final
Prins
Bernhard,
de prins
gemaal
meer
£eiclóe @ouAa/nt~~
ZATERDAG 21 JUNI 1986
hard wordt volgende week 75 jaar. De boei, waar bejaardheid overgaat in
dom, gerond. Meer en meer komt zo'n leven in het temperende strijklicht te
k dat scherpe kanten verzacht en contouren een milde glans geeft. Voldoe-
jnoet het hem schenken dat zelfs een links-intellectueel opinieblad als de
jie Amsterdammer zijn loopbaan in dat licht is gaan zien en er nauw verholen
lering voor op weet te brengen. „De kans is groot", aldus de slotsom van een
11, aan de jarige prins gewijd, „dat het uiteindelijke oordeel van de geschiede-
Bernhard veel gunstiger zal zijn dan dat van zijn tijdgenoten". Immers:
t met hem is een heel ander soort monarchie tot bloei gekomen - de moder-
i-gerichte publieksmonarchie. En juist die monarchie verdraagt zich uitste-
met een schandaal op z'n tijd. Sterker nog, de monarchie wordt erdoor ver-
Tegenover de wat lichtzinnige Bernhard kon de deugdzame, serieuze Julia-
irfect tot haar recht komen". Een rake observatie die prins Bernhard boven
zijn eeuwige pijpen ongetwijfeld een glimlach van verstandhouding zal
Een goed vertrekpunt ook voor een biografie die zijn plaats in de Ne-
[idse samenleving recht wil doen wedervaren.
uitkijkpunt leent zich voor een pa
nische rondblik over de driekwart
<die het leven van prins Bernhard
heeft? Deze momentopna-
/ellicht, schijnbaar van gering be-
in het geheel, maar belangrijk voor
want vliegen was zijn overheersen-
issie. Veel beelden uit het verleden
n hem ontschoten te zijn, naarmate
levensavond vorderde, maar feilloos
lij zich, in een van zijn schaarse in-
;ws te herinneren: „Met mijn hond
in heb ik vijftienhonderd vlieguren
.akt".
homent dus: 9 mei 1941. Na een ge-
i vliegopleiding bij de Engelse
bedoeld om hem inzetbaar
aken voor de oorlog tegen nazi-
land, krijgt hij zijn brevet uitge-
Het bevat de aantekening „uit
end", maar er staat ook: „Dient in
Dg gehouden te worden wegens een
aan zelfvertrouwen". Kernach-
in dat vliegbrevet kan het stra-
van zijn leven niet worden samen-
untend de schering, overmaat aan'
irtrouwen de inslag. De twee eigen-
ipen hebben - soms in combinatie
^elkaar, soms eikaars tegengestel-
II de plaats bepaald die hem zal
fn toegekend in de geschiedenis
^pns vorstenhuis. Wanneer het Ne-
hdse volk toegegroeid is naar de ac
tie dat niets menselijks de leden
gie koninklijke familie vreemd kan
dan valt deze reële geesteshouding
eeh groot deel terug te voeren tot
on die prins Bernhard heeft gezet.
T)egon al onmiddellijk nadat hij op 7
1937 met kroonprinses Juliana
getrouwd of misschien zelfs eerder,
is de verloving. Hij, de flitsende
de wereld, vond „Lula" - zijn
voor haar - veel te ge-
„Juliana", omschreef hij eens,
de bewoonster van een glazen huis
iedereen naar binnen kon kijken,
waarin de bewoners zelf geen zicht
buitenwereld hadden". Hij voelde
zou hij later zeggen, een soort Pyg-
)n. Hij wilde „Juliana onderwijzen,
vormen, haar geest en gevoelens
hun geremdheid bevrijden". Hij
I zich tot doel „de tralies van haar
te breken". Noch liet de bravour
levensgenieter Bernhard de door
ij enkele wol geverfde kroonprinses
joerd. Waarnemers uit die dagen
1) te melden: reeds in de verlovings-
jinderging Juliana opvallende veran-
ilgen; ze werd slanker, kleedde zich
■feuzer, liet zich vlotter kappen en
zowaar te roken, hoewel ze wist
moeder, koningin Wilhelmina,
leen gruwelijke hekel aan had.
larkant
er de overmaat aan zelfvertrouwen
man zou Juliana wellicht nooit
e ontplooiing gekomen zijn die haar
j koningschap zo markant vorm
gegeven. Uitmuntend werk heeft
Bernhard hier verricht en bleef hij
'fchten. Een momentopane uit 1948.
hlmina heeft besloten afstand van
'toon te doen ten gunste van haar
Iter. Kroonprinses Juliana luistert in
Cbliotheek van paleis Soestdijk naar
idiotoespraak waarin haar moeder
evoornemen bekend maakt. Ze weet
gb binnenkort koningin zal zijn, hoe-
ijZe ook opziet tegen die taak, en het
j doet haar in huilen uitbarsten.
J Bernhard aarzelt geen ogenblik,
J neemt het heft in handen. „Het
^staat op tafel, dus tranen weg, voor-
De enerverende dagen die volgen
"uliana nog vaker in de put zitten,
-n op", sleept prins Bernhard haar
I' de inzinkingen heen, „het is best
je hoeft het immers niet alleen te
k we doen het samen".
'ïrtrouwelijke gesprekken placht hij
iderstrepen: „Als ik niet met een
kroonprinses getrouwd was, zou ik presi
dent-directeur van een multinational
zijn geworden". Inderdaad zette zijn ver
loving destijds een streep onder wat een
bliksemcarrière bij de industriële gigant
I. G. Farben beloofde te worden. De
loopbaan van de ambitieuze prins uit
het onaanzienlijke geslacht Von Lippe-
Biesterfeld („der Biesterfeld", zouden de
Duitsers hem minachtend gaan noemen
nadat hij ten overstaan van Reichsführer
Adolf Hitler zijn nationaliteit tegen de
Nederlandse had ingeruild) nam abrupt
een andere koers. Hij die door het perso
neel op het ouderlijk slot Reckenwalde
achter zijn rug werd aangeduid als „de
Pasja", kreeg van koningin Wilhelmina
de waarschuwing: „Vanaf nu heb je twee
schoonmoeders, mij en dat lastige Ne
derland". Later zou hij tegen prins Phi
lip, toen die met de Britse koningin Eli-
zabeth trouwde, zeggen: „Ik wens je een
olifantshuid toe, want die heb je nodig
voor dit baantje". Zo relativerend keek
hij aan tegen zijn positie, dat hij samen
met diezelfde Philip oprichtte wat hij be
titelde als „de kleinste vakbond ter we
reld, die van prinsen-gemaal".
Gezinsleven
In de serene oase die het witte paleis
Soestdijk na de donkere oiprlogsjaren
werd, ontwikkelde deze prins-gemaal
zich vooral tot de spil van het gezinsle
ven. Hij deed „allerlei klusjes", zoals hij
het doorknippen van linten en het met
selen van eerste stenen noemde, maar
zelfs zijn inspecteur-generaalschap van
de Nederlandse Strijdkrachten schonk
hem geen dagvulling. Dus had hij ze?ën
van tijd om zich bezig te houden met
zijn opgroeiende dochters. Terwijl Julia
na plichtsgetrouw over staatszaken tob
de, stond „pappie" garant voor de uitjes,
spelletjes en dolletjes van de prinsessen.
Misschien wilde hij ook goedmaken wat
er fout was gegaan tijdens de oorlog toen
Juliana met de kinderen als balling in
Canada woonde, terwijl hij in Londen
de handen overvol had aan het organise
ren van het Nederlandse verzet tegen de
nazi's. Bij zijn zeldzame bezoeken aan
Ottawa hadden de prinsesjes hem nau
welijks herkend. Irene had het zelfs „op
een brullen gezet" bij de aanblik van die
vreemde man met zijn blauwomrande
bril. „Het was of er een mes in mijn hart
werd gestoken".
Een idool werd prins Bernhard voor zijn
dochters. Des te harder kwam de klap
aan toen de Lockheed-affaire hem in
1976 van zijn voetstuk deed storten.
Hoezeer de bom bij de koninklijke fami
lie insloeg, blijkt uit het feit dat koningin
Juliana zesendertig uur gewacht heeft
voordat ze de moed kon opbrengen
kroonprinses Beatrix in te lichten over
de inhoud van het rapport-Donner waar
in een commissie van drie wijze mannen
het aannemen van steekpenningen door
prins Bernhard bewezen achtte. De over
maat aan zelfvertrouwen had zich einde
lijk gewroken. Een uitmuntende piloot
was een brokkenpiloot geworden. Al eer
der kon zo'n vaststelling van toepassing
zijn geweest, maar toen gold hij letterlijk
en ging de draagwijdte minder ver. De
prins wilde er bij gelegenheid zelfs sma
kelijk over uitweiden hoe hij gedurende
zijn vliegersloopbaan een Tiger Moth
volledig had gekraakt plus twee Spitfires,
een Lockheed 12A, een Hurricane, een
Miles Master, een Dakota en een Stin-
son flink had beschadigd. „Een heerlijke
tijd", noemde hij die levensperiode.
Bij de brokstukken van de Lockheed-af
faire echter paste geen luchthartigheid.
Op 26 augustus 1976 las een bij hoge
uitzondering in het zwart geklede pre
mier Den Uyl de verbijsterde Tweede
Kamer voor: „Samenvattend komt de
commissie tot het oordeel dat Zijne Ko
ninklijke Hoogheid, in de overtuiging
dat zijn positie onaantastbaar en zijn
oordeel niet te beïnvloeden was, zich
De prins die royaal en loyaal aan het on
derzoek had meegewerkt, trok dë conse
quenties en legde zijn functies neer.
Nooit meer - behalve bij de begrafenis
van zijn vriefid Lord Mountbatten -
zou hij èen uniform dragen. Uiterlijk
bleek hij onverstoorbaar. Maar innerlijk
was hij diep gehaakt, vooral - weten in
gewijden - doordat hij plotsklaps in de
steek werd gelaten door de internationa
le vriendenkring die zich tot dan toe be
gerig gekoesterd had in de glans van zijn
goudgalon. „Het was als een Griekse tra
gedie", schrijft de geschiedkundige dra.
ML G. Schenk in haar biografie over Juli
ana, „waarin het koor der mede-samen
zweerders plotseling uiteensnelt om de
hoofdrolspeler in totale eenzaamheid
achter te laten, overgeleverd aan de spot
en de wraak der goden".
Minder hoogdravend reageerden de
commentatoren in de Nederlandse pers.
„Hoe heeft de prins ons zoiets aan kun
nen doen?", treurde de een. „Is er sprake
van verminderde toerekeningsvatbaar
heid?", speculeerde de ander, doelend op
de gebroken nekwervel die prins Bern
hard overhield aan zijn beruchte auto
ongeluk bij Diemen in 1937, waarvan de
ernstige gevolgen pas in 1952 na een on
derzoek door Amerikaanse artsen kwa
men vast te staan. De waarheid kent hij
alleen en is door hem nooit geopen
baard. Hoogstens valt er een verklaring
te construeren uit de manier waarop zijn
leven tijdens en na de oorlog verliep
langs de sporen en wissels van uitmun
tendheid en overmaat van zelfvertrou
wen die zijn karakter voor hem had uit
gezet. Met altijd deze uitspraak van hem
in het achterhoofd: „Ik ben liever te
goed van vertrouwen met het risico van
teleurstellingen, dan dat ik iedereen met
argusogen bezie".
Die oorlog. „Van alle mensen die ik ken,
ben jij de enige die er werkelijk van ge
noten heeft", moet de Britse koning
George VI in 1945 tegen prins Bernhard
hebben gezegd. Overdreven waarschijn
lijk, maar het blijft een feit dat prins
Bernhard aan de oorlog kansen dankte
om zich te ontplooien en te onderschei
den die hij in vredestijd nooit zou heb
ben gekregen. En hij benutte ze uitmun
tend, zozeer dat hij er vriendschappen
aan overhield met de toenmalige Ameri
kaanse president Roosevelt en de latere
president Eisenhower. Hier is een citaat
op zijn plaats van drs. G. Peijnenburg,
tijdens de bevrijding lid van de staf van
de prins, later staatssecretaris van defen
sie en secretaris-generaal van datzelfde
departement. „Wat deze man voor Ne
derland heeft gedaan Eerst in Lon
den, later als bevelhebber van de Bin
nenlandse Strijdkrachten in de bevrijde
delen van Nederland, weer later als in
specteur-generaal van de Krijgsmacht.
Stel je voor: een opperofïïcier van pas 33
jaar krijgt in Engeland de enorme taak
een nieuw Nederlands leger uit de grond
te stampen - de Prinses Irene Brigade -
miljoenen guldens te vergaren voor wa
pens en uitrusting en de verbinding te
onderhouden met bezet Nederland. Ga
er maar eens aanstaan".
Loodzwaar
Toch lag niet daar het hoogtepunt van
zijn militaire loopbaan. „De top van zijn
carrière", analyseert Peijnenburg, „be
reikte hij tijdens de bevrijding toen hij -
vlak achter de voortwalsende geallieer
de troepen - in zijn jeep de bevrijde ste
den binnenreed en daar het vacuüm op
vulde tussen bevrijding en een nieuw
„Met mijn hond Martin heb ik vijftienhonderd vlieguren gemaakt".
burgerlijk bestuur. Loodzwaar was zijn
taak. Hij moest orde scheppen in al die
elkaar beconcurrerende verzetsorganisa
ties. Daar moest hij één geheel van ma
ken. Dat is hem gelukt. En hij moest
zorgen dat niet alleen zijn militairen,
maar zeker ook de pas bevrijde honge
rende Nederlanders te eten kregen. Ik
heb met eigen ogen gezien hoe de prins
al dat voedsel, medicamenten en schoei
sel bij elkaar kreeg. Ja, ook voorraden,
afgepakt van de Duitsers. Met vrachtwa
gens werd dat alles rondgebracht. Daar
deed hij zelf ook aan mee. En de voed-
seldroppings tijdens de hongerwinter wa
ren aan hem te danken".
Zo maakte Peijnenburg prins Bernhard
in die chaotische dagen mee: „Hij han
delde' snel, was zeer dynamisch, gauw
geïrriteerd, vaak wat ongeduldig. In geen
enkele andere situatie zou een lid van de
koninklijke familie zo'n verantwoorde
lijke post hebben kunnen bekleden.
Maar de oorlog rechtvaardigde de posi
tie. Bovendien had de prins zich door
zijn optreden gezag verworven. Iedereen
pikte die hoge positie van hem. Sterker
nog: niemand zou het van een ander ge
pikt hebben. En de prins greep die kans,
toen niet gehinderd door de grondwette
lijke beperkingen als man van de kroon
prinses. Hij kon zich waar maken en dat
deed hij. Na de bevrijding zou hij im
mers terug moeten in het gareel".
Dat gareel. Later zou prins Bernhard al
dus zijn hart luchten: „Ik had natuurlijk
mijn ideeën van wat ik na de oorlog alle
maal voor Nederland zou kunnen doen.
Maar weet je wat het enige was wat de
ministers goed vonden? Ik mocht een
beetje leren paardrijden, dat vonden ze
allemaal goed. Daarna kwam de Raad
van Wijze Mannen. Die heren adviseer
den mij dat ik me geheel in mijn vroege
re leventje moest terugtrekken. Die prins
is levensgevaarlijk voor staat en ko
ningshuis, zeiden ze. Hij bemoeit zich
met alles. Die moet maar weer rustig
gaan paardrijden en van tijd tot tijd een
lint doorknippen. Wat ik toen zei? Dat
ze voor mijn part dood konden vallen".
Vanaf de jaren vijftig begon prins Bern
hard met verve en voortvarendheid
vorm te geven aan wat hij voor Neder
land wilde betekenen. De sluimerende
Zakenprins
aanvankelijk veel te lichtvaardig .heeft
begeven in transacties, die de indruk
moesten wekken dat hij gevoelig was
voor gunsten. Vervolgens heeft hij zich
toegankelijk getoond voor onoirbare ver
langens en aanbiedingen. Ten slotte
heeft hij zich laten verleiden tot het ne
men van initiatieven die volstrekt on
aanvaardbaar waren en die hem zelfs en
het Nederlandse aanschafïïngsbeleid bij
Lockheed - en, zo moet er thans aan
worden toegevoegd, ook bij anderen -
in een bedenkelijk daglicht moesten stel
len. De regering betreurt het dat prins
Bernhard zich begeven heeft in verhou
dingen en omstandigheden die niet aan
vaardbaar zijn".
Diep geraakt
v r
„Als ik niet met een kroonprinses getrouwd was, zou ik presidenUdirecteur van een multinational zijn geworden".
De achtereenvolgende kabinetten zagen
aan en keurden goed hoe „de zaken-
prins" (daartoe riep het Amerikaanse fi
nanciële topblad Fortune hem in 1960
uit) zich ontwikkelde tot „vrijwillig ma
nager van een door hemzelf ontworpen
relatiebureau voor het nationale en in
ternationale bedrijfsleven". Het kabinet-
Drees met name schroomde niet hem in
te schakelen teneinde van Argentinië een
258 miljoen gulden grote order voor
Werkspoor los te krijgen. Als tegenpres
tatie moest de regering wel even dertig
miljoen gulden steekpenningen betalen
aan dictator Peron en diens echtgenote
Eva een collier van dertigduizend gulden
schenken, maar dat bleek niet te deren.
In_Jaet grote zakenleven is het gebruik
van smeermiddelen nu eenmaal een vas
te gewoonte. Voor wat hoort wat: De
messen moeten er aan twee kanten snij
den en de bedragen die daarbij onder de
tafels doorgaan, vallen in het niet bij de
omvang van de uiteindelijke transacties.
Met medeweten en medewerking van
het ene kabinet na het andere opereerde
prins Bernhard binnen dit hachelijke
web. Zo kon hij er ten slotte tot zijn
schade in verstrikt raken.
„Een jonge, blonde vrouw staat op een
balkon van een wit paleis, stralend,
glimlachend en toch een traan in het
oog; gelukkig en ontroerd. Naast haar
staat een lange, slanke, donkerblonde
jongeman, een prettig, open gezicht,
ogen die twinkelen achter bnlleglazen".
Een krant op 8 september 1936. Prins
Bernhard komt uit de coulissen van de
anonimiteit en treedt voor het voetlicht
van de vaderlandse historie. Gaandeweg
zijn steeds meer groeven dat prettige,
open gezicht gaan doorploegen. Met
name de Greet-Hofmansaffaire die in
1948 begon (het was overigens de prins
zelf die de gebedsgenezeres op Soestdijk
binnenhaalde) en die zich tot 1956 voort
zou slepen, heeft sporen getrokken. Zo
ongewenst vond hij de invloeden waar
onder Juliana was geraakt, dat hij op een
punt kwam waar hij - zijn eigen onthul
ling - zijn koffers wilde pakken om met
de kinderen het paleis te verlaten. Maar
stormen luwen en de winst van de daar
opvolgende Lockheed-affaire is, weet
een waarnemer, geweest dat het Juliana
en Bernhard dichter tot elkaar heeft ge
bracht. Zo gingen ze tweezaam hun le
vensavond in. Gelouterd. Een herinne
ring komt op, 6 september 1948. De in
huldiging van Juliana als koningin. In
haar toespraak besluit ze een opsom
ming van haar gemengde emoties als
volgt: „Daarnaast ben ik gelukkig in
mijn man een levensgezel naast me te
hebben die een grote steun voor me is".
En zo zou het blijven. Tot de dag van
vandaag
PIET SNOEREN
president-directeur van een multinatio
nal in hem werd klaarwakker. De natie
zwoegde aan zijn wederopbouw en hij
kon daar, met zijn netwerk van relaties
over de hele wereld, als vliegende am
bassadeur van het bedrijfsleven de nodi
ge stenen toe bijdragen. „Nederlands
beste exportartikel", werd hij genoemd
door drs. E. van der Beugel die toen pre
sident-directeur van de KLM was. Onze
eerste handelsvertegenwoordiger. Met
een grapje hier, een kwinkslag daar pak
te hij elk internationaal gezelschap volle
dig in. Alle groten der aarde maakte hij
tot zijn intimi, zijn hoge functies bij de
zogenaamde Bilderberg-conferenties en
bij het World Wildlife Fund virtuoos als
rookgordijn spreidend. Wat die laatste
organisatie betreft: ze werd gesteund
door de „Club 1001" van prins Bern-
Tiard, zijnde een groep prominenten die
via het storten van tienduizend dollar in
de kas van het World Wildlife Fund het
voorrecht kochten om eens per jaar op
Soestdijk te mogen komen dineren. Wie
vormden het kaf en wie het koren?