kruistocht tegen Korsakow finale O O Driemaal daags één tablet 1 £oidóe Qowuwt1 ZATERDAG 28 JUNI 11 17 5 miljoen glazen alcohol worden er per week door Nederlanders genuttigd. De helft daarvan gaat via de keelgaten van 80.000 zware drinkers. Daar zitten de kandidaten voor het Korsakow-syndroom. Het is een ziekte die een maatschappelijk probleem dreigt te worden, waarschuwt klinisch psycholoog Jeurissen, oprichter en voorzitter van de jonge Korsakow Stichting. Vooral vanwege het drinken door de jeugd. Nu al lijden 14.000 patiënten volgens zijn berekening aan ongeneeslijk hersenletsel. Ze kunnen bij wijze van spreken in Den Haag naar bed gaan en in Leeuwarden wakker worden zon der dat ze weten hoe ze daar geko men zijn. Ze hebben er na een hal ve minuut geen flauw benul meer van wat ze de vorige minuut heb ben uitgevoerd. Ze leven perma nent in een wereld die hun volsla gen vreemd is en waarin ze nie mand kennen, ook hun meest naasten en dierbaren niet. Ze zijn gedoemd tot eeuwig zoeken. Ze lij den, kortom, aan het Korsakow- syndroom, een ziekte die al hon derd jaar geleden door de gelijkna mige Russische arts is ontdekt en beschreven, maar die sindsdien zo weinig wetenschappelijke aandacht heeft gekregen dat er in de medi sche handboeken nauwelijks iets over te vinden valt. Dit weet men echter - aan het verschrikkelijke syndroom van Korsakow ligt over matig alcoholgebruik ten grond slag. Vanwege de onbekendheid en omdat er steeds meer, op steeds jeugdiger leeftijd gedronken wordt, heeft de klinisch-psy- choloog dr. M. J. Jeurissen onlangs de Korsakow-stichting opgericht. Hij is ver bonden aan het Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis Santpoort. De paviljoens lig gen verspreid in een landschapspark aan de voet van de Kennemer Duinen en hij oogt. wanneer hij in een grote Mercedes aan komt zoeven om zijn bezoeker bij de portiersloge op te halen, als zo'n flit sende arts uit de populaire Duitse televi sieserie Die Schwartzwald-Klinik. Maar aan het interview dat volgt, zal iedere luchtigheid vreemd zijn. Actie Toevalligerwijs valt het gesprek samen met de aankondiging van de Nationale Commissie tegen het Alcoholisme en an dere verslavingen dat er van maandag 30 juni tot en met zondag 6 juli een gro te landelijke inzamelingsactie wordt ge houden ten bate van de misbruikbestrij- ding. „Drink eens wat minder", maant de bijgevoegde poster in suggestief dub bele letters. „Bekijk het nuchter". Met een knieval voor de openlijke aanvaar ding in de Nederlandse samenleving van een goed glas op zijn tijd haast de Natio nale Commissie zich te verzekeren dat men niet tegen ieder alcoholgebruik is. „Wel vinden wij dat we met z'n allen wat minder moeten gaan drinken. En ook anders. Of soms niet". Jeurissen echter, gedecideerd: „Iedereen die drinkt, heeft eigenlijk een drinkpro- bleem. Ik houd zelf van een pilsje na het werk. Van een glas wijn bij het eten. En ook ik merk dat ik mezelf soms op de vingers moet tikken. Dat ik mezelf in moet tomen omdat ik over de schreef ben gegaan. Ik geloof dan ook niet dat Dr. M. J. Jeurissen: „Ik geloof niet dat het Korsakow-syndroom iets met erfelijke aanleg te maken heeft. Nee, alcoholisme wordt geleerd. Waar je ook komt, krijg je tegenwoordig meteen een borreltje aangeboden. Het begint al vroeg, binnenshuis, met het kind dat het schuim oplebbert uit het bierglas van zijn vader". het Korsakow-syndroom iets met erfelij ke aanleg te maken heeft. Nee, alcoholis me wordt geleerd. Waar je ook komt, krijg je tegenwoordig meteen een borrel tje aangeboden. Het begint al vroeg, bin nenshuis, met het kind dat het schuim oplebbert uit het bierglas van zijn va der". Vitamine b Het Korsakow-syndroom wordt, simpel gezegd, veroorzaakt door een gebrek aan vitamine B. De lever van een zware drinker komt niet meer toe aan het fa briceren van deze stof omdat hij het te druk heeft met het dag en nacht afbre ken van de geconsumeerde alcohol. Aan gezien vitamine B - eigenlijk gaat het om thiamine van de B-groep - onmis baar is voor een goede stofwisseling bin nen de hersenen, brengt het tekort bij de alcoholist beschadigingen teweeg van het centrale zenuwstelsel. Blijvende bescha digingen: zenuwcellen missen het ver mogen om zich te herstellen. Geheugen stoornissen treden op. zowel in het lang- als in het kortdurende geheugen. Soms kan een patiënt iets niet langer dan een halve minuut onthouden. Fantasieverhalen worden verzonnen in een poging de gaten in het geheugen te vullen. Een neiging ontstaat tot het stel len van steeds dezelfde vragen, soms in kort tijdsbestek. Inzicht in de eigen ziek te of zelfs ziektebesef ontbreken. Het in tellectueel functioneren vermindert. De patiënt is niet dement, maar het lijkt er in alles op. De bijkomende gevolgen liggen voor de hand. Geheugenstoornissen brengen ori ëntatiestoornissen met zich mee in tijd, plaats en persoon. Afspraken worden vergeten. Normaal meedraaien in een groep - gezin. werk. vriendenkring - is er nauwelijks bij. Het gedrag van de pa tiënt wekt de indruk asociaal te zijn. Hij stelt zich wantrouwend op en vervalt, mede door faalangst, tot passiviteit. „Lijders aan het Korsakow-syndroom", aldus Jeurissen. „leven is een isolement. Eenzaamheid en afwijzing maken het onmogelijk contacten in stand te hou den. Uiteindelijk kan zo'n patiënt niet meer zelfstandig functioneren. Hij is bij voorbeeld niet meer in staat zelf zijn fi nanciën te regelen. Familieleden en hulpverleners staan dan ook vaak voor een langdurige nasleep van schuldenre geling of -sanering. Waar bij komt dat de lijders ook al tijdens hun langdurige al coholisme weerstanden hebben opgeroe pen bij hun omgeving. Wanneer ze ten slotte niet meer onder opname in een psychiatrisch ziekenhuis uit kunnen, zijn de familiebanden vaak tot een mini mum geslonken efi wat er nog rest van deze of andere sociale banden, staat on der hevige druk vanwege de gedrags stoornissen die zo'n patiënt vertoont. Een uiterst wanhopige situatie". 'nbekend aantal Hoeveel lijders aan het Korsakow-syn droom er in Nederland zijn, is onbe kend. Een zo juist verschenen rapport van de Geneeskundige Inspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid, getiteld „Hulpverlening aan Korsakowpatiën- ten" komt uit op het ronde getal van 550, maar de samenstellers hebben het tellen beperkt tot de algemene zieken huizen, de algemene psychiatrische zie kenhuizen en de psychogeriatrische ver- Foto: Hans Schneider pleeghuizen. Dit betekent dat andere verpleeghuizen plus allerlei instellingen zoals de consultatiebureau's voor alco hol en drugs, de verslavingsklinieken, de RIAGG's voor de ambulante geestelijke gezondheidszorg buiten beschouwing zijn gehouden. Het werkelijke aantal pa tiënten moet volgens Jeurissen een veel voud bedragen. En hij heeft een basis voor zijn bewering, een vorig jaar door de GG en GD van Den Haag ingesteld onderzoek, „eigenlijk het eerste gedegen onderzoek dat we hebben: heel systema tisch". Alleen in Den Haag al werden alles bij elkaar 214 Korsakow-patiënten opge spoord. Anders gezegd: één op de twee duizend inwoners bleek aan het syn droom te lijden. En dat cijfer mag hoof delijk omgeslagen worden op heel de Nederlandse bevolking vindt Jeurissen. Immers: het drankgebruik in Den Haag - 7.8 liter pure alcohol per jaar per in woner - is ongeveer gelijk aan de lande lijke alcoholconsumptie. Fel omhoogko mend in zijn stoel: „Je kunt dus gevoeg lijk aannemen dat één op de tweedui zend Nederlanders het Korsakow-syn droom heeft, 14.000 Nederlanders. Dat zijn nog eens even andere getallen dan die waar de Geneeskundige Inspectie mee is aan komen zetten. Nou, die 550 patiënten van de Inspectie kosten de ge meenschap per jaar 12,5 miljoen gulden. Wanneer je mijn cijfer neemt, dan praat je over 350 miljoen. En het aantal lijders stijgt. Het wordt echt een maatschappe lijk vraagstuk". Vandaar de kruistocht, door Jeurissen in gang gezet. „Mijns inziens en volgens de andere leden van respectievelijk het stichtingsbestuur en de wetenschappelij ke adviesraad - psychologen, psychia ters, neurologen, verpleegkundigen, maar ook een familielid van een Korsa- kowpatiënt - vormt het syndroom een probleem dat, gezien de verontrustende toekomstverwachtingen, niet langer ge negeerd kan worden. Het gaat hier om een vraagstuk dat, behalve de lijders en hun omgeving, heel de Nederlandse sa menleving raakt. Er is sprake van toenemend beslag op de voorzieninj van de gezondheidszorg, van groot i selijk leed. van enorme maatschapi ke en economische schade en van bedreiging voor een steeds groeiend tal steeds jongere Nederlanders. Om zoek, voorlichting en preventie noodzakelijk, want we verwachten de komende jaren vaker en vaker diagnose gesteld zal moeten word Korsakow-syndroom". ngeneeslijk Wie en hoeveel van de alcoholisten ziekte krijgen, is onbekend. Waaro Wanneer? Men tast in het duister. Ai genomen wordt dat de meeste patiëm ongeveer tien jaar alcoholist zijn gewe voordat het syndroom - niet zelden het kielzog van een delirium tremen: toeslaat. En dan is het chronisch. I blijft. Ongeneeslijk. Een vervijftienvi diging van het aantal opnemingen in gemene psychiatrische ziekenhuizen durende de laatste dertien jaar. Onopl bare problemen voor de behandelaa k Waarbij het knelpunt niet zozeer eerste opvang en behandeling zit. m; meer in de daarop volgende fase. Het vooral een begeleidingsproblecm kon er door de Nederlandse gezoiJ hcidszorg een geest gaan waren die J< rissen kenschetst als „therapeutisch p simisme". Niet iedereen echter is bij 1 pakken neer gaan zitten. Op initiaiC van verschillende instellingen zijn derzoekcn gestart die tot doel hebben t wurgende situatie het hoofd te biedt De Korsakow Stichting is opgericht o coördinatie te brengen in dit goedde onontgonnen veld. Dement 175 miljoen glazen alcohol per we worden er door de Nederlanders geni tigd. De helft daarvan gaat via de keelf ten van 80.000 zware drinkers. Daar z ten de kandidaten voor het Korsako syndroom. „Uitzonderlijk problema sche patiënten", noemt Jeurissen ze. ziet nu een jongerengroep vanaf den jaar opkomen. Die raken in de verplet tehuizen verzeild tussen demente bejai den. want ze functioneren op een c ment niveau. Maar op hun plaats zijn daar natuurlijk niet". Waar wel? Vo»( welke behandeling? Vraagtekens. „L vrees dat een derde van het bestand psychiatrische ziekenhuizen straks br staat uit patiënten waar we niets van wf( ten. Daarom staat het bevorderen v* kennis en wetenschappelijk onderzoek fe de doelstellingen van de Korsak» Stichting voorop. De wetenschap heet het lelijk af laten weten. Geen interesse Het komt, denk ik, doordat Korsakovt patiënten meestal vrij nare mensen zijh om te behandelen. Er valt weinig et mee te behalen. Wie carrière wilde mij ken in de medische wetenschap, deed verstandig aan zich op een ander syl droom te werpen, Korsakow, dat w niks". Preventie Preventie, nog een doelstelling van jonge stichting. Alle alcohol eruit, d zou de oplossing zijn, maar die wens Jeurissen - zelf immers een liefhebbe te vroom; daar kan hij niet in gelove Als alternatief oppert hij de mogelij heid om vitamine B toe te voegen aa alcoholhoudende dranken, ongeveer z? als tandbederf wordt tegengegaan doi fluor te doen in het drinkwater. En h staat daarin niet alleen. Ook het recente rapport van de Genee kundige Inspectie voor de Geestelijk Volksgezondheid maakt er gewag vai Letterlijk: „Een aangrijpingspunt ligt het gebrek aan thiamine bij alcoholistei Er van uitgaande dat alcoholmisbrui toch niet te voorkomen valt, wordt wi voorgesteld thiamine aan alcoholhoi dende dranken toe te voegen. Gezien <j enorme besparingen die hierdoor in d gezondheidszorg mogelijk zouden zijn, - los van ethische/politieke beschoi wingen - nader onderzoek zeker g< wenst". Voorts ziet Jeurissen heil in ee goede voorlichting over voeding, genei op de familie van zware drinkers. „Alco holisten hebben nu eenmaal de neigin zichzelf te verwaarlozen. De omgevini zou er dus op toe kunnen zien dat z voldoende vitamine B naar binnen krij gen om de stofwisseling in de hersene op gang te houden. Het is met name eei probleem bij de jeugd die veel uit di muur eet. Koolhydraten. Vetten. Geel voedsel dat rijk is aan vitamine B". Ei een betere voorlichting van huisartse^ zou helpen. Want de beschadigingen vati het centrale zenuwstelsel kunnen ook l| chamelijk tot uiting komen in de vorn van bij voorbeeld evenwichtsstoornissei of stoornissen van de oogspier en vai gevoelszenuwen. „Ik denk dat een Kon sakow-syndroom voorkomen kan wor den wanneer de huisarts deze sympto nen bijtijds onderkent inplaats van da hij de patiënt door laat lopen tot er eei delirium op volgt." PIET SNOEREN Per dag wordt een wagonlading geneesmiddelen ingenomen. Je zou dus mogen aannemen dat dokters precies weten hoe je geneesmiddelen het beste kunt innemen: voor, na of tijdens de maaltijd?, met veel of weinig water?, enzovoort. Dat is niet zo. Een jaar of wat geleden woedde er een vermakelijke discussie in de kolommen van het Nederlands Tijdschrift voor Ge neeskunde over de juiste aanwending van zetpillen. Voor wie het al niet wist even een terzijde. Zetpillen moeten in de anus worden aangebracht. Op die ma nier komt het geneesmiddel rechtstreeks in de bloedbaan. Dat is een voordeel, want alle geneesmiddelen die je slikt worden eerst naar de lever vervoerd en daar voor een deel afgebroken. Voor een comfortabele „pasvorm" hebben veel zetpillen de vorm van een torpedo: spits aan de ene, stomp aan de andere kant. Goed. Ene dokter Van Wageningen be weerde per ingezonden brief dat zetpil len moeten worden ingebracht met de stompe kant naar voren. Bedroefd stelde hij vast dat 90 procent van de Neder landse artsen en verpleegkundigen de andere, spitse, kant prefereerde. Hele maal verkeerd, aldus Van Wageningen, dat zou pijnlijk zijn voor de patiënt, en anders dan je zou verwachten glijdt de zetpil minder makkelijk naar binnen. Zijn geachte opponenten bestreden dit, hadden zelfs röntgenfoto's laten maken waarop je kon zien dat met de spitse kant naar voren ingebrachte zetpillen uitstekend functioneerden. Bovendien zou bij de methode Van Wageningen de spitse kant onaangenaam op de sluit spier drukken. Toen Van Wageningen een paar jaar later er weer over begon greep de redactie nors in: Van Wagenin gen had ongelijk en bovendien maakt het nauwelijks uit hoe zetpillen er uit zien. En pillen, hoe moeten die worden ge slikt? Deze maand zag het Geneesmid delenbulletin, een voorlichtingsblad voor artsen, zich genoodzaakt om een uitgave te wijden aan het juiste slikken van een pil. Want „bij het bekende 'één-, twee- of driemaal daags' ontbreekt vaak de instructie hoe dit moet gebeu ren: voor, tijdens of na de maaltijd". Maakt dat uit? Jawel. Hoe voller de maag, hoe langer het duurt voordat de maag zich in de dunne darm ontledigt. Pas in de dunne darm wordt het genees middel opgenomen, dus hoe voller de maag, hoe trager de werking van het ge neesmiddel. Meestal, maar niet altijd. Er zijn ook enkele geneesmiddelen die juist sneller gaan werken, omdat ze door het maagsap versneld oplossen. Een vette maaltijd heeft bij in vet oplosbare medi cijnen hetzelfde effect. Dan zijn er weer geneesmiddelen waarvan de werking door de invloed van maag- en darmsap bijna helemaal te niet wordt gedaan zo als staalpillen en sommige plaspillen. Tenslotte zijn er middelen waarvan men niet weet of ze juist sterker of zwakke werken bij een volle maag. Een warwinkel dus, al valt dat wel mee want voor de meeste geneesmiddelei verdient het innemen tijdens of dired na de maaltijd de voorkeur. Het Bulletir geeft de volgende richtlijnen die bijna al tijd opgaan tenzij op het etiket ander staat vermeld. Het geneesmiddel mo<S altijd op hetzelfde tijdstip van de maal tijd worden ingenomen: tijdens, maal dan ook altijd tijdens; of erna, maar dar ook altijd erna. En dat liefst mét vee! water en in een zittende of staande hou ding. Alleen het middel griseofulvine een anti-schimmelmiddel, moet per s met melk worden ingenomen. In 1981 lieten de onderzoekers Channer en Vir- jes een aantal proefpersonen in diversi houdingen en met diverse hoeveelheden water gelatine-capsules wegslikken. It staande houding en met veel water weg gespoeld bereiken de capsules in 5 se conden de maag. Staand en met weinig water duurt 10 seconden. Bij een liggen de patiënt die zijn pillen met weinig wa ter wegslikt zit na 5 minuten nog d helft van de pillen in de slokdarm. Dal laatste kan vooral bij bijtende genees-; middelen schade aan de slokdarm toé brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 24