich in een afgeslo ten complex bevinden. Dat wordt een soort gevangenis waar ze elkaar niet meer kunnen ontlopen. In de grote loun ge op Schiphol kan dat wel, er heerst nog een zekere mate van vrijheid", zegt Hoogervorst. Aan de andere kant lopen de vluchtelingen bij een verblijf in de grote Schiphol-lounge het risico dat ze door toevallig passerende landgenoten worden herkend. Die zouden het regime in hun vaderland kunnen inlichten over hun verblijfplaats. Het gevaar van wraaknemingen bij deze confrontatie met het verleden is geenszins denkbeel dig, menen Bartels en Hoogervorst. Tolk Die confrontatie vindt ook plaats bij verhoren door marechaussee en justitie ambtenaren. Het is niet altijd eenvoudig een tgjk te vinden die zonder vooroor delen de woorden van de asielzoeker vertaalt. „De onafhankelijkheid van de tolk is lang niet altijd gewaarborgd", zegt Bartels. „Als een communistische Iraan- se tolk merkt dat de vluchteling die wordt verhoord tot een andere groepe ring behoort, dan ontstaan er direct pro blemen. En de vluchteling durft dan niet verder meer te vertellen, bang als hij is dat hij later problemen krijgt". Het is voor de buitenlanders ook moei lijk te begrijpen waarom de procedures rond hun asielaanvrage zoveel tijd in be slag nemen. Zeker in de huidige vakan tieperiode doet men het in de Neder landse rechtspraak rustig aan, waardoor de wachttijden nog langer worden dan die al waren. „Tot september staat alles op een laag pitje", merkt Hoogervorst met enige spijt op. „Leg ze dat maar eens uit". Veel asielzoekers beseffen niet dat de gesprekken met de marechaussee en met de contactambtenaar van het mi nisterie van justitie voor een groot deel bepalend zijn voor de beslissing die de rechter over hun lot neemt. Ze zijn tij dens die gesprekken bang het achterste van hurt tong te laten zien, zo merken de dominee en de pater achteraf steeds weer. In de angst voor deze gezagsdra gers vertellen de vluchtelingen maar een deel van hun verhaal of een verhaal waarvan ze denken dat het de ondervra ger gunstig zal stemmen. „De echte ont boezemingen over wat ze hebben meege maakt. komen pas veel later. Die ver trouwen ze ons stukje bij beetje toe. Als hun advocaten dan met dat verhaal bij de rechter komen, is die geneigd er geen snars meer van te geloven. Dat is tra gisch". vindt Bartels. Als dan tenslotte de beslissing valt dat de vluchteling als nog het land uit moet, rest de pastores niet veel meer dan de ongelukkige een paar dollar toe te stoppen om bij aan komst op de plaats van bestemming te telefoneren naar familie of hulporganisa ties ARJEN VAN DER SAR FOTO: TJERK HERINGA WASHINGTON - Eens betrad de Amerikaanse schrijver Nathaniel Hawthorne het fameuze hotel The Willard in het hartje van de Ameri kaanse hoofdstad Washington. Zijn conclusie: „Dit is de verzamel plaats voor de groten, de bij na-gro ten en allen die ernaar streven groot te worden". Het was een op maat gesneden beschrijving van het soort paradijs dat zich sinds het midden van de vorige eeuw nabij het Witte Huis bevindt en dat - in de meest letterlijke zin van het woord - de verzamelplaats van de groten was. Presidenten vormden er hun kabinetten, dineerden er en lieten zich er copieuze maaltijden aanbieden door de vele buitenland se staatshoofden en binnenlandse gezagsdragers die Washington be zochten. Ministers huurden peper dure suites in The Willard. Senato ren en afgevaardigden overnacht ten er met hun vrouw, hun kroost en niet zelden ook met hun maï- tresses. Beroemdheden liepen er af en aan. De verzamelplaats van de .groten scheen het eeuwige leven te hebben. Maar na de Tweede Wereldoorlog begon toch het verval. Het gastenregister werd op een gegeven moment nog slechts door onbeduidende en slecht betalende lieden getekend. In 1968 gingen de deu ren van The Willard dan ook dicht. En had het aan de eigenaren gelegen, dan was het gebouw toen met de grond gelijk gemaakt en was de beroemdste verblijf plaats van Washington en de beruchte burcht van de hoofdstedelijke politieke intriges nu slechts een herinnering. Op een veiling die aan het sluiten van het hotel vooraf ging, werden kristallen kroonluchters, schitterend stucwerk, uit bundige ornamenten. Europees houtsnij werk. marmeren zuilen, spiegels en hon derdduizenden steentjes uit de mozaïek vloer door hebberige antiekjagers wegge broken. Tot 1981 bleef The Willard als een ruïne in het stadshart staan. Maar dank zij de Amerikaanse monumentenzorg werd de sloop ervan voorkomen. In datzelfde jaar stortten bouwvakkers - wederom uit Europa aangetrokken marmerslijpers, beeldhouwers, houtsnijders, gipsgieters, steenhouwers en mozaïekleggers - zich op The Willard voor een 120 miljoen dollar kostende restauratie die het hotel zijn oude neo-klassieke luister moest hergeven. Aan de hand van wat nog in de ruïne te zien was, oude foto's, bouw tekeningen en getuigenissen van perso neel dat er jarenlang had gewerkt, had den de architecten een nauwgezet recon structieplan opgezet. Het kostte vijf jaar om dat plan uit te voeren. In september staat The Willard wederom open voor „de groten, de bij na-groten en allen die ernaar streven groot te worden". Een bezoek aan het nog niet heropende hotel leert dat de nieuwe eigenaren - de Oliver Carr Company en de Interconti nental hotelketen - er op uit zijn ge weest het schitterendste hotel van Ame rika te creëren. Samen met de nieuwe manager toont Oliver Carr ons enkele van de 394 schitterende kamers, sommi ge van de 65 suites en een paar verbjij- ven waar alleen staatshoofden hun in trek mogen nemen a raison van tweedui zend dollar per nacht. Hij laat The Crys tal Room zien waar straks de grote staatsbanketten zullen plaatsvinden. Hij toont The Willard Room die over enkele maanden het meest exquise en dure res taurant van Washington moet zijn. En Hotel The Willard: veertien verdiepingen oogverblindende rijkdom. hij voert ons de balzaal binnen waarin, naar Carr hoopt, Ronald Reagans opvol ger zijn inauguratiebal zal houden. Als we afscheid nemen in de beroemde lob by van het hotel, zijn we overdonderd door de neo-klassieke overdadigheid die in elk hoekje en gaatje van The Willard valt waar te nemen. De speciaal uit Griekenland, Italië. Portugal. Spanje en Frankrijk overgevlogen handwerkslieden leggen de laatste hand aan de ongekende luister van het hotel. Kisten met porse lein, serviesgoed, zilverwerk en linnen worden uit de gehele wereld binnenge bracht. Veiligheidsdeskundigen zijn be zig met het instrueren van het personeel. Speciaal door het hotel aangetrokken protocolspecialisten leren bedienden, obers en andere functionarissen hoe het verblijf van een staatshoofd, een eerste minister of mogelijk zelfs een monarch moet worden aangepakt. En in speciale kleding gestoken meisjes werken in de zestien bruidssuites in de nok van het hotel. The Willard bestaat uit veertien verdie pingen oogverblindende rijkdom die zich - in stilistisch opzicht - beweegt tussen absolute schoonheid en nooit ver toonde kitsch. De rijk met luxehotels be zaaide Amerikaanse hoofdstad heeft op nieuw een plaats voor „de groten, de bij- na-groten en allen die ernaar streven groot te worden". Gezien het aantal boe kingen dat het hotel nu al heeft, is de ca tegorie die Hawthorne zo naadloos be schreef, zeer groot. Na de opening zal het nooit meer stil zijn in The Willard. Oliver T. Carr jr zegt: „Pas als The Wil lard open is, is Washington weer echt de hoofdstad van de wereld". JO WIJNEN 'Eoidóc (Sowumt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 20