ptt
Wie in de Kamer
vil, is vooral uit
>p statusverhoging
Ioe alleen staat bankpresident dr. Wim Duisenberg?
Beschrijf een ongeluk
Politiek
Partij
Parlement
IT ROTTERDAMS ONDERZOEK
LIJKT:
<^ntrale Directie
naar Groningen
NNENLAND
CeidócQowumt
ZATERDAG 3 MEI 1986 PAGINA 5
N HAAG Er is een
geweest dat dr. Wim
isenberg, de huidige
sident van De Neder-
dsche Bank, voor de
minister van finan-
was. Van mei 1973 tot
1977 maakte hij
uit van het tot nog
enige kabinet- Den
1. Bij de PvdA worden
niet graag aan Duisen-
•g herinnerd, 's Mans
rlijkse persconferentie
president van de cen-
le bank is voor veel so
listen een terugkerende
tn van ergernis. Wat dit
iA-lid met veel gezag
laatste jaren vanaf het
Frederiks-
in vertelde, staat im-
rs veelal haaks op wat
sociaal-democraten in
en buiten het parlement
voorstaan.
Ook de afgelopen week zullen
weer veel partijgenoten met
gekromde tenen hebben ge-
noord en gelezen over de
boodschap die Duisenberg zo
vlak voor de verkiezingen
kwam brengen. Nadat hij de
verzamelde financieel-econo-
mische pers had meegedeeld
iuist met het oog op die ver
kiezingen terughoudend te
willen zijn met uitspraken, gaf
hij vriend en vijand in politiek
Den Haag stevig onder uit de
zak. „Niks minder bezuinigen.
Stug doorgaan met het gevoer
de beleid! Het moet een af
schuwelijke koude douche zijn
voor politci die dezer dagen
met mooie verhalen bij de kie
zers aankloppen.
Vatten we Duisenbergs stand
punt samen, dan gaat het wel
iswaar wat beter in Nederland,
maar nog lang niet goed ge
noeg. Vooral door de verwach
te tegenvaller in de gasop
brengsten zitten we eigenlijk
nog net zo diep in de puree jus
bij de start van het kabinet-
Lubbers, 35 miljard aan bezui
nigingen ten spijt. In de ko
mende kabinetsperiode zou
dan zeker voor nog eens 20 tot
25 miljard gulden moeten wor
den gesnoeid. Sociale uitkerin
gen en ambtenarensalarissen
zullen opnieuw gekort moeten
worden en in plaats van een
belastingverlaging ligt een
verhoging meer in de rede. En
dan nog zijn we er niet, want
Duisenberg voorziet dat we
zelfs meer dan vier jaar nodig
zullen hebben om orde op za
ken te stellen. Met andere
woorden: zelfs in het begin
van de jaren negentig zal om
buigen en bezuinigen nog een
centraal overheidsthema moe
ten zijn.
Daar ga je dan als politicus. De
bloedeigen PvdA van Duisen
berg vindt een uitgavenver-
mindering van 8 miljard de
komende vier jaar welletjes.
Aan de stok
Het CDA schrijft 11, maar zegt
intussen 13 tot 14 miljard en
zelfs de kampioen ombuigers
van de VVD zitten met 18 tot
20 miljard nog onder Duisen
bergs minimum. Welke coali
tie straks ook gaat regeren, nu
al staat vast dat zij het regel
matig met de president van de
nationale bank aan de stok zal
krijgen.
Minstens één vraag dringt zich
op. Hoe reëel is ae wens van
Nederlands eerste bankier,
niet alleen finaneieel-econo-
misch, maar ook politiek en
maatschappelijk? Financieel is
er weinig tegen Duisenbergs
wensenpakket in te brengen.
Nederland is nu eenmaal in
het verleden afhankelijk ge
maakt van gasinkomsten en
naarmate die op- en neergaan,
jojo-en we met z'n allen mee.
Willen we terug naar een
overheidstekort van 5 procent
dan moeten we dus niet alleen
minder uitgeven, maar ook
een voorziening treffen voor
alle gederfde inkomsten en de
gestegen rentelasten ten gevol
ge van het potverteren uit het
verleden.
Er zit echter ook een economi
sche kant aan de medaille. Die
wordt vooral benadrukt door
vakbonden, ondernemers en
door premier Lubbers en mi
nister Ruding. (De PvdA zelf
hield wijselijk haar mond. Zij
liet slechts weten dat Duisen
bergs stuk „goed leesbaar"
was). Wie zoveel bezuinigt,
zeggen de critici van Duisen
berg, loopt het risico de econo
mische groei te vertragen en
die hebben we juist zo hard
nodig om nieuw werk te ma
ken. We zouden dus met nog
meer snoeien het paard achter
de wagen kunnen spannen.
Op het eerste gezicht een rede
lijk argument, maar de pleiters
voor matiging bij de bezuini
gingen speelt een voorbeeld
uit de praktijk lelijk parten. In
Denemarken is de afgelopen
jaren meer bezuinigd en forser
gematigd dan in Nederland en
de Denen kennen nu een eco
nomische groei die hoger is
dan de onze, terwijl hun over
heidstekort naar nul loopt.
Duisenberg laat uiteraard niet
na dit voorbeeld ieder tegen te
werpen die beweert dat bezui
nigen het herstel schaadt.
Bovendien kan de bankpresi
dent tal van internationale or
ganisaties als getuige aanroe
pen. De OESO in Parijs, het
Internationale Monetaire
Fonds in Washington en zelfs
de overlegclub van Europese
werkgevers en werknemers
wijzen allemaal op het nog
veel te hoge tekort van de Ne
derlandse overheid. Daardoor
zou ons land geen enkele
ruimte hebben om een beleid
te voeren dat de economische
groei verder kan stimuleren.
Aan de wal
We mogen echter niet verge
ten dat ook op financieel-eco-
nomisch gebied de beste stuur
lui aan de wal te vinden zijn.
Studeerkamereconomen heb
ben makkelijk praten. Groot
verschil tussen Duisenberg en
zijn supporters aan de ene en
de Haagse politici aan de ande
re kant is, dat het de laatsten
zijn die het voorgeschreven re
cept de patiënt daadwerkelijk
moeten toedienen. En na de
intensieve behandeling van de
afgelopen vier jaar heeft die
patiënt naar zijn eigen gevoel
nu wel genoeg gehad. Hoe
noodzakelijk een onverander
de voortzetting van het ge
voerde beleid misschien ook
moge zijn, de maatschappelijke
haalbaarheid daarvan is een
factor die Duisenberg en zijn
medestanders niet hoeven te
beoordelen. Politici echter des
te meer.
Met 35 miljard aan bezuinigin
gen in de afgelopen jaren heeft
de huidige coalitie nu de
grootste moeite een parlemen
taire meerderheid te behou
den. Zou die er komen, dan is
ze zo klein dat de haalbaarheid
van meer bezuinigen er poli
tiek gezien zeker niet groter
op wordt. In een democratie
als de onze mag het oordeel
van de kiezer niet worden
veronachtzaamd. Daar zullen
alle voorstanders van verdere
ombuigingen de komende ja
ren terdege rekening mee heb
ben te houden.
ARJEN BROEKHUIZEN
>TTERDAM Politiek
g dan in ons land niet
i bewonderde zaak
i, toch zouden velen
ar wat graag carrière
ken in dit métier. Dat
if te leiden uit het aan-
mensen dat zichzelf
ichikt en in staat acht
de lijst" te komen
>r de Tweede Kamer,
een al in de Partij van
Arbeid gaat het om
n duizend mensen, van
er hooguit zestig hun
>om werkelijkheid zul-
zien worden. CDA,
'D, D'66 en alle andere
ieuze partijen vertonen
soortgelijk beeld, al-
n zijn de aantallen wat
finer.
t bezielt al die mensen?
t verwachten ze van een
ïl in de volks vertegen woor-
ing? De beste vraagbaak op
gebied is prof. Rinus van
lendelen. politicoloog (zelf
hij zich liever ..parle-
ntoloog") aan de Erasmus
versiteit in Rotterdam. Hij
ft onderzocht wat de drijf-
en zijn om voor het vak
volksvertegenwoordiger
iezen. Van Schendelen legt
dat hij zich bij zijn onder-
k heeft beperkt tot „gearri-
rde" politici. De afvallers,
enen dus die niet op een
ididatenlijst van een partij
terechtgekomen of daarop
hts een onverkiesbare
its hebben weten te be-
htigen, hebben van hem
it een vragenformulier
rgelegd gekregen. Niet zo'n
te handicap, omdat onze
ingstelling toch in de eerste
its uitgaat naar de 150 da-
en heren die op de avond
de 21e mei een grote kans
ken tot volksvertegenwoor-
r te worden gekozen.
if. Van Schendelen begint
nadrukkelijk te verklaren
het om den drommel niet
Hindernisbaan
Dat gelukt iemand alleen als
hij aan een waslijst van voor
waarden voldoet. Interesse
voor en verstand van politiek
is lang niet genoeg: een kandi
daat-kamerlid moet een ware
hindernisbaan afleggen.
Een flexibele agenda blijkt een
eerste vereiste. Van Schende
len: „Je moet je eigen agenda
kunnen indelen. Iemand die
elke ochtend om half acht of
acht uur op zijn werk moet
zijn of een moeder die voor
kleine kinderen moet zorgen,
maakt geen schijn van kans.
Zulke mensen kunnen zich
immers domweg niet permitte
ren een aantal keren per week
tot laat in de avond te verga
deren. En dat is van wezenlijk
belang, als je in een politieke
partij naar voren wilt komen".
Het bewijs van zijn stelling is
volgens de Rotterdamse hoog
leraar de achtergrond van de
meeste huidige Tweede-Ka
merleden. De vrije beroepen,
de wetenschap en de ambtena
rij blijken grote leveranciers te
zijn van (aankomende) parle
mentariërs. Die mensen wer
ken weliswaar zo'n zestig a ze
ventig uur per week, maar
kunnen dat meestal doen op
door henzelf gekozen uren",
aldus Van Schendelen, die
zichzelf ook als voorbeeld van
zo'n „vrijgestelde" opvoert.
Ook een goede gezondheid
blijkt een factor van groot be
lang te zijn. „In de politiek
moet je ijzersterk zijn. Verga
deringen overslaan omdat je te
moe of een beetje ziek bent, is
funest.. Daarom kunnen be
jaarden het ook wel vergeten",
merkt Van Schendelen op en
trekt er een laconiek gezicht
bij. Dat laatste is echter maar
schijn, want de discriminatie
van 65-plussers in de politiek
is hem een doorn in het oog.
Dat blijkt als de ex-parlemen
tariër Maarten Schakel ter
sprake komt.
„Die mocht zich van het CDA
in 1982 niet meer kandidaat
stellen, omdat hij in de loop
van de komende kabinetspe
riode 65 jaar zou worden. Ter
wijl hij toch een uitstekend
Tweede-Kamerlid was; hij
kende overal zo goed de weg
dat het autobandenbedrijf Pi
relli hem onmiddellijk na zijn
vertrek als adviseur heeft aan
getrokken. Eigenlijk is dat be
lachelijk. Als hij goed genoeg
is voor Pirelli, dan is hij ook
goed genoeg voor de Tweede
Kamer. Maar de grote partijen
hebben nu eenmaal de rege
ling dat iemand na het berei
ken van zijn 65ste jaar de Ka
mer uit moet. Alleen voor een
lijsttrekker (Den Uyl) wordt
een uitzondering gemaakt".
Iemand die in de Tweede Ka
mer wil moet naast een goede
gezondheid ook een dikke
huid hebben. Van Schendelen:
„In de politiek moet je tegen
een stootje kunnen. Als het er
echt om gaat, wordt er met de
ellebogen gewerkt en vallen er
vaak harde woorden. Dat geldt
ook voor de Tweede Kamer,
bijvoorbeeld in de gevechten
om de leuke woordvoerder
schappen. Iemand met lange
tenen moet dan ook beslist
niet naar Den Haag komen".
Springplank
MIDJE VERHOLEN EN HET KNETTERCARTER
tramkaartje „Poffrrrrr dikkeme!" liet
de schelm zich ontvallen, toen hij door de zoe
vende auto van de studenten werd gepasseerd.
„Dat is dat snelle ding, dat straks nog bij Ver
holen in de garage stond! Toen boorde dat klei
ne joch er gaatjes in. Het schijnt dus tóch waar
te zijn van dat knettercarter. Laat ik dan vooral
wat haast achter de zaak zetten, want als er te
veel van die wagens met een knettercarter ko
men, dan kan ik met goed fatsoen de race niet
meer winnen En toen dit verdorven
heerschap tot deze slotsom was gekomen, zette
hij nog eens extra de pas er in. Zo duurde het
niet lang of hij bereikte een oude .garage, die in
een treurige en vervallen toestand verkeerde.
Het was het bedrijfspandje van de zéér onbe
trouwbare Bennie de Klapper
Een aspirant-lid der Staten-
Generaal moet dus kennelijk
een soort schaap met vijf poten
zijn of beter een wolf met vijf
klauwen. Maar waarom heb
ben mensen dat er allemaal
voor over om in één van die
malle groene bankjes te ko
men, die berekend zijn op
twee mensen maar waar er
sinds 1956 drie in worden ge
propt?
Ook dat heeft Van Schendelen
onderzocht. „Je krijgt dan vrij
voorspelbare antwoorden. Ve
len geven idealistische motie
ven op: verbetering van de sa
menleving en zo... Maar langs
een omweg zijn wij te weten
gekomen dat het streven naar
een hogere status een minstens
even belangrijke drijfveer is.
Men zal dat niet snel toegeven,
omdat het in een land als het
onze niet chique is dat te zeg
gen...".
Het statusmotief doet wat
vreemd aan, als men beseft
hoe weinig prestige het lid
maatschap van de Tweede Ka
mer vandaag de dag heeft. Dat
blijkt bijvoorbeeld uit het feit
dat van de 150 leden er hoog
uit tien landelijke bekendheid
genieten. Maar het kamerlid
maatschap is op een andere
wijze wel heel belangrijk voor
iemands carrière, onthult Van
Schendelen: „Het is een voor
treffelijke springplank naar
banen die wèl als riant worden
ervarpn".
Dat is de hoogleraar gebleken
uit een onderzoek naar het
wel en wee van voormalige
parlementariërs. Gingen ze na
hun kamerlidmaatschap in
status omhoog of omlaag?
„Van de meer dan honderd
ex-kamerleden, die we onder
vraagd hebberv was 95 procent
er aanzienlijk op vooruit ge
gaan. Onze ondervraagden
waren minister of staatssecre
taris geworden of hadden zich
buiten de Haagse politiek een
pluchen stoel verworven, bij
voorbeeld die van burgemees
ter of hoogleraar".
Groot verloop
Inmiddels heeft Van Schende
len nog een aanwijzing in die
richting gekregen. Een promo
vendus van hem, drs. Pieter
de Vos, is de doorstroming in
de Tweede Kamer nagegaan.
Hij kwam daarbij tot de „ont
hutsende" conclusie dat het
verloop in Nederland groter is
dan in welke andere Westerse
democratie ook, althans in de
onderzochte periode 1973 -
1982. Gedurende één kabinets
periode haakt 18,4 procent der
volksvertegenwoordigers
voortijdig af. Ter vergelijking:
in België is dat 13 procent, in
West-Duitsland 8,3, in Enge
land 7,4, in Frankrijk 4, in de
Verenigde Staten 9,9 en in Ca
nada 7,1 procent.
Van de tussentijds vertrokken
kamerleden zegt zo'n dertig
procent dat hij of zij dat om
gezondheidsredenen heeft ge
daan. Men was ziek of men
was bang het te worden. Niet
zo verwonderlijk bij een werk
week van zeventig, tachtig uur
en een gemiddelde leeftijd van
54,3 jaar, aldus drs. De Vos.
Maar de grote reden om het
Binnenhof voortijdig vaarwel
te zwaaien blijkt toch inder
daad dat men een tussentijds
geboden kans met beide han
den aangrijpt. Al was het al
leen al uit angst in een later
stadium nergens meer aan de
bak te komen.
Een illustratie van dit gebeu
ren is volgens De Vos de uit
tocht die de afgelopen twee
jaar bij de PvdA heeft plaats
gehad. Ed van Thijn is-burge
meester van Amsterdam ge
waden, Jos van Kemenade
voorzitter van het college van
bestuur van de gemeente-uni
versiteit in de hoofdstad,
Schelto Patijn commissaris
van de koningin in Zuid-Hol
land, Marcel van Dam voorzit
ter van de VARA en Jaap van
der Doef burgemeester van
Vlissingen.
Dat een so<
der gemakkelijk
stellen van CDA'ers en
VVD'ers, zou te maken heb
ben met de frustraties van
vele leden van de oppositie.
De laatsten moeten vaak veel
meer werk verrichten omdat
ze minder toegang hebben tot
ambtenaren en bewindslieden.
Bovendien zien ze ook nog
eens veel minder resultaat van
hun arbeid omdat de regering
meestal geen behoefte heeft
aan plannetjes van de „vij
and".
Door dat laatste zou gemakke
lijk de misvatting kunnen ont
staan dat het beroepsleven van
een lid van een regeringsfrac
tie veel leuker is. De VVD'er
mr. Ad Nijhuis (42) is het le
vende bewijs van het tegen
deel. Van alle 150 Tweede-Ka
merleden heeft deze nieuwko
mer, deskundige op het gebied
van de sociale zekerheid, in de
afgelopen vier jaar het meest
het woord gevoerd! Zijn werk
week telt tenminste tachtig
uur en geen enkel weekeinde
is hij vrij. Desondanks heeft de
VVD hem op de 34e plaats van
de lijst gezet. Nijhuis keert dus
alleen terug in de Kamer als
de VVD-fractie ook aan het
nieuwe kabinet een aantal le
den mag leveren. Niet zo ver
wonderlijk dus dat Nijhuis niet
met louter vreugde over het
lidmaatschap van de Tweede
Kamer spreekt.
Wat te doen?
Die Tweede Kamer biedt dus
geen al te verheffend beeld:
men heeft er een meer dan ge
middelde kans om ziek of
zwaar gefrustreerd of beide te
•worden. Wat kan er gedaan
worden om daar in te bren
gen? Prof. Van Schendelen
probeert die vraag te beant
woorden door zich voor te
stellen dat hij zelf op 21 mei
lid van de Tweede Kamer
wordt.
„Wat zou ik dan als eerste
prioriteit stellen? Ik vergelijk
de Kamer, waar zo'n zeshon
derd mensen werken, weieens
met een middelgroot bedrijf.
Zo'n bedrijf moet zich speciali
seren wil het niet te gronde
gaan. Persoonlijk zou ik me
concentreren op wetgeving.
Op die manier heb je toch de
meest „harde" invloed op het
regeringsbeleid".
„Controleren van het kabinet
zou ik zoveel mogelijk aan an
deren overlaten, zoals de Alge
mene Rekenkamer en de pers.
Wat het buitenwerk betreft
zou ik spreekuren gaan hou
den in het land, bijvoorbeeld
met een caravan. In Engeland
is dat heel gewoon. Als een ka
merlid zich zo zou beperken,
zou hij twee dingen bereiken:
het werk wordt aanzienlijk
korter èn aanzienlijk leuker".
RIK IN T HOUT
Het lbo had gisteren voor het
eerst een examen Nederlands
functioneel schrijven. Daarbij
ging het om vier kleine op
drachten die heel precies en
duidelijk waren omschreven,
een zinvol examen, aldus lera
res mevr. I. van Duijne van
Sancta Maria Goretti in Den
Haag. Het ging om de beschrij
ving van een ongeval. Daar
voor moest een schadeformu
lier voor de verzekering wor
den ingevuld en een brief ge
schreven waarvoor bepaalde
formuleringen gegeven waren.
Ten slotte een ingezonden
brief in een krant. Een prakti
sche opdracht, die bij de leer
lingen ook wel aansloeg, al
waren brief en ingezonden
stuk voor velen wel moeilijk.
De gestelde normen zijn ook
vrij zwaar. Op D-niveau moest
een stencil worden ontworpen
met antwoordstrookje om mee
te doen aan een avontuurlijke
'doe'-vakantie.
Het vwo had voor Nederlands
een stelopdrecht, waarbij tien
titels gegeven werden. Er wa-
uit de actualiteit: werken en
werkloosheid. Verder waren
er nogal wat tijdloze onder
werpen, zoals een fragment uit
Huizinga's Homo Ludens, han
delend over 'de betekenis van
spelen voor jou', en een titel
over de weerstand tegen het
lezen. Veel gerichter was de ti
tel over de ervaring met het
eindexamen van dit jaar. Voor
de leerlingen van het Leidse
Bonaventura kwam de titel
„Voo£ straf" goed uit, want dit
onderwerp sloot aardig aan bij
één van de discussie-onder
werpen tijdens het schoolon
derzoek, aldus leraar H. den
Tenter.
Bij het opstel voor de mavo fi
gureerde opnieuw zoals dat
eerder bij tekstverklaring het
geval was de videoclip.
Maar een stuk favorieter was,
volgens de leraar, de titel Foto:
„Gisteren vond ik 'm terug.
Onscherp, maar duidelijk ge
noeg om alles opnieuw te bele
ven". Het was één van de wei
nige titels die om een stuk ver
halend proza vroegen. Over
het algemeen ging het om ou
derwetse titels, zo was het
commentaar van een leerling.
Bij mavo-C waren er enkele
aansprekende titels, zoals „Uit
gaan, ja gezellig", „Ik mag ook
nooit wat" over strenge ouders
en „Stoppen met..." roken bij
voorbeeld, of snoepen, of cha
grijnig opstaan.
Queen en Haydn
In de middaguren had de
mavo beeldende vakken en
muziek. Voor het zoveelste
iaar stond bij muziek Queen op
het programma, nu met Bohe
mian Rhapsody. Volgens de le
raar een goede keus voor de
dagopleiding voor volwasse
nen, maar niet zo geschikt
voor de jeugdigen. De melodi
sche en ritmische dictees wa
ren dit jaar voor het eerst goed
te doen en ook met het aan
brengen van dynamische te
kens bij een stuk Haydn had
den de Kandidaten weinig pro
blemen.
Bij beeldende vakken is de
verwachting dat je daar een
brok creativiteit kwijt kunt.
Maar het was, zoals eep lerares
het zei, een examen van de
herhaling met stokpaardjes.
Het ging meer om beeldaspec
ten dan om kunstbeschouwing
en dat is jammer na vier jaar
bezig geweest te zijn met aller
lei aspecten van creativiteit.
Wel was er veel lof voor het
duidelijke plaatwerk. Het tex-
tielgedeelte met vrij veel mode
werd leuk genoemd, evenals
tekenen. Bij handenarbeid
ging het voornamelijk om
vormcontrasten.
Ideaal en eigenbelang
De vwo-tekst Latijn was van
de laat-Romeinse auteur Lac-
tantius (ca. 250-330). In een
leuke, intelligente en goed ge
kozen tekst stelt een Griekse
filosoof dat de mens niet altijd
in staat is aan hoge morele
idealen te voldoen en tegelijk
het eigenbelang te volgen.
Vertaald luidt de eerste zin:
„Alle levende wezens verdedi
gen hun eigen belang als ze
zich laten leiden door de na
tuur; en daarom moet de
rechtvaardigheid dwaasheid
genoemd worden als ze zorgt
voor andermans belangen en
de eigen belangen verwaar
loost". Ook voor de moderne
mens een goede problematiek,
aldus leraar J. Arends van het
Leidse Bonaventuracollege.
Steeds gaat het om de vraag
tussen rechtvaardigheid en
domheid. Als een voorbeeld
uit het particuliere leven
wordt een koper goud aange
boden in plaats van geel koper
en zilver in plaats van lood.
De vraag is dan of hij dit be
kend moet maken. Dat is
rechtvaardig, maar wel dom,
aldus de tekst.
Het was zinnig dat de vragen
eerst het tekstbegrip toetsten
en dat daarna pas tekstpassa
ges moesten worden vertaald.
Doordat in de vragen werd
verwezen naar contrasten in
de tekst werd de vertaling on
dersteund. In een multiple-
choicevraag was het goede
antwoord wat versluierd;
vooral door wegstrepen van de
foute antwoorden bereikten de
leerlingen het goede.
Pittig
De havo met een wat afwij
kend examenrooster begon
de dag met economie. Volgens
leraar D. Zwikker van het Lu-
cascollege in Voorschoten een
niet simpel examen dat veel
inzicht maar weinig reken
werk vroeg. De eerste opgave
ging over geldschepping, de
tweede, een standaardopgave,
over de eerste regeerperiode
van Reagan met vragen naar
de hoogte van de dollarkoers.
De leerling moest oorzaak en
gevolg van dit probleem aar
dig onder de knie hebben. Op
gave drie over kosten en toe
gevoegde waarde was lastig,
de laatste opgave een aardig
praktisch probleem naar aan
leiding van een vervoersstatis-
tiek met een vraag naar de
concurrentienadelen van de
binnenvaart ten opzichte van
het wegvervoer.
De havo had het 's middags
niet te moeilijk Engels. De eer
ste tekst over journalisten in
moeilijke situaties was eenvou
dig en dat gold ook voor de
tekst over vrouwen in de
sport Moeilijk vanwege een
hoog abstractieniveau was ei
genlijk alleen de tekst over het
Engelse idee van privacy.
Bij het examen handelskennis
II voor het lbo school de moei
lijkheid vooral aldus leraar
F. Hofstede van het Rijnlands
Instituut voor Ondernemers
onderwijs (RIO) in Leiderdorp
in het afwijkend karakter
van de vragen. Ditmaal geen
balansen en exploitatieover
zichten en ook geen vragen
naar formules, maar opgaven
waarbij het aankwam op rus
tig lezen. Aan de hand van be
staande cijfers moest de toe
komstige ontwikkeling beke
ken worden. Deze afwijkende
aanpak was voor veel leerlin
gen een minder prettige erva
ring.
(ADVERTENTIE)
Officiële publikatie van het Staatsbedrijf der PTT
Met ingang van heden is het nieuwe adres van de Centrale Directie der PTT:
Postadres:
Postbus 570
9700 AN Groningen
Telefoon:
050 - 60 91 11
Bezoekadres:
Stationsweg 10 (Hunzehuys)
9726 AC Groningen
De hoofddirecties Post en Telecommunicatie blijven gevestigd in 's-Gravenhage.
Postadres: Bezoekadres:
Postbus 30000 Kortenaerkade 12
2500 GA 's-Gravenhage 2518 AX 's-Gravenhage
Telefoon:
070-75 91 11
ptt centrale directie
ptt telecommunicatie
ptt post
Z I