ptt Wie in de Kamer vil, is vooral uit >p statusverhoging Ioe alleen staat bankpresident dr. Wim Duisenberg? Beschrijf een ongeluk Politiek Partij Parlement IT ROTTERDAMS ONDERZOEK LIJKT: <^ntrale Directie naar Groningen NNENLAND CeidócQowumt ZATERDAG 3 MEI 1986 PAGINA 5 N HAAG Er is een geweest dat dr. Wim isenberg, de huidige sident van De Neder- dsche Bank, voor de minister van finan- was. Van mei 1973 tot 1977 maakte hij uit van het tot nog enige kabinet- Den 1. Bij de PvdA worden niet graag aan Duisen- •g herinnerd, 's Mans rlijkse persconferentie president van de cen- le bank is voor veel so listen een terugkerende tn van ergernis. Wat dit iA-lid met veel gezag laatste jaren vanaf het Frederiks- in vertelde, staat im- rs veelal haaks op wat sociaal-democraten in en buiten het parlement voorstaan. Ook de afgelopen week zullen weer veel partijgenoten met gekromde tenen hebben ge- noord en gelezen over de boodschap die Duisenberg zo vlak voor de verkiezingen kwam brengen. Nadat hij de verzamelde financieel-econo- mische pers had meegedeeld iuist met het oog op die ver kiezingen terughoudend te willen zijn met uitspraken, gaf hij vriend en vijand in politiek Den Haag stevig onder uit de zak. „Niks minder bezuinigen. Stug doorgaan met het gevoer de beleid! Het moet een af schuwelijke koude douche zijn voor politci die dezer dagen met mooie verhalen bij de kie zers aankloppen. Vatten we Duisenbergs stand punt samen, dan gaat het wel iswaar wat beter in Nederland, maar nog lang niet goed ge noeg. Vooral door de verwach te tegenvaller in de gasop brengsten zitten we eigenlijk nog net zo diep in de puree jus bij de start van het kabinet- Lubbers, 35 miljard aan bezui nigingen ten spijt. In de ko mende kabinetsperiode zou dan zeker voor nog eens 20 tot 25 miljard gulden moeten wor den gesnoeid. Sociale uitkerin gen en ambtenarensalarissen zullen opnieuw gekort moeten worden en in plaats van een belastingverlaging ligt een verhoging meer in de rede. En dan nog zijn we er niet, want Duisenberg voorziet dat we zelfs meer dan vier jaar nodig zullen hebben om orde op za ken te stellen. Met andere woorden: zelfs in het begin van de jaren negentig zal om buigen en bezuinigen nog een centraal overheidsthema moe ten zijn. Daar ga je dan als politicus. De bloedeigen PvdA van Duisen berg vindt een uitgavenver- mindering van 8 miljard de komende vier jaar welletjes. Aan de stok Het CDA schrijft 11, maar zegt intussen 13 tot 14 miljard en zelfs de kampioen ombuigers van de VVD zitten met 18 tot 20 miljard nog onder Duisen bergs minimum. Welke coali tie straks ook gaat regeren, nu al staat vast dat zij het regel matig met de president van de nationale bank aan de stok zal krijgen. Minstens één vraag dringt zich op. Hoe reëel is ae wens van Nederlands eerste bankier, niet alleen finaneieel-econo- misch, maar ook politiek en maatschappelijk? Financieel is er weinig tegen Duisenbergs wensenpakket in te brengen. Nederland is nu eenmaal in het verleden afhankelijk ge maakt van gasinkomsten en naarmate die op- en neergaan, jojo-en we met z'n allen mee. Willen we terug naar een overheidstekort van 5 procent dan moeten we dus niet alleen minder uitgeven, maar ook een voorziening treffen voor alle gederfde inkomsten en de gestegen rentelasten ten gevol ge van het potverteren uit het verleden. Er zit echter ook een economi sche kant aan de medaille. Die wordt vooral benadrukt door vakbonden, ondernemers en door premier Lubbers en mi nister Ruding. (De PvdA zelf hield wijselijk haar mond. Zij liet slechts weten dat Duisen bergs stuk „goed leesbaar" was). Wie zoveel bezuinigt, zeggen de critici van Duisen berg, loopt het risico de econo mische groei te vertragen en die hebben we juist zo hard nodig om nieuw werk te ma ken. We zouden dus met nog meer snoeien het paard achter de wagen kunnen spannen. Op het eerste gezicht een rede lijk argument, maar de pleiters voor matiging bij de bezuini gingen speelt een voorbeeld uit de praktijk lelijk parten. In Denemarken is de afgelopen jaren meer bezuinigd en forser gematigd dan in Nederland en de Denen kennen nu een eco nomische groei die hoger is dan de onze, terwijl hun over heidstekort naar nul loopt. Duisenberg laat uiteraard niet na dit voorbeeld ieder tegen te werpen die beweert dat bezui nigen het herstel schaadt. Bovendien kan de bankpresi dent tal van internationale or ganisaties als getuige aanroe pen. De OESO in Parijs, het Internationale Monetaire Fonds in Washington en zelfs de overlegclub van Europese werkgevers en werknemers wijzen allemaal op het nog veel te hoge tekort van de Ne derlandse overheid. Daardoor zou ons land geen enkele ruimte hebben om een beleid te voeren dat de economische groei verder kan stimuleren. Aan de wal We mogen echter niet verge ten dat ook op financieel-eco- nomisch gebied de beste stuur lui aan de wal te vinden zijn. Studeerkamereconomen heb ben makkelijk praten. Groot verschil tussen Duisenberg en zijn supporters aan de ene en de Haagse politici aan de ande re kant is, dat het de laatsten zijn die het voorgeschreven re cept de patiënt daadwerkelijk moeten toedienen. En na de intensieve behandeling van de afgelopen vier jaar heeft die patiënt naar zijn eigen gevoel nu wel genoeg gehad. Hoe noodzakelijk een onverander de voortzetting van het ge voerde beleid misschien ook moge zijn, de maatschappelijke haalbaarheid daarvan is een factor die Duisenberg en zijn medestanders niet hoeven te beoordelen. Politici echter des te meer. Met 35 miljard aan bezuinigin gen in de afgelopen jaren heeft de huidige coalitie nu de grootste moeite een parlemen taire meerderheid te behou den. Zou die er komen, dan is ze zo klein dat de haalbaarheid van meer bezuinigen er poli tiek gezien zeker niet groter op wordt. In een democratie als de onze mag het oordeel van de kiezer niet worden veronachtzaamd. Daar zullen alle voorstanders van verdere ombuigingen de komende ja ren terdege rekening mee heb ben te houden. ARJEN BROEKHUIZEN >TTERDAM Politiek g dan in ons land niet i bewonderde zaak i, toch zouden velen ar wat graag carrière ken in dit métier. Dat if te leiden uit het aan- mensen dat zichzelf ichikt en in staat acht de lijst" te komen >r de Tweede Kamer, een al in de Partij van Arbeid gaat het om n duizend mensen, van er hooguit zestig hun >om werkelijkheid zul- zien worden. CDA, 'D, D'66 en alle andere ieuze partijen vertonen soortgelijk beeld, al- n zijn de aantallen wat finer. t bezielt al die mensen? t verwachten ze van een ïl in de volks vertegen woor- ing? De beste vraagbaak op gebied is prof. Rinus van lendelen. politicoloog (zelf hij zich liever ..parle- ntoloog") aan de Erasmus versiteit in Rotterdam. Hij ft onderzocht wat de drijf- en zijn om voor het vak volksvertegenwoordiger iezen. Van Schendelen legt dat hij zich bij zijn onder- k heeft beperkt tot „gearri- rde" politici. De afvallers, enen dus die niet op een ididatenlijst van een partij terechtgekomen of daarop hts een onverkiesbare its hebben weten te be- htigen, hebben van hem it een vragenformulier rgelegd gekregen. Niet zo'n te handicap, omdat onze ingstelling toch in de eerste its uitgaat naar de 150 da- en heren die op de avond de 21e mei een grote kans ken tot volksvertegenwoor- r te worden gekozen. if. Van Schendelen begint nadrukkelijk te verklaren het om den drommel niet Hindernisbaan Dat gelukt iemand alleen als hij aan een waslijst van voor waarden voldoet. Interesse voor en verstand van politiek is lang niet genoeg: een kandi daat-kamerlid moet een ware hindernisbaan afleggen. Een flexibele agenda blijkt een eerste vereiste. Van Schende len: „Je moet je eigen agenda kunnen indelen. Iemand die elke ochtend om half acht of acht uur op zijn werk moet zijn of een moeder die voor kleine kinderen moet zorgen, maakt geen schijn van kans. Zulke mensen kunnen zich immers domweg niet permitte ren een aantal keren per week tot laat in de avond te verga deren. En dat is van wezenlijk belang, als je in een politieke partij naar voren wilt komen". Het bewijs van zijn stelling is volgens de Rotterdamse hoog leraar de achtergrond van de meeste huidige Tweede-Ka merleden. De vrije beroepen, de wetenschap en de ambtena rij blijken grote leveranciers te zijn van (aankomende) parle mentariërs. Die mensen wer ken weliswaar zo'n zestig a ze ventig uur per week, maar kunnen dat meestal doen op door henzelf gekozen uren", aldus Van Schendelen, die zichzelf ook als voorbeeld van zo'n „vrijgestelde" opvoert. Ook een goede gezondheid blijkt een factor van groot be lang te zijn. „In de politiek moet je ijzersterk zijn. Verga deringen overslaan omdat je te moe of een beetje ziek bent, is funest.. Daarom kunnen be jaarden het ook wel vergeten", merkt Van Schendelen op en trekt er een laconiek gezicht bij. Dat laatste is echter maar schijn, want de discriminatie van 65-plussers in de politiek is hem een doorn in het oog. Dat blijkt als de ex-parlemen tariër Maarten Schakel ter sprake komt. „Die mocht zich van het CDA in 1982 niet meer kandidaat stellen, omdat hij in de loop van de komende kabinetspe riode 65 jaar zou worden. Ter wijl hij toch een uitstekend Tweede-Kamerlid was; hij kende overal zo goed de weg dat het autobandenbedrijf Pi relli hem onmiddellijk na zijn vertrek als adviseur heeft aan getrokken. Eigenlijk is dat be lachelijk. Als hij goed genoeg is voor Pirelli, dan is hij ook goed genoeg voor de Tweede Kamer. Maar de grote partijen hebben nu eenmaal de rege ling dat iemand na het berei ken van zijn 65ste jaar de Ka mer uit moet. Alleen voor een lijsttrekker (Den Uyl) wordt een uitzondering gemaakt". Iemand die in de Tweede Ka mer wil moet naast een goede gezondheid ook een dikke huid hebben. Van Schendelen: „In de politiek moet je tegen een stootje kunnen. Als het er echt om gaat, wordt er met de ellebogen gewerkt en vallen er vaak harde woorden. Dat geldt ook voor de Tweede Kamer, bijvoorbeeld in de gevechten om de leuke woordvoerder schappen. Iemand met lange tenen moet dan ook beslist niet naar Den Haag komen". Springplank MIDJE VERHOLEN EN HET KNETTERCARTER tramkaartje „Poffrrrrr dikkeme!" liet de schelm zich ontvallen, toen hij door de zoe vende auto van de studenten werd gepasseerd. „Dat is dat snelle ding, dat straks nog bij Ver holen in de garage stond! Toen boorde dat klei ne joch er gaatjes in. Het schijnt dus tóch waar te zijn van dat knettercarter. Laat ik dan vooral wat haast achter de zaak zetten, want als er te veel van die wagens met een knettercarter ko men, dan kan ik met goed fatsoen de race niet meer winnen En toen dit verdorven heerschap tot deze slotsom was gekomen, zette hij nog eens extra de pas er in. Zo duurde het niet lang of hij bereikte een oude .garage, die in een treurige en vervallen toestand verkeerde. Het was het bedrijfspandje van de zéér onbe trouwbare Bennie de Klapper Een aspirant-lid der Staten- Generaal moet dus kennelijk een soort schaap met vijf poten zijn of beter een wolf met vijf klauwen. Maar waarom heb ben mensen dat er allemaal voor over om in één van die malle groene bankjes te ko men, die berekend zijn op twee mensen maar waar er sinds 1956 drie in worden ge propt? Ook dat heeft Van Schendelen onderzocht. „Je krijgt dan vrij voorspelbare antwoorden. Ve len geven idealistische motie ven op: verbetering van de sa menleving en zo... Maar langs een omweg zijn wij te weten gekomen dat het streven naar een hogere status een minstens even belangrijke drijfveer is. Men zal dat niet snel toegeven, omdat het in een land als het onze niet chique is dat te zeg gen...". Het statusmotief doet wat vreemd aan, als men beseft hoe weinig prestige het lid maatschap van de Tweede Ka mer vandaag de dag heeft. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat van de 150 leden er hoog uit tien landelijke bekendheid genieten. Maar het kamerlid maatschap is op een andere wijze wel heel belangrijk voor iemands carrière, onthult Van Schendelen: „Het is een voor treffelijke springplank naar banen die wèl als riant worden ervarpn". Dat is de hoogleraar gebleken uit een onderzoek naar het wel en wee van voormalige parlementariërs. Gingen ze na hun kamerlidmaatschap in status omhoog of omlaag? „Van de meer dan honderd ex-kamerleden, die we onder vraagd hebberv was 95 procent er aanzienlijk op vooruit ge gaan. Onze ondervraagden waren minister of staatssecre taris geworden of hadden zich buiten de Haagse politiek een pluchen stoel verworven, bij voorbeeld die van burgemees ter of hoogleraar". Groot verloop Inmiddels heeft Van Schende len nog een aanwijzing in die richting gekregen. Een promo vendus van hem, drs. Pieter de Vos, is de doorstroming in de Tweede Kamer nagegaan. Hij kwam daarbij tot de „ont hutsende" conclusie dat het verloop in Nederland groter is dan in welke andere Westerse democratie ook, althans in de onderzochte periode 1973 - 1982. Gedurende één kabinets periode haakt 18,4 procent der volksvertegenwoordigers voortijdig af. Ter vergelijking: in België is dat 13 procent, in West-Duitsland 8,3, in Enge land 7,4, in Frankrijk 4, in de Verenigde Staten 9,9 en in Ca nada 7,1 procent. Van de tussentijds vertrokken kamerleden zegt zo'n dertig procent dat hij of zij dat om gezondheidsredenen heeft ge daan. Men was ziek of men was bang het te worden. Niet zo verwonderlijk bij een werk week van zeventig, tachtig uur en een gemiddelde leeftijd van 54,3 jaar, aldus drs. De Vos. Maar de grote reden om het Binnenhof voortijdig vaarwel te zwaaien blijkt toch inder daad dat men een tussentijds geboden kans met beide han den aangrijpt. Al was het al leen al uit angst in een later stadium nergens meer aan de bak te komen. Een illustratie van dit gebeu ren is volgens De Vos de uit tocht die de afgelopen twee jaar bij de PvdA heeft plaats gehad. Ed van Thijn is-burge meester van Amsterdam ge waden, Jos van Kemenade voorzitter van het college van bestuur van de gemeente-uni versiteit in de hoofdstad, Schelto Patijn commissaris van de koningin in Zuid-Hol land, Marcel van Dam voorzit ter van de VARA en Jaap van der Doef burgemeester van Vlissingen. Dat een so< der gemakkelijk stellen van CDA'ers en VVD'ers, zou te maken heb ben met de frustraties van vele leden van de oppositie. De laatsten moeten vaak veel meer werk verrichten omdat ze minder toegang hebben tot ambtenaren en bewindslieden. Bovendien zien ze ook nog eens veel minder resultaat van hun arbeid omdat de regering meestal geen behoefte heeft aan plannetjes van de „vij and". Door dat laatste zou gemakke lijk de misvatting kunnen ont staan dat het beroepsleven van een lid van een regeringsfrac tie veel leuker is. De VVD'er mr. Ad Nijhuis (42) is het le vende bewijs van het tegen deel. Van alle 150 Tweede-Ka merleden heeft deze nieuwko mer, deskundige op het gebied van de sociale zekerheid, in de afgelopen vier jaar het meest het woord gevoerd! Zijn werk week telt tenminste tachtig uur en geen enkel weekeinde is hij vrij. Desondanks heeft de VVD hem op de 34e plaats van de lijst gezet. Nijhuis keert dus alleen terug in de Kamer als de VVD-fractie ook aan het nieuwe kabinet een aantal le den mag leveren. Niet zo ver wonderlijk dus dat Nijhuis niet met louter vreugde over het lidmaatschap van de Tweede Kamer spreekt. Wat te doen? Die Tweede Kamer biedt dus geen al te verheffend beeld: men heeft er een meer dan ge middelde kans om ziek of zwaar gefrustreerd of beide te •worden. Wat kan er gedaan worden om daar in te bren gen? Prof. Van Schendelen probeert die vraag te beant woorden door zich voor te stellen dat hij zelf op 21 mei lid van de Tweede Kamer wordt. „Wat zou ik dan als eerste prioriteit stellen? Ik vergelijk de Kamer, waar zo'n zeshon derd mensen werken, weieens met een middelgroot bedrijf. Zo'n bedrijf moet zich speciali seren wil het niet te gronde gaan. Persoonlijk zou ik me concentreren op wetgeving. Op die manier heb je toch de meest „harde" invloed op het regeringsbeleid". „Controleren van het kabinet zou ik zoveel mogelijk aan an deren overlaten, zoals de Alge mene Rekenkamer en de pers. Wat het buitenwerk betreft zou ik spreekuren gaan hou den in het land, bijvoorbeeld met een caravan. In Engeland is dat heel gewoon. Als een ka merlid zich zo zou beperken, zou hij twee dingen bereiken: het werk wordt aanzienlijk korter èn aanzienlijk leuker". RIK IN T HOUT Het lbo had gisteren voor het eerst een examen Nederlands functioneel schrijven. Daarbij ging het om vier kleine op drachten die heel precies en duidelijk waren omschreven, een zinvol examen, aldus lera res mevr. I. van Duijne van Sancta Maria Goretti in Den Haag. Het ging om de beschrij ving van een ongeval. Daar voor moest een schadeformu lier voor de verzekering wor den ingevuld en een brief ge schreven waarvoor bepaalde formuleringen gegeven waren. Ten slotte een ingezonden brief in een krant. Een prakti sche opdracht, die bij de leer lingen ook wel aansloeg, al waren brief en ingezonden stuk voor velen wel moeilijk. De gestelde normen zijn ook vrij zwaar. Op D-niveau moest een stencil worden ontworpen met antwoordstrookje om mee te doen aan een avontuurlijke 'doe'-vakantie. Het vwo had voor Nederlands een stelopdrecht, waarbij tien titels gegeven werden. Er wa- uit de actualiteit: werken en werkloosheid. Verder waren er nogal wat tijdloze onder werpen, zoals een fragment uit Huizinga's Homo Ludens, han delend over 'de betekenis van spelen voor jou', en een titel over de weerstand tegen het lezen. Veel gerichter was de ti tel over de ervaring met het eindexamen van dit jaar. Voor de leerlingen van het Leidse Bonaventura kwam de titel „Voo£ straf" goed uit, want dit onderwerp sloot aardig aan bij één van de discussie-onder werpen tijdens het schoolon derzoek, aldus leraar H. den Tenter. Bij het opstel voor de mavo fi gureerde opnieuw zoals dat eerder bij tekstverklaring het geval was de videoclip. Maar een stuk favorieter was, volgens de leraar, de titel Foto: „Gisteren vond ik 'm terug. Onscherp, maar duidelijk ge noeg om alles opnieuw te bele ven". Het was één van de wei nige titels die om een stuk ver halend proza vroegen. Over het algemeen ging het om ou derwetse titels, zo was het commentaar van een leerling. Bij mavo-C waren er enkele aansprekende titels, zoals „Uit gaan, ja gezellig", „Ik mag ook nooit wat" over strenge ouders en „Stoppen met..." roken bij voorbeeld, of snoepen, of cha grijnig opstaan. Queen en Haydn In de middaguren had de mavo beeldende vakken en muziek. Voor het zoveelste iaar stond bij muziek Queen op het programma, nu met Bohe mian Rhapsody. Volgens de le raar een goede keus voor de dagopleiding voor volwasse nen, maar niet zo geschikt voor de jeugdigen. De melodi sche en ritmische dictees wa ren dit jaar voor het eerst goed te doen en ook met het aan brengen van dynamische te kens bij een stuk Haydn had den de Kandidaten weinig pro blemen. Bij beeldende vakken is de verwachting dat je daar een brok creativiteit kwijt kunt. Maar het was, zoals eep lerares het zei, een examen van de herhaling met stokpaardjes. Het ging meer om beeldaspec ten dan om kunstbeschouwing en dat is jammer na vier jaar bezig geweest te zijn met aller lei aspecten van creativiteit. Wel was er veel lof voor het duidelijke plaatwerk. Het tex- tielgedeelte met vrij veel mode werd leuk genoemd, evenals tekenen. Bij handenarbeid ging het voornamelijk om vormcontrasten. Ideaal en eigenbelang De vwo-tekst Latijn was van de laat-Romeinse auteur Lac- tantius (ca. 250-330). In een leuke, intelligente en goed ge kozen tekst stelt een Griekse filosoof dat de mens niet altijd in staat is aan hoge morele idealen te voldoen en tegelijk het eigenbelang te volgen. Vertaald luidt de eerste zin: „Alle levende wezens verdedi gen hun eigen belang als ze zich laten leiden door de na tuur; en daarom moet de rechtvaardigheid dwaasheid genoemd worden als ze zorgt voor andermans belangen en de eigen belangen verwaar loost". Ook voor de moderne mens een goede problematiek, aldus leraar J. Arends van het Leidse Bonaventuracollege. Steeds gaat het om de vraag tussen rechtvaardigheid en domheid. Als een voorbeeld uit het particuliere leven wordt een koper goud aange boden in plaats van geel koper en zilver in plaats van lood. De vraag is dan of hij dit be kend moet maken. Dat is rechtvaardig, maar wel dom, aldus de tekst. Het was zinnig dat de vragen eerst het tekstbegrip toetsten en dat daarna pas tekstpassa ges moesten worden vertaald. Doordat in de vragen werd verwezen naar contrasten in de tekst werd de vertaling on dersteund. In een multiple- choicevraag was het goede antwoord wat versluierd; vooral door wegstrepen van de foute antwoorden bereikten de leerlingen het goede. Pittig De havo met een wat afwij kend examenrooster begon de dag met economie. Volgens leraar D. Zwikker van het Lu- cascollege in Voorschoten een niet simpel examen dat veel inzicht maar weinig reken werk vroeg. De eerste opgave ging over geldschepping, de tweede, een standaardopgave, over de eerste regeerperiode van Reagan met vragen naar de hoogte van de dollarkoers. De leerling moest oorzaak en gevolg van dit probleem aar dig onder de knie hebben. Op gave drie over kosten en toe gevoegde waarde was lastig, de laatste opgave een aardig praktisch probleem naar aan leiding van een vervoersstatis- tiek met een vraag naar de concurrentienadelen van de binnenvaart ten opzichte van het wegvervoer. De havo had het 's middags niet te moeilijk Engels. De eer ste tekst over journalisten in moeilijke situaties was eenvou dig en dat gold ook voor de tekst over vrouwen in de sport Moeilijk vanwege een hoog abstractieniveau was ei genlijk alleen de tekst over het Engelse idee van privacy. Bij het examen handelskennis II voor het lbo school de moei lijkheid vooral aldus leraar F. Hofstede van het Rijnlands Instituut voor Ondernemers onderwijs (RIO) in Leiderdorp in het afwijkend karakter van de vragen. Ditmaal geen balansen en exploitatieover zichten en ook geen vragen naar formules, maar opgaven waarbij het aankwam op rus tig lezen. Aan de hand van be staande cijfers moest de toe komstige ontwikkeling beke ken worden. Deze afwijkende aanpak was voor veel leerlin gen een minder prettige erva ring. (ADVERTENTIE) Officiële publikatie van het Staatsbedrijf der PTT Met ingang van heden is het nieuwe adres van de Centrale Directie der PTT: Postadres: Postbus 570 9700 AN Groningen Telefoon: 050 - 60 91 11 Bezoekadres: Stationsweg 10 (Hunzehuys) 9726 AC Groningen De hoofddirecties Post en Telecommunicatie blijven gevestigd in 's-Gravenhage. Postadres: Bezoekadres: Postbus 30000 Kortenaerkade 12 2500 GA 's-Gravenhage 2518 AX 's-Gravenhage Telefoon: 070-75 91 11 ptt centrale directie ptt telecommunicatie ptt post Z I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 5