Medische preventie complete puinhoop iSrap M ml m Het leed van signor Marcelli üeidóaQowuvnt Prof. Stan Maes is, ook op Europese schaal, zo'n beetje de eerste hoogleraar gezondheidspsychologie. In Tilburg staat zijn leerstoel en vandaaruit slingert hij menige banbliksem. Met de preventieve gezondheidszorg is het maar een puinhoop, vindt hij. De voorlichting is te schools en speelt te veel in op angst. Dat werkt averechts, want: „Geen enkel mens is in staat lang met angst te leven; zie Tsjernobyl". ZATERDAG 21 JUNI. TILBURG - Rondom de jonge hoogle raar is men nog druk doende een hem passende academische behuizing op te trekken. Bouwvakkers dragen los in de knuist meterslange koperen pijpen heen en weer. Aan de ridders met hun lansen op een middeleeuws toernooi veld doen ze denken. De bezoeker moet hinkstap- springen om aan doorboring te ontko men. Een treffende entourage, want is de 38-jarige prof. Stan Maes - inderdaad: geboortig uit het Vlaanderenland - niet zelf een bouwvakker, zij het van de gees telijke soort, en zwaait hij niet met de strijdknots? „Het is een puinhoop", zal hij tijdens het interview bij herhaling toornen. „Op de plek van die ruïne zal iets geheel nieuws moeten gaan verrijzen", zal hij erin hameren. En: „Wanneer het in de gezondheidszorg niet lukt het gedrag van mensen wezenlijk te veranderen, blijf je aan het knoeien. Het gebeurt allemaal met de beste bedoelingen, hoor, en er wordt veel energie in geïnvesteerd, maar wel op een totaal verkeerde manier. Het geeft geen greep op de doelgroep". Van dik hout planken zagen, zo gaat dat soms in de bouw. Het curieuze echter is dat prof. Maes zijn woorden nauwelijks de bevlogenheid van een puinruimer meegeeft. Hij oogt als een efficiënte be drijfsleider en zo praat hij ook: zakelijk, alle argumenten op een rijtje. Stan Maes die in 1976 aan de Rijksuni versiteit te Gent met lof promoveerde tot doctor in de psychologische en peda gogische wetenschappen, is zojuist aan de Katholieke Hogeschool Tilburg be noemd tot bijzonder hoogleraar in de ge zondheidspsychologie. Heeft de Belgi sche wetenschap op dit terrein dan een voorsprong op de Nederlandse? Het te gendeel blijkt waar. „In België bestaat de gezondheidspsychologie als tak van we tenschap helemaal niet. Elders in Europa trouwens ook niet, met uitzondering van West-Duitsland waar Trier een leerstoel heeft die enigszins vergelijkbaar is. Ne derland fungeert in West-Europa echt als voortrekker. Je kunt dat verklaren, denk ik, vanuit de instelling die de Nederlan der kenmerkt. Ik weet dat het gevaarlijk is, zo'n generalisatie over een heel volk heen, maar toch. Nederlanders staan open voor vernieuwing. Het traditionele voert niet de boventoon. Nederland, zou je kunnen zeggen, is een soort voetbal club met goede talentenjagers. Men heeft oog voor het nieuwe en geeft het ook een kans. M$n smoort het niet in de kiem. Er heerst verdraagzaamheid ten Opzichte van andere, afwijkende opvattingen. Men is progressief gericht. Heel belang- Priemende vinger Maar hoe zit het dan met de puinhoop? Op welke wijze valt de zoete lof, hier toegezwaaid, te rijmen met de ongezou ten kritiek van daarnet? Het antwoord moet gezocht worden bij een andere ka raktertrek, dit volk eigen. Het school meesterachtige. De priemende vinger. Ter verduidelijking haalt prof. Maes er een onderzoek bij dat hij gedaan heeft onder de bevolking van de Brabantse Kempen, maar waarvan de uitkomst, denkt hij, even goed toepasbaar zou zijn op de Russen die wonen in de buurt van de ontplofte kerncentrale van Tsjerno byl. „Ze hebben hier in de Kempen de bodem behoorlijk vervuild met zware metalen, vooral cadmium. Uit voorzorg zijn moestuinders en veehouders bepaal de regels opgelegd. Een vrij ernstige situ atie, zou je zeggen. Om te kijken hoe de bevolking daarop reageerde, hebben we een zogenaamd belevingsonderzoek ge daan. Was de regio in de ban van de angst? Want dat zou je toch verwachten van mensen die rechtstreeks betrokken zijn geraakt bij een bedreigend milieu probleem. Maar wat vonden we? Van angst was eigenlijk helemaal geen spra ke. Uiterst verrassend". Of misschien juist niet. Prof. Maes al thans meent een sluitende verklaring voor het verschijnsel te hebben. „Kijk, geen enkel mens is in staat heel lang met angst te leven. Angst is een signaal. Een waarschuwing dat je iets dient te gaan ondernemen. Maar wat mensen vervol gens doen, staat vaak in geen enkele ver houding tot het werkelijke probleem. Een extreme reactie is bijvoorbeeld: ik verkoop al mijn bezittingen en ga ergens wonen waar het veiliger is. Omgekeerd en even extreem kunnen mensen ook re ageren met te doen alsof er niets aan de hand is, zo van: allemaal flauwe kul; Den Haag zit er zeker weer achter; we gaan keihard op de oude voet door, want de wereld zal heus niet vergaan. Ik denk dat je zo de sfeer die er op het ogenblik in Tsjernobyl heerst, zou kun nen schetsen. Het is voor veel mensen gewoon de beste manier om met een probleem om te gaan". Na ons de zond vloed, redeneerde Lodewijk de Zonne koning al op influistering van zijn bijzit Madame de Pompadour, en hele horden minder illustere stervelingen zijn hem, met de doodsontkenning van lemmin gen, in die redenering achterna gehold. Angst is niet alleen een slechte raadge «IwIHbt E_> Volgens prof. Stan Maes is angst niet alleen een slechte raadgever; angst blijkt als raadgever vaak helemaal verstek te laten gaan. ver, zoals de volksmond wil, angst blijkt als raadgever vaak helemaal verstek te laten gaan. Averechts Hieruit vloeit voort dat inspelen op angst bij pogingen om de volksgezond heid te verbeteren niet de kortste weg is naar het doel, wil prof. Maes - met dank alweer aan het voetbaljargon - on geveer zeggen. En inspelen op angst, dat febeurt juist in Nederland. Van roken omt longkanker, van verkeerd eten ko men hartinfarcten, want wie niet horen wil, moet voelen. Schoolmeesters zijn we, zo al niet met het Spaanse rietje, dan toch met de manende vinger. De uitwer king? Die is averechts, zoals prof. Maes aan de hand van om het even de Bra bantse Kempen of het Russische Tsjer nobyl heeft trachten uit te leggen. Van daar de puinhoop. Worden er dank zij dokter Meinsma zoveel minder balen ta bak weggepaft? Liggen er dank zij de Hartstichting zoveel meer vette happen in hun gestolde vet te verpieteren? Heeft de voorlichting over alcoholmisbruik de geest teruggeduwd in de fles? Prof. Maes weigert zich als de strikte wetenschapper die hij is, uit te spreken over dit soon concrete vragen zolang de fundering varl degelijk onderzoek ontbreekt, maar de goede verstaander heeft zelfs geen half antwoord nodig. Wat houdt de eenzame leerstoel van de gezondheidspsychologie die prof. Maes is gaan bezetten, precies in? „Het is, kon gezegd, de studie van de relatie tussen gedrag en gezondheid enerzijds en ge drag en ziekte anderzijds. Waarbij we ons niet beperken tot de wetenschap dat gedrag ziekte kan veroorzaken - roken, verkeerde voeding, te weinig lichaams beweging, alcoholgebruik, en zo kun je nog een tijdje doorgaan. Nee, want ziek te op zichzelf leidt ook weer tot gedrag. De problemen na een hartinfarct strek ken zich veel verder uit dan louter over het biologische. Er kunnen heel wat psy chologische of psycho-sociale gevolgen optreden. Je valt uit je werk. Je krijgt moeilijkheden in je relatie. Er ontstaan gevoelens van minderwaardigheid. Schuldgevoelens. Er gebeuren bij een ziekte een heleboel dingen - angst, de pressie - en die kunnen dan weer leiden tot ander gedrag. Tot een gedrag bijvoor beeld dat niet in overeenstemming is met de ernst van de kwaal. Denk aan overmatig medicijngebruik of doktersbe zoek. Maar het tegendeel kan ook. Sui kerzieken die net doen of er niets aan de hand is. Astmapat' nten die blijven ro ken. Allemaal me isen die zichzelf op een gegeven moment zullen tegenko men. Zoeken naar middelen om dit te voorkomen, dat is het vakgebied van de gezondheidspsychologie". Onbetaalbaar Gerichtheid op preventie. Het klinkt of een kind de was kan doen, maar in de gezondheidspraktijk valt dat volgens prof. Maes bar tegen. „Tot voor kort heeft de nadruk eenzijdig gelegen op de curatieve geneeskunde, op het genezen van kwalen en aandoeningen. Ik ben daar helemaal geen tegenstander van, begrijp me goed, maar ik denk wel dat we iets raars meemaken. Heel lang is de curatieve geneeskunde in de westerse wereld beschouwd als je van het. Alles viel te genezen of zou ooit te genezen vallen. Daar is men op terug aan het ko men, eenvoudig omdat het onbetaalbaar wordt. De kosten van de gezondheids zorg belopen nu al acht tot tien procent van het bruto nationaal inkomen en ze stijgen nog steeds. Dus brak tegen het einde van de jaren zeventig het besef door dat er paal en perk gesteld diende te worden. En plotseling ontdekte men dat voorkomen beter is dan genezen. Dat werd de nieuwe slogan. En wel te recht natuurlijk. Alleen: men spande zijn verwachtingen veel te hoog. Decennia lang was de preventie in de schaduw ge bleven. Het onderzoeksveld kreeg niet de middelen die het nodig zou hebben gehad om te kunnen groeien. En nu moeten de rijpe vruchten ervan ons opeens in de schoot vallen. Dat is uiter aard waanzin". De gezondheidspsychologie als stiefkind. Maar wel een kind, denkt prof. Maes, met briljante vooruitzichten. „Bepaald geen medische'modegril, nee. Een blij vertje met een grote toekomst. Ik schat dat er in Amerika waar het nieuwe in zicht voor het eerst is doorgebroken, al tussen de zeven- en achtduizend gezond heidspsychologen aan de slag zijn. De relatie tussen gedrag en lichamelijke ge zondheid is in termen van zuiver weten schappelijk onderzoek een heel belang rijk werkterrein. Alleen roken al is ver antwoordelijk voor elf procent van alle sterfgevallen. Nou, op medisch advies laten de mensen het niet. Dus zullen we andere benaderingsmethoden moeten zien te vinden. Stel dat je twintig pro cent van de rokers tot ander gedrag zou kunnen brengen. Dat zou misschien wel de grootste terugdringing van het sterfte cijfer betekenen uit de moderne geschie denis. Het aantal hartziekten zou heel duidelijk afnemen en longkanker zelfs spectaculair. Of neem de voeding. Ik denk dat er op dat terrein nog ontzet tend veel te doen is. want het zou best eens zo kunnen zijn dat er in Nederland aantoonbare wantoestanden heersen om dat de mensen heel slecht zijn geïnfor meerd. Onderzoek heeft uitgewezen dat vijfentwintig procent van de bevolking op de hoogte is van de relatie tussen ro ken en hartinfarcten. Maar dat er ook een relatie met de voeding is, dat wist nog geen tien procent". Te schools Hetgeen het gesprek terugbrengt bij zijn uitgangspunt. De puinhoop. Zij die zich in Nederland bezighouden met de pre ventieve gezondheidszorg, beschikken over te weinig deskundigheid. Daardoor verschaffen ze de verkeerde informatie en ze kwadraten hun fout door het nog op de verkeerde manier te doen ook. Dat is vragen om mislukking. De oor zaak? Prof. Maes denkt dat er een heel eenvoudige reden voor is. „Men is niet reëel aan de basis begonnen. Preventie, dat moet niet alleen tot aan het graf, dat moet ook vanaf de wieg en niet pas wan neer er al iets is scheefgegroeid. Het aan leren van gezond gedrag moet in heel de opvoeding, in heel het onderwijs verwe ven zijn. Dat is tot nu toe verkeerd ge beurd. Ik noem het de tandenpoetsma nier. Een plaatje van weggerotte tanden laten zien. De kinderen bang maken. Maar mensen blijven niet lang bang, zo als ik met het voorbeeld van de Kempen of van Tsjernobyl heb aangetoond. Men sen doen iets met angst. Ze reageren: geen bal mee te maken. Dus is je resul taat nul komma nul". Met name het on derwijssysteem is te schools; daar ligt volgens prof. Maes een van de kernen. „Rookproblemen, alcoholproblemen, dan praat je in wezen over een botsing varl waarden. Aan de ene kant de schoolmeester die de wijsheid en nor men in pacht denkt te hebben. Aan de andere kant de puber met een totaal ver schillend waarden patroon waarin de lei der van de groep de toon zet; als de lei der het signaal geeft: roken is stoer, dan rook je. Wanneer je er niet in slaagt dat groepsgedrag te doorbreken, ben je aan het knoeien, vind ik". Prof. Maes is ervan overtuigd dat de we tenschap over methodieken beschikt die het gestelde doel wel binnen bereik bren gen. Hij noemt in dit verband zijn A'me- rikaanse collega Dick Evans die binnen kort in Nederland komt spreken. Deze gezondheidspsycholoog streeft ernaar het waardenpatroon van pubers zo te veran deren dat ze roken eerder als iets ver werpelijks gaan zien dan als iets st Eerst heeft hij zich geworpen o vraag: waarom wordt roken door j( ren zo positief ervaren? Vervolgens hij een strategie ontwikkeld om stoerheidsidee af te breken. Hij is meer gaan inspelen op de sociaal-ps sche kenmerken van pubers dan oj klassieke medische model van het kerverwekkendc roken. Hij heeft de lingen hun eigen rol laten spelen, ze proces op gang laten brengen, binni school de mogelijkheid geschapen o leerling de plaats te laten innemen( de leraar". Het resultaat: nog jaren twintig procent minder rokers bi deelnemers aan de proef dan bij die de controlegroep. Dat vind ik b< dend. Of liever dat vind ik kolossaL Hamvraag fl Alcoholgebruik, die nieuwe jeugdzu waarover hel en verdoemenis wortjj geroepen. En de sportkantines zijf Beëlzebub. Prof. Maes echter: „Oi Die hebben er niets mee te maken1 belangrijkste oorzaak is gewoon onz*' lerantie ten opzichte van alcoholgeb) Drink niet te veel, luidt de boodsf van de gezondheidsvoorlichters, en a drink nooit. Ik wil van de Nederlan geen saaie Pieten maken, hoor, ma£ bewering dat een matig glas gezond' zijn en dat alleen te veel schadelijk die hoor ik toch vaker dan mc lid Gedrag komt dikwijls voort uit ge> van anderen. Wanneer ouderen dus 3 rant staan tegenover drank, maakt het gebruik door jongeren makkeli Iedereen kan naar de ijskast lopei naar het kratje in de garage. Er zit i waarschuwing op. En wanneer het z! tje van twaalf er dan eentje pakt, wr het niet zo erg gevonden. Op een paald moment komt het vervolgen ver dat het drankgebruik ingebö raakt in de groepscultuur. Het verf een zekere status. Je hoort erbij. En* gebeuren er domme dingen, want(, handelt onder groepsdruk, heeft de,| ging zijn eigen normen los te laten.;, gaat afglijden. En daarop wordt t volwassenen weer verkeerd gereagr Het vingertje gaat omhoog. De gev? worden uitgemeten. Met de al eerde» noemde averechtse uitwerking. Tr verkeerd, dat schoolse uitleggen. V, de hamvraag is niet: begrijp je hd door je gedrag je gezondheid in ger brengt? Nee, de hamvraag is: hoe r ik erin het gedrag van iemand zo te invloeden dat hij gezonder gaat levi PIET SNOE^1 Italië likt zijn wonden en signor Mar celli is er ernstig aan toe. De uitscha keling van de trotse „squadra" door de duivel Platini en zijn Franse haantjes, afgelopen dinsdagavond, is hard aan gekomen. Marcelli, de portier van het complex waar ik woon, loopt sindsdien met een uiterst somber gezicht rond. De God van de arbeidsvreugde is ver weg. Marcelli had me uitgenodigd bij hem naar de wedstrijd te komen kij ken. „Als Italië wint drinken we cham pagne, als ze verliezen spumante", zo had hij aangekondigd. Dat laatste na tuurlijk alleen als theoretische moge lijkheid. Maar zelfs tot de goedkope schuimwijn is het niet gekomen. Tot enig gastheer schap was Marcelli niet meer in staat. Zijn vrouw bleef nog enigszins over eind in de malaise. Zij bracht na het Franse doelpunt een koud pilsje en daar bleef het bij. Marcelli had zich zo op zitten winden, dat hij na het eindsignaal als een natte lap in zijn stoel lag. Als een diefin de nacht ben ik uit het huis geslopen. Marcelli had alle lichten uitgedaan, zodat we maximaal beeld hadden op zijn met al te florissante kleurentelevi sie. In de duisternis meende ik nog te zien dat hij ten afscheid zijn arm hal verwege ophief, maar ik kan me vergist hebben. Tot een „buona sera" reikten de krachten echter kennelijk niet meer. Wellicht ook dat hij de woorden niet door zijn strot kon krijgen. Wat was er nou goed aan deze avond. Marcelli's verpletterende zwijgzaam heid stond in schril contrast tot de voorgaande 90 minuten. Hij verzorgde het commentaar op een wijze die de RAI-verslaggever in Mexico tot een mopperaar op de achtergrond degra deerde. Marcelli ging steeds harder foe teren. Vooral de oude schicht, trainer Enzo Bearzot, moest het ontgelden. Wij hebben echt wel de spelers om die Fransen te kloppen, maar die zitten nu ook voor de televisie. Niet omdat ik supporter van Roma ben, maar sp als Ancelotti en Puzzo hadden er (j allang in moeten staan!" fi Waarom doet Bearzot dat dan ic probeerde ik voorzichtig, die is o ook niet gek? Marcelli keek mij t< met grote ogen aan. Snapte ik dat r niet? Bearzot was toch een echte ..Je dista", die alleen maar spelers Noorditaliaanse ploegen pakte. ..s zuiden wordt gediscrimineerd, zoal) tijd hier in Italië", riet) Marcelli, wijl zijn uit Sicilië afkomstige v/f nadrukkelijk knikte. c. Na het verlaten van huize Marcelli even een ommetje gemaakt dooi buurt. De Italiaanse vlaggen dié van balustraden wekenlang siert waren verdwenen. Binnengehaald iT de teleurgestelde tifosi. |j Verkeer was er nog nauwelijks. Nt overwinning op Zuid-Korea klonlx meteen overal luid geclaxonneerd was het net of niemand zijn huis durfde te komen. Ik heb Marcelli de volgende dag beetje proberen te troosten. In T zijn de wereldkampioenschappen Italië. Dat betekent dat de Italia\ geen kwalificatie-wedstrijden hoevë\ spelen. Hij kon er niet om lachenJ GERARD KESSf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 22